Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van het brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke problemen indien zij worden ontslagen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van het brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke problemen indien zij worden ontslagen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober |
2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het | 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het |
breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in | breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in |
het kader van het brugpensioen voor sommige oudere mindervalide | het kader van het brugpensioen voor sommige oudere mindervalide |
werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke problemen indien | werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke problemen indien |
zij worden ontslagen (1) | zij worden ontslagen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk; | en het breiwerk; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, |
gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het | gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het |
breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in | breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in |
het kader van het brugpensioen voor sommige oudere mindervalide | het kader van het brugpensioen voor sommige oudere mindervalide |
werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke problemen indien | werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke problemen indien |
zij worden ontslagen. | zij worden ontslagen. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 september 2010. | Gegeven te Brussel, 10 september 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk | Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009 |
Toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van het | Toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van het |
brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werklieden en werklieden | brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werklieden en werklieden |
met ernstige lichamelijke problemen indien zij worden ontslagen | met ernstige lichamelijke problemen indien zij worden ontslagen |
(Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer |
96373/CO/120) | 96373/CO/120) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
alle textiel- en briegoedondernemingen die onder de bevoegdheid vallen | alle textiel- en briegoedondernemingen die onder de bevoegdheid vallen |
van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk en | van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk en |
op de in artikel 2 bedoelde werklieden die zij tewerkstellen, met | op de in artikel 2 bedoelde werklieden die zij tewerkstellen, met |
uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden | uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden |
die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire subcomités voor | die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire subcomités voor |
textiel Verviers (PSC 120.01), voor het vlas (PSC 120.02) en voor de | textiel Verviers (PSC 120.01), voor het vlas (PSC 120.02) en voor de |
jute (PSC 120.03). | jute (PSC 120.03). |
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de mindervalide werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke | de mindervalide werklieden en werklieden met ernstige lichamelijke |
problemen, die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst. | problemen, die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst. |
§ 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : | § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : |
1° "mindervalide werklieden erkend door een bevoegde overheid" : | 1° "mindervalide werklieden erkend door een bevoegde overheid" : |
a) de werklieden die voldoen aan de medische voorwaarden om | a) de werklieden die voldoen aan de medische voorwaarden om |
ingeschreven te worden in een agentschap voor personen met een | ingeschreven te worden in een agentschap voor personen met een |
handicap en meer bepaald het Vlaams Agentschap voor personen met een | handicap en meer bepaald het Vlaams Agentschap voor personen met een |
handicap, "l'Agence wallonne pour l'intégration des personnes | handicap, "l'Agence wallonne pour l'intégration des personnes |
handicapées, le Service bruxellois des personnes handicapées" en | handicapées, le Service bruxellois des personnes handicapées" en |
"Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit | "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit |
einer Behinderung"; | einer Behinderung"; |
b) de werklieden die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te | b) de werklieden die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te |
hebben op een inkomensvervangende tegemoetkoming of een | hebben op een inkomensvervangende tegemoetkoming of een |
integratietegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987 | integratietegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987 |
betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap; | betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap; |
c) de werklieden met een blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan | c) de werklieden met een blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan |
65 pct. in het kader van de arbeidsongevallenwetgeving of de wetgeving | 65 pct. in het kader van de arbeidsongevallenwetgeving of de wetgeving |
inzake beroepsziekten; | inzake beroepsziekten; |
2° "werklieden met ernstige lichamelijke problemen" : de werklieden | 2° "werklieden met ernstige lichamelijke problemen" : de werklieden |
met ernstige lichamelijke problemen die geheel of gedeeltelijk | met ernstige lichamelijke problemen die geheel of gedeeltelijk |
veroorzaakt zijn door hun beroepsactiviteit of elke vroegere | veroorzaakt zijn door hun beroepsactiviteit of elke vroegere |
beroepsactiviteit en die de verdere uitoefening van hun beroep | beroepsactiviteit en die de verdere uitoefening van hun beroep |
significant bemoeilijken, met uitsluiting van personen die op het | significant bemoeilijken, met uitsluiting van personen die op het |
ogenblik van de aanvraag een invaliditeitsuitkering genieten krachtens | ogenblik van de aanvraag een invaliditeitsuitkering genieten krachtens |
de wetgeving inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekering en niet | de wetgeving inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekering en niet |
