Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 12/11/2017
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende
de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van
tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties
hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep (1) hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende
de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van
tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties
hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep. hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 november 2017. Gegeven te Brussel, 12 november 2017.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de vlasbereiding Paritair Subcomité voor de vlasbereiding
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017 Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2017
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de oudere werknemers die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn, een beroepsloopbaan van
tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties tenminste 33 jaar kunnen laten gelden en 20 jaar nachtprestaties
hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep (Overeenkomst hebben of die gewerkt hebben in een zwaar beroep (Overeenkomst
geregistreerd op 31 mei 2017 onder het nummer 139610/CO/120.02) geregistreerd op 31 mei 2017 onder het nummer 139610/CO/120.02)
I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

alle ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair alle ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair
Subcomité voor de vlasbereiding en op de arbeiders en arbeidsters die Subcomité voor de vlasbereiding en op de arbeiders en arbeidsters die
zij tewerkstellen. zij tewerkstellen.
II. - Rechthebbenden II. - Rechthebbenden

Art. 2.§ 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die

Art. 2.§ 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die

op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en
tijdens de periode van 1 januari 2017 tot en met 30 juni 2017 58 jaar tijdens de periode van 1 januari 2017 tot en met 30 juni 2017 58 jaar
of ouder zijn, ontvangen, voor zover zij op dat ogenblik recht of ouder zijn, ontvangen, voor zover zij op dat ogenblik recht
verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, een aanvullende verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, een aanvullende
vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het "Fonds voor vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", mits zij op het ogenblik van bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", mits zij op het ogenblik van
de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als
loontrekkende kunnen rechtvaardigen en : loontrekkende kunnen rechtvaardigen en :
a. ofwel minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals a. ofwel minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals
bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46,
gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 10 mei 1990; koninklijk besluit van 10 mei 1990;
b. ofwel gewerkt hebben in een zwaar beroep gedurende : b. ofwel gewerkt hebben in een zwaar beroep gedurende :
- ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van - ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van
de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het
einde van de arbeidsovereenkomst; einde van de arbeidsovereenkomst;
- ofwel gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de - ofwel gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de
loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum,
vóór het einde van de arbeidsovereenkomst. vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als zwaar beroep beschouwd : Wordt als zwaar beroep beschouwd :
- het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in - het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in
minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk
doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de
dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende
ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van
hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert; hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;
- het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de - het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990. algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
§ 2. Onder "het ogenblik van de beëindiging van de § 2. Onder "het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst" wordt verstaan : het ogenblik dat de werkman uit arbeidsovereenkomst" wordt verstaan : het ogenblik dat de werkman uit
dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer
er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende
opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat
de werkman de onderneming verlaat. de werkman de onderneming verlaat.
§ 3. De werknemer die voldoet aan de in § 1 bepaalde voorwaarden en § 3. De werknemer die voldoet aan de in § 1 bepaalde voorwaarden en
wiens opzeggingstermijn na 30 juni 2017 verstrijkt, behoudt het recht wiens opzeggingstermijn na 30 juni 2017 verstrijkt, behoudt het recht
op de aanvullende vergoeding ten laste van het "Fonds voor op de aanvullende vergoeding ten laste van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de vlasbereiding". bestaanszekerheid voor de vlasbereiding".

Art. 3.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, dienen

Art. 3.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, dienen

de werklieden, om te kunnen genieten van het stelsel van werkloosheid de werklieden, om te kunnen genieten van het stelsel van werkloosheid
met bedrijfstoeslag, bovendien te voldoen aan één van de volgende met bedrijfstoeslag, bovendien te voldoen aan één van de volgende
sectorale anciënniteitsvoorwaarden : sectorale anciënniteitsvoorwaarden :
- Ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding en/of textiel, - Ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding en/of textiel,
breigoed, kleding en confectie; breigoed, kleding en confectie;
- Ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding en/of textiel, - Ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding en/of textiel,
breigoed, kleding en confectie tijdens de laatste 10 jaren, waarvan breigoed, kleding en confectie tijdens de laatste 10 jaren, waarvan
minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren.
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de
gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende. gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende.
III. - Betaling van de aanvullende vergoeding III. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 4.De in artikel 2, § 1 en § 3 bedoelde aanvullende vergoeding

Art. 4.De in artikel 2, § 1 en § 3 bedoelde aanvullende vergoeding

behelst het toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de behelst het toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale
Arbeidsraad op 19 december 1974. Arbeidsraad op 19 december 1974.

Art. 5.In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de

Art. 5.In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de

collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2003 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2003 betreffende de
gecoördineerde statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de gecoördineerde statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
vlasbereiding", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit vlasbereiding", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit
van 1 september 2004, wordt de in artikel 2, § 1 en § 3 bedoelde van 1 september 2004, wordt de in artikel 2, § 1 en § 3 bedoelde
aanvullende vergoeding toegekend ten laste van het "Fonds voor aanvullende vergoeding toegekend ten laste van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", waarvan het bedrag, de wijze bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", waarvan het bedrag, de wijze
van toekenning en van uitkering hierna zijn vastgesteld. van toekenning en van uitkering hierna zijn vastgesteld.
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de
wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ten laste wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ten laste
genomen door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding". genomen door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding".

Art. 6.De in artikelen 2 tot en met 3 bedoelde werklieden hebben,

Art. 6.De in artikelen 2 tot en met 3 bedoelde werklieden hebben,

voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht
op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de
voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld. voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld.
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling
wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke
werkloosheidsvergoedingen ontvangen. werkloosheidsvergoedingen ontvangen.

Art. 7.In afwijking van artikel 6 hebben de in de artikelen 2 tot en

Art. 7.In afwijking van artikel 6 hebben de in de artikelen 2 tot en

met 3 bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een met 3 bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een
land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende
vergoeding ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vergoeding ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
vlasbereiding" voor zover zij geen werkloosheidsuitkeringen kunnen vlasbereiding" voor zover zij geen werkloosheidsuitkeringen kunnen
genieten of kunnen blijven genieten in het kader van de regelgeving genieten of kunnen blijven genieten in het kader van de regelgeving
inzake stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, alleen omdat zij inzake stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, alleen omdat zij
hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben in de zin hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben in de zin
van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november 1991
houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij
werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun
woonland. woonland.
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werklieden Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werklieden
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving.

Art. 8.§ 1. In afwijking van de 1ste alinea van artikel 6 en artikel

Art. 8.§ 1. In afwijking van de 1ste alinea van artikel 6 en artikel

7 behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze 7 behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze
collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding ten collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding ten
laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding",
wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere
werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen. ontslagen.
§ 2. In afwijking van de 1ste alinea van artikel 6 en artikel 7 § 2. In afwijking van de 1ste alinea van artikel 6 en artikel 7
behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van
het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", ingeval een het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", ingeval een
zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend, op zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend, op
voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van
de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een
werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de
werkgever die hen heeft ontslagen. werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 3. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de § 3. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de
ontslagen werknemers, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de ontslagen werknemers, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden
hervat. hervat.
§ 4. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht § 4. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht
op de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de op de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve
arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de
werknemers die recht hebben op de aanvullende uitkering geen werknemers die recht hebben op de aanvullende uitkering geen
werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze
meer genieten. meer genieten.
De in hierboven § 1 en § 2 bedoelde werknemers leveren aan het "Fonds De in hierboven § 1 en § 2 bedoelde werknemers leveren aan het "Fonds
voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" het bewijs dat zij voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" het bewijs dat zij
opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een arbeidsovereenkomst of opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een arbeidsovereenkomst of
dat zij een zelfstandige activiteit in hoofdberoep uitoefenen. dat zij een zelfstandige activiteit in hoofdberoep uitoefenen.
IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 9.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

Art. 9.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

helft van het verschil tussen het netto referteloon en de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.

Art. 10.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is

Art. 10.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is

dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het stelsel van dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werklieden, wordt verhoogd tot werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werklieden, wordt verhoogd tot
99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de 99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de
aanvullende vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het aanvullende vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het
totaal bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de totaal bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de
werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel die werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel die
voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor
de berekening van de werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden op de berekening van de werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden op
het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding.

Art. 11.Het netto referteloon is gelijk aan het bruto maandloon

Art. 11.Het netto referteloon is gelijk aan het bruto maandloon

begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale
zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding.
Voor de berekening van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op Voor de berekening van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op
het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden te worden met de het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden te worden met de
bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een
werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke
bijdragen van de sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en bijdragen van de sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en
aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een
herstructurering. herstructurering.
De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971
= 100) en bedraagt 3 862,50 EUR sinds 1 juni 2016. Zij is gebonden aan = 100) en bedraagt 3 862,50 EUR sinds 1 juni 2016. Zij is gebonden aan
de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen,
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende
inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der
consumptieprijzen. consumptieprijzen.
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in
functie der regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de functie der regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de
Nationale Arbeidsraad. Nationale Arbeidsraad.
Het netto referteloon wordt afgerond naar de hogere euro. Het netto referteloon wordt afgerond naar de hogere euro.

Art. 12.§ 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

Art. 12.§ 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeid(st)er verrichte rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeid(st)er verrichte
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt.
Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale
zekerheid onderworpen zijn. zekerheid onderworpen zijn.
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen.
§ 2. Voor de per maand betaalde arbeid(st)er wordt als brutoloon § 2. Voor de per maand betaalde arbeid(st)er wordt als brutoloon
beschouwd het loon dat hij (zij) gedurende de in navolgende § 7 beschouwd het loon dat hij (zij) gedurende de in navolgende § 7
bepaalde refertemaand heeft verdiend. bepaalde refertemaand heeft verdiend.
§ 3. Voor de arbeid(st)er die niet per maand wordt betaald, wordt het § 3. Voor de arbeid(st)er die niet per maand wordt betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. brutoloon berekend op grond van het normale uurloon.
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren bepaald bij de wekelijkse vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren bepaald bij de wekelijkse
arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met
52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon.
§ 4. Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de ganse § 4. Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de ganse
refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij (zij) refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij (zij)
aanwezig was geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand aanwezig was geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand
vallen. vallen.
Indien een arbeid(st)er, krachtens de bepalingen van zijn (haar) Indien een arbeid(st)er, krachtens de bepalingen van zijn (haar)
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de
refertemaand moet werken en hij (zij) al die tijd niet heeft gewerkt, refertemaand moet werken en hij (zij) al die tijd niet heeft gewerkt,
wordt zijn (haar) brutoloon berekend op grond van het aantal wordt zijn (haar) brutoloon berekend op grond van het aantal
arbeidsdagen dat in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. arbeidsdagen dat in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
§ 5. Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand § 5. Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand
in een stelsel van tijdskrediet of loopbaanonderbreking was opgenomen in een stelsel van tijdskrediet of loopbaanonderbreking was opgenomen
wordt berekend conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster wordt berekend conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster
vóór de aanvang van de loopbaanonderbreking of het tijdskrediet. vóór de aanvang van de loopbaanonderbreking of het tijdskrediet.
Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand in Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand in
een stelsel van halftijds brugpensioen was opgenomen wordt berekend een stelsel van halftijds brugpensioen was opgenomen wordt berekend
conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster vóór de aanvang conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster vóór de aanvang
van het halftijds brugpensioen. van het halftijds brugpensioen.
§ 6. Het door de arbeid(st)er verdiende brutoloon, ongeacht of het per § 6. Het door de arbeid(st)er verdiende brutoloon, ongeacht of het per
maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met één twaalfde van maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met één twaalfde van
het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand
overschrijdt en door die arbeid(st)er in de loop van de twaalf maanden overschrijdt en door die arbeid(st)er in de loop van de twaalf maanden
die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen.
§ 7. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorzien overleg, zal in § 7. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorzien overleg, zal in
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet
worden gehouden. worden gehouden.
Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, die Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, die
de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen.
V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 13.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

Art. 13.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen,
volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
2 augustus 1971. 2 augustus 1971.
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1
januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen, januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen,
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale
Arbeidsraad. Arbeidsraad.
Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing.
VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 14.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de

Art. 14.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de

kalendermaand gebeuren. kalendermaand gebeuren.
VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen

Art. 15.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

Art. 15.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen,
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen.
De arbeid(st)er, bedoeld in de artikelen 2 en 3 en artikel 8, zal dus De arbeid(st)er, bedoeld in de artikelen 2 en 3 en artikel 8, zal dus
eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten,
alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 4 en artikel 8 alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 4 en artikel 8
voorziene aanvullende vergoeding. voorziene aanvullende vergoeding.
VIII. - Overlegprocedure VIII. - Overlegprocedure

Art. 16.Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld bij artikelen 2

Art. 16.Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld bij artikelen 2

tot en met 3, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de tot en met 3, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart
1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel
in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming
van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan het in van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan het in
artikel 2 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen artikel 2 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen
worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling
kunnen genieten. kunnen genieten.
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging,
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
werklieden van de onderneming. werklieden van de onderneming.
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever
daarenboven de betrokken arbeid(st)er bij aangetekende brief uit tot daarenboven de betrokken arbeid(st)er bij aangetekende brief uit tot
een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit
onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)er de gelegenheid te geven onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)er de gelegenheid te geven
zijn (haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag zijn (haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag
kenbaar te maken. kenbaar te maken.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972,
inzonderheid artikel 7, kan de arbeid(st)er zich bij dit onderhoud inzonderheid artikel 7, kan de arbeid(st)er zich bij dit onderhoud
laten bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten laten bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten
vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud
plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was.
De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling
te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de
arbeidsreserve. arbeidsreserve.
IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 17.De betaling van de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel

Art. 17.De betaling van de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel

2, § 1 valt ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de 2, § 1 valt ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
vlasbereiding". vlasbereiding".
Te dien einde zijn de werkgevers en werknemers verplicht gebruik te Te dien einde zijn de werkgevers en werknemers verplicht gebruik te
maken van het gepast formulier dat kan bekomen worden op de zetel van maken van het gepast formulier dat kan bekomen worden op de zetel van
voormeld "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", voormeld "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding",
Poortakkerstraat 100, 9051 Gent (S.D.W.). Poortakkerstraat 100, 9051 Gent (S.D.W.).
X. - Eindbepalingen X. - Eindbepalingen

Art. 18.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van

Art. 18.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van

onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van het "Fonds onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van het "Fonds
voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" vastgesteld. De voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" vastgesteld. De
administratieve richtlijnen bepaald door de raad van beheer van het administratieve richtlijnen bepaald door de raad van beheer van het
"Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" moeten door de "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" moeten door de
werkgever worden nageleefd. werkgever worden nageleefd.

Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van onderhavige

Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van onderhavige

collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het
"Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" beslecht in de "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" beslecht in de
geest van en refererend naar de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. geest van en refererend naar de collectieve arbeidsovereenkomsten nr.
17, nr. 120 en nr. 121 van de Nationale Arbeidsraad. 17, nr. 120 en nr. 121 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per
koninklijk besluit. koninklijk besluit.

Art. 21.Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari

Art. 21.Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari

2017 tot en met 30 juni 2017. 2017 tot en met 30 juni 2017.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november
2017. 2017.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^