| Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de leerlooierij | Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de leerlooierij |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 13 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 13 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
| opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het | opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het |
| Paritair Subcomité voor de leerlooierij (1) | Paritair Subcomité voor de leerlooierij (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
| inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli | inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli |
| 1991; | 1991; |
| Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij; | Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de | Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de |
| opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de | opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de |
| ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de | ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de |
| leerlooierij; | leerlooierij; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
| werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid | werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid |
| van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij. | van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij. |
Art. 2.Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, wordt in |
Art. 2.Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, wordt in |
| afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 | afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 |
| betreffende de arbeidsovereenkomsten, de bij het beëindigen van de | betreffende de arbeidsovereenkomsten, de bij het beëindigen van de |
| arbeidsovereenkomst voor werklieden na te leven opzeggingstermijn | arbeidsovereenkomst voor werklieden na te leven opzeggingstermijn |
| vastgesteld op : | vastgesteld op : |
| - vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden | - vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden |
| en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en | - tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en |
| minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en | - vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en |
| minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - honderdentwaalf dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer | - honderdentwaalf dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer |
| jaren anciënniteit in de onderneming tellen. | jaren anciënniteit in de onderneming tellen. |
Art. 3.De opzeggingstermijnen bepaald in artikel 2 zijn niet van |
Art. 3.De opzeggingstermijnen bepaald in artikel 2 zijn niet van |
| toepassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In dat | toepassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In dat |
| geval worden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de | geval worden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de |
| wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, toegepast. | wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, toegepast. |
Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit |
Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit |
| besluit blijven al hun gevolgen behouden. | besluit blijven al hun gevolgen behouden. |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 31 mei 2001 tot vaststelling van de |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 31 mei 2001 tot vaststelling van de |
| opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het | opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het |
| Paritair Subcomité voor de leerlooierij, wordt opgeheven. | Paritair Subcomité voor de leerlooierij, wordt opgeheven. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 13 juli 2006. | Gegeven te Brussel, 13 juli 2006. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Références au Moniteur belge : | (1) Références au Moniteur belge : |
| Loi du 3 juillet 1978, Moniteur belge du 22 août 1978. | Loi du 3 juillet 1978, Moniteur belge du 22 août 1978. |
| Loi du 20 juillet 1991, Moniteur belge du 1er août 1991. | Loi du 20 juillet 1991, Moniteur belge du 1er août 1991. |