tewerkgesteld zijn in de zin dat zij geen effectieve arbeidsprestaties | tewerkgesteld zijn in de zin dat zij geen effectieve arbeidsprestaties |
leveren; | leveren; |
3° "werklieden gelijkgesteld aan werknemers met ernstige lichamelijke | 3° "werklieden gelijkgesteld aan werknemers met ernstige lichamelijke |
problemen" : de werklieden met een rechtstreekse blootstelling aan | problemen" : de werklieden met een rechtstreekse blootstelling aan |
asbest tijdens hun vroegere beroepsactiviteit vóór 1 januari 1993 | asbest tijdens hun vroegere beroepsactiviteit vóór 1 januari 1993 |
gedurende minimum twee jaar in : | gedurende minimum twee jaar in : |
- ondernemingen of werkplaatsen waar producten of voorwerpen op basis | - ondernemingen of werkplaatsen waar producten of voorwerpen op basis |
van asbest worden gefabriceerd en behandeld; | van asbest worden gefabriceerd en behandeld; |
- of fabrieken van materialen in vezelcement. | - of fabrieken van materialen in vezelcement. |
HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden | HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden |
Art. 3.§ 1. De tijdens de geldigheidsperiode van deze collectieve |
Art. 3.§ 1. De tijdens de geldigheidsperiode van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst ontslagen werklieden, bedoeld in artikel 2, die de | arbeidsovereenkomst ontslagen werklieden, bedoeld in artikel 2, die de |
leeftijd van 58 jaar hebben bereikt tijdens de periode van 1 januari | leeftijd van 58 jaar hebben bereikt tijdens de periode van 1 januari |
2010 tot en met 31 december 2010 en ten laatste op het ogenblik van de | 2010 tot en met 31 december 2010 en ten laatste op het ogenblik van de |
beëindiging van de arbeidsovereenkomst en die op het ogenblik een | beëindiging van de arbeidsovereenkomst en die op het ogenblik een |
beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen | beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen |
rechtvaardigen, ontvangen een aanvullende vergoeding, ten laste van de | rechtvaardigen, ontvangen een aanvullende vergoeding, ten laste van de |
werkgever, behalve in geval van ontslag om dringende reden. | werkgever, behalve in geval van ontslag om dringende reden. |
§ 2. De ontslagen werklieden, bedoeld in § 1 hiervoor, moeten | § 2. De ontslagen werklieden, bedoeld in § 1 hiervoor, moeten |
bovendien het bewijs kunnen leveren : | bovendien het bewijs kunnen leveren : |
- voor de mindervalide werklieden dat zij behoren tot één van de | - voor de mindervalide werklieden dat zij behoren tot één van de |
categorieën opgenomen in artikel 2, § 2, 1° van deze overeenkomst; | categorieën opgenomen in artikel 2, § 2, 1° van deze overeenkomst; |
- voor de werklieden met ernstige lichamelijke problemen dat zij | - voor de werklieden met ernstige lichamelijke problemen dat zij |
beschikken over een attest afgegeven door het "Fonds voor | beschikken over een attest afgegeven door het "Fonds voor |
arbeidsongevallen", overeenkomstig artikel 19, § 2 van deze | arbeidsongevallen", overeenkomstig artikel 19, § 2 van deze |
overeenkomst; | overeenkomst; |
- voor de werklieden gelijkgesteld aan werknemers met ernstige | - voor de werklieden gelijkgesteld aan werknemers met ernstige |
lichamelijke problemen dat zij beschikken over een attest afgegeven | lichamelijke problemen dat zij beschikken over een attest afgegeven |
door het "Fonds voor beroepsziekten" overeenkomstig artikel 20, § 2 | door het "Fonds voor beroepsziekten" overeenkomstig artikel 20, § 2 |
van deze overeenkomst. | van deze overeenkomst. |
§ 3. Onder "het ogenblik van de beëindiging van de | § 3. Onder "het ogenblik van de beëindiging van de |
arbeidsovereenkomst", bedoeld in § 1 hiervoor, wordt verstaan : het | arbeidsovereenkomst", bedoeld in § 1 hiervoor, wordt verstaan : het |
ogenblik dat de arbeider uit dienst treedt na het verstrijken van de | ogenblik dat de arbeider uit dienst treedt na het verstrijken van de |
opzeggingstermijn of, wanneer er geen opzegging werd betekend of | opzeggingstermijn of, wanneer er geen opzegging werd betekend of |
wanneer aan de betekende opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt | wanneer aan de betekende opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt |
gemaakt, het ogenblik dat de arbeider de onderneming verlaat. | gemaakt, het ogenblik dat de arbeider de onderneming verlaat. |
§ 4. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door | § 4. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door |
de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen arbeider een | de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen arbeider een |
einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve | einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve |
arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend of | arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend of |
de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur van | de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur van |
de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen arbeider | de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen arbeider |
de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de | de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de |
geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst. | geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 4.De arbeider behoudt eveneens het recht op de aanvullende |
Art. 4.De arbeider behoudt eveneens het recht op de aanvullende |
vergoeding, indien hij voldoet aan de in artikel 3, § 1 hiervoor | vergoeding, indien hij voldoet aan de in artikel 3, § 1 hiervoor |
bedoelde voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het | bedoelde voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het |
beroepsverleden en : | beroepsverleden en : |
- een aanvraag heeft ingediend om op grond van deze overeenkomst | - een aanvraag heeft ingediend om op grond van deze overeenkomst |
erkend te worden; | erkend te worden; |
- kan aantonen dat hij de werkgever hiervan op de hoogte heeft | - kan aantonen dat hij de werkgever hiervan op de hoogte heeft |
gebracht via ofwel een aangetekend schrijven, ofwel een schrijven | gebracht via ofwel een aangetekend schrijven, ofwel een schrijven |
waarvan een dubbel door de werkgever werd ondertekend, ofwel | waarvan een dubbel door de werkgever werd ondertekend, ofwel |
mede-ondertekening door de werkgever van het aanvraagformulier; | mede-ondertekening door de werkgever van het aanvraagformulier; |
- tijdens de erkenningsprocedure voorzien in de artikelen 19 en 20 van | - tijdens de erkenningsprocedure voorzien in de artikelen 19 en 20 van |
deze overeenkomst ontslagen wordt; | deze overeenkomst ontslagen wordt; |
- en op het einde van de procedure over een attest beschikt dat | - en op het einde van de procedure over een attest beschikt dat |
aantoont dat hij overeenkomstig de artikelen 19 en 20 van deze | aantoont dat hij overeenkomstig de artikelen 19 en 20 van deze |
overeenkomst erkend wordt. | overeenkomst erkend wordt. |
Art. 5.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, dienen |
Art. 5.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, dienen |
de werklieden, om te kunnen genieten van het conventioneel | de werklieden, om te kunnen genieten van het conventioneel |
brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de volgende sectorale | brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de volgende sectorale |
anciënniteitsvoorwaarden : | anciënniteitsvoorwaarden : |
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, | - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, |
confectie, vlasbereiding en/of jute; | confectie, vlasbereiding en/of jute; |
- ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, | - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, |
confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren | confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren |
waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. | waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. |
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de | Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de |
gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende. | gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende. |
HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 6.De aanvullende vergoeding behelst het toekennen van |
Art. 6.De aanvullende vergoeding behelst het toekennen van |
gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve | gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 | arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 |
december 1974. | december 1974. |
Art. 7.§ 1. Aan de werklieden die tot dit brugpensioenstelsel |
Art. 7.§ 1. Aan de werklieden die tot dit brugpensioenstelsel |
toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald door de werkgever, | toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald door de werkgever, |
die het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag | die het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag |
berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van | berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van |
de Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de | de Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de |
garantieregeling bedoeld in artikel 12, bij het "Fonds voor | garantieregeling bedoeld in artikel 12, bij het "Fonds voor |
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" (hierna | bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" (hierna |
het fonds genoemd) kan terugvorderen. | het fonds genoemd) kan terugvorderen. |
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de | Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de |
wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten eveneens door de | wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten eveneens door de |
werkgever betaald. Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, | werkgever betaald. Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, |
verschuldigd op het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend | verschuldigd op het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend |
overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de | overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de |
Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de | Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de |
garantieregeling bedoeld in artikel 12, kan eveneens door de werkgever | garantieregeling bedoeld in artikel 12, kan eveneens door de werkgever |
bij het fonds worden teruggevorderd. | bij het fonds worden teruggevorderd. |
§ 2. In afwijking op § 1 hiervoor, wordt in uitvoering van en | § 2. In afwijking op § 1 hiervoor, wordt in uitvoering van en |
overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van 26 | overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van 26 |
juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende | juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende |
vergoeding aan de werklieden die vanaf 50 jaar in de onderneming | vergoeding aan de werklieden die vanaf 50 jaar in de onderneming |
werden aangeworven, door het "Fonds voor sluiting van ondernemingen" | werden aangeworven, door het "Fonds voor sluiting van ondernemingen" |
betaald, vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze waarop de | betaald, vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze waarop de |
werkman die gerechtigd is op deze aanvullende vergoeding bij | werkman die gerechtigd is op deze aanvullende vergoeding bij |
brugpensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. | brugpensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. |
Art. 8.De in de artikelen 2 tot en met 5 bedoelde werklieden hebben, |
Art. 8.De in de artikelen 2 tot en met 5 bedoelde werklieden hebben, |
voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht | voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht |
op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd | op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd |
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de | bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de |
voorwaarden zoals door de pensioenreglementering vastgesteld. | voorwaarden zoals door de pensioenreglementering vastgesteld. |
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het | De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het |
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling | stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling |
wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke | wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke |
werkloosheidsvergoeding ontvangen. | werkloosheidsvergoeding ontvangen. |
Art. 9.In afwijking van artikel 8 hebben de in de artikelen 2 tot en |
Art. 9.In afwijking van artikel 8 hebben de in de artikelen 2 tot en |
met 5 bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een | met 5 bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een |
land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende | land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende |
vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen | vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen |
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in | werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in |
het kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen, alleen | het kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen, alleen |
omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben | omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben |
in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november | in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november |
1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij | 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij |
werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun | werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun |
woonland. | woonland. |
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers | Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers |
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. | werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. |
Art. 10.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 8 en |
Art. 10.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 8 en |
artikel 9 behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van | artikel 9 behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van |
deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding | deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding |
ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als | ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als |
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft | loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft |
ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid | ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid |
als de werkgever die hen heeft ontslagen. | als de werkgever die hen heeft ontslagen. |
§ 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 8 en artikel 9 | § 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 8 en artikel 9 |
behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van deze | behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van deze |
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van | overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van |
de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in | de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in |
hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet | hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet |
wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft | wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft |
ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde | ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde |
technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. | technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. |
§ 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen | § 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen |
werklieden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de | werklieden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de |
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de | opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de |
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben | aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben |
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden | gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden |
hervat. | hervat. |
§ 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de | § 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de |
aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de | aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de |
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele | tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele |
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep | duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep |
volgens de regels bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst en | volgens de regels bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst en |
voor heel de periode gedurende welke de werklieden die recht hebben op | voor heel de periode gedurende welke de werklieden die recht hebben op |
de aanvullende vergoeding geen werkloosheidsuitkeringen als volledig | de aanvullende vergoeding geen werkloosheidsuitkeringen als volledig |
uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten. | uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten. |
De in § 1 en § 2 bedoelde werklieden leveren aan hun laatste werkgever | De in § 1 en § 2 bedoelde werklieden leveren aan hun laatste werkgever |
het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een | het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een |
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in | arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in |
hoofdberoep uitoefenen. | hoofdberoep uitoefenen. |
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 11.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
Art. 11.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de | helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de |
werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
Art. 12.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is |
Art. 12.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is |
dan 99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het | dan 99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het |
conventioneel brugpensioen voor werklieden, wordt verhoogd tot 99,16 | conventioneel brugpensioen voor werklieden, wordt verhoogd tot 99,16 |
EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende | EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende |
vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto | vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto |
maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de | maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de |
werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen de drempel die | werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen de drempel die |
voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor | voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor |
de berekening van de werknemersbijdrage van 3,5 pct., ingehouden op | de berekening van de werknemersbijdrage van 3,5 pct., ingehouden op |
het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. | het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. |
Art. 13.Het nettoreferteloon is gelijk aan het bruto-maandloon |
Art. 13.Het nettoreferteloon is gelijk aan het bruto-maandloon |
begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale | begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale |
zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. Voor de berekening van de | zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. Voor de berekening van de |
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op het loon aan 100 pct., | persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op het loon aan 100 pct., |
dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van de wet van 20 | dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van de wet van 20 |
december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een | december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een |
vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan | vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan |
werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het | werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het |
slachtoffer waren van een herstructurering. | slachtoffer waren van een herstructurering. |
De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 | De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 |
= 100) en bedraagt 3.476,03 EUR vanaf 1 januari 2009. Zij is gebonden | = 100) en bedraagt 3.476,03 EUR vanaf 1 januari 2009. Zij is gebonden |
aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, | aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, |
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende | overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende |
inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der | inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der |
consumptieprijzen. | consumptieprijzen. |
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in | Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in |
functie van de regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de | functie van de regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de |
Nationale Arbeidsraad. | Nationale Arbeidsraad. |
Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro. | Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro. |
Art. 14.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
Art. 14.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeider verrichte | rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeider verrichte |
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en | prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en |
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. | waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. |
Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale | Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale |
zekerheid onderworpen zijn. | zekerheid onderworpen zijn. |
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van | Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van |
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. | werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. |
2. Voor de per maand betaalde arbeider wordt als brutoloon beschouwd | 2. Voor de per maand betaalde arbeider wordt als brutoloon beschouwd |
het loon dat hij gedurende de in navolgend punt 6 bepaalde | het loon dat hij gedurende de in navolgend punt 6 bepaalde |
refertemaand heeft verdiend. | refertemaand heeft verdiend. |
3. Voor de arbeider die niet per maand wordt betaald, wordt het | 3. Voor de arbeider die niet per maand wordt betaald, wordt het |
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. | brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. |
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale | Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale |
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die | prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die |
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt | periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt |
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse | vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse |
arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met | arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met |
52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. | 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. |
4. Het brutoloon van een arbeider die gedurende de ganse refertemaand | 4. Het brutoloon van een arbeider die gedurende de ganse refertemaand |
niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was geweest op | niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was geweest op |
alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. | alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. |
Indien een arbeider, krachtens de bepalingen van zijn | Indien een arbeider, krachtens de bepalingen van zijn |
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de | arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de |
refertemaand moet werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt | refertemaand moet werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt |
zijn brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in | zijn brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in |
de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. | de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. |
5. Het door de arbeider verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand | 5. Het door de arbeider verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand |
of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van het | of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van het |
totaal der contractuele premies en van de veranderlijke bezoldiging | totaal der contractuele premies en van de veranderlijke bezoldiging |
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door | waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door |
die arbeider in de loop van de twaalf maanden die aan het ontslag | die arbeider in de loop van de twaalf maanden die aan het ontslag |
voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. | voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. |
6. Naar aanleiding van het bij artikel 18 voorziene overleg, zal in | 6. Naar aanleiding van het bij artikel 18 voorziene overleg, zal in |
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet | gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet |
worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de | worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de |
kalendermaand, die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking | kalendermaand, die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking |
genomen. | genomen. |
HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 15.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt |
Art. 15.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt |
gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, | gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, |
volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake | volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake |
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van | werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van |
2 augustus 1971. | 2 augustus 1971. |
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 | Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 |
januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen | januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen |
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale | overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling | Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling |
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de | toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de |
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het | regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het |
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in | jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in |
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. | aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. |
HOOFDSTUK VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 16.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de |
Art. 16.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de |
kalendermaand gebeuren. | kalendermaand gebeuren. |
HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere | HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere |
voordelen | voordelen |
Art. 17.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
Art. 17.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, | andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, |
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. | die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. |
De arbeider, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5, zal dus eerst de | De arbeider, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5, zal dus eerst de |
uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens | uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens |
aanspraak te kunnen maken op de in artikel 6 voorziene aanvullende | aanspraak te kunnen maken op de in artikel 6 voorziene aanvullende |
vergoeding. | vergoeding. |
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure | HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure |
Art. 18.Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld in de artikelen |
Art. 18.Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld in de artikelen |
2 tot en met 5, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de | 2 tot en met 5, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de |
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij | vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij |
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de | ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de |
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart | bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart |
1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel | 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel |
in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming | in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming |
van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan het in | van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan het in |
artikel 3, § 1 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang | artikel 3, § 1 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang |
kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende | kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende |
regeling kunnen genieten. | regeling kunnen genieten. |
Bij ontstentenis van ondernamingsraad of van syndicale afvaardiging, | Bij ontstentenis van ondernamingsraad of van syndicale afvaardiging, |
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de | heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de |
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de | representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de |
werklieden van de onderneming. | werklieden van de onderneming. |
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever | Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever |
daarenboven de betrokken arbeider bij aangetekende brief uit tot een | daarenboven de betrokken arbeider bij aangetekende brief uit tot een |
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit | onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit |
onderhoud heeft tot doel aan de arbeider de gelegenheid te geven zijn | onderhoud heeft tot doel aan de arbeider de gelegenheid te geven zijn |
bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te | bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te |
maken. | maken. |
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, | Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, |
inzonderheid artikel 7, kan de arbeider zich bij dit onderhoud laten | inzonderheid artikel 7, kan de arbeider zich bij dit onderhoud laten |
bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten | bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten |
vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud | vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud |
plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. | plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. |
De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling | De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling |
te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de | te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de |
arbeidsreserve. | arbeidsreserve. |
HOOFDSTUK IX. - Erkenning als werknemer met ernstige lichamelijke | HOOFDSTUK IX. - Erkenning als werknemer met ernstige lichamelijke |
problemen | problemen |
Art. 19.§ 1. De arbeider die wenst erkend te worden als werknemer met |
Art. 19.§ 1. De arbeider die wenst erkend te worden als werknemer met |
ernstige lichamelijke problemen, dient een aanvraag in met een dossier | ernstige lichamelijke problemen, dient een aanvraag in met een dossier |
bij het "Fonds voor arbeidsongevallen". | bij het "Fonds voor arbeidsongevallen". |
Het dossier bevat twee luiken : enerzijds een administratief luik | Het dossier bevat twee luiken : enerzijds een administratief luik |
waarbij de werknemer voldoende ernstige elementen aanbrengt die | waarbij de werknemer voldoende ernstige elementen aanbrengt die |
aantonen dat hij de voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het | aantonen dat hij de voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het |
beroepsverleden, voorzien in artikel 3, § 1 van deze overeenkomst, zal | beroepsverleden, voorzien in artikel 3, § 1 van deze overeenkomst, zal |
vervullen en anderzijds een medisch luik waarbij hij de nodige | vervullen en anderzijds een medisch luik waarbij hij de nodige |
elementen aanbrengt om te bewijzen dat hij beantwoordt aan de | elementen aanbrengt om te bewijzen dat hij beantwoordt aan de |
voorwaarden bepaald in artikel 2, § 2, 2° van deze overeenkomst om als | voorwaarden bepaald in artikel 2, § 2, 2° van deze overeenkomst om als |
werknemer met ernstige lichamelijke problemen in aanmerking te komen. | werknemer met ernstige lichamelijke problemen in aanmerking te komen. |
De arbeider kan voor de samenstelling van het administratief luik een | De arbeider kan voor de samenstelling van het administratief luik een |
beroep doen op een uitbetalingsinstelling naar keuze erkend in het | beroep doen op een uitbetalingsinstelling naar keuze erkend in het |
kader de werkloosheidsreglementering en voor de samenstelling van het | kader de werkloosheidsreglementering en voor de samenstelling van het |
medisch dossier op de bijstand van de | medisch dossier op de bijstand van de |
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. | preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. |
§ 2. De arbeider wordt beschouwd als werknemer met ernstige | § 2. De arbeider wordt beschouwd als werknemer met ernstige |
lichamelijke problemen, indien hij over een attest beschikt afgeleverd | lichamelijke problemen, indien hij over een attest beschikt afgeleverd |
door het "Fonds voor arbeidsongevallen" dat getuigt dat hij aan de | door het "Fonds voor arbeidsongevallen" dat getuigt dat hij aan de |
definitie van werknemer met ernstige lichamelijke problemen zoals | definitie van werknemer met ernstige lichamelijke problemen zoals |
bepaald in artikel 2, § 2, 2° van deze overeenkomst beantwoordt. | bepaald in artikel 2, § 2, 2° van deze overeenkomst beantwoordt. |
HOOFDSTUK X. - Erkenning als werknemer gelijkgesteld aan een werknemer | HOOFDSTUK X. - Erkenning als werknemer gelijkgesteld aan een werknemer |
met ernstige lichamelijke problemen | met ernstige lichamelijke problemen |
Art. 20.§ 1. De arbeider die wenst erkend te worden als werknemer |
Art. 20.§ 1. De arbeider die wenst erkend te worden als werknemer |
gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichamelijke problemen, | gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichamelijke problemen, |
dient een aanvraag in bij het "Fonds voor beroepsziekten" met de | dient een aanvraag in bij het "Fonds voor beroepsziekten" met de |
nodige bewijsstukken van de blootstelling aan asbest in de zin van | nodige bewijsstukken van de blootstelling aan asbest in de zin van |
artikel 2, § 2, 3° van deze overeenkomst. | artikel 2, § 2, 3° van deze overeenkomst. |
De aanvraag bevat bovendien voldoende ernstige elementen die aantonen | De aanvraag bevat bovendien voldoende ernstige elementen die aantonen |
dat hij de voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het | dat hij de voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het |
beroepsverleden, voorzien in artikel 3, § 1 van deze overeenkomst, zal | beroepsverleden, voorzien in artikel 3, § 1 van deze overeenkomst, zal |
vervullen. | vervullen. |
§ 2. De arbeider wordt beschouwd als werknemer gelijkgesteld aan een | § 2. De arbeider wordt beschouwd als werknemer gelijkgesteld aan een |
werknemer met ernstige lichamelijke problemen, indien hij over een | werknemer met ernstige lichamelijke problemen, indien hij over een |
attest beschikt afgeleverd door het "Fonds voor beroepsziekten" dat | attest beschikt afgeleverd door het "Fonds voor beroepsziekten" dat |
getuigt dat hij aan de definitie van werknemer gelijkgesteld aan een | getuigt dat hij aan de definitie van werknemer gelijkgesteld aan een |
werknemer met ernstige lichamelijke problemen zoals bepaald in artikel | werknemer met ernstige lichamelijke problemen zoals bepaald in artikel |
2, § 2, 3° van deze overeenkomst beantwoordt. | 2, § 2, 3° van deze overeenkomst beantwoordt. |
HOOFDSTUK XI. - Eindbepalingen | HOOFDSTUK XI. - Eindbepalingen |
Art. 21.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van |
Art. 21.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van |
deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds | deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds |
vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van | vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van |
het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden. | het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden. |
Art. 22.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve |
Art. 22.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het fonds | arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het fonds |
beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve | beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve |
arbeidsovereenkomsten nr. 17 en nr. 91 van de Nationale Arbeidsraad. | arbeidsovereenkomsten nr. 17 en nr. 91 van de Nationale Arbeidsraad. |
Art. 23.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
Art. 23.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per | arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per |
koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
Art. 24.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2010 tot |
Art. 24.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2010 tot |
en met 31 december 2010. | en met 31 december 2010. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 |
september 2010. | september 2010. |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |