Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 10/08/2015
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 319.01 "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 319.01 Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 319.01
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot
wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend
pensioenstelsel 319.01 (1) pensioenstelsel 319.01 (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van Paritair Subcomité voor de opvoedings- en Gelet op het verzoek van Paritair Subcomité voor de opvoedings- en
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap; huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot
wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend
pen-sioenstelsel 319.01. pen-sioenstelsel 319.01.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015. Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en
-diensten van de Vlaamse Gemeenschap -diensten van de Vlaamse Gemeenschap
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014 Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014
Wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend Wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend
pensioenstelsel 319.01 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2014 pensioenstelsel 319.01 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2014
onder het nummer 122570/CO/319.01) onder het nummer 122570/CO/319.01)
HOOFDSTUK I. - Voorwerp van de overeenkomst HOOFDSTUK I. - Voorwerp van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

uitvoering van de wet van 28 april 2003, artikel 8, betreffende de uitvoering van de wet van 28 april 2003, artikel 8, betreffende de
aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en
van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en de van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en de
beslissing van de representatieve werkgevers- en beslissing van de representatieve werkgevers- en
werknemersorganisaties in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- werknemersorganisaties in het Paritair Subcomité voor de opvoedings-
en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap. en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als voorwerp de wijziging Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als voorwerp de wijziging
van het pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij de van het pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij de
collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2011 tot invoering van collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2011 tot invoering van
een sectoraal aanvullende pensioenstelsel (registratienummer een sectoraal aanvullende pensioenstelsel (registratienummer
103513/CO/319.01), laatst gewijzigd bij collectieve 103513/CO/319.01), laatst gewijzigd bij collectieve
arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2012 tot wijziging van het arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2012 tot wijziging van het
pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 319.01 pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 319.01
(registratienummer 112309/CO/319.01), afgesloten in het Paritair (registratienummer 112309/CO/319.01), afgesloten in het Paritair
Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten
van de Vlaamse Gemeenschap. van de Vlaamse Gemeenschap.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle

werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair
Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten
van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van : van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van :
- de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve - de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve
arbeidsovereenkomst; arbeidsovereenkomst;
- de in het buitenland gevestigde werkgevers en hun in België - de in het buitenland gevestigde werkgevers en hun in België
gedetacheerde werknemers in de zin van de toepasselijke gedetacheerde werknemers in de zin van de toepasselijke
EEG-verordening inzake de sociale zekerheid. EEG-verordening inzake de sociale zekerheid.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk
werklieden- en bediendepersoneel. werklieden- en bediendepersoneel.
Onder "sociaal fonds" wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst en Onder "sociaal fonds" wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst en
in zijn bijlage verstaan : het "Sociaal Fonds 319.01 tot financiering in zijn bijlage verstaan : het "Sociaal Fonds 319.01 tot financiering
tweede pensioenpijler", opgericht als fonds voor bestaanszekerheid bij tweede pensioenpijler", opgericht als fonds voor bestaanszekerheid bij
collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2008 (registratienummer collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2008 (registratienummer
88371/CO/319.01, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk 88371/CO/319.01, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk
besluit van 8 maart 2009, Belgisch Staatsblad van 16 april 2009) en besluit van 8 maart 2009, Belgisch Staatsblad van 16 april 2009) en
laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari
2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor
bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 319.01 tot aanvullende bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 319.01 tot aanvullende
financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer
103830/CO/319.01, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit 103830/CO/319.01, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit
van 6 juli 2011, Belgisch Staatsblad van 25 augustus 2011). van 6 juli 2011, Belgisch Staatsblad van 25 augustus 2011).

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op

: :
- werknemers met een contract van interimarbeid; - werknemers met een contract van interimarbeid;
- werknemers met een vakantie-, studenten- of IBO-contract - werknemers met een vakantie-, studenten- of IBO-contract
(individuele beroepsopleiding); (individuele beroepsopleiding);
- leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald - leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald
(erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel
leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling
met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de
Gemeenschappen en Gewesten, stagiair met een Gemeenschappen en Gewesten, stagiair met een
beroepsinlevingsovereenkomst); beroepsinlevingsovereenkomst);
- arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van - arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van
artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting
van de OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van van de OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van
het koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van het koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van
een arbeidsovereenkomst; een arbeidsovereenkomst;
- werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk - werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk
rustpensioen genieten; rustpensioen genieten;
- erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking - erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking
komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende
beroepsjournalisten, geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli beroepsjournalisten, geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli
1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971); 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971);
- coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die - coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die
werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de
Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid;
- niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel - niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel
sociaal-cultureel werk verrichten. sociaal-cultureel werk verrichten.
HOOFDSTUK III. - Pensioenreglement HOOFDSTUK III. - Pensioenreglement

Art. 4.Het pensioenreglement dat volgens de bepalingen van artikel 5

Art. 4.Het pensioenreglement dat volgens de bepalingen van artikel 5

van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2011 tot van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2011 tot
invoering van een sectoraal aanvullende pensioenstelsel invoering van een sectoraal aanvullende pensioenstelsel
(registratienummer 103513/CO/319.01) als bijlage werd opgenomen, (registratienummer 103513/CO/319.01) als bijlage werd opgenomen,
laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober
2012 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal 2012 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal
aanvullend pensioenstelsel 319.01 (registratienummer aanvullend pensioenstelsel 319.01 (registratienummer
112309/CO/319.01), wordt vervangen door het pensioenreglement dat als 112309/CO/319.01), wordt vervangen door het pensioenreglement dat als
bijlage is opgenomen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. bijlage is opgenomen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding, duur en opzegging van de collectieve HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding, duur en opzegging van de collectieve
arbeidsovereenkomst arbeidsovereenkomst

Art. 5.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op

Art. 5.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op

1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd. 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen
worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op
1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De opzegging moet 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De opzegging moet
betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de
voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap die huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap die
een kopie van de opzegging stuurt aan elke ondertekenende partij. een kopie van de opzegging stuurt aan elke ondertekenende partij.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus
2015. 2015.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014, Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2014,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot
wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend
pensioenstelsel 319.01 pensioenstelsel 319.01
Organisme voor de financiering van pensioenen "Pensioenfonds van de Organisme voor de financiering van pensioenen "Pensioenfonds van de
Vlaamse non-profit/social-profitsector" - Handelskaai 48 te 1000 Vlaamse non-profit/social-profitsector" - Handelskaai 48 te 1000
Brussel Brussel
Pensioenreglement Pensioenreglement
HOOFDSTUK I. - Voorwerp HOOFDSTUK I. - Voorwerp

Artikel 1.§ 1. Dit sectoraal pensioenreglement wordt opgesteld in

Artikel 1.§ 1. Dit sectoraal pensioenreglement wordt opgesteld in

uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot invoering van uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot invoering van
een sectoraal aanvullend pensioenstelsel, gesloten in de paritaire een sectoraal aanvullend pensioenstelsel, gesloten in de paritaire
(sub)comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01 en 331. (sub)comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01 en 331.
§ 2. De pensioentoezegging heeft tot doel om een pensioenkapitaal of § 2. De pensioentoezegging heeft tot doel om een pensioenkapitaal of
een ermee overeenstemmende rente samen te stellen, dat aan de een ermee overeenstemmende rente samen te stellen, dat aan de
aangeslotene of in geval de aangeslotene overlijdt vóór de voorziene aangeslotene of in geval de aangeslotene overlijdt vóór de voorziene
einddatum aan zijn rechthebbenden uitgekeerd wordt. einddatum aan zijn rechthebbenden uitgekeerd wordt.
§ 3. Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de § 3. Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de
inrichter, de pensioeninstelling, de werkgevers, de aangeslotenen en inrichter, de pensioeninstelling, de werkgevers, de aangeslotenen en
hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten
uitgeoefend kunnen worden. uitgeoefend kunnen worden.
§ 4. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2014 en vervangt § 4. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2014 en vervangt
het vorige reglement van 20 juni 2012. het vorige reglement van 20 juni 2012.
De verworven rechten van de aangeslotenen die uitgetreden zijn uit het De verworven rechten van de aangeslotenen die uitgetreden zijn uit het
pensioenstelsel van de inrichter vóór de inwerkingtreding van dit pensioenstelsel van de inrichter vóór de inwerkingtreding van dit
reglement en/of van hun rechthebbenden blijven bepaald door het reglement en/of van hun rechthebbenden blijven bepaald door het
reglement dat van kracht was bij hun uittreding. reglement dat van kracht was bij hun uittreding.
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen

Art. 2.In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de

Art. 2.In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de

volgende betekenis hebben : volgende betekenis hebben :
2.1. Inrichters 2.1. Inrichters
De fondsen voor bestaanszekerheid, opgericht in uitvoering van de De fondsen voor bestaanszekerheid, opgericht in uitvoering van de
collectieve arbeidsovereenkomsten tot oprichting van een fonds voor collectieve arbeidsovereenkomsten tot oprichting van een fonds voor
bestaanszekerheid en de vaststelling van zijn statuten, gesloten in de bestaanszekerheid en de vaststelling van zijn statuten, gesloten in de
betrokken paritaire (sub)comités : betrokken paritaire (sub)comités :
- "Sociaal Fonds 318.02 tot financiering tweede pensioenpijler"; - "Sociaal Fonds 318.02 tot financiering tweede pensioenpijler";
- "Sociaal Fonds 319.01 tot financiering tweede pensioenpijler"; - "Sociaal Fonds 319.01 tot financiering tweede pensioenpijler";
- "Sociaal Fonds 327.01 tot financiering tweede pensioenpijler"; - "Sociaal Fonds 327.01 tot financiering tweede pensioenpijler";
- "Sociaal Fonds 329.01 tot financiering tweede pensioenpijler"; - "Sociaal Fonds 329.01 tot financiering tweede pensioenpijler";
- "Sociaal Fonds 331 tot financiering tweede pen-sioenpijler". - "Sociaal Fonds 331 tot financiering tweede pen-sioenpijler".
2.2. Organisatie 2.2. Organisatie
Elke organisatie - al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid Elke organisatie - al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid
- die personeelsleden tewerkstelt binnen het toepassingsgebied van de - die personeelsleden tewerkstelt binnen het toepassingsgebied van de
paritaire (sub)comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01 en 331, op wie paritaire (sub)comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01 en 331, op wie
een van de eerder genoemde sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten een van de eerder genoemde sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten
tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel van tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel van
toepassing is. toepassing is.
2.3. Jaarloon 2.3. Jaarloon
Het aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven bruto Het aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven bruto
jaarloon van de aangeslotene, ten laste van de organisatie. jaarloon van de aangeslotene, ten laste van de organisatie.
2.4. Pensioenfonds 2.4. Pensioenfonds
Het "Pensioenfonds van de Vlaamse non-profit/social-profitsector OFP", Het "Pensioenfonds van de Vlaamse non-profit/social-profitsector OFP",
met zetel te 1000 Brussel, Handelskaai 48, toegelaten op 8 mei 2012 met zetel te 1000 Brussel, Handelskaai 48, toegelaten op 8 mei 2012
onder nummer 50601. onder nummer 50601.
2.5. Wet betreffende de aanvullende pensioenen 2.5. Wet betreffende de aanvullende pensioenen
Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het
belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid. voordelen inzake sociale zekerheid.
HOOFDSTUK III. - Aansluiting HOOFDSTUK III. - Aansluiting

Art. 3.§ 1. Elke werknemer ongeacht de aard van de

Art. 3.§ 1. Elke werknemer ongeacht de aard van de

arbeidsovereenkomst : arbeidsovereenkomst :
- die op 1 januari 2010 door een arbeidsovereenkomst verbonden is met - die op 1 januari 2010 door een arbeidsovereenkomst verbonden is met
een organisatie, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid; een organisatie, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid;
- of na 1 januari 2010 tewerkgesteld zal worden met een - of na 1 januari 2010 tewerkgesteld zal worden met een
arbeidsovereenkomst, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse arbeidsovereenkomst, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse
overheid; overheid;
- en op wie de collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een - en op wie de collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een
sectoraal aanvullend pensioenstelsel binnen de paritaire (sub)comités, sectoraal aanvullend pensioenstelsel binnen de paritaire (sub)comités,
van toepassing is, van toepassing is,
wordt verplicht aangesloten aan het pensioenstelsel. wordt verplicht aangesloten aan het pensioenstelsel.
§ 2. De datum van in dienst treden bij een werkgever op wie het § 2. De datum van in dienst treden bij een werkgever op wie het
reglement van toepassing is, is tegelijk de datum van aansluiting aan reglement van toepassing is, is tegelijk de datum van aansluiting aan
dit reglement. Wie in dienst is op 1 januari 2010 wordt op die datum dit reglement. Wie in dienst is op 1 januari 2010 wordt op die datum
aangesloten. aangesloten.
§ 3. Worden evenwel uitgesloten : § 3. Worden evenwel uitgesloten :
- werknemers met een contract van interimarbeid; - werknemers met een contract van interimarbeid;
- werknemers met vakantie-, studenten- of IBO-contracten (individuele - werknemers met vakantie-, studenten- of IBO-contracten (individuele
beroepsopleiding); beroepsopleiding);
- leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald - leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald
(erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel
leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling
met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de
Gemeenschappen en Gewesten, stagiair met een Gemeenschappen en Gewesten, stagiair met een
beroepsinlevingsovereenkomst); beroepsinlevingsovereenkomst);
- arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van - arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van
artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting
van OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van het van OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van een koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van een
arbeidsovereenkomst; arbeidsovereenkomst;
- werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk - werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk
rustpensioen genieten; rustpensioen genieten;
- erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking - erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking
komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende
beroepsjournalisten geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli beroepsjournalisten geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli
1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971); 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971);
- coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die - coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die
werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de
Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid;
- niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel - niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel
sociaal-cultureel werk verrichten. sociaal-cultureel werk verrichten.
§ 4. De aangeslotene aanvaardt het pensioenreglement, en machtigt de § 4. De aangeslotene aanvaardt het pensioenreglement, en machtigt de
inrichter om aan het pensioenfonds alle inlichting en bewijsstukken inrichter om aan het pensioenfonds alle inlichting en bewijsstukken
over te maken die nodig zijn voor de goede uitvoering van dit over te maken die nodig zijn voor de goede uitvoering van dit
reglement. reglement.
§ 5. De aangeslotene zal alle ontbrekende inlichtingen en § 5. De aangeslotene zal alle ontbrekende inlichtingen en
bewijsstukken die nodig zijn opdat het pensioenfonds zijn bewijsstukken die nodig zijn opdat het pensioenfonds zijn
verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan
uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotenen deze uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotenen deze
inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, zullen de inrichter en inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, zullen de inrichter en
het pensioenfonds hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met het pensioenfonds hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met
betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement beschreven betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement beschreven
wordt niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van wordt niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van
enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een gebeurlijke late enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een gebeurlijke late
uitbetaling van rechten. uitbetaling van rechten.
HOOFDSTUK IV. - De pensioentoelage HOOFDSTUK IV. - De pensioentoelage

Art. 4.Het bedrag van de pensioentoelage

Art. 4.Het bedrag van de pensioentoelage

§ 1. De uitkeringen bij pensionering en in geval van overlijden worden § 1. De uitkeringen bij pensionering en in geval van overlijden worden
gefinancierd door jaarlijkse toelagen waarvan het niveau vastgesteld gefinancierd door jaarlijkse toelagen waarvan het niveau vastgesteld
wordt bij collectieve arbeidsovereenkomst. wordt bij collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 2. In geval van toekenning van een opzeggingsvergoeding aan een § 2. In geval van toekenning van een opzeggingsvergoeding aan een
rechthebbende wordt de pensioentoelage toegekend voor de volledige rechthebbende wordt de pensioentoelage toegekend voor de volledige
periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt op basis van de periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt op basis van de
laatste pensioentoelage die op dat moment van kracht was. laatste pensioentoelage die op dat moment van kracht was.

Art. 5.De aanwending van de pensioentoelage

Art. 5.De aanwending van de pensioentoelage

§ 1. De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een § 1. De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een
individuele pensioenrekening gestort. De valutadatum is de datum van individuele pensioenrekening gestort. De valutadatum is de datum van
wanneer de pensioentoelage opgerent wordt. wanneer de pensioentoelage opgerent wordt.
§ 2. De oprenting gebeurt : § 2. De oprenting gebeurt :
- tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen moet - tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen moet
gebeuren; gebeuren;
- of tot op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene - of tot op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene
overlijdt. overlijdt.

Art. 6.Het rendement

Art. 6.Het rendement

§ 1. Het pensioenfonds beheert de verworven reserves van de § 1. Het pensioenfonds beheert de verworven reserves van de
aangeslotene, een vrije reserve en een rekening voor toekomstige aangeslotene, een vrije reserve en een rekening voor toekomstige
pensioentoelagen en kosten. Indien de globale storting van de pensioentoelagen en kosten. Indien de globale storting van de
inrichter verschilt van de globale pensioentoelage, dan wordt het inrichter verschilt van de globale pensioentoelage, dan wordt het
verschil gestort op, of afgehaald van de rekening voor toekomstige verschil gestort op, of afgehaald van de rekening voor toekomstige
pensioentoelagen en kosten. pensioentoelagen en kosten.
§ 2. Het rendement is gelijk aan het financieel rendement voortkomend § 2. Het rendement is gelijk aan het financieel rendement voortkomend
uit de gedane beleggingen, verminderd met de beheerskosten, de uit de gedane beleggingen, verminderd met de beheerskosten, de
voorzieningen voor risico's en lasten en de eventuele belastingen op voorzieningen voor risico's en lasten en de eventuele belastingen op
het resultaat. De verworven reserves, de vrije reserve en de rekening het resultaat. De verworven reserves, de vrije reserve en de rekening
voor toekomstige pensioentoelagen en kosten ontvangen ieder een voor toekomstige pensioentoelagen en kosten ontvangen ieder een
proportioneel deel van het rendement. proportioneel deel van het rendement.
§ 3. Indien de rendementsvoet groter is dan de rendementsvoet die door § 3. Indien de rendementsvoet groter is dan de rendementsvoet die door
de inrichter krachtens de wet betreffende de aanvullende pensioenen de inrichter krachtens de wet betreffende de aanvullende pensioenen
moet gewaarborgd worden, kunnen de bevoegde organen van het moet gewaarborgd worden, kunnen de bevoegde organen van het
pensioenfonds beslissen om in het geval dat de opgebouwde reserves op pensioenfonds beslissen om in het geval dat de opgebouwde reserves op
de individuele pensioenrekeningen onvoldoende zouden zijn ten de individuele pensioenrekeningen onvoldoende zouden zijn ten
overstaan van de verworven reserves waarop de aangeslotenen bij overstaan van de verworven reserves waarop de aangeslotenen bij
uittreding aanspraak zouden kunnen maken op het einde van het jaar, uittreding aanspraak zouden kunnen maken op het einde van het jaar,
het geheel of een deel van de negatieve verschillen aan te zuiveren. het geheel of een deel van de negatieve verschillen aan te zuiveren.
§ 4. Het geheel of een deel van het rendement kan door een beslissing § 4. Het geheel of een deel van het rendement kan door een beslissing
van de bevoegde organen van het pensioenfonds toegewezen worden aan van de bevoegde organen van het pensioenfonds toegewezen worden aan
een vrije reserve die dient om een eventueel toekomstig tekort ten een vrije reserve die dient om een eventueel toekomstig tekort ten
overstaan van de wettelijk vereiste verworven reserve te financieren. overstaan van de wettelijk vereiste verworven reserve te financieren.
Deze vrije reserve kan maximaal 25 pct. bedragen van de som van de Deze vrije reserve kan maximaal 25 pct. bedragen van de som van de
verworven reserves waarop de aangeslotenen bij uittreding aanspraak verworven reserves waarop de aangeslotenen bij uittreding aanspraak
zouden kunnen maken. zouden kunnen maken.
§ 5. Indien de individuele reserves het bedrag dat vereist is in § 5. Indien de individuele reserves het bedrag dat vereist is in
uitvoering van artikel 24 van de wet betreffende de aanvullende uitvoering van artikel 24 van de wet betreffende de aanvullende
pensioenen niet bereiken, ontvangt de individuele pensioenrekening pensioenen niet bereiken, ontvangt de individuele pensioenrekening
jaarlijks op 31 december een rendement dat gelijk is aan een jaarlijks op 31 december een rendement dat gelijk is aan een
proportioneel deel van het rendement dat door het pensioenfonds in dat proportioneel deel van het rendement dat door het pensioenfonds in dat
jaar behaald werd, in verhouding tot de belegde reserves. jaar behaald werd, in verhouding tot de belegde reserves.
§ 6. Wanneer bij uittreding, pensionering of bij opheffing van de § 6. Wanneer bij uittreding, pensionering of bij opheffing van de
pensioentoezegging er een tekort zou bestaan ten overstaan van wat pensioentoezegging er een tekort zou bestaan ten overstaan van wat
vereist is op basis van artikel 24 van de wet betreffende de vereist is op basis van artikel 24 van de wet betreffende de
aanvullende pensioenen, wordt dit tekort aangezuiverd vanuit de vrije aanvullende pensioenen, wordt dit tekort aangezuiverd vanuit de vrije
reserve. reserve.

Art. 7.Winstdeelname

Art. 7.Winstdeelname

Indien het vermogen van het fonds volstaat om de som te dekken van de Indien het vermogen van het fonds volstaat om de som te dekken van de
verworven reserves krachtens de wet betreffende de aanvullende verworven reserves krachtens de wet betreffende de aanvullende
pensioenen, van een vrije reserve van 25 pct. van die verworven pensioenen, van een vrije reserve van 25 pct. van die verworven
reserve en van de rekening voor toekomstige pensioentoelagen en reserve en van de rekening voor toekomstige pensioentoelagen en
kosten, kan het pensioenfonds overgaan tot het toekennen van een kosten, kan het pensioenfonds overgaan tot het toekennen van een
winstdeelname. Deze winstdeelname neemt de vorm aan van een verhoging winstdeelname. Deze winstdeelname neemt de vorm aan van een verhoging
van de verworven rechten, en wordt daardoor definitief verworven door van de verworven rechten, en wordt daardoor definitief verworven door
de aangeslotenen. Een aan de individuele rekening van de aangeslotene de aangeslotenen. Een aan de individuele rekening van de aangeslotene
toegekende winstdeelname wordt mee opgerent op basis van de hiervoor toegekende winstdeelname wordt mee opgerent op basis van de hiervoor
beschreven werkwijze. beschreven werkwijze.

Art. 8.Uitbetaling

Art. 8.Uitbetaling

§ 1. Het pensioenfonds zal de voorziene bedragen zo snel mogelijk § 1. Het pensioenfonds zal de voorziene bedragen zo snel mogelijk
uitbetalen. uitbetalen.
§ 2. Indien het pensioenfonds nog niet beschikt over alle gegevens die § 2. Indien het pensioenfonds nog niet beschikt over alle gegevens die
nodig zijn om het juiste bedrag uit te betalen, zal - indien de nodig zijn om het juiste bedrag uit te betalen, zal - indien de
aangeslotene hierom schriftelijk verzoekt - een voorschot betaald aangeslotene hierom schriftelijk verzoekt - een voorschot betaald
worden binnen het kwartaal volgend op de normale betalingsdatum of op worden binnen het kwartaal volgend op de normale betalingsdatum of op
de maand waarop de aangeslotene zijn volledig dossier ingediend heeft. de maand waarop de aangeslotene zijn volledig dossier ingediend heeft.
Het resterende saldo zal uiterlijk in het laatste trimester van het Het resterende saldo zal uiterlijk in het laatste trimester van het
volgende jaar uitbetaald worden. volgende jaar uitbetaald worden.
HOOFDSTUK V. - Pensioen HOOFDSTUK V. - Pensioen

Art. 9.Einddatum

Art. 9.Einddatum

§ 1. Het kapitaal is opeisbaar van zodra de aangeslotene een wettelijk § 1. Het kapitaal is opeisbaar van zodra de aangeslotene een wettelijk
pensioen verkrijgt, maar niet voor de leeftijd van 60 jaar. pensioen verkrijgt, maar niet voor de leeftijd van 60 jaar.
§ 2. De normale einddatum waarop het kapitaal dat op de § 2. De normale einddatum waarop het kapitaal dat op de
pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is, wordt vastgesteld op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is, wordt vastgesteld op de
eerste dag van de maand die volgt op de 65ste verjaardag van de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste verjaardag van de
aangeslotene. aangeslotene.
§ 3. Indien de aangeslotene in dienst blijft van een organisatie na de § 3. Indien de aangeslotene in dienst blijft van een organisatie na de
normale einddatum van 65 jaar en nog niet geniet van een wettelijk normale einddatum van 65 jaar en nog niet geniet van een wettelijk
pensioen, blijft de pensioentoelage verschuldigd. pensioen, blijft de pensioentoelage verschuldigd.
§ 4. De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening § 4. De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening
bekomen wanneer hij de sector verlaat of wanneer hij zijn wettelijk bekomen wanneer hij de sector verlaat of wanneer hij zijn wettelijk
pensioen opneemt. pensioen opneemt.
HOOFDSTUK VI. - Overlijden HOOFDSTUK VI. - Overlijden

Art. 10.§ 1. Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde

Art. 10.§ 1. Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde

recht op de op het ogenblik van het overlijden opgebouwde waarde op de recht op de op het ogenblik van het overlijden opgebouwde waarde op de
individuele pensioenrekening. individuele pensioenrekening.
§ 2. De waarde zal minstens gelijk zijn aan de waarde die in § 2. De waarde zal minstens gelijk zijn aan de waarde die in
uitvoering van artikel 24 van de wet betreffende de aanvullende uitvoering van artikel 24 van de wet betreffende de aanvullende
pensioenen moet toegekend worden. pensioenen moet toegekend worden.
§ 3. Bij overlijden wordt de pensioentoelage voor het jaar van § 3. Bij overlijden wordt de pensioentoelage voor het jaar van
overlijden vastgesteld door de pensioentoelage van het voorgaande jaar overlijden vastgesteld door de pensioentoelage van het voorgaande jaar
proportioneel toe te passen in functie van het aantal volledige proportioneel toe te passen in functie van het aantal volledige
maanden tot de overlijdensdatum, in zoverre de aangeslotene tot dan maanden tot de overlijdensdatum, in zoverre de aangeslotene tot dan
tewerkgesteld is gebleven bij een organisatie zoals omschreven in tewerkgesteld is gebleven bij een organisatie zoals omschreven in
artikel 2.2. artikel 2.2.
HOOFDSTUK VII. - Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves HOOFDSTUK VII. - Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves

Art. 11.§ 1. De reserves die opgebouwd zijn op de individuele

Art. 11.§ 1. De reserves die opgebouwd zijn op de individuele

rekeningen, zijn eigendom van de aangeslotene. rekeningen, zijn eigendom van de aangeslotene.
§ 2. De aangeslotene kan echter pas na een ononderbroken periode van § 2. De aangeslotene kan echter pas na een ononderbroken periode van
twee trimesters aansluiting aan dit pensioenreglement, rechten opeisen twee trimesters aansluiting aan dit pensioenreglement, rechten opeisen
met betrekking tot die reserves. met betrekking tot die reserves.
§ 3. Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves § 3. Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves
over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die opnieuw in over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die opnieuw in
dienst komt van een organisatie die behoort tot een sector waarop het dienst komt van een organisatie die behoort tot een sector waarop het
reglement van toepassing is, wordt niet als een nieuwe aangeslotene reglement van toepassing is, wordt niet als een nieuwe aangeslotene
beschouwd. beschouwd.
§ 4. De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de § 4. De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de
begunstiging ervan kan niet overgedragen worden. Er kan geen voorschot begunstiging ervan kan niet overgedragen worden. Er kan geen voorschot
op toegekend worden. op toegekend worden.
HOOFDSTUK VIII. - Uitkeringen HOOFDSTUK VIII. - Uitkeringen

Art. 12.§ 1. De aangeslotene of de begunstigde(n) worden

Art. 12.§ 1. De aangeslotene of de begunstigde(n) worden

verondersteld te kiezen voor de uitkering in de vorm van een kapitaal. verondersteld te kiezen voor de uitkering in de vorm van een kapitaal.
§ 2. De begunstigde(n) kan (kunnen) evenwel vragen om het kapitaal dat § 2. De begunstigde(n) kan (kunnen) evenwel vragen om het kapitaal dat
aan hem(n) toekomt, om te vormen in een lijfrente. Een keuze voor een aan hem(n) toekomt, om te vormen in een lijfrente. Een keuze voor een
vereffening als lijfrente moet uiterlijk een maand vóór de datum vereffening als lijfrente moet uiterlijk een maand vóór de datum
waarop de uitkering aanvangt schriftelijk door de begunstigde aan het waarop de uitkering aanvangt schriftelijk door de begunstigde aan het
pensioenfonds meegedeeld worden. pensioenfonds meegedeeld worden.
§ 3. Het kan volgens de keuze van de begunstigde gaan om een lijfrente § 3. Het kan volgens de keuze van de begunstigde gaan om een lijfrente
die enkel aan hem betaald wordt, of om een lijfrente die in geval van die enkel aan hem betaald wordt, of om een lijfrente die in geval van
overlijden van de begunstigde overdraagbaar is op de overlevende overlijden van de begunstigde overdraagbaar is op de overlevende
echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont. De echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont. De
rente kan geïndexeerd worden. rente kan geïndexeerd worden.
§ 4. De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag § 4. De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag
van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het
overlijden van de begunstigde(n). overlijden van de begunstigde(n).
§ 5. Wanneer het jaarbedrag van de rente de 499,99 EUR niet § 5. Wanneer het jaarbedrag van de rente de 499,99 EUR niet
overschrijdt, kan de voorziene uitkering niet onder vorm van rente overschrijdt, kan de voorziene uitkering niet onder vorm van rente
gebeuren, maar enkel onder vorm van een éénmalig kapitaal. gebeuren, maar enkel onder vorm van een éénmalig kapitaal.
§ 6. Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 499,99 en § 6. Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 499,99 en
800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier
gelijke tri-mestriële delen op het einde van ieder trimester. gelijke tri-mestriële delen op het einde van ieder trimester.
§ 7. De hiervoor vermelde bedragen worden geïndexeerd volgens de § 7. De hiervoor vermelde bedragen worden geïndexeerd volgens de
bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een
stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en
tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd
worden worden
HOOFDSTUK IX. - Begunstigden HOOFDSTUK IX. - Begunstigden

Art. 13.De begunstigde van de uitkering op de einddatum

Art. 13.De begunstigde van de uitkering op de einddatum

Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum, wordt het kapitaal Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum, wordt het kapitaal
leven uitgekeerd aan de aangeslotene zelf. leven uitgekeerd aan de aangeslotene zelf.

Art. 14.De begunstigde van de uitkering bij overlijden

Art. 14.De begunstigde van de uitkering bij overlijden

§ 1. Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum, wordt de § 1. Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum, wordt de
voorziene uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigde(n) op voorziene uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigde(n) op
basis van de volgende voorrangsorde : basis van de volgende voorrangsorde :
- De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet
gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich
niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding
bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn
wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende
woonplaats hebben; woonplaats hebben;
- Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de - Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de
aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk
Wetboek, en die geen bloedverwant is van de aangeslotene; Wetboek, en die geen bloedverwant is van de aangeslotene;
- Bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene; - Bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene;
- Bij ontstentenis, de door de aangeslotene per aangetekend schrijven - Bij ontstentenis, de door de aangeslotene per aangetekend schrijven
aan het pensioenfonds aangeduide perso(o)n(en), waarbij de laatst aan het pensioenfonds aangeduide perso(o)n(en), waarbij de laatst
verstuurde aangetekende brief rechtsgeldig is; verstuurde aangetekende brief rechtsgeldig is;
- Bij ontstentenis, het pensioenfonds. - Bij ontstentenis, het pensioenfonds.
§ 2. Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt de voorziene § 2. Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt de voorziene
uitkering bij overlijden in gelijke delen onder hen verdeeld, tenzij uitkering bij overlijden in gelijke delen onder hen verdeeld, tenzij
het document van aanduiding van begunstigde de grootte van de delen het document van aanduiding van begunstigde de grootte van de delen
bepaalt. bepaalt.
§ 3. In geval de aangeslotene en de begunstigde overlijden zonder dat § 3. In geval de aangeslotene en de begunstigde overlijden zonder dat
de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt de voorziene de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt de voorziene
uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de volgende in de uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de volgende in de
voorrangsorde van begunstigden. voorrangsorde van begunstigden.
§ 4. Indien er zich geen begunstigden aanmelden binnen een periode van § 4. Indien er zich geen begunstigden aanmelden binnen een periode van
10 jaar na het overlijden wordt de voorziene uitkering bij overlijden 10 jaar na het overlijden wordt de voorziene uitkering bij overlijden
vereffend ten voordele van het pensioenfonds. vereffend ten voordele van het pensioenfonds.
HOOFDSTUK X. - Gevolgen van HOOFDSTUK X. - Gevolgen van
het niet betalen van de pensioentoelagen het niet betalen van de pensioentoelagen

Art. 15.§ 1. De inrichter zal de verschuldigde pensioentoelagen aan

Art. 15.§ 1. De inrichter zal de verschuldigde pensioentoelagen aan

het pensioenfonds overmaken. het pensioenfonds overmaken.
§ 2. De inrichter kan de inning van de pensioentoelage laten gebeuren § 2. De inrichter kan de inning van de pensioentoelage laten gebeuren
door de RSZ. door de RSZ.
§ 3. Wanneer de pensioentoelage niet langer betaald wordt, worden de § 3. Wanneer de pensioentoelage niet langer betaald wordt, worden de
pensioenrekeningen premievrij gemaakt. Het pensioenfonds zal iedere pensioenrekeningen premievrij gemaakt. Het pensioenfonds zal iedere
aangeslotene uiterlijk binnen de twee maanden volgend op de datum aangeslotene uiterlijk binnen de twee maanden volgend op de datum
waarop het kennis kreeg van het stopzetten van de betaling, door waarop het kennis kreeg van het stopzetten van de betaling, door
middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte
brengen. brengen.
HOOFDSTUK XI. - Informatie HOOFDSTUK XI. - Informatie

Art. 16.Het pensioenreglement

Art. 16.Het pensioenreglement

De tekst van het pensioenreglement is beschikbaar op de website van De tekst van het pensioenreglement is beschikbaar op de website van
het pensioenfonds. het pensioenfonds.

Art. 17.De pensioenfiche

Art. 17.De pensioenfiche

Ieder jaar brengt het pensioenfonds elke aangeslotene door middel van Ieder jaar brengt het pensioenfonds elke aangeslotene door middel van
een pensioenfiche op de hoogte van : een pensioenfiche op de hoogte van :
- het bedrag van de pensioentoelagen; - het bedrag van de pensioentoelagen;
- de verworven reserve; - de verworven reserve;
- de verworven prestaties en de datum van opeisbaarheid; - de verworven prestaties en de datum van opeisbaarheid;
- het bedrage van de verworven reserve van het afgelopen jaar; - het bedrage van de verworven reserve van het afgelopen jaar;
- de rente die overeenstemt met het pensioenkapitaal. - de rente die overeenstemt met het pensioenkapitaal.

Art. 18.Beheersverslag

Art. 18.Beheersverslag

Het pensioenfonds stelt jaarlijks een verslag op over het beheer van Het pensioenfonds stelt jaarlijks een verslag op over het beheer van
de pensioentoezegging ter beschikking van de aangeslotenen. Daarin is de pensioentoezegging ter beschikking van de aangeslotenen. Daarin is
onder meer de volgende informatie opgenomen : onder meer de volgende informatie opgenomen :
- de wijze van financiering van de pensioentoezegging en de - de wijze van financiering van de pensioentoezegging en de
structurele wijzigingen in die financiering; structurele wijzigingen in die financiering;
- de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin - de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin
daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en
leefmilieuaspecten; leefmilieuaspecten;
- het rendement van de beleggingen en de kostenstructuur; - het rendement van de beleggingen en de kostenstructuur;
- de verdeling van de winst. - de verdeling van de winst.
Dit verslag wordt op schriftelijk verzoek van de aangeslotene aan hem Dit verslag wordt op schriftelijk verzoek van de aangeslotene aan hem
overgemaakt. overgemaakt.
HOOFDSTUK XII. - De aangeslotene verlaat de organisatie vóór de HOOFDSTUK XII. - De aangeslotene verlaat de organisatie vóór de
einddatum einddatum

Art. 19.§ 1. Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene

Art. 19.§ 1. Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene

beëindigd wordt en hij binnen drie maanden het werk hervat bij een beëindigd wordt en hij binnen drie maanden het werk hervat bij een
organisatie waarop dit pensioenreglement van toepassing is, blijft de organisatie waarop dit pensioenreglement van toepassing is, blijft de
aangeslotene deelnemer aan het sectorale pensioenstelsel voor zo ver aangeslotene deelnemer aan het sectorale pensioenstelsel voor zo ver
hij aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet. De inrichter die optreedt hij aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet. De inrichter die optreedt
voor het paritaire (sub)comité van de betrokken organisatie neemt dan voor het paritaire (sub)comité van de betrokken organisatie neemt dan
de verplichtingen die voortvloeien uit dit pensioenreglement op zich. de verplichtingen die voortvloeien uit dit pensioenreglement op zich.
De mogelijkheden waarvan hierna sprake zijn dan bijgevolg niet van De mogelijkheden waarvan hierna sprake zijn dan bijgevolg niet van
toepassing. toepassing.
§ 2. Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene beëindigd wordt § 2. Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene beëindigd wordt
om een andere reden dan het overlijden of het bereiken van de om een andere reden dan het overlijden of het bereiken van de
einddatum, en hij niet onmiddellijk het werk hervat bij een einddatum, en hij niet onmiddellijk het werk hervat bij een
organisatie waarop dit pensioenreglement van toepassing is, heeft de organisatie waarop dit pensioenreglement van toepassing is, heeft de
aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden, voor zover hij aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden, voor zover hij
rechten kan opeisen op de reserves : rechten kan opeisen op de reserves :
- hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte - hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte
laten bij het pensioenfonds en op de einddatum of bij overlijden een laten bij het pensioenfonds en op de einddatum of bij overlijden een
kapitaal of een rente ontvangen; kapitaal of een rente ontvangen;
- hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling - hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling
van de nieuwe werkgever waarmee hij een arbeidscontract sloot, indien van de nieuwe werkgever waarmee hij een arbeidscontract sloot, indien
hij aan de pensioentoezegging van die nieuwe werkgever aangesloten hij aan de pensioentoezegging van die nieuwe werkgever aangesloten
wordt; wordt;
- hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere - hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere
pensioensinstelling die de totaliteit van haar winsten proportioneel pensioensinstelling die de totaliteit van haar winsten proportioneel
met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten
beperkt als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit beperkt als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit
van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke
voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders. voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders.
§ 3. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de § 3. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de
dertig dagen, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het dertig dagen, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het
behoud van zijn reserves bij het pensioenfonds zonder wijziging van de behoud van zijn reserves bij het pensioenfonds zonder wijziging van de
pensioenbelofte. pensioenbelofte.
HOOFDSTUK XIII. - Fiscale bepalingen HOOFDSTUK XIII. - Fiscale bepalingen

Art. 20.Welke fiscale wetgeving is van toepassing?

Art. 20.Welke fiscale wetgeving is van toepassing?

Wanneer de aangeslotene en de begunstigde hun woon- en/of werkplaats Wanneer de aangeslotene en de begunstigde hun woon- en/of werkplaats
in België hebben, en de organisatie gevestigd is in België, is de in België hebben, en de organisatie gevestigd is in België, is de
Belgische fiscale wetgeving van toepassing zowel op de Belgische fiscale wetgeving van toepassing zowel op de
pensioenbijdragen als op de uitkeringen. Is dit niet het geval, dan pensioenbijdragen als op de uitkeringen. Is dit niet het geval, dan
zouden fiscale en/of sociale lasten kunnen verschuldigd zijn op basis zouden fiscale en/of sociale lasten kunnen verschuldigd zijn op basis
van een buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale van een buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale
verdragen die in dat verband gelden. verdragen die in dat verband gelden.

Art. 21.Belastingstatuut van de pensioentoelage

Art. 21.Belastingstatuut van de pensioentoelage

§ 1. Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de § 1. Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de
ingangsdatum van dit pensioenreglement, vormen de werkgeverstoelagen ingangsdatum van dit pensioenreglement, vormen de werkgeverstoelagen
in principe aftrekbare beroepskosten in de vennootschapsbelasting, en in principe aftrekbare beroepskosten in de vennootschapsbelasting, en
geven geen aanleiding tot bijkomende heffing in de geven geen aanleiding tot bijkomende heffing in de
rechtspersonenbelasting, noch tot een dadelijk belastbaar voordeel rechtspersonenbelasting, noch tot een dadelijk belastbaar voordeel
voor de aangeslotene. voor de aangeslotene.
§ 2. Het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse rente : § 2. Het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse rente :
- van de voorziene uitkeringen naar aanleiding van pensionering in - van de voorziene uitkeringen naar aanleiding van pensionering in
uitvoering van dit pensioenreglement; uitvoering van dit pensioenreglement;
- van het wettelijk pensioen; - van het wettelijk pensioen;
- van andere aanvullende pensioenuitkeringen waarop de aangeslotene - van andere aanvullende pensioenuitkeringen waarop de aangeslotene
recht heeft, recht heeft,
mag evenwel 80 pct. van de laatste normale bruto bezoldiging niet mag evenwel 80 pct. van de laatste normale bruto bezoldiging niet
overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een
beroepswerkzaamheid, en met een overdraagbaarheid van de rente ten beroepswerkzaamheid, en met een overdraagbaarheid van de rente ten
gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) van 80 pct., en met een gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) van 80 pct., en met een
indexatie van de rente. indexatie van de rente.
§ 3. Indien een organisatie voor een aangeslotene nog andere § 3. Indien een organisatie voor een aangeslotene nog andere
aanvullende pensioenvoordelen zou voorzien dan diegene die voortkomen aanvullende pensioenvoordelen zou voorzien dan diegene die voortkomen
uit dit pensioenreglement, zal een gebeurlijke overschrijding van de uit dit pensioenreglement, zal een gebeurlijke overschrijding van de
fiscaal toegelaten grens aangerekend worden op de financiering van die fiscaal toegelaten grens aangerekend worden op de financiering van die
andere pensioenvoordelen. andere pensioenvoordelen.
HOOFDSTUK XIV. - Verplichtingen van de inrichter HOOFDSTUK XIV. - Verplichtingen van de inrichter

Art. 22.§ 1. De inrichter zal tijdig alle vereiste gegevens voor de

Art. 22.§ 1. De inrichter zal tijdig alle vereiste gegevens voor de

uitvoering van dit pensioenreglement aan het pensioenfonds overmaken. uitvoering van dit pensioenreglement aan het pensioenfonds overmaken.
De verplichtingen van het pensioenfonds worden gevestigd op basis van De verplichtingen van het pensioenfonds worden gevestigd op basis van
de tijdig overgedragen gegevens. de tijdig overgedragen gegevens.
§ 2. De inrichter zal alle vragen van de aangeslotenen over het § 2. De inrichter zal alle vragen van de aangeslotenen over het
pensioenreglement in het algemeen, of over de individuele rekeningen, pensioenreglement in het algemeen, of over de individuele rekeningen,
meedelen aan het pensioenfonds. meedelen aan het pensioenfonds.
HOOFDSTUK XV. - Toepassing van de wet tot bescherming van de HOOFDSTUK XV. - Toepassing van de wet tot bescherming van de
persoonlijke levenssfeer persoonlijke levenssfeer

Art. 23.§ 1. De inrichter verstrekt een aantal persoonsgegevens aan

Art. 23.§ 1. De inrichter verstrekt een aantal persoonsgegevens aan

het pensioenfonds om het sectorale pensioenstelsel te beheren. Het het pensioenfonds om het sectorale pensioenstelsel te beheren. Het
pensioenfonds behandelt deze gegevens vertrouwelijk. Ze mogen pensioenfonds behandelt deze gegevens vertrouwelijk. Ze mogen
uitsluitend gebruikt worden voor het beheer van het sectorale uitsluitend gebruikt worden voor het beheer van het sectorale
pensioenstelsel, met uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel pensioenstelsel, met uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel
oogmerk. oogmerk.
§ 2. Iedere persoon van wie persoonlijke gegevens bewaard worden, § 2. Iedere persoon van wie persoonlijke gegevens bewaard worden,
heeft het recht om inzage en verbetering ervan te verkrijgen. Hij moet heeft het recht om inzage en verbetering ervan te verkrijgen. Hij moet
zich in dat geval schriftelijk tot het pensioenfonds richten, en zich in dat geval schriftelijk tot het pensioenfonds richten, en
daarbij een kopie van zijn identiteitskaart voegen. daarbij een kopie van zijn identiteitskaart voegen.
HOOFDSTUK XVI. - Wijziging van dit reglement HOOFDSTUK XVI. - Wijziging van dit reglement

Art. 24.Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door

Art. 24.Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door

een collectieve arbeidsovereenkomst die in de bevoegde paritaire een collectieve arbeidsovereenkomst die in de bevoegde paritaire
(sub)comités gesloten wordt. (sub)comités gesloten wordt.
HOOFDSTUK XVII. - Geschillen en toepasselijk recht HOOFDSTUK XVII. - Geschillen en toepasselijk recht

Art. 25.Het Belgische recht is van toepassing op dit

Art. 25.Het Belgische recht is van toepassing op dit

pensioenreglementen. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in pensioenreglementen. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in
verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken. verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus
2015. 2015.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^