Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009, |
gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende |
het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar, met uitzondering | het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar, met uitzondering |
van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor | van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor |
de pannenbakkerijen (1) | de pannenbakkerijen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, |
gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling | gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling |
van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van | van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van |
halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij | halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit van 17 november 1993; | koninklijk besluit van 17 november 1993; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis gesloten op 7 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis gesloten op 7 |
februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de | februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling |
van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere | van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere |
werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen | werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen |
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 1995; | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 1995; |
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan | Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan |
voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen; | voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009, |
gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende |
het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar, met uitzondering | het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar, met uitzondering |
van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor | van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor |
de pannenbakkerijen. | de pannenbakkerijen. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 september 2010. | Gegeven te Brussel, 10 september 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 | Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 |
december 1993. | december 1993. |
Koninklijk besluit van 16 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 26 april | Koninklijk besluit van 16 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 26 april |
1995. | 1995. |
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. | Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2009 |
Halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar | Halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar |
(Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer |
92240/CO/113) | 92240/CO/113) |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die | werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die |
onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met | onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met |
uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair | uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair |
Subcomité voor de pannenbakkerijen. | Subcomité voor de pannenbakkerijen. |
Met "werknemers" worden : de werklieden en de werksters bedoeld. | Met "werknemers" worden : de werklieden en de werksters bedoeld. |
Art. 2.Wettelijk kader |
Art. 2.Wettelijk kader |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van | Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van |
de wettelijke bepalingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | de wettelijke bepalingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
55bis, gesloten op 7 februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot | 55bis, gesloten op 7 februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot |
wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op | wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op |
13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een | 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een |
regeling van aanvullende vergoeding voor sommige bejaarde werknemers, | regeling van aanvullende vergoeding voor sommige bejaarde werknemers, |
indien zij worden ontslagen, in geval van halvering van de | indien zij worden ontslagen, in geval van halvering van de |
arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
besluit van 17 november 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad | besluit van 17 november 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad |
van 4 december 1993. | van 4 december 1993. |
Art. 3.Het principe van de toepassing van een regeling van halftijds |
Art. 3.Het principe van de toepassing van een regeling van halftijds |
conventioneel brugpensioen wordt in deze sector aanvaard voor het | conventioneel brugpensioen wordt in deze sector aanvaard voor het |
actief personeel, dat opteert voor deze formule en de leeftijd van 55 | actief personeel, dat opteert voor deze formule en de leeftijd van 55 |
jaar bereikt tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010, en dat 25 jaar | jaar bereikt tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010, en dat 25 jaar |
dienst kan bewijzen waarvan 20 in de sector. | dienst kan bewijzen waarvan 20 in de sector. |
De berekening van de aanvullende vergoeding wordt als volgt | De berekening van de aanvullende vergoeding wordt als volgt |
vastgesteld : | vastgesteld : |
Het te waarborgen inkomen is gelijk aan het inkomen van het voltijds | Het te waarborgen inkomen is gelijk aan het inkomen van het voltijds |
brugpensioen, plus de helft van het netto referentieloon van de | brugpensioen, plus de helft van het netto referentieloon van de |
voltijdse werknemer min het inkomen voltijds brugpensioen, afgerond | voltijdse werknemer min het inkomen voltijds brugpensioen, afgerond |
tot het hogere honderdtal. | tot het hogere honderdtal. |
Art. 4.Het systeem van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 |
Art. 4.Het systeem van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 |
jaar is facultatief. De werkgever verbindt er zich toe ter gelegener | jaar is facultatief. De werkgever verbindt er zich toe ter gelegener |
tijd het halftijds brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die | tijd het halftijds brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die |
de wil om er aanspraak op te maken te kennen heeft gegeven. | de wil om er aanspraak op te maken te kennen heeft gegeven. |
Art. 5.De toekenningsvoorwaarden van het halftijds conventioneel |
Art. 5.De toekenningsvoorwaarden van het halftijds conventioneel |
brugpensioen op 55 jaar worden gepreciseerd in de wetgeving. | brugpensioen op 55 jaar worden gepreciseerd in de wetgeving. |
Art. 6.Overgang naar het voltijds brugpensioen |
Art. 6.Overgang naar het voltijds brugpensioen |
De betrokken werknemer heeft recht op de aanvullende vergoeding voor | De betrokken werknemer heeft recht op de aanvullende vergoeding voor |
sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, onder de | sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, onder de |
voorwaarden vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 | voorwaarden vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot | van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot |
instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige | instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige |
bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, in het raam van de | bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, in het raam van de |
sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2003 | sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2003 |
betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar, indien hij de | betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar, indien hij de |
vereiste leeftijd voor het voltijds conventioneel brugpensioen bereikt | vereiste leeftijd voor het voltijds conventioneel brugpensioen bereikt |
op de datum van de eerste dag werkloosheid waarvoor | op de datum van de eerste dag werkloosheid waarvoor |
werkloosheidsuitkeringen worden ontvangen. | werkloosheidsuitkeringen worden ontvangen. |
Art. 7.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van |
Art. 7.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, |
wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de | wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de |
werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve | werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, | arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, |
wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een | wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een |
andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort | andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort |
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen |
ontslagen heeft. | ontslagen heeft. |
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die | Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die |
ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst | ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van | wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van |
uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat |
deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever | deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever |
die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort | die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort |
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen |
ontslagen heeft. | ontslagen heeft. |
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de | De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de |
aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun | aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun |
tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de | tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de |
uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit |
geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van | geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van |
dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. | dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. |
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee | In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee |
of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de | of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de |
omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te | omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te |
genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd | genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd |
door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste | door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste |
paragraaf van dit artikel). | paragraaf van dit artikel). |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december | ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december |
2010. | 2010. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 |
september 2010. | september 2010. |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |