Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de opzeggingstermijnen van de werklieden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de opzeggingstermijnen van de werklieden |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 |
december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de | december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de |
opzeggingstermijnen van de werklieden (1) | opzeggingstermijnen van de werklieden (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de |
artikelen 18 en 28; | artikelen 18 en 28; |
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad; | Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december |
1999 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de | 1999 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de |
opzeggingstermijnen van de werklieden. | opzeggingstermijnen van de werklieden. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 februari 2000. | Gegeven te Brussel, 10 februari 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Nationale Arbeidsraad | Nationale Arbeidsraad |
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten | Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten |
in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de opzeggingstermijnen van de | in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de opzeggingstermijnen van de |
werklieden | werklieden |
Geregistreerd op 12 januari 2000 onder het nr. 53464/CO/300. | Geregistreerd op 12 januari 2000 onder het nr. 53464/CO/300. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; |
Gelet op het punt II, 5 van het interprofessioneel akkoord van 8 | Gelet op het punt II, 5 van het interprofessioneel akkoord van 8 |
december 1998; | december 1998; |
Overwegende dat er aanleiding toe bestaat aan dit punt uitvoering te | Overwegende dat er aanleiding toe bestaat aan dit punt uitvoering te |
geven door een suppletieve intersectoriële regeling met betrekking tot | geven door een suppletieve intersectoriële regeling met betrekking tot |
de opzeggingstermijnen van de werklieden tot stand te brengen; | de opzeggingstermijnen van de werklieden tot stand te brengen; |
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en | Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en |
van werknemers : | van werknemers : |
- het Verbond van Belgische Ondernemingen | - het Verbond van Belgische Ondernemingen |
- de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de | - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de |
wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op | wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op |
28 mei 1979 | 28 mei 1979 |
- de Belgische Boerenbond | - de Belgische Boerenbond |
- « la Fédération nationale des Unions professionnelles agricoles » | - « la Fédération nationale des Unions professionnelles agricoles » |
- « l'Alliance agricole belge » | - « l'Alliance agricole belge » |
- het Algemeen Christelijk Vakverbond van België | - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België |
- het Algemeen Belgisch Vakverbond | - het Algemeen Belgisch Vakverbond |
- de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België | - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België |
op 20 december 1999 in de Nationale Arbeidsraad de volgende | op 20 december 1999 in de Nationale Arbeidsraad de volgende |
collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. | collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werknemers die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst | de werknemers die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst |
voor werklieden, bedoeld bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de | voor werklieden, bedoeld bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten alsook op de werkgevers, die hen tewerkstellen. | arbeidsovereenkomsten alsook op de werkgevers, die hen tewerkstellen. |
Art. 2.Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, wordt, in |
Art. 2.Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, wordt, in |
afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 | afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten, de bij het beëindigen van de | betreffende de arbeidsovereenkomsten, de bij het beëindigen van de |
arbeidsovereenkomst voor werklieden na te leven opzeggingstermijn | arbeidsovereenkomst voor werklieden na te leven opzeggingstermijn |
vastgesteld op : | vastgesteld op : |
1° 35 dagen wat de werklieden betreft die tussen 6 maanden en minder | 1° 35 dagen wat de werklieden betreft die tussen 6 maanden en minder |
dan 5 jaar anciënniteit in de onderneming tellen; | dan 5 jaar anciënniteit in de onderneming tellen; |
2° 42 dagen wat de werklieden betreft die tussen 5 en minder dan 10 | 2° 42 dagen wat de werklieden betreft die tussen 5 en minder dan 10 |
jaar anciënniteit in de onderneming tellen; | jaar anciënniteit in de onderneming tellen; |
3° 56 dagen wat de werklieden betreft die tussen 10 en minder dan 15 | 3° 56 dagen wat de werklieden betreft die tussen 10 en minder dan 15 |
jaar anciënniteit in de onderneming tellen; | jaar anciënniteit in de onderneming tellen; |
4° 84 dagen wat de werklieden betreft die tussen 15 en minder dan 20 | 4° 84 dagen wat de werklieden betreft die tussen 15 en minder dan 20 |
jaar anciënniteit in de onderneming tellen; | jaar anciënniteit in de onderneming tellen; |
5° 112 dagen wat de werklieden betreft die 20 of meer jaar | 5° 112 dagen wat de werklieden betreft die 20 of meer jaar |
anciënniteit in de onderneming tellen. | anciënniteit in de onderneming tellen. |
Art. 3.De bij de artikel 2 bepaalde regeling is niet van toepassing |
Art. 3.De bij de artikel 2 bepaalde regeling is niet van toepassing |
wanneer op het niveau van een bedrijfstak : | wanneer op het niveau van een bedrijfstak : |
- hetzij krachtens een koninklijk besluit of een collectieve | - hetzij krachtens een koninklijk besluit of een collectieve |
arbeidsovereenkomst opzeggingstermijnen van toepassing zijn, die van | arbeidsovereenkomst opzeggingstermijnen van toepassing zijn, die van |
de wettelijke termijnen afwijken; | de wettelijke termijnen afwijken; |
- hetzij voor de werklieden collectieve akkoorden van toepassing zijn, | - hetzij voor de werklieden collectieve akkoorden van toepassing zijn, |
die voorzien in een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van | die voorzien in een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van |
werkgelegenheid of inkomen via aanvullende | werkgelegenheid of inkomen via aanvullende |
bestaanszekerheidsregelingen of via equivalente regelingen. | bestaanszekerheidsregelingen of via equivalente regelingen. |
Art. 4.Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. |
Art. 4.Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. |
Zij treedt in werking op 1 januari 2000 behalve voor wat de punten 1° | Zij treedt in werking op 1 januari 2000 behalve voor wat de punten 1° |
tot en met 4° van artikel 2 betreft die op 1 oktober 2000 in werking | tot en met 4° van artikel 2 betreft die op 1 oktober 2000 in werking |
treden. | treden. |
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij geheel of | Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij geheel of |
gedeeltelijk worden herzien of opgezegd met inachtneming van een | gedeeltelijk worden herzien of opgezegd met inachtneming van een |
opzeggingstermijn van 6 maanden. | opzeggingstermijn van 6 maanden. |
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, | De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, |
moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen. De | moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen. De |
andere organisaties verbinden er zich toe deze binnen een maand na | andere organisaties verbinden er zich toe deze binnen een maand na |
ontvangst ervan in de Nationale Arbeidsraad te bespreken. | ontvangst ervan in de Nationale Arbeidsraad te bespreken. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari |
2000. | 2000. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |