Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december |
2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het | 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het |
kleding- en confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal | kleding- en confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" | Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" |
(1) | (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden van het | Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden van het |
kleding- en confectiebedrijf; | kleding- en confectiebedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal | confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf". | Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf". |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015. | Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 |
Statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het | Statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het |
kleding- en confectiebedrijf" (Overeenkomst geregistreerd op 5 | kleding- en confectiebedrijf" (Overeenkomst geregistreerd op 5 |
februari 2015 onder het nummer 125196/CO/215) | februari 2015 onder het nummer 125196/CO/215) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke onder het | de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke onder het |
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf |
ressorteren. | ressorteren. |
Art. 2.De statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden |
Art. 2.De statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden |
van het kleding- en confectiebedrijf", zoals zij werden vastgesteld | van het kleding- en confectiebedrijf", zoals zij werden vastgesteld |
bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in | bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in |
het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf en haar latere wijzigingen worden gecoördineerd | confectiebedrijf en haar latere wijzigingen worden gecoördineerd |
overeenkomstig de hierna opgestelde tekst. | overeenkomstig de hierna opgestelde tekst. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013 houdende wijziging en | arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013 houdende wijziging en |
coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de | coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de |
bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" (registratienummer | bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" (registratienummer |
113012/CO/215). | 113012/CO/215). |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2015 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan worden | januari 2015 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan worden |
opgezegd door een van de partijen, mits een opzegging van zes maanden, | opgezegd door een van de partijen, mits een opzegging van zes maanden, |
betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de | betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de |
voorzitter en aan de organisaties welke zijn vertegenwoordigd in het | voorzitter en aan de organisaties welke zijn vertegenwoordigd in het |
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf. | confectiebedrijf. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal | confectiebedrijf, betreffende de statuten van het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" | Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" |
STATUTEN | STATUTEN |
HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel en duur | HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel en duur |
Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder |
Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder |
de benaming "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- | de benaming "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- |
en confectiebedrijf", hierna het "fonds" genoemd. | en confectiebedrijf", hierna het "fonds" genoemd. |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te |
Zellik, Leliegaarde 22. | Zellik, Leliegaarde 22. |
Hij kan, bij beslissing van het Paritair Comité voor de bedienden van | Hij kan, bij beslissing van het Paritair Comité voor de bedienden van |
het kleding- en confectiebedrijf, naar elke andere plaats in België | het kleding- en confectiebedrijf, naar elke andere plaats in België |
worden overgebracht. | worden overgebracht. |
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : |
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : |
1° het innen van de bijdragen nodig voor de werking van het fonds; | 1° het innen van de bijdragen nodig voor de werking van het fonds; |
2° aan de bij artikel 6 bedoelde bedienden een aanvullende sociale | 2° aan de bij artikel 6 bedoelde bedienden een aanvullende sociale |
uitkering toe te kennen en te vereffenen; | uitkering toe te kennen en te vereffenen; |
3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding en van | 3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding en van |
de beheers- en begeleidingskosten aan de in het paritair comité | de beheers- en begeleidingskosten aan de in het paritair comité |
vertegenwoordigde organisaties in het kader van het stelsel van | vertegenwoordigde organisaties in het kader van het stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag voorzien in de collectieve | werkloosheid met bedrijfstoeslag voorzien in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 betreffende bedrijfstoeslag | arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 betreffende bedrijfstoeslag |
bij werkloosheid vanaf 58 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst | bij werkloosheid vanaf 58 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 25 februari 2014 tot invoering van een regeling van | van 25 februari 2014 tot invoering van een regeling van |
bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar | bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar |
beroepsverleden en in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 | beroepsverleden en in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 |
februari 2014 tot invoering van een regeling van werkloosheid met | februari 2014 tot invoering van een regeling van werkloosheid met |
bedrijfstoeslag ten gunste van sommige bejaarde bedienden met | bedrijfstoeslag ten gunste van sommige bejaarde bedienden met |
nachtprestaties indien zij worden ontslagen, evenals de bijzondere | nachtprestaties indien zij worden ontslagen, evenals de bijzondere |
werkgeversbijdragen bedoeld in hoofdstuk VI van titel XI van de wet | werkgeversbijdragen bedoeld in hoofdstuk VI van titel XI van de wet |
van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), laatst gewijzigd | van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), laatst gewijzigd |
door de programmawet (I) van 29 maart 2012, die zijn verschuldigd op | door de programmawet (I) van 29 maart 2012, die zijn verschuldigd op |
de aanvullende vergoeding betaald door het voornoemde sociaal | de aanvullende vergoeding betaald door het voornoemde sociaal |
waarborgfonds, evenwel onverminderd de bepalingen op dit stuk van de | waarborgfonds, evenwel onverminderd de bepalingen op dit stuk van de |
hier genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende | hier genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende |
bedrijfstoeslag bij werkloosheid, in overeenstemming met het | bedrijfstoeslag bij werkloosheid, in overeenstemming met het |
koninklijk besluit van 29 maart 2010; | koninklijk besluit van 29 maart 2010; |
4° het uitkeren van de bijdrage, bedoeld bij artikel 13, § 3 van deze | 4° het uitkeren van de bijdrage, bedoeld bij artikel 13, § 3 van deze |
statuten, tot financiering van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor | statuten, tot financiering van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor |
de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", opgericht bij de | de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", opgericht bij de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1981, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1981, gesloten in het |
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid | confectiebedrijf, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid |
voor de bedienden het kleding- en confectiebedrijf" en vaststelling | voor de bedienden het kleding- en confectiebedrijf" en vaststelling |
van zijn statuten; | van zijn statuten; |
5° de uitkering te verzekeren van de vergoeding voorzien bij de | 5° de uitkering te verzekeren van de vergoeding voorzien bij de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de |
bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, laatst verlengd door | bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, laatst verlengd door |
hoofdstuk VII van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari | hoofdstuk VII van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari |
2014 houdende akkoord van sociale vrede 2014; | 2014 houdende akkoord van sociale vrede 2014; |
6° het financieren van de initiatieven te nemen door de in het | 6° het financieren van de initiatieven te nemen door de in het |
paritair comité vertegenwoordigde organisaties, met het oog op de | paritair comité vertegenwoordigde organisaties, met het oog op de |
sociale- en beroepsopleiding en op de uitwerking van in het paritair | sociale- en beroepsopleiding en op de uitwerking van in het paritair |
comité gemaakte en te maken collectieve arbeidsovereenkomsten; | comité gemaakte en te maken collectieve arbeidsovereenkomsten; |
7° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 13, § 4 | 7° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 13, § 4 |
van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en | van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en |
Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve | Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 betreffende vorming en | arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 betreffende vorming en |
tewerkstelling; | tewerkstelling; |
8° het financieren van de codex houdende de collectieve | 8° het financieren van de codex houdende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de | arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de |
bedienden van het kleding- en confectiebedrijf; | bedienden van het kleding- en confectiebedrijf; |
9° het financieren van onderzoek uitgevoerd door de sociale partners | 9° het financieren van onderzoek uitgevoerd door de sociale partners |
uit de sector gericht op de sociaal-economische ontwikkelingen van de | uit de sector gericht op de sociaal-economische ontwikkelingen van de |
kleding- en confectiebedrijven, zowel op het nationale als op het | kleding- en confectiebedrijven, zowel op het nationale als op het |
mondiale vlak met het oog op het te voeren sectorbeleid; | mondiale vlak met het oog op het te voeren sectorbeleid; |
10° het innen van een bijdrage voor een sectorale | 10° het innen van een bijdrage voor een sectorale |
hospitalisatieverzekering en het financieren en beheren daarvan. | hospitalisatieverzekering en het financieren en beheren daarvan. |
Art. 4.Het fonds is voor de duur van één jaar opgericht met ingang |
Art. 4.Het fonds is voor de duur van één jaar opgericht met ingang |
van 1 januari 1974. | van 1 januari 1974. |
De duur ervan wordt telkens met één jaar verlengd, indien niet vóór 30 | De duur ervan wordt telkens met één jaar verlengd, indien niet vóór 30 |
juni van het voorafgaande jaar een opzegging wordt betekend door ten | juni van het voorafgaande jaar een opzegging wordt betekend door ten |
minste vijf stemgerechtigde leden van het Paritair Comité voor de | minste vijf stemgerechtigde leden van het Paritair Comité voor de |
bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. | bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 5.De bepalingen van deze statuten zijn van toepassing op de |
Art. 5.De bepalingen van deze statuten zijn van toepassing op de |
werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair | werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair |
Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de | Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de |
door deze werkgevers tewerkgestelde bedienden. | door deze werkgevers tewerkgestelde bedienden. |
HOOFDSTUK III. - Syndicale premie | HOOFDSTUK III. - Syndicale premie |
Art. 6.§ 1. De in artikel 5 bedoelde bedienden, die lid zijn van een |
Art. 6.§ 1. De in artikel 5 bedoelde bedienden, die lid zijn van een |
van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke | van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke |
op nationaal niveau zijn vertegenwoordigd, hebben recht op de bij | op nationaal niveau zijn vertegenwoordigd, hebben recht op de bij |
artikel 7 vastgestelde syndicale premie voor zover zij op cumulatieve | artikel 7 vastgestelde syndicale premie voor zover zij op cumulatieve |
wijze de hierna onder a), vermelde voorwaarden en de beide onder b), | wijze de hierna onder a), vermelde voorwaarden en de beide onder b), |
opgesomde voorwaarden vervullen : | opgesomde voorwaarden vervullen : |
a) in één van de ondernemingen bedoeld in artikel 5 zijn tewerkgesteld | a) in één van de ondernemingen bedoeld in artikel 5 zijn tewerkgesteld |
op 31 maart; | op 31 maart; |
b) 1° op 31 maart sinds tenminste zes maanden zijn aangesloten bij één | b) 1° op 31 maart sinds tenminste zes maanden zijn aangesloten bij één |
van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke | van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke |
op nationaal niveau zijn vertegenwoordigd; | op nationaal niveau zijn vertegenwoordigd; |
2° van dit recht niet zijn uitgesloten ingevolge een verstoring van de | 2° van dit recht niet zijn uitgesloten ingevolge een verstoring van de |
sociale vrede. Deze uitsluiting wordt vastgesteld door een beperkt | sociale vrede. Deze uitsluiting wordt vastgesteld door een beperkt |
comité dat daartoe is aangesteld in de schoot van het Paritair Comité | comité dat daartoe is aangesteld in de schoot van het Paritair Comité |
voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. | voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. |
§ 2. De in § 1 bedoelde bedienden die worden gepensioneerd tussen 31 | § 2. De in § 1 bedoelde bedienden die worden gepensioneerd tussen 31 |
maart van een jaar waarvoor zij de voorwaarden van toekenning van de | maart van een jaar waarvoor zij de voorwaarden van toekenning van de |
syndicale premie vervullen en 31 maart van het volgend jaar, genieten | syndicale premie vervullen en 31 maart van het volgend jaar, genieten |
eveneens de uitkering met betrekking tot dit laatste jaar. | eveneens de uitkering met betrekking tot dit laatste jaar. |
§ 3. Hebben eveneens recht op de syndicale premie, de in § 1 bedoelde | § 3. Hebben eveneens recht op de syndicale premie, de in § 1 bedoelde |
bedienden die lid zijn van de representatieve interprofessionele | bedienden die lid zijn van de representatieve interprofessionele |
werknemersorganisaties welke op nationaal niveau zijn | werknemersorganisaties welke op nationaal niveau zijn |
vertegenwoordigd, die in één of meerdere kleding- en | vertegenwoordigd, die in één of meerdere kleding- en |
confectiebedrijven tewerkgesteld zijn geweest tot na 31 maart van een | confectiebedrijven tewerkgesteld zijn geweest tot na 31 maart van een |
bepaald jaar en die volledig en ononderbroken werkloos zijn gebleven | bepaald jaar en die volledig en ononderbroken werkloos zijn gebleven |
tot 31 maart van het eerstvolgende jaar. | tot 31 maart van het eerstvolgende jaar. |
§ 4. Hebben eveneens recht op de syndicale premie, de in § 1 bedoelde | § 4. Hebben eveneens recht op de syndicale premie, de in § 1 bedoelde |
bedienden die lid zijn van de representatieve interprofessionele | bedienden die lid zijn van de representatieve interprofessionele |
werknemersorganisaties welke op nationaal niveau zijn | werknemersorganisaties welke op nationaal niveau zijn |
vertegenwoordigd, die in één of meerdere kleding- en | vertegenwoordigd, die in één of meerdere kleding- en |
confectiebedrijven tewerkgesteld zijn geweest tot na 31 maart van een | confectiebedrijven tewerkgesteld zijn geweest tot na 31 maart van een |
bepaald jaar en die volledig en ononderbroken werkloos zijn gebleven | bepaald jaar en die volledig en ononderbroken werkloos zijn gebleven |
tot 31 maart van één van de twee volgende jaren na 31 maart van het | tot 31 maart van één van de twee volgende jaren na 31 maart van het |
eerstvolgende jaar werkloosheid, bedoeld in § 3 van dit artikel. | eerstvolgende jaar werkloosheid, bedoeld in § 3 van dit artikel. |
§ 5. De uitkering van de syndicale premie aan deze rechthebbenden | § 5. De uitkering van de syndicale premie aan deze rechthebbenden |
tijdens een ononderbroken werkloosheidsperiode kan slechts worden | tijdens een ononderbroken werkloosheidsperiode kan slechts worden |
opgevorderd indien zij, op het ogenblik van het indienen van de | opgevorderd indien zij, op het ogenblik van het indienen van de |
aanvraag tot uitkering van de syndicale premie, bij het uitbetalend | aanvraag tot uitkering van de syndicale premie, bij het uitbetalend |
organisme van hun keuze en ten behoeve van het fonds : | organisme van hun keuze en ten behoeve van het fonds : |
- een attest inleveren, uitgaande van de werkgever van de kleding- en | - een attest inleveren, uitgaande van de werkgever van de kleding- en |
confectiesector die hen het laatst tewerkstelde en waaruit de datum | confectiesector die hen het laatst tewerkstelde en waaruit de datum |
van het ontslag blijkt; | van het ontslag blijkt; |
- een bewijs van ononderbroken werkloosheid voorleggen, uitgaande van | - een bewijs van ononderbroken werkloosheid voorleggen, uitgaande van |
het betaalorganisme van de wettelijke werkloosheidsvergoeding. | het betaalorganisme van de wettelijke werkloosheidsvergoeding. |
Art. 7.Het bedrag van de syndicale premie, welke elk dienstjaar aan |
Art. 7.Het bedrag van de syndicale premie, welke elk dienstjaar aan |
de rechthebbenden moet worden toegekend, wordt vastgesteld bij | de rechthebbenden moet worden toegekend, wordt vastgesteld bij |
collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor | collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor |
de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, algemeen verbindend | de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, algemeen verbindend |
verklaard bij koninklijk besluit. | verklaard bij koninklijk besluit. |
De syndicale premie wordt, in naam van het fonds, aan de | De syndicale premie wordt, in naam van het fonds, aan de |
belanghebbenden uitbetaald door de werknemersorganisatie waarbij zij | belanghebbenden uitbetaald door de werknemersorganisatie waarbij zij |
zijn aangesloten tegen afgifte van een door het fonds uitgereikte | zijn aangesloten tegen afgifte van een door het fonds uitgereikte |
titel. Deze titel wordt door het fonds aan de in artikel 5 bedoelde | titel. Deze titel wordt door het fonds aan de in artikel 5 bedoelde |
bedienden gezonden. | bedienden gezonden. |
De raad van beheer van het fonds stelt alle andere modaliteiten vast | De raad van beheer van het fonds stelt alle andere modaliteiten vast |
betreffende de uitreiking en de controle van de attesten. | betreffende de uitreiking en de controle van de attesten. |
Art. 8.Voor het einde van elk dienstjaar en op verplichtende wijze in |
Art. 8.Voor het einde van elk dienstjaar en op verplichtende wijze in |
de loop van de maand december, komt de raad van beheer van het fonds | de loop van de maand december, komt de raad van beheer van het fonds |
samen, op uitnodiging van zijn voorzitter, om vast te stellen of de | samen, op uitnodiging van zijn voorzitter, om vast te stellen of de |
sociale vrede al dan niet werd geëerbiedigd, zowel in het vlak van de | sociale vrede al dan niet werd geëerbiedigd, zowel in het vlak van de |
bedrijfssectoren, als in dat van de ondernemingen. | bedrijfssectoren, als in dat van de ondernemingen. |
De raad van beheer stelt vervolgens de bedragen vast welke ter | De raad van beheer stelt vervolgens de bedragen vast welke ter |
beschikking moeten worden gesteld van de meest representatieve | beschikking moeten worden gesteld van de meest representatieve |
werknemersorganisaties, welke zich met het uitkeren van bedoelde | werknemersorganisaties, welke zich met het uitkeren van bedoelde |
sommen aan de rechthebbenden belasten. | sommen aan de rechthebbenden belasten. |
Het bedrag van de syndicale premie, de voorwaarden van toekenning en | Het bedrag van de syndicale premie, de voorwaarden van toekenning en |
de betaling worden vastgesteld, eventueel op voorstel van de raad van | de betaling worden vastgesteld, eventueel op voorstel van de raad van |
bestuur, door een algemeen verbindend verklaarde collectieve | bestuur, door een algemeen verbindend verklaarde collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK IV. - Beheer | HOOFDSTUK IV. - Beheer |
Art. 9.Het fonds wordt door een paritaire raad van beheer beheerd. |
Art. 9.Het fonds wordt door een paritaire raad van beheer beheerd. |
Deze raad is samengesteld uit vijf leden die de bedienden en uit vijf | Deze raad is samengesteld uit vijf leden die de bedienden en uit vijf |
leden die de werkgevers vertegenwoordigen, die door het Paritair | leden die de werkgevers vertegenwoordigen, die door het Paritair |
Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf in zijn | Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf in zijn |
schoot worden aangeduid. | schoot worden aangeduid. |
De hoedanigheid van lid van de raad van beheer gaat verloren | De hoedanigheid van lid van de raad van beheer gaat verloren |
gelijktijdig met het verlies van de hoedanigheid van effectief of | gelijktijdig met het verlies van de hoedanigheid van effectief of |
plaatsvervangend lid van het paritair comité. In dit geval duidt de | plaatsvervangend lid van het paritair comité. In dit geval duidt de |
betrokken organisatie een nieuw lid aan dat het mandaat van zijn | betrokken organisatie een nieuw lid aan dat het mandaat van zijn |
voorganger beëindigt. | voorganger beëindigt. |
Art. 10.Elk jaar stelt de raad van beheer in zijn schoot een |
Art. 10.Elk jaar stelt de raad van beheer in zijn schoot een |
voorzitter en een ondervoorzitter aan. | voorzitter en een ondervoorzitter aan. |
Voor het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap wordt een | Voor het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap wordt een |
beurtregeling toegepast onder de vertegenwoordigers van de werkgevers | beurtregeling toegepast onder de vertegenwoordigers van de werkgevers |
en deze van de bedienden. | en deze van de bedienden. |
Art. 11.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van zijn |
Art. 11.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van zijn |
voorzitter. | voorzitter. |
De voorzitter dient de raad van beheer minstens éénmaal per semester | De voorzitter dient de raad van beheer minstens éénmaal per semester |
bijeen te roepen en telkens als ten minste twee leden van de raad erom | bijeen te roepen en telkens als ten minste twee leden van de raad erom |
verzoeken. | verzoeken. |
De uitnodiging vermeldt de bondige agenda. | De uitnodiging vermeldt de bondige agenda. |
De notulen worden opgesteld door de directeur van het fonds en | De notulen worden opgesteld door de directeur van het fonds en |
ondertekend door de voorzitter van de vergadering. De uittreksels uit | ondertekend door de voorzitter van de vergadering. De uittreksels uit |
de notulen worden door de voorzitter en één beheerder ondertekend. | de notulen worden door de voorzitter en één beheerder ondertekend. |
De beslissingen worden genomen met enkelvoudige meerderheid van | De beslissingen worden genomen met enkelvoudige meerderheid van |
stemmen van de aanwezige leden. De stemming is geldig wanneer ten | stemmen van de aanwezige leden. De stemming is geldig wanneer ten |
minste twee leden van elke paritaire groep aan de stemming hebben | minste twee leden van elke paritaire groep aan de stemming hebben |
deelgenomen, en op voorwaarde dat het ter stemming gelegde punt | deelgenomen, en op voorwaarde dat het ter stemming gelegde punt |
duidelijk staat vermeld op de agenda van de vergadering. | duidelijk staat vermeld op de agenda van de vergadering. |
Art. 12.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en |
Art. 12.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en |
alle voor zijn goede werking vereiste maatregelen te treffen. Hij | alle voor zijn goede werking vereiste maatregelen te treffen. Hij |
beschikt over de ruimste machten voor het beheer en de leiding van het | beschikt over de ruimste machten voor het beheer en de leiding van het |
fonds. | fonds. |
De raad van beheer verschijnt in rechte in naam van het fonds. | De raad van beheer verschijnt in rechte in naam van het fonds. |
De raad van beheer kan aan één of meer van zijn leden, of zelfs aan | De raad van beheer kan aan één of meer van zijn leden, of zelfs aan |
derden, bijzondere machten overdragen. | derden, bijzondere machten overdragen. |
Voor alle handelingen, andere dan deze waarvoor de raad bijzondere | Voor alle handelingen, andere dan deze waarvoor de raad bijzondere |
volmachten verleent, volstaat de gemeenschappelijke handtekening van | volmachten verleent, volstaat de gemeenschappelijke handtekening van |
twee beheerders, één van elke paritaire groep. | twee beheerders, één van elke paritaire groep. |
De verantwoordelijkheid van de beheerders is beperkt tot de uitvoering | De verantwoordelijkheid van de beheerders is beperkt tot de uitvoering |
van hun mandaat en hun beheer en behelst geen enkele persoonlijke | van hun mandaat en hun beheer en behelst geen enkele persoonlijke |
verplichting ten aanzien van de verbintenissen van het fonds. | verplichting ten aanzien van de verbintenissen van het fonds. |
HOOFDSTUK V. - Financiering | HOOFDSTUK V. - Financiering |
Art. 13.§ 1. Het fonds beschikt over de door in artikel 5 van deze |
Art. 13.§ 1. Het fonds beschikt over de door in artikel 5 van deze |
statuten bedoelde werkgevers verschuldigde bijdragen. | statuten bedoelde werkgevers verschuldigde bijdragen. |
§ 2. Ter uitvoering van artikel 3, 4° van deze statuten maakt het | § 2. Ter uitvoering van artikel 3, 4° van deze statuten maakt het |
fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel | fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel |
bedoelde bijdragen, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de | bedoelde bijdragen, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" een als volgt | bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" een als volgt |
vastgesteld bedrag over : | vastgesteld bedrag over : |
- van 1 januari 2001 tot 31 maart 2015 : | - van 1 januari 2001 tot 31 maart 2015 : |
1,20 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; | 1,20 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; |
- van 1 april 2015 tot 31 maart 2017 : | - van 1 april 2015 tot 31 maart 2017 : |
1,02 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. | 1,02 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. |
§ 3. Ter uitvoering van artikel 3, 8° van deze statuten maakt het | § 3. Ter uitvoering van artikel 3, 8° van deze statuten maakt het |
fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel | fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel |
bedoelde bijdragen, aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de | bedoelde bijdragen, aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de |
Confectie (IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : | Confectie (IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : |
- van 1 januari 2001 tot 31 maart 2015 : | - van 1 januari 2001 tot 31 maart 2015 : |
36,14 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; | 36,14 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; |
- van 1 april 2015 tot 31 maart 2017 : | - van 1 april 2015 tot 31 maart 2017 : |
30,61 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. | 30,61 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. |
Art. 14.Van 1 januari 2001 tot 31 maart 2015 worden de |
Art. 14.Van 1 januari 2001 tot 31 maart 2015 worden de |
werkgeversbijdragen bepaald op 0,83 pct. van de bruto wedden der | werkgeversbijdragen bepaald op 0,83 pct. van de bruto wedden der |
bedienden. | bedienden. |
Van 1 april 2015 tot 31 maart 2017 worden de werkgeversbijdragen | Van 1 april 2015 tot 31 maart 2017 worden de werkgeversbijdragen |
bepaald op 0,98 pct. van de bruto wedden der bedienden. | bepaald op 0,98 pct. van de bruto wedden der bedienden. |
Art. 15.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
Art. 15.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
voor Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 | voor Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 |
januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. | januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. |
Aan de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het sociaal | Aan de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het sociaal |
fonds gestorte bedragen worden de door de raad van beheer aan het | fonds gestorte bedragen worden de door de raad van beheer aan het |
sociaal fonds vastgestelde beheer- en werkingskosten afgetrokken. | sociaal fonds vastgestelde beheer- en werkingskosten afgetrokken. |
HOOFDSTUK VI. - Begrotingen, rekeningen | HOOFDSTUK VI. - Begrotingen, rekeningen |
Art. 16.Het maatschappelijk dienstjaar vangt aan op 1 januari en |
Art. 16.Het maatschappelijk dienstjaar vangt aan op 1 januari en |
eindigt op 31 december. | eindigt op 31 december. |
Op laatstgenoemde datum worden de rekeningen afgesloten en onderzocht | Op laatstgenoemde datum worden de rekeningen afgesloten en onderzocht |
door de raad van beheer; vervolgens door een door het Paritair Comité | door de raad van beheer; vervolgens door een door het Paritair Comité |
voor de bedienden van het kleding- en het confectiebedrijf aangeduide | voor de bedienden van het kleding- en het confectiebedrijf aangeduide |
accountant, welke ermede wordt belast ze te controleren. | accountant, welke ermede wordt belast ze te controleren. |
Vóór 1 mei worden de jaarrekeningen, het jaarverslag met betrekking | Vóór 1 mei worden de jaarrekeningen, het jaarverslag met betrekking |
tot het fonds voor bestaanszekerheid en het verslag van de revisor(en) | tot het fonds voor bestaanszekerheid en het verslag van de revisor(en) |
of de accountant(s) overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair | of de accountant(s) overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. | Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. |
Art. 17.Bij de aanvang van elk dienstjaar en vóór 1 mei, maakt de |
Art. 17.Bij de aanvang van elk dienstjaar en vóór 1 mei, maakt de |
raad van beheer van het fonds een begroting voor het dienstjaar op. | raad van beheer van het fonds een begroting voor het dienstjaar op. |
Deze begroting moet behelzen : | Deze begroting moet behelzen : |
1° het bedrag van de onder de bedienden te verdelen sommen, indien de | 1° het bedrag van de onder de bedienden te verdelen sommen, indien de |
bij artikel 8 voorziene voorwaarden zijn vervuld; | bij artikel 8 voorziene voorwaarden zijn vervuld; |
2° het bedrag van de sommen, welke toekomen aan de werkgevers- en | 2° het bedrag van de sommen, welke toekomen aan de werkgevers- en |
werknemersorganisaties in verband met de initiatieven bedoeld in | werknemersorganisaties in verband met de initiatieven bedoeld in |
artikel 3, punt 6 van deze statuten; | artikel 3, punt 6 van deze statuten; |
3° het voor de beheer- en werkingskosten voorbehouden bedrag; | 3° het voor de beheer- en werkingskosten voorbehouden bedrag; |
4° het ereloon van de accountant die met het nazicht van de rekeningen | 4° het ereloon van de accountant die met het nazicht van de rekeningen |
is belast. | is belast. |
HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening | HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening |
Art. 18.Het fonds kan worden ontbonden onder de in artikel 4 |
Art. 18.Het fonds kan worden ontbonden onder de in artikel 4 |
voorziene voorwaarden of ten alle tijde bij collectieve | voorziene voorwaarden of ten alle tijde bij collectieve |
arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden | arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden |
van het kleding- en confectiebedrijf. | van het kleding- en confectiebedrijf. |
Het paritair comité stelt de vereffenaars aan en bepaalt de | Het paritair comité stelt de vereffenaars aan en bepaalt de |
vereffeningsmodaliteiten. | vereffeningsmodaliteiten. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |