Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 10/04/2015
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten
in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van
een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers
in geval van ontslag (1) in geval van ontslag (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de
textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers; textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014, gesloten
in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van
een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers
in geval van ontslag. in geval van ontslag.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 april 2015. Gegeven te Brussel, 10 april 2015.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief
arrondissement Verviers arrondissement Verviers
Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014 Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2014
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde
oudere werknemers in geval van ontslag oudere werknemers in geval van ontslag
(Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2014 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2014 onder het nummer
122611/CO/120.01) 122611/CO/120.01)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

alle textielondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het alle textielondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief
arrondissement Verviers (PSC 120.01) en op de arbeid(st)ers die zij arrondissement Verviers (PSC 120.01) en op de arbeid(st)ers die zij
tewerkstellen. tewerkstellen.
HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van

een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers
in geval van ontslag, behalve om dringende redenen. in geval van ontslag, behalve om dringende redenen.

Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1 van het

Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1 van het

koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de toekenning van koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de toekenning van
werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid met werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid met
bedrijfstoeslag, wordt de minimumleeftijd om deze aanvullende bedrijfstoeslag, wordt de minimumleeftijd om deze aanvullende
vergoeding te kunnen genieten op 60 jaar vastgesteld. vergoeding te kunnen genieten op 60 jaar vastgesteld.

Art. 4.In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de statuten,

Art. 4.In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de statuten,

bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2001 bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2001
(64912/CO/120.01), gesloten in het vroegere Paritair Comité voor de (64912/CO/120.01), gesloten in het vroegere Paritair Comité voor de
textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot
oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers" en textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers" en
tot vaststelling van de statuten ervan, algemeen verbindend verklaard tot vaststelling van de statuten ervan, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 27 april 2004, wordt een aanvullende bij koninklijk besluit van 27 april 2004, wordt een aanvullende
vergoeding toegekend aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3 vergoeding toegekend aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3
ten laste van het fonds, waarvan het bedrag en de wijze van toekenning ten laste van het fonds, waarvan het bedrag en de wijze van toekenning
en uitkering hierna worden vastgesteld. en uitkering hierna worden vastgesteld.
Bovendien worden de door de wettelijke bepalingen en door de Bovendien worden de door de wettelijke bepalingen en door de
uitvoeringsbesluiten ervan opgelegde bijzondere werkgeversbijdragen uitvoeringsbesluiten ervan opgelegde bijzondere werkgeversbijdragen
door het fonds ten laste genomen. door het fonds ten laste genomen.
HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding

Art. 5.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding heeft

Art. 5.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding heeft

betrekking op de toekenning van gelijkaardige voordelen als bepaald betrekking op de toekenning van gelijkaardige voordelen als bepaald
door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de
Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, aan alle werknemers die Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, aan alle werknemers die
ontslagen zijn en die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt op het ontslagen zijn en die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt op het
ogenblik van de stopzetting van hun arbeidsovereenkomst en die, ogenblik van de stopzetting van hun arbeidsovereenkomst en die,
tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, op tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, op
dat ogenblik een beroepsverleden als loontrekkenden kunnen bewijzen dat ogenblik een beroepsverleden als loontrekkenden kunnen bewijzen
van ten minste 35 jaar voor de mannen en 28 jaar voor de vrouwen, en van ten minste 35 jaar voor de mannen en 28 jaar voor de vrouwen, en
die het recht op wettelijke werkloosheidsuitkeringen verkrijgen. die het recht op wettelijke werkloosheidsuitkeringen verkrijgen.
Onder "het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst" Onder "het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst"
wordt verstaan : het ogenblik waarop de arbeid(st)er zijn wordt verstaan : het ogenblik waarop de arbeid(st)er zijn
arbeidsprestaties beëindigt na het verstrijken van de arbeidsprestaties beëindigt na het verstrijken van de
opzeggingstermijn of, bij ontbreken van een opzegging of wanneer aan opzeggingstermijn of, bij ontbreken van een opzegging of wanneer aan
de betekende opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het de betekende opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het
ogenblik waarop de arbeid(st)er de onderneming verlaat. ogenblik waarop de arbeid(st)er de onderneming verlaat.
Voor de toepassing van § 1 wordt geen rekening gehouden met de Voor de toepassing van § 1 wordt geen rekening gehouden met de
verlenging van de opzeggingstermijn met toepassing van de artikelen verlenging van de opzeggingstermijn met toepassing van de artikelen
38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten. arbeidsovereenkomsten.
Ongeacht de voorwaarde volgens dewelke de minimumleeftijd bedoeld in Ongeacht de voorwaarde volgens dewelke de minimumleeftijd bedoeld in
artikel 3 moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van deze artikel 3 moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van deze
collectieve arbeidsovereenkomst, mag de eerste dag die recht geeft op collectieve arbeidsovereenkomst, mag de eerste dag die recht geeft op
de wettelijke werkloosheidsuitkeringen liggen na 31 december 2014, als de wettelijke werkloosheidsuitkeringen liggen na 31 december 2014, als
deze het gevolg is van de verlenging van de opzeggingstermijn door de deze het gevolg is van de verlenging van de opzeggingstermijn door de
toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 6.Bovenop het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, moeten

Art. 6.Bovenop het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, moeten

de werknemers, om het stelsel van werkloosheid met conventionele de werknemers, om het stelsel van werkloosheid met conventionele
bedrijfstoeslag te kunnen genieten, aan één van de volgende bedrijfstoeslag te kunnen genieten, aan één van de volgende
anciënniteitsvoorwaarden voldoen : anciënniteitsvoorwaarden voldoen :
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie en/of vlasbereiding; confectie en/of vlasbereiding;
- ofwel 5 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, - ofwel 5 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk,
kleding, confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren, kleding, confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren,
waarvan ten minste 1 jaar tijdens de laatste 2 jaren. waarvan ten minste 1 jaar tijdens de laatste 2 jaren.
Voor de gelijkstelling met arbeidsdagen dient verwezen naar de Voor de gelijkstelling met arbeidsdagen dient verwezen naar de
bepalingen van de geldende regelgeving. bepalingen van de geldende regelgeving.

Art. 7.De in artikel 5 bedoelde werknemers hebben, voor zover zij de

Art. 7.De in artikel 5 bedoelde werknemers hebben, voor zover zij de

wettelijke werkloosheidsuitkeringen genieten, recht op de aanvullende wettelijke werkloosheidsuitkeringen genieten, recht op de aanvullende
vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij
wettelijk pensioengerechtigd zijn en onder de door de wettelijk pensioengerechtigd zijn en onder de door de
pensioenreglementering vastgelegde voorwaarden. pensioenreglementering vastgelegde voorwaarden.
In afwijking van de vorige alinea hebben deze werknemers eveneens In afwijking van de vorige alinea hebben deze werknemers eveneens
recht op een aanvullende vergoeding vanaf de eerste dag van de recht op een aanvullende vergoeding vanaf de eerste dag van de
kalendermaand die volgt op de maand tijdens dewelke zij geen kalendermaand die volgt op de maand tijdens dewelke zij geen
werkloosheidsuitkeringen maar genieten, enkel omwille van het feit dat werkloosheidsuitkeringen maar genieten, enkel omwille van het feit dat
zij de leeftijdsgrens bereikt hebben bepaald door artikel 64 van het zij de leeftijdsgrens bereikt hebben bepaald door artikel 64 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de
werkloosheidsreglementering, tot op de laatste dag van de werkloosheidsreglementering, tot op de laatste dag van de
kalendermaand tijdens dewelke zij de leeftijd van 65 jaar bereiken. kalendermaand tijdens dewelke zij de leeftijd van 65 jaar bereiken.
Het stelsel geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het Het stelsel geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw het stelsel wensen stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw het stelsel wensen
te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke
werkloosheidsuitkeringen ontvangen. werkloosheidsuitkeringen ontvangen.

Art. 7bis.In afwijking van artikel 7 hebben de werknemers, waarop

Art. 7bis.In afwijking van artikel 7 hebben de werknemers, waarop

artikel 5 van toepassing is, die hun hoofdverblijfplaats hebben in een artikel 5 van toepassing is, die hun hoofdverblijfplaats hebben in een
land van de europese Economische Ruimte eveneens recht op een land van de europese Economische Ruimte eveneens recht op een
aanvullende vergoeding ten laste van het fonds, voor zover zij de aanvullende vergoeding ten laste van het fonds, voor zover zij de
werkloosheidsuitkeringen in het kader van de reglementering inzake werkloosheidsuitkeringen in het kader van de reglementering inzake
werkloosheid met bedrijfstoeslag niet kunnen genieten of kunnen werkloosheid met bedrijfstoeslag niet kunnen genieten of kunnen
blijven genieten, enkel omdat zijn hun hoofdverblijfplaats niet of blijven genieten, enkel omdat zijn hun hoofdverblijfplaats niet of
niet meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk niet meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
en voor zover zij de werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de en voor zover zij de werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de
wetgeving van hun land van verblijf. wetgeving van hun land van verblijf.
Die vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers Die vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers
werkloosheidsuitkeringen zouden genieten op basis van de Belgische werkloosheidsuitkeringen zouden genieten op basis van de Belgische
wetgeving. wetgeving.

Art. 7ter.§ 1. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van

Art. 7ter.§ 1. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van

artikel 7bis blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend artikel 7bis blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend
aan de ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve aan de ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve
arbeidsovereenkomst, behouden ten laste van het fonds wanneer deze arbeidsovereenkomst, behouden ten laste van het fonds wanneer deze
arbeid(st)ers het werk hervatten als loontrekkende bij een andere arbeid(st)ers het werk hervatten als loontrekkende bij een andere
werkgever dan deze die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot werkgever dan deze die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot
dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen. ontslagen.
§ 2. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van artikel 7bis § 2. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van artikel 7bis
blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de
ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve
arbeidsovereenkomst behouden ten laste van het fonds, in geval van arbeidsovereenkomst behouden ten laste van het fonds, in geval van
uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep, op uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep, op
voorwaarde dat deze activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening voorwaarde dat deze activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening
van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een
werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de
werkgever die hen heeft ontslagen. werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 3. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2, wanneer de ontslagen § 3. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2, wanneer de ontslagen
arbeid(st)ers het werk hervatten tijdens de periode die gedekt wordt arbeid(st)ers het werk hervatten tijdens de periode die gedekt wordt
door de ontslagvergoeding, hebben zij slechts recht op de aanvullende door de ontslagvergoeding, hebben zij slechts recht op de aanvullende
vergoeding ten vroegste vanaf de dag waarop zij recht zouden hebben vergoeding ten vroegste vanaf de dag waarop zij recht zouden hebben
gehad op de werkloosheidsuitkeringen als zij de arbeid niet hadden gehad op de werkloosheidsuitkeringen als zij de arbeid niet hadden
hervat. hervat.
§ 4. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2, blijft het recht op de § 4. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2, blijft het recht op de
aanvullende vergoeding behouden tijdens de volledige duur van de aanvullende vergoeding behouden tijdens de volledige duur van de
tewerkstelling onder arbeidsovereenkomst of tijdens de volledige duur tewerkstelling onder arbeidsovereenkomst of tijdens de volledige duur
van de uitoefening va een zelfstandige activiteit in hoofdberoep, van de uitoefening va een zelfstandige activiteit in hoofdberoep,
volgens de voorwaarden bepaald door deze collectieve volgens de voorwaarden bepaald door deze collectieve
arbeidsovereenkomst en voor de volledige periode waarin de arbeidsovereenkomst en voor de volledige periode waarin de
arbeid(st)ers die recht hebben op de aanvullende vergoeding geen arbeid(st)ers die recht hebben op de aanvullende vergoeding geen
werkloosheidsuitkeringen meer genieten als volledig werkloosheidsuitkeringen meer genieten als volledig
uitkeringsgerechtigde werkloze. uitkeringsgerechtigde werkloze.
De in § 1 en § 2 bedoelde arbeiders leveren aan het fonds het bewijs De in § 1 en § 2 bedoelde arbeiders leveren aan het fonds het bewijs
dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep uitoefenen. hoofdberoep uitoefenen.
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

helft van het verschil tussen het netto referteloon en de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.

Art. 8bis.De in het kader van de conventionele werkloosheid met

Art. 8bis.De in het kader van de conventionele werkloosheid met

bedrijfstoeslag voor arbeiders toegekende aanvullende vergoeding, bedrijfstoeslag voor arbeiders toegekende aanvullende vergoeding,
waarvan het brutobedrag lager ligt dan 99,16 EUR per maand, wordt waarvan het brutobedrag lager ligt dan 99,16 EUR per maand, wordt
verhoogd tot 99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag verhoogd tot 99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag
van de aanvullende vergoeding mag niet als gevolg hebben dat het van de aanvullende vergoeding mag niet als gevolg hebben dat het
totale bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en van de totale bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en van de
werkloosheidsuitkeringen de drempel overschrijdt die in aanmerking werkloosheidsuitkeringen de drempel overschrijdt die in aanmerking
wordt genomen voor de berekening van de persoonlijke inhouding van de wordt genomen voor de berekening van de persoonlijke inhouding van de
werknemer zonder gezinslasten die moet gestort worden aan de werknemer zonder gezinslasten die moet gestort worden aan de
Rijksdienst voor Pensioenen. Rijksdienst voor Pensioenen.

Art. 9.Het netto referteloon is gelijk aan het brutomaandloon,

Art. 9.Het netto referteloon is gelijk aan het brutomaandloon,

begrensd tot 3.780,69 EUR (bedrag op 1 januari 2014) en verminderd met begrensd tot 3.780,69 EUR (bedrag op 1 januari 2014) en verminderd met
de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding.
Voor de berekening van de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage, op Voor de berekening van de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage, op
het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden met de bepalingen van het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden met de bepalingen van
de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de
vorm van een vermindering van de persoonlijke vorm van een vermindering van de persoonlijke
socialezekerheidsbijdragen aan werknemers met lage lonen en aan socialezekerheidsbijdragen aan werknemers met lage lonen en aan
sommige werknemers die het slachtoffer werden van een sommige werknemers die het slachtoffer werden van een
herstructurering. herstructurering.
De bovengrens van het maandelijks brutoloon wordt gekoppeld aan de De bovengrens van het maandelijks brutoloon wordt gekoppeld aan de
schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een
stelsel voor koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. stelsel voor koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien waarbij Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien waarbij
rekening wordt gehouden met de evolutie van de conventionele lonen rekening wordt gehouden met de evolutie van de conventionele lonen
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale
Arbeidsraad. Arbeidsraad.
Het netto referteloon wordt afgerond naar de hogere euro. Het netto referteloon wordt afgerond naar de hogere euro.

Art. 10.1. Het brutoloon omvat de direct aan de door de arbeid(st)er

Art. 10.1. Het brutoloon omvat de direct aan de door de arbeid(st)er

geleverde prestaties gekoppelde contractuele premies die het voorwerp geleverde prestaties gekoppelde contractuele premies die het voorwerp
uitmaken van inhoudingen van de sociale zekerheid en waarvan de uitmaken van inhoudingen van de sociale zekerheid en waarvan de
betalingsperiodiciteit niet hoger is dan één maand. betalingsperiodiciteit niet hoger is dan één maand.
Het omvat ook de voordelen in natura welke aan inhoudingen voor Het omvat ook de voordelen in natura welke aan inhoudingen voor
sociale zekerheid zijn onderworpen. sociale zekerheid zijn onderworpen.
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen.
2. Voor de werknemer die per maand betaald wordt is het brutoloon het 2. Voor de werknemer die per maand betaald wordt is het brutoloon het
loon dat hij (zij) verdient voor de refertemaand bepaald in punt 6 loon dat hij (zij) verdient voor de refertemaand bepaald in punt 6
hierna. hierna.
3. Voor de arbeid(st)ers die niet per maand wordt betaald, wordt het 3. Voor de arbeid(st)ers die niet per maand wordt betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. brutoloon berekend op grond van het normale uurloon.
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren dat is bepaald bij de vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren dat is bepaald bij de
wekelijkse arbeidsregeling van de arbeid(st)er; dat product, wekelijkse arbeidsregeling van de arbeid(st)er; dat product,
vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, komt overeen met het vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, komt overeen met het
maandloon. maandloon.
4. Het brutoloon van een arbeid(st)er die niet gedurende de hele 4. Het brutoloon van een arbeid(st)er die niet gedurende de hele
refertemaand gewerkt heeft, wordt berekend alsof hij (zij) alle refertemaand gewerkt heeft, wordt berekend alsof hij (zij) alle
arbeidsdagen die in de betrokken maand begrepen zijn, aanwezig was. arbeidsdagen die in de betrokken maand begrepen zijn, aanwezig was.
Indien de arbeid(st)er, krachtens de bepalingen van zijn Indien de arbeid(st)er, krachtens de bepalingen van zijn
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de
refertemaand moeten werken en hij/zij al die tijd niet heeft gewerkt, refertemaand moeten werken en hij/zij al die tijd niet heeft gewerkt,
wordt zijn/haar brutoloon berekend op grond van het aantal wordt zijn/haar brutoloon berekend op grond van het aantal
arbeidsdagen dat in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. arbeidsdagen dat in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
5. Het door de arbeid(st)er verdiende brutoloon, ongeacht of het per 5. Het door de arbeid(st)er verdiende brutoloon, ongeacht of het per
maand of anderszins wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde maand of anderszins wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde
van het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke van het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand
overschrijdt en door die arbeid(st)er in de loop van de twaalf maanden overschrijdt en door die arbeid(st)er in de loop van de twaalf maanden
die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen.
6. Naar aanleiding van het bij artikel 14 voorzien overleg, zal in 6. Naar aanleiding van het bij artikel 14 voorzien overleg, zal in
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet
worden gehouden. worden gehouden.
Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand die de Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand die de
datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen.
HOOFDSTUK V. - Aanpassing HOOFDSTUK V. - Aanpassing
van het bedrag van de aanvullende vergoeding van het bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 11.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

Art. 11.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der
consumptieprijzen, volgens de toepassingsvoorwaarden die van consumptieprijzen, volgens de toepassingsvoorwaarden die van
toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. bepalingen van de wet van 2 augustus 1971.
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1
januari herzien ten opzichte van de ontwikkeling van de conventionele januari herzien ten opzichte van de ontwikkeling van de conventionele
lonen overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de lonen overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de
Nationale Arbeidsraad. Nationale Arbeidsraad.
Voor de werknemers die tot het stelsel toetreden tijdens het jaar Voor de werknemers die tot het stelsel toetreden tijdens het jaar
wordt de aanpassing aan de evolutie van de conventionele lonen wordt de aanpassing aan de evolutie van de conventionele lonen
uitgevoerd, rekening houdend met het moment van het jaar waarop de uitgevoerd, rekening houdend met het moment van het jaar waarop de
toegang tot het stelsel plaatsvindt; elk kwartaal wordt in aanmerking toegang tot het stelsel plaatsvindt; elk kwartaal wordt in aanmerking
genomen voor de berekening van de aanpassing. genomen voor de berekening van de aanpassing.
HOOFDSTUK VI. - Periodiciteit HOOFDSTUK VI. - Periodiciteit
van betaling van de aanvullende vergoeding van betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 12.De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt

Art. 12.De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt

maandelijks. maandelijks.
HOOFDSTDUK VII. - Cumulatie HOOFDSTDUK VII. - Cumulatie
van de aanvullende vergoeding en andere voordelen van de aanvullende vergoeding en andere voordelen

Art. 13.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

Art. 13.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen,
die worden toegekend krachtens wettelijkle of reglementaire die worden toegekend krachtens wettelijkle of reglementaire
bepalingen. De arbeid(st)er die onder de in artikelen 5 bepaalde bepalingen. De arbeid(st)er die onder de in artikelen 5 bepaalde
voorwaarden ontslagen wordt, zal dus eerst de uit die bepalingen voorwaarden ontslagen wordt, zal dus eerst de uit die bepalingen
voortvloeiende rechten moeten uitputten alvorens aanspraak te kunnen voortvloeiende rechten moeten uitputten alvorens aanspraak te kunnen
maken op de in artikel 2 bepaalde aanvullende vergoeding. maken op de in artikel 2 bepaalde aanvullende vergoeding.
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure

Art. 14.Vooraleer een of meerdere bij artikel 5 bedoelde werknemers

Art. 14.Vooraleer een of meerdere bij artikel 5 bedoelde werknemers

te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van
het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met
de vakbondsafvaardiging. Onverminderd de bepalingen van de collectieve de vakbondsafvaardiging. Onverminderd de bepalingen van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 9 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 9 arbeidsovereenkomst nr. 9 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 9
maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot
doel in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de doel in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de
onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werknemers die aan onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werknemers die aan
het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang
kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende
regeling kunnen genieten. regeling kunnen genieten.
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging,
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
arbeid(st)ers van de onderneming. arbeid(st)ers van de onderneming.
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever
daarenboven de betrokken arbeid(s)ters bij aangetekende brief uit tot daarenboven de betrokken arbeid(s)ters bij aangetekende brief uit tot
een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dat een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dat
onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)er de gelegenheid te bieden onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)er de gelegenheid te bieden
zijn bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar zijn bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar
te maken. Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei te maken. Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei
1972 van de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de 1972 van de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de
vakbondsafvaardiging, meer bepaald in artikel 7, kan de arbeid(st)er vakbondsafvaardiging, meer bepaald in artikel 7, kan de arbeid(st)er
zich tijdens dat onderhoud laten bijstaan door zijn zich tijdens dat onderhoud laten bijstaan door zijn
vakbondsafgevaardigde. Het ontslag kan ten vroegste gebeuren vanaf de vakbondsafgevaardigde. Het ontslag kan ten vroegste gebeuren vanaf de
tweede werkdag die volgt op de dag waarop het onderhoud heeft tweede werkdag die volgt op de dag waarop het onderhoud heeft
plaatsgevonden of was gepland. plaatsgevonden of was gepland.
De ontslagen arbeid(st)ers hebben de mogelijkheid de aanvullende De ontslagen arbeid(st)ers hebben de mogelijkheid de aanvullende
regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te
maken van de arbeidsreserve. maken van de arbeidsreserve.
HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van

Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van

het "Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het het "Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers". administratief arrondissement Verviers".
Daartoe moeten de werkgevers het juiste formulier gebruiken dat kan Daartoe moeten de werkgevers het juiste formulier gebruiken dat kan
verkregen worden op de zetel van het fonds, rue de Bruxelles 41, te verkregen worden op de zetel van het fonds, rue de Bruxelles 41, te
4800 Verviers. 4800 Verviers.
De administratieve richtlijnen van het beheerscomité van het fonds De administratieve richtlijnen van het beheerscomité van het fonds
moeten nageleefd worden. moeten nageleefd worden.
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 16.De voor de uitvoering van onderhavige overeenkomst vereiste

Art. 16.De voor de uitvoering van onderhavige overeenkomst vereiste

administratieve formaliteiten worden door het Beheerscomité van het in administratieve formaliteiten worden door het Beheerscomité van het in
artikel 4 bedoelde fonds vastgesteld. artikel 4 bedoelde fonds vastgesteld.

Art. 17.De algemene interpretatiemogelijkheden van deze collectieve

Art. 17.De algemene interpretatiemogelijkheden van deze collectieve

arbeidsovereenkomst worden door het beheerscomité van het "Fonds voor arbeidsovereenkomst worden door het beheerscomité van het "Fonds voor
bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het administratief bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het administratief
arrondissement Verviers" beslecht in de geest van en verwijzend naar arrondissement Verviers" beslecht in de geest van en verwijzend naar
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974
in de Nationale Arbeidsraad. in de Nationale Arbeidsraad.

Art. 18.Deze overeenkomst is geldig voor de periode van 1 januari

Art. 18.Deze overeenkomst is geldig voor de periode van 1 januari

2014 tot en met 31 december 2014. 2014 tot en met 31 december 2014.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april
2015. 2015.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^