Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een vergoeding voor bureaukosten aan sommige personeelsleden van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering | Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een vergoeding voor bureaukosten aan sommige personeelsleden van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
11 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een | 11 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een |
vergoeding voor bureaukosten aan sommige personeelsleden van het | vergoeding voor bureaukosten aan sommige personeelsleden van het |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, | instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, |
vervangen bij de wet van 22 juli 1993; | vervangen bij de wet van 22 juli 1993; |
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene | Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene |
regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan | regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan |
het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7; | het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7; |
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende |
bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van | bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van |
openbaar nut, inzonderheid op artikel 14; | openbaar nut, inzonderheid op artikel 14; |
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité van het | Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité van het |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; |
Gelet op het protocol van 26 juni 1997 waarin de conclusies van de | Gelet op het protocol van 26 juni 1997 waarin de conclusies van de |
onderhandelingen gevoerd binnen het Sectorcomité XII, zijn vermeld; | onderhandelingen gevoerd binnen het Sectorcomité XII, zijn vermeld; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 |
mei 1997; | mei 1997; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
14 mei 1997; | 14 mei 1997; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli |
1989; | 1989; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat om de continuïteit van de inspectieopdrachten van de | Overwegende dat om de continuïteit van de inspectieopdrachten van de |
Dienst voor administratieve controle te verzekeren, het noodzakelijk | Dienst voor administratieve controle te verzekeren, het noodzakelijk |
is onverwijld over te gaan tot het vaststellen van de geldelijke | is onverwijld over te gaan tot het vaststellen van de geldelijke |
vergoedingen waaronder de inspectiedienst zijn opdrachten dient uit te | vergoedingen waaronder de inspectiedienst zijn opdrachten dient uit te |
voeren; | voeren; |
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Aan de personeelsleden van de Dienst voor Administratieve |
Artikel 1.Aan de personeelsleden van de Dienst voor Administratieve |
controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en | controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
invaliditeitsverzekering die behoren tot het inspectiepersoneel en | invaliditeitsverzekering die behoren tot het inspectiepersoneel en |
die, wegens hun functies, genoodzaakt zijn een gedeelte van de | die, wegens hun functies, genoodzaakt zijn een gedeelte van de |
gezinswoning te gebruiken als bureau, wordt een vergoeding voor | gezinswoning te gebruiken als bureau, wordt een vergoeding voor |
bureaukosten ten bedrage van 36 000 F per jaar toegekend. | bureaukosten ten bedrage van 36 000 F per jaar toegekend. |
Art. 2.De in artikel 1 van dit besluit bepaalde vergoeding voor |
Art. 2.De in artikel 1 van dit besluit bepaalde vergoeding voor |
bureaukosten dekt alle kosten die voortvloeien uit de inrichting van | bureaukosten dekt alle kosten die voortvloeien uit de inrichting van |
een kantoor, inzonderheid de verplichtingen van de huurder, de | een kantoor, inzonderheid de verplichtingen van de huurder, de |
verwarmings- en verlichtingskosten en de afschrijving van het | verwarmings- en verlichtingskosten en de afschrijving van het |
meubilair. | meubilair. |
Art. 3.De in dit besluit bepaalde vergoeding wordt maandelijks en na |
Art. 3.De in dit besluit bepaalde vergoeding wordt maandelijks en na |
vervallen termijn betaald. De vergoeding is verschuldigd vanaf de | vervallen termijn betaald. De vergoeding is verschuldigd vanaf de |
maand welke volgt op deze tijdens welke de verplichting om in zijn | maand welke volgt op deze tijdens welke de verplichting om in zijn |
woning over een bureauruimte te beschikken een aanvang neemt; ze wordt | woning over een bureauruimte te beschikken een aanvang neemt; ze wordt |
niet meer toegekend vanaf de maand die volgt op deze tijdens welke | niet meer toegekend vanaf de maand die volgt op deze tijdens welke |
deze verplichting een einde neemt. | deze verplichting een einde neemt. |
Art. 4.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het |
Art. 4.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het |
personeel der ministeries, geldt ook voor de in artikel 1 bedoelde | personeel der ministeries, geldt ook voor de in artikel 1 bedoelde |
vergoeding. Zij wordt aan de spilindex 138,01 gekoppeld. | vergoeding. Zij wordt aan de spilindex 138,01 gekoppeld. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997. |
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 11 oktober 1997. | Gegeven te Brussel, 11 oktober 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |