Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, |
betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het | betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het |
sociaal fonds (1) | sociaal fonds (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning |
van lompen; | van lompen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende | in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende |
de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds. | de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 april 2015. | Gegeven te Brussel, 10 april 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen | Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014 |
Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds | Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds |
(Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer |
123022/CO/142.02) | 123022/CO/142.02) |
In uitvoering van artikelen 7 en 9 van het nationaal akkoord 2013-2014 | In uitvoering van artikelen 7 en 9 van het nationaal akkoord 2013-2014 |
van 24 februari 2014. | van 24 februari 2014. |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die | de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die |
ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de | ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de |
terugwinning van lompen. | terugwinning van lompen. |
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
werklieden, tenzij anders bepaald. | werklieden, tenzij anders bepaald. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert en bepaalt de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert en bepaalt de |
statuten van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", vastgesteld | statuten van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", vastgesteld |
bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976, | bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976, |
geregistreerd onder het nummer 3870/CO/142.02, gesloten in het | geregistreerd onder het nummer 3870/CO/142.02, gesloten in het |
Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot oprichting van | Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot oprichting van |
een fonds voor bestaanszekerheid voor de lompenbedrijven en ermee | een fonds voor bestaanszekerheid voor de lompenbedrijven en ermee |
gelijkgestelde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij | gelijkgestelde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 12 | koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 12 |
oktober 1976). | oktober 1976). |
De statuten van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" worden | De statuten van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" worden |
gecoördineerd en hierna vastgelegd als volgt. | gecoördineerd en hierna vastgelegd als volgt. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2014 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. | januari 2014 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. |
Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van zes maand, bij een ter | Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van zes maand, bij een ter |
post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair | post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair |
Subcomité voor de terugwinning van lompen, ingaande op de eerste dag | Subcomité voor de terugwinning van lompen, ingaande op de eerste dag |
van het burgerlijk kwartaal dat volgt op de opzegging. | van het burgerlijk kwartaal dat volgt op de opzegging. |
Art. 4.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2011 inzake |
Art. 4.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2011 inzake |
wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, | wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, |
geregistreerd op 6 oktober 2011 onder het nummer 106164/CO/142.02, | geregistreerd op 6 oktober 2011 onder het nummer 106164/CO/142.02, |
wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, |
betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het | betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het |
sociaal fonds | sociaal fonds |
STATUTEN | STATUTEN |
HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur | HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur |
Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1976 wordt een fonds voor |
Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1976 wordt een fonds voor |
bestaanszekerheid opgericht, genoemd "Sociaal Fonds voor de | bestaanszekerheid opgericht, genoemd "Sociaal Fonds voor de |
lompenbedrijven", verder het fonds genoemd. | lompenbedrijven", verder het fonds genoemd. |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd in Buro & |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd in Buro & |
Design Center, gelegen te 1020 Brussel, Esplanade 1, bus 87. Hij kan | Design Center, gelegen te 1020 Brussel, Esplanade 1, bus 87. Hij kan |
bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité | bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité |
voor de terugwinning van lompen, naar elke andere plaats in België | voor de terugwinning van lompen, naar elke andere plaats in België |
worden overgebracht. | worden overgebracht. |
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : |
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : |
1.de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in | 1.de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in |
artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; | artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; |
2. de toekenning en de uitkering te regelen en te verzekeren van | 2. de toekenning en de uitkering te regelen en te verzekeren van |
aanvullende sociale voordelen aan de arbeiders bedoeld bij artikel 5; | aanvullende sociale voordelen aan de arbeiders bedoeld bij artikel 5; |
3. de terugbetaling van de syndicale vorming van de arbeiders; | 3. de terugbetaling van de syndicale vorming van de arbeiders; |
4. de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in de sectorale | 4. de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in de sectorale |
stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT); | stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT); |
5. de bevordering van de tewerkstelling en de vorming van | 5. de bevordering van de tewerkstelling en de vorming van |
risicogroepen. | risicogroepen. |
Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht. |
Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de |
Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de |
arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder | arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder |
het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. | het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. |
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
werklieden. | werklieden. |
HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en | HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en |
uitkering | uitkering |
A. Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid | A. Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid |
Art. 6.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben voor elke |
Art. 6.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben voor elke |
werkloosheidsdag bedoeld bij de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 | werkloosheidsdag bedoeld bij de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 |
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (schorsing wegens | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (schorsing wegens |
slecht weder en schorsing wegens economische redenen) recht, ten laste | slecht weder en schorsing wegens economische redenen) recht, ten laste |
van het fonds, op de bij artikel 7 van de statuten vastgestelde | van het fonds, op de bij artikel 7 van de statuten vastgestelde |
uitkering vanaf de eerste werkloosheidsdag en ten belope van maximum | uitkering vanaf de eerste werkloosheidsdag en ten belope van maximum |
75 dagen per kalenderjaar, voor zover zich volgende voorwaarden | 75 dagen per kalenderjaar, voor zover zich volgende voorwaarden |
vervullen : | vervullen : |
- de werkloosheidsuitkeringen in toepassing van de reglementering op | - de werkloosheidsuitkeringen in toepassing van de reglementering op |
de werkloosheidsverzekering genieten; | de werkloosheidsverzekering genieten; |
- op het ogenblik van de werkloosheid in dienst zijn van een werkgever | - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst zijn van een werkgever |
bedoeld bij artikel 5. | bedoeld bij artikel 5. |
Art. 7.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt |
Art. 7.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt |
vastgesteld op 4,00 EUR per arbeidsdag waarop niet wordt gewerkt. | vastgesteld op 4,00 EUR per arbeidsdag waarop niet wordt gewerkt. |
B. Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid | B. Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid |
Art. 8.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die door een in artikel 5 |
Art. 8.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die door een in artikel 5 |
bedoelde werkgever ontslagen worden wegens economische redenen hebben, | bedoelde werkgever ontslagen worden wegens economische redenen hebben, |
ten laste van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", recht op | ten laste van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", recht op |
een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 49,58 EUR per maand | een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 49,58 EUR per maand |
gedurende maximum 6 maanden, op voorwaarde dat zij minimum 20 jaar | gedurende maximum 6 maanden, op voorwaarde dat zij minimum 20 jaar |
anciënniteit in de sector kunnen bewijzen, waarvan 10 jaar bij de | anciënniteit in de sector kunnen bewijzen, waarvan 10 jaar bij de |
laatste werkgever. | laatste werkgever. |
C. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen | C. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen |
Art. 9.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die door een in artikel 5 |
Art. 9.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die door een in artikel 5 |
bedoelde werkgever na de leeftijd van 54 jaar ontslagen worden, | bedoelde werkgever na de leeftijd van 54 jaar ontslagen worden, |
behoudens zwaarwichtige reden, en die minimum 40 jaar beroepsloopbaan | behoudens zwaarwichtige reden, en die minimum 40 jaar beroepsloopbaan |
kunnen voorleggen overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 5 van | kunnen voorleggen overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 5 van |
het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning | het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning |
van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen, | van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen, |
hebben recht op een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 74,37 EUR | hebben recht op een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 74,37 EUR |
per maand en dit tot hun pensioengerechtigde leeftijd. | per maand en dit tot hun pensioengerechtigde leeftijd. |
Deze vergoeding kan niet gecumuleerd worden met het stelsel van | Deze vergoeding kan niet gecumuleerd worden met het stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag noch met het wettelijk | werkloosheid met bedrijfstoeslag noch met het wettelijk |
pensioenstelsel. | pensioenstelsel. |
D. Syndicale premie | D. Syndicale premie |
Art. 10.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die sedert ten minste |
Art. 10.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die sedert ten minste |
drie maanden lid zijn van een representatieve werknemersorganisatie, | drie maanden lid zijn van een representatieve werknemersorganisatie, |
hebben recht, ten laste van het fonds, op een syndicale premie, voor | hebben recht, ten laste van het fonds, op een syndicale premie, voor |
zover zij op de door de raad van beheer van het fonds vast te stellen | zover zij op de door de raad van beheer van het fonds vast te stellen |
datum van het lopende jaar ingeschreven zijn in het personeelsregister | datum van het lopende jaar ingeschreven zijn in het personeelsregister |
van de bij artikel 5 bedoelde werkgevers. | van de bij artikel 5 bedoelde werkgevers. |
Art. 11.Het bedrag van de bij artikel 10 bedoelde syndicale premie |
Art. 11.Het bedrag van de bij artikel 10 bedoelde syndicale premie |
wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, | wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, |
in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. | in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. |
E. Syndicale vorming | E. Syndicale vorming |
Art. 12.Het fonds betaalt aan de werkgevers, die het voorschot hebben |
Art. 12.Het fonds betaalt aan de werkgevers, die het voorschot hebben |
verleend, op hun verzoek de lonen (verhoogd met de patronale lasten) | verleend, op hun verzoek de lonen (verhoogd met de patronale lasten) |
terug welke uitgekeerd zijn aan de arbeiders die afwezig waren in | terug welke uitgekeerd zijn aan de arbeiders die afwezig waren in |
toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1976, | toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1976, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, |
betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij | betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 29 | koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 29 |
oktober 1976), gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 | oktober 1976), gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 |
mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 | mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 |
augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 1998). | augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 1998). |
Art. 13.Het bedrag tot inrichting van deze syndicale vorming wordt |
Art. 13.Het bedrag tot inrichting van deze syndicale vorming wordt |
jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer van het fonds. | jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer van het fonds. |
F. Bevordering van de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen | F. Bevordering van de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen |
Art. 14.§ 1. Opleidingsinitiatieven gericht op risicogroepen en |
Art. 14.§ 1. Opleidingsinitiatieven gericht op risicogroepen en |
georganiseerd door ondernemingen al dan niet in een | georganiseerd door ondernemingen al dan niet in een |
samenwerkingsverband met onderwijsinstellingen of opleidingsinstituten | samenwerkingsverband met onderwijsinstellingen of opleidingsinstituten |
kunnen eveneens genieten van een financiële tussenkomst vanwege het | kunnen eveneens genieten van een financiële tussenkomst vanwege het |
fonds. | fonds. |
§ 2. Het fonds zal prioritair de opleidingsinitiatieven steunen die | § 2. Het fonds zal prioritair de opleidingsinitiatieven steunen die |
georganiseerd worden in samenwerking met de VDAB-FOREm-ORBEm. | georganiseerd worden in samenwerking met de VDAB-FOREm-ORBEm. |
§ 3. Het fonds zal instaan voor de uitvoering, coördinatie, opvolging | § 3. Het fonds zal instaan voor de uitvoering, coördinatie, opvolging |
en evaluatie van de in dit artikel bedoelde opleidingsprojecten. | en evaluatie van de in dit artikel bedoelde opleidingsprojecten. |
Art. 15.De bij artikel 5 bedoelde werkgevers die overgaan tot de |
Art. 15.De bij artikel 5 bedoelde werkgevers die overgaan tot de |
vervanging van een werkloze met bedrijfstoeslag door een werkzoekende, | vervanging van een werkloze met bedrijfstoeslag door een werkzoekende, |
meer bepaald door één van de categorieën bedoeld bij artikel 4 van het | meer bepaald door één van de categorieën bedoeld bij artikel 4 van het |
koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van | koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van |
werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel stelsel van | werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag, kunnen genieten van een financiële | werkloosheid met bedrijfstoeslag, kunnen genieten van een financiële |
tussenkomst vanwege het fonds in de opleidingskosten van de vervanger. | tussenkomst vanwege het fonds in de opleidingskosten van de vervanger. |
Art. 16.De raad van bestuur van het fonds wordt belast met het |
Art. 16.De raad van bestuur van het fonds wordt belast met het |
vaststellen van de praktische toepassingsmodaliteiten van de onder | vaststellen van de praktische toepassingsmodaliteiten van de onder |
artikelen 14 en 15 bedoelde maatregelen met inbegrip van het bedrag | artikelen 14 en 15 bedoelde maatregelen met inbegrip van het bedrag |
van de financiële tussenkomst. | van de financiële tussenkomst. |
Art. 17.Bovendien mag de sector een bijkomende inspanning doen op het |
Art. 17.Bovendien mag de sector een bijkomende inspanning doen op het |
vlak van de vorming en opleiding door te voorzien dat een buitengewone | vlak van de vorming en opleiding door te voorzien dat een buitengewone |
bijdrage, waarvan het bedrag in een geratificeerde collectieve | bijdrage, waarvan het bedrag in een geratificeerde collectieve |
arbeidsovereenkomst wordt bepaald, wordt geïnd op de brutolonen (aan | arbeidsovereenkomst wordt bepaald, wordt geïnd op de brutolonen (aan |
de coëfficiënt 1,08). | de coëfficiënt 1,08). |
De bij artikel 5 bedoelde werkgevers hebben een trekkingsrecht volgens | De bij artikel 5 bedoelde werkgevers hebben een trekkingsrecht volgens |
de door de beheerraad van het fonds bepaalde modaliteiten. | de door de beheerraad van het fonds bepaalde modaliteiten. |
G. Aanvullende vergoeding bij brugpensioen na ontslag/stelsel van | G. Aanvullende vergoeding bij brugpensioen na ontslag/stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag | werkloosheid met bedrijfstoeslag |
Art. 18.§ 1. Volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve |
Art. 18.§ 1. Volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de |
Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende | Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende |
vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij |
worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 16 januari 1975, en voor zover dat de arbeider een anciënniteit | van 16 januari 1975, en voor zover dat de arbeider een anciënniteit |
heeft van drie jaar voorafgaand aan het stelsel van werkloosheid met | heeft van drie jaar voorafgaand aan het stelsel van werkloosheid met |
bedrijfstoeslag, in de sector ressorterend onder het Paritair | bedrijfstoeslag, in de sector ressorterend onder het Paritair |
Subcomité voor de terugwinning van lompen, verzekert het fonds de | Subcomité voor de terugwinning van lompen, verzekert het fonds de |
integrale betaling aan de arbeider van de aanvullende vergoeding. | integrale betaling aan de arbeider van de aanvullende vergoeding. |
§ 2. Het fonds neemt dit voordeel ten laste vanaf de leeftijd van 58 | § 2. Het fonds neemt dit voordeel ten laste vanaf de leeftijd van 58 |
jaar of ouder. | jaar of ouder. |
§ 3. Het fonds staat tevens in voor de betaling van de aanvullende | § 3. Het fonds staat tevens in voor de betaling van de aanvullende |
vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdragen voor arbeiders die | vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdragen voor arbeiders die |
vanaf de leeftijd van 56 jaar instappen in het stelsel van | vanaf de leeftijd van 56 jaar instappen in het stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag na 20 jaar anciënniteit in een | werkloosheid met bedrijfstoeslag na 20 jaar anciënniteit in een |
ploegenstelsel dat nachtprestaties omvat. | ploegenstelsel dat nachtprestaties omvat. |
§ 4. Het fonds voor bestaanszekerheid neemt ook de helft van het | § 4. Het fonds voor bestaanszekerheid neemt ook de helft van het |
verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering te | verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering te |
zijnen laste voor de arbeiders die vanaf de leeftijd van 56 jaar | zijnen laste voor de arbeiders die vanaf de leeftijd van 56 jaar |
instappen in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag na 40 | instappen in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag na 40 |
jaar loopbaan. | jaar loopbaan. |
§ 5. Volgens de bepalingen van artikelen 5 tot en met 10 van de | § 5. Volgens de bepalingen van artikelen 5 tot en met 10 van de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad, | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad, |
tot instelling van het halftijds brugpensioen, verzekert het fonds de | tot instelling van het halftijds brugpensioen, verzekert het fonds de |
integrale betaling van de aanvullende vergoeding aan de arbeiders | integrale betaling van de aanvullende vergoeding aan de arbeiders |
vanaf de leeftijd van 55 jaar. | vanaf de leeftijd van 55 jaar. |
§ 6. Het fonds staat tevens in voor de integrale betaling van de | § 6. Het fonds staat tevens in voor de integrale betaling van de |
aanvullende vergoeding voor sommige oudere mindervalide werknemers en | aanvullende vergoeding voor sommige oudere mindervalide werknemers en |
werknemers met ernstige lichamelijke problemen zoals voorzien in de | werknemers met ernstige lichamelijke problemen zoals voorzien in de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 105 van de Nationale Arbeidsraad. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 105 van de Nationale Arbeidsraad. |
§ 7. Het fonds staat tevens in voor de integrale betaling van de | § 7. Het fonds staat tevens in voor de integrale betaling van de |
aanvullende vergoeding van arbeiders die ontslagen zijn in het kader | aanvullende vergoeding van arbeiders die ontslagen zijn in het kader |
van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zwaar beroep | van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zwaar beroep |
zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, | zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. |
§ 8. De betaling van de bijzondere werkgeversbijdrage wordt integraal | § 8. De betaling van de bijzondere werkgeversbijdrage wordt integraal |
verzekerd door het fonds. | verzekerd door het fonds. |
§ 9. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid | § 9. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid |
met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor | met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt overeenkomstig de collectieve | Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt overeenkomstig de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 107 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende | arbeidsovereenkomst nr. 107 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende |
het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het | het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het |
kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, | kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, |
wordt ook de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in dit kader | wordt ook de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in dit kader |
bij het sociaal fonds vastgeklikt. | bij het sociaal fonds vastgeklikt. |
H. Getrouwheid aan de onderneming | H. Getrouwheid aan de onderneming |
Art. 19.§ 1. Vanaf 1 januari 2007 wordt er aan de arbeiders die |
Art. 19.§ 1. Vanaf 1 januari 2007 wordt er aan de arbeiders die |
minstens 15 jaar anciënniteit hebben in dezelfde onderneming een dag | minstens 15 jaar anciënniteit hebben in dezelfde onderneming een dag |
bezoldigde afwezigheid toegekend in de loop van elk kalenderjaar. | bezoldigde afwezigheid toegekend in de loop van elk kalenderjaar. |
§ 2. Onder dezelfde voorwaarden wordt aan de arbeiders die minstens 20 | § 2. Onder dezelfde voorwaarden wordt aan de arbeiders die minstens 20 |
jaar anciënniteit hebben in de onderneming een bijkomende dag (tweede | jaar anciënniteit hebben in de onderneming een bijkomende dag (tweede |
dag) bezoldigde afwezigheid toegekend in de loop van elk kalenderjaar. | dag) bezoldigde afwezigheid toegekend in de loop van elk kalenderjaar. |
§ 3. De werkgever kan de kost ervan terugvorderen bij het "Sociaal | § 3. De werkgever kan de kost ervan terugvorderen bij het "Sociaal |
Fonds voor de lompenbedrijven" mits voorlegging van de nodige | Fonds voor de lompenbedrijven" mits voorlegging van de nodige |
stavingstukken. Voormelde terug te vorderen kost is samengesteld uit | stavingstukken. Voormelde terug te vorderen kost is samengesteld uit |
het brutoloon voor deze afwezigheidsdag forfaitair vermeerderd met 50 | het brutoloon voor deze afwezigheidsdag forfaitair vermeerderd met 50 |
pct. patronale sociale lasten (op loon coëfficiënt 1,00). | pct. patronale sociale lasten (op loon coëfficiënt 1,00). |
§ 4. De stavingstukken en de modaliteiten van terugvordering worden | § 4. De stavingstukken en de modaliteiten van terugvordering worden |
vastgesteld door een beslissing van de beheerraad van het fonds. | vastgesteld door een beslissing van de beheerraad van het fonds. |
I. Gemeenschappelijke bepalingen | I. Gemeenschappelijke bepalingen |
Art. 20.De in de artikelen 6 tot en met 12 bedoelde uitkeringen |
Art. 20.De in de artikelen 6 tot en met 12 bedoelde uitkeringen |
worden betaald door het fonds. | worden betaald door het fonds. |
Art. 21.De raad van beheer bepaalt de modaliteiten van betaling van |
Art. 21.De raad van beheer bepaalt de modaliteiten van betaling van |
de door het fonds toegekende uitkeringen. In geen geval mag de | de door het fonds toegekende uitkeringen. In geen geval mag de |
betaling van de uitkeringen afhankelijk zijn van de storting der | betaling van de uitkeringen afhankelijk zijn van de storting der |
bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen werkgever | bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen werkgever |
verschuldigd zijn. | verschuldigd zijn. |
Art. 22.De toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen welke door het |
Art. 22.De toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen welke door het |
fonds worden verleend, evenals het bedrag daarvan, kunnen gewijzigd | fonds worden verleend, evenals het bedrag daarvan, kunnen gewijzigd |
worden op voorstel van de raad van beheer, bij collectieve | worden op voorstel van de raad van beheer, bij collectieve |
arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor de | arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor de |
terugwinning van lompen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | terugwinning van lompen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
besluit. | besluit. |
HOOFDSTUK IV. - Beheer | HOOFDSTUK IV. - Beheer |
Art. 23.§ 1. Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, |
Art. 23.§ 1. Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, |
paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve | paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve |
werkgevers- en werknemersorganisaties. | werkgevers- en werknemersorganisaties. |
§ 2. Deze raad bestaat uit acht leden, hetzij vier vertegenwoordigers | § 2. Deze raad bestaat uit acht leden, hetzij vier vertegenwoordigers |
van de werkgevers en vier vertegenwoordigers van de werknemers. | van de werkgevers en vier vertegenwoordigers van de werknemers. |
§ 3. De leden van de raad van beheer worden door het Paritair | § 3. De leden van de raad van beheer worden door het Paritair |
Subcomité voor de terugwinning van lompen benoemd, op voorstel van de | Subcomité voor de terugwinning van lompen benoemd, op voorstel van de |
vertegenwoordigde organisaties. | vertegenwoordigde organisaties. |
Art. 24.Elk jaar duidt de raad van beheer onder zijn leden één |
Art. 24.Elk jaar duidt de raad van beheer onder zijn leden één |
voorzitter en twee ondervoorzitters aan. | voorzitter en twee ondervoorzitters aan. |
Het voorzitterschap wordt steeds door de werkgeversvertegenwoordigers | Het voorzitterschap wordt steeds door de werkgeversvertegenwoordigers |
waargenomen. | waargenomen. |
De twee ondervoorzitters behoren steeds tot de werknemersorganisatie. | De twee ondervoorzitters behoren steeds tot de werknemersorganisatie. |
Art. 25.De raad van beheer wordt door zijn voorzitter vijftien dagen |
Art. 25.De raad van beheer wordt door zijn voorzitter vijftien dagen |
vooraf bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad ten | vooraf bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad ten |
minste eenmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten | minste eenmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten |
minste twee leden van de raad erom verzoeken. | minste twee leden van de raad erom verzoeken. |
De uitnodiging vermeldt de agenda. | De uitnodiging vermeldt de agenda. |
De notulen worden door de raad van beheer aangeduide secretaris | De notulen worden door de raad van beheer aangeduide secretaris |
opgesteld en door de voorzitter van de vergadering ondertekend. | opgesteld en door de voorzitter van de vergadering ondertekend. |
De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee | De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee |
beheerders ondertekend. | beheerders ondertekend. |
Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk | Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk |
aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is | aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is |
het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het (de) jongste | het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het (de) jongste |
lid (leden). | lid (leden). |
De raad van beheer kan slechts geldig beslissen over de op de agenda | De raad van beheer kan slechts geldig beslissen over de op de agenda |
gestelde kwesties en in aanwezigheid van ten minste de helft van de | gestelde kwesties en in aanwezigheid van ten minste de helft van de |
leden die tot de werkgeversafvaardiging en ten minste de helft van de | leden die tot de werkgeversafvaardiging en ten minste de helft van de |
leden die tot de werknemersafvaardiging behoren. | leden die tot de werknemersafvaardiging behoren. |
De beslissingen worden met de meerderheid van stemgerechtigden | De beslissingen worden met de meerderheid van stemgerechtigden |
genomen. | genomen. |
Art. 26.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en |
Art. 26.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en |
alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking vereist zijn. | alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking vereist zijn. |
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden inzake het beheer | Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden inzake het beheer |
en de leiding van het fonds. | en de leiding van het fonds. |
De raad van beheer treedt in rechte op, in naam van het fonds, op | De raad van beheer treedt in rechte op, in naam van het fonds, op |
vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel | vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel |
afgevaardigd beheerder. | afgevaardigd beheerder. |
De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of | De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of |
meer van zijn leden of zelfs aan derden. | meer van zijn leden of zelfs aan derden. |
Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad van beheer | Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad van beheer |
bijzondere bevoegdheden heeft verleend, zijn de gezamenlijke | bijzondere bevoegdheden heeft verleend, zijn de gezamenlijke |
handtekeningen van vier beheerders (twee van werknemerszijde en twee | handtekeningen van vier beheerders (twee van werknemerszijde en twee |
van werkgeverszijde) vereist. | van werkgeverszijde) vereist. |
De verantwoordelijkheid van de beheerders beperkt zich tot de | De verantwoordelijkheid van de beheerders beperkt zich tot de |
uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke | uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke |
verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de | verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de |
verplichtingen van het fonds. | verplichtingen van het fonds. |
HOOFDSTUK V. - Financiering | HOOFDSTUK V. - Financiering |
Art. 27.Het fonds beschikt over de bijdragen welke door de bij |
Art. 27.Het fonds beschikt over de bijdragen welke door de bij |
artikel 5 bedoelde werkgevers verschuldigd zijn. | artikel 5 bedoelde werkgevers verschuldigd zijn. |
Art. 28.De bijdrage van de werkgevers is vastgesteld op 1,50 pct. van |
Art. 28.De bijdrage van de werkgevers is vastgesteld op 1,50 pct. van |
de brutolonen van de arbeiders vanaf 1 juli 2005. | de brutolonen van de arbeiders vanaf 1 juli 2005. |
Art. 29.Een buitengewone bijdrage kan door de raad van beheer worden |
Art. 29.Een buitengewone bijdrage kan door de raad van beheer worden |
bepaald, met bepaling van de innings- en verdelingsmodaliteiten. Deze | bepaald, met bepaling van de innings- en verdelingsmodaliteiten. Deze |
buitengewone bijdrage moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke | buitengewone bijdrage moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke |
collectieve arbeidsovereenkomst en algemeen verbindend verklaard bij | collectieve arbeidsovereenkomst en algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
Art. 30.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
Art. 30.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd in toepassing van artikel | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd in toepassing van artikel |
7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
Van de aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het fonds | Van de aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het fonds |
gestorte som worden vooraf de door de raad van beheer vastgestelde | gestorte som worden vooraf de door de raad van beheer vastgestelde |
kosten afgetrokken. | kosten afgetrokken. |
HOOFDSTUK VI. - Begroting, rekeningen | HOOFDSTUK VI. - Begroting, rekeningen |
Art. 31.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 |
Art. 31.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 |
december. | december. |
Art. 32.Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december, wordt een |
Art. 32.Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december, wordt een |
begroting voor het volgende jaar aan het Paritair Subcomité voor de | begroting voor het volgende jaar aan het Paritair Subcomité voor de |
terugwinning van lompen, ter goedkeuring voorgelegd. | terugwinning van lompen, ter goedkeuring voorgelegd. |
Art. 33.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december |
Art. 33.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december |
afgesloten. | afgesloten. |
De raad van beheer, evenals de door het Paritair Subcomité voor de | De raad van beheer, evenals de door het Paritair Subcomité voor de |
terugwinning van lompen aangeduide revisor of accountant, maken | terugwinning van lompen aangeduide revisor of accountant, maken |
jaarlijks elk een schriftelijk verslag betreffende de uitvoering van | jaarlijks elk een schriftelijk verslag betreffende de uitvoering van |
hun opdracht gedurende het afgelopen jaar. | hun opdracht gedurende het afgelopen jaar. |
De balans, samen met de hierboven bedoelde schriftelijke | De balans, samen met de hierboven bedoelde schriftelijke |
jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de maand juni aan het | jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de maand juni aan het |
Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, ter goedkeuring | Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, ter goedkeuring |
worden voorgelegd. | worden voorgelegd. |
HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening | HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening |
Art. 34.Het fonds kan ontbonden worden in de omstandigheden bedoeld |
Art. 34.Het fonds kan ontbonden worden in de omstandigheden bedoeld |
bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarbij dit fonds | bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarbij dit fonds |
wordt opgericht of op elk ogenblik bij éénparige beslissing van het | wordt opgericht of op elk ogenblik bij éénparige beslissing van het |
Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. | Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. |
Art. 35.Bij vereffening krijgt het vermogen van het fonds volgende |
Art. 35.Bij vereffening krijgt het vermogen van het fonds volgende |
bestemming : | bestemming : |
De in artikel 5 bedoelde arbeiders ontvangen, vanaf de datum van het | De in artikel 5 bedoelde arbeiders ontvangen, vanaf de datum van het |
in vereffening stellen van het fonds en tot volledige uitputting van | in vereffening stellen van het fonds en tot volledige uitputting van |
het vermogen van het fonds, de aanvullende werkloosheidsuitkeringen, | het vermogen van het fonds, de aanvullende werkloosheidsuitkeringen, |
bepaald in de artikelen 6, 8, 9 en 18. | bepaald in de artikelen 6, 8, 9 en 18. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |