Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
9 JULI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 9 JULI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen (1) | confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het |
kleding- en confectiebedrijf; | kleding- en confectiebedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen. | confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 9 juli 2010. | Gegeven te Brussel, 9 juli 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 2009 |
Conventioneel brugpensioen | Conventioneel brugpensioen |
(Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer |
96351/CO/215) | 96351/CO/215) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder het | de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder het |
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf |
ressorteren. | ressorteren. |
HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en duur | HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en duur |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de |
verderzetting van de toepassing van het stelsel van conventioneel | verderzetting van de toepassing van het stelsel van conventioneel |
brugpensioen gedurende de periode van 1 juli 2009 tot 30 juni 2011, | brugpensioen gedurende de periode van 1 juli 2009 tot 30 juni 2011, |
overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december | overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december |
1992 en van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het | 1992 en van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het |
conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact. | conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact. |
Art. 3.In uitvoering van artikel 3, 3° van de statuten, vastgesteld |
Art. 3.In uitvoering van artikel 3, 3° van de statuten, vastgesteld |
bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in | bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in |
het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en | het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het | confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het |
"Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en | "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf", laatst gewijzigd bij collectieve | confectiebedrijf", laatst gewijzigd bij collectieve |
arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008, wordt aan de bedienden, bedoeld | arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008, wordt aan de bedienden, bedoeld |
in artikel 4, een aanvullende vergoeding, waarvan het bedrag en de | in artikel 4, een aanvullende vergoeding, waarvan het bedrag en de |
wijzen van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld, toegekend | wijzen van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld, toegekend |
ten laste van genoemd fonds voor de bedienden die in het systeem van | ten laste van genoemd fonds voor de bedienden die in het systeem van |
het brugpensioen treden tijdens de periode van 1 juli 2009 tot 30 juni | het brugpensioen treden tijdens de periode van 1 juli 2009 tot 30 juni |
2011. | 2011. |
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende | HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende |
vergoeding | vergoeding |
Art. 4.De in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
Art. 4.De in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
toekennen van gelijkaardige voordelen, overeenkomstig de collectieve | toekennen van gelijkaardige voordelen, overeenkomstig de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de | arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de |
Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende | Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende |
vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij |
worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 16 januari 1975, laatst gewijzigd bij collectieve | van 16 januari 1975, laatst gewijzigd bij collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17tricies ter van 22 december 2008. Deze | arbeidsovereenkomst nr. 17tricies ter van 22 december 2008. Deze |
aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de bedienden die ontslagen | aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de bedienden die ontslagen |
worden, met andere woorden aan bedienden die ongewild werkloos worden | worden, met andere woorden aan bedienden die ongewild werkloos worden |
gesteld en die de leeftijd van 58 jaar of ouder bereikt hebben tussen | gesteld en die de leeftijd van 58 jaar of ouder bereikt hebben tussen |
1 juli 2009 en 30 juni 2011. | 1 juli 2009 en 30 juni 2011. |
De opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte | De opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte |
periode mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van deze | periode mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst indien tegelijk aan de volgende | collectieve arbeidsovereenkomst indien tegelijk aan de volgende |
voorwaarden is voldaan : | voorwaarden is voldaan : |
- de ontslagen bediende voldoet aan de in het vorige lid vermelde | - de ontslagen bediende voldoet aan de in het vorige lid vermelde |
leeftijdsvoorwaarden; | leeftijdsvoorwaarden; |
- de opzegging werd betekend vóór 30 juni 2011; | - de opzegging werd betekend vóór 30 juni 2011; |
- de opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte | - de opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte |
periode neemt een einde uiterlijk op 30 juni 2013. | periode neemt een einde uiterlijk op 30 juni 2013. |
Voor de toepassing van deze derde voorwaarde wordt geen rekening | Voor de toepassing van deze derde voorwaarde wordt geen rekening |
gehouden met de verlenging van de opzeggingstermijn doorgevoerd in | gehouden met de verlenging van de opzeggingstermijn doorgevoerd in |
toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli | toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 5.De bedienden die voldoen aan de door artikel 4 vereiste |
Art. 5.De bedienden die voldoen aan de door artikel 4 vereiste |
voorwaarden komen in aanmerking voor de in hetzelfde artikel 4 | voorwaarden komen in aanmerking voor de in hetzelfde artikel 4 |
vermelde aanvullende vergoeding indien zij, bovenop de vereiste | vermelde aanvullende vergoeding indien zij, bovenop de vereiste |
loondienst, voorzien door hetzij artikel 2 van het koninklijk besluit | loondienst, voorzien door hetzij artikel 2 van het koninklijk besluit |
van 7 december 1992 betreffende de toekenning van | van 7 december 1992 betreffende de toekenning van |
werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, | werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, |
hetzij door artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot | hetzij door artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot |
regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het | regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het |
Generatiepact, tevens het bewijs kunnen voorleggen van : | Generatiepact, tevens het bewijs kunnen voorleggen van : |
- hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 5 jaar voor het | - hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 5 jaar voor het |
ontslag, dat het recht op brugpensioen opent, in één of meerdere | ontslag, dat het recht op brugpensioen opent, in één of meerdere |
ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden | ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden |
van het kleding- en confectiebedrijf; | van het kleding- en confectiebedrijf; |
- hetzij een loopbaan van minstens 10 jaar tewerkstelling in | - hetzij een loopbaan van minstens 10 jaar tewerkstelling in |
onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden | onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden |
van het kleding- en confectiebedrijf, na beëindiging van de | van het kleding- en confectiebedrijf, na beëindiging van de |
arbeidsovereenkomst in een onderneming ressorterend onder het Paritair | arbeidsovereenkomst in een onderneming ressorterend onder het Paritair |
Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. | Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. |
Art. 6.De bedienden die voldoen aan de in de artikelen 4 en 5 |
Art. 6.De bedienden die voldoen aan de in de artikelen 4 en 5 |
bepaalde voorwaarden hebben, voor zover zij werkloosheidsuitkeringen | bepaalde voorwaarden hebben, voor zover zij werkloosheidsuitkeringen |
ontvangen, recht op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij | ontvangen, recht op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij |
de leeftijd bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn. | de leeftijd bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn. |
Art. 7.De aanvullende vergoeding wordt verder uitbetaald in geval van |
Art. 7.De aanvullende vergoeding wordt verder uitbetaald in geval van |
werkhervatting door de werknemers die zijn ontslagen, zoals bedoeld in | werkhervatting door de werknemers die zijn ontslagen, zoals bedoeld in |
artikel 4bis, ter en quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | artikel 4bis, ter en quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot | 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot |
invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van | invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van |
sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen | sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen |
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, |
laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies ter | laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies ter |
van 22 december 2008. | van 22 december 2008. |
De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het | De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het |
stelsel zouden zijn getreden en die nadien opnieuw de regeling wensen | stelsel zouden zijn getreden en die nadien opnieuw de regeling wensen |
te genieten. | te genieten. |
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de | helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de |
werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
Art. 9.Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto-maandloon, |
Art. 9.Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto-maandloon, |
begrensd tot 3.476,03 EUR op 1 januari 2009 en verminderd met de | begrensd tot 3.476,03 EUR op 1 januari 2009 en verminderd met de |
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. | persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. |
De grens van 3.476,03 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer der | De grens van 3.476,03 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer der |
consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 | consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 |
augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, | augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, |
lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de | lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de |
openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de | openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de |
bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening | bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening |
van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede | van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede |
de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan | de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan |
het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. | het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. |
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in | Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in |
functie van de ontwikkeling van de regelingslonen, overeenkomstig | functie van de ontwikkeling van de regelingslonen, overeenkomstig |
hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale Arbeidsraad. Het | hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale Arbeidsraad. Het |
nettoreferteloon wordt in EUR tot op de hogere eenheid afgerond. | nettoreferteloon wordt in EUR tot op de hogere eenheid afgerond. |
Art. 10.§ 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
Art. 10.§ 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bedienden verrichte | rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bedienden verrichte |
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en | prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en |
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het | waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het |
omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale | omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale |
zekerheid onderworpen zijn. | zekerheid onderworpen zijn. |
Daarentegen worden de premies of vergoedingen die als tegenwaarde van | Daarentegen worden de premies of vergoedingen die als tegenwaarde van |
werkelijke kosten worden verleend niet in aanmerking genomen. | werkelijke kosten worden verleend niet in aanmerking genomen. |
§ 2. Voor de per maand betaalde bediende wordt als brutoloon | § 2. Voor de per maand betaalde bediende wordt als brutoloon |
beschouwd, het loon dat hij(zij) gedurende de in navolgende § 6 | beschouwd, het loon dat hij(zij) gedurende de in navolgende § 6 |
bepaalde refertemaand heeft verdiend, onverminderd de toepassing van § | bepaalde refertemaand heeft verdiend, onverminderd de toepassing van § |
7 van dit artikel. | 7 van dit artikel. |
§ 3. Voor de bediende die niet per maand wordt betaald, wordt het | § 3. Voor de bediende die niet per maand wordt betaald, wordt het |
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale | brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale |
uurloon wordt bekomend door het loon voor de normale prestaties van de | uurloon wordt bekomend door het loon voor de normale prestaties van de |
refertemaand te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte | refertemaand te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte |
normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met | normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met |
het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse arbeidstijd van de | het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse arbeidstijd van de |
bediende; dat product vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt | bediende; dat product vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt |
overeen met het maandloon. | overeen met het maandloon. |
§ 4. Het brutoloon van de bediende die gedurende de ganse refertemaand | § 4. Het brutoloon van de bediende die gedurende de ganse refertemaand |
niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij (zij) aanwezig was | niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij (zij) aanwezig was |
geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. Indien | geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. Indien |
de bediende, krachtens de bepalingen van zijn (haar) | de bediende, krachtens de bepalingen van zijn (haar) |
arbeidsovereenkomst slechts gedurende een gedeelte van de | arbeidsovereenkomst slechts gedurende een gedeelte van de |
referentiemaand moet werken en hij (zij) al die tijd niet heeft | referentiemaand moet werken en hij (zij) al die tijd niet heeft |
gewerkt, wordt het brutoloon berekend op grond van het aantal | gewerkt, wordt het brutoloon berekend op grond van het aantal |
arbeidsdagen dat in zijn (haar) arbeidsovereenkomst is vastgelegd. | arbeidsdagen dat in zijn (haar) arbeidsovereenkomst is vastgelegd. |
§ 5. Het door de bediende verdiende brutoloon, ongeacht of het per | § 5. Het door de bediende verdiende brutoloon, ongeacht of het per |
maand of op een andere wijze wordt betaald, wordt vermeerderd met één | maand of op een andere wijze wordt betaald, wordt vermeerderd met één |
twaalfde van het totaal der contractuele premies en van de | twaalfde van het totaal der contractuele premies en van de |
veranderlijke bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen | veranderlijke bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen |
maand overschrijdt en door die bediende in de loop van de twaalf | maand overschrijdt en door die bediende in de loop van de twaalf |
maanden die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. | maanden die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. |
§ 6. Als refertemaand wordt de kalendermaand, die de datum van het | § 6. Als refertemaand wordt de kalendermaand, die de datum van het |
ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. | ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. |
§ 7. Indien evenwel blijkt dat het tijdens deze refertemaand verdiende | § 7. Indien evenwel blijkt dat het tijdens deze refertemaand verdiende |
loon hoger ligt dan het loon van de vorige zes maanden ten gevolge van | loon hoger ligt dan het loon van de vorige zes maanden ten gevolge van |
een loonsverhoging, die niet op indexiële of op collectieve | een loonsverhoging, die niet op indexiële of op collectieve |
conventionele basis heeft plaatsgevonden, zal de aanvullende | conventionele basis heeft plaatsgevonden, zal de aanvullende |
vergoeding betekend worden op het loon van zes maanden vóór het | vergoeding betekend worden op het loon van zes maanden vóór het |
ontslag, verhoogd op indexiële en conventionele basis. | ontslag, verhoogd op indexiële en conventionele basis. |
§ 8. Indien de bediende een variabel loon geniet, en de toepassing van | § 8. Indien de bediende een variabel loon geniet, en de toepassing van |
het loon van de laatste refertemaand zou leiden tot een lagere | het loon van de laatste refertemaand zou leiden tot een lagere |
aanvullende vergoeding dan een aanvullende vergoeding, berekend op | aanvullende vergoeding dan een aanvullende vergoeding, berekend op |
basis van het gemiddeld loon verdiend tijdens de twaalf maanden | basis van het gemiddeld loon verdiend tijdens de twaalf maanden |
voorafgaand aan het ontslag, kan de bediende in kwestie aanspraak | voorafgaand aan het ontslag, kan de bediende in kwestie aanspraak |
maken op een aanvullende vergoeding die berekend wordt op basis van | maken op een aanvullende vergoeding die berekend wordt op basis van |
het gemiddeld loon verdiend tijdens deze twaalf maanden, voorafgaand | het gemiddeld loon verdiend tijdens deze twaalf maanden, voorafgaand |
aan het ontslag. | aan het ontslag. |
HOOFDSTUK V. - Rechten deeltijdse bedienden | HOOFDSTUK V. - Rechten deeltijdse bedienden |
Art. 11.Bedienden die tewerkgesteld zijn in een deeltijdse |
Art. 11.Bedienden die tewerkgesteld zijn in een deeltijdse |
arbeidsregeling vóór het ontslag dat het recht op brugpensioen opent, | arbeidsregeling vóór het ontslag dat het recht op brugpensioen opent, |
hebben recht op de in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding voor | hebben recht op de in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding voor |
zover zij de voorwaarden vervullen bepaald bij de artikelen 4 en 5 van | zover zij de voorwaarden vervullen bepaald bij de artikelen 4 en 5 van |
deze collectieve arbeidsovereenkomst en indien zij recht hebben op | deze collectieve arbeidsovereenkomst en indien zij recht hebben op |
werkloosheidsuitkeringen. | werkloosheidsuitkeringen. |
De aanvullende vergoeding wordt berekend op basis van het loon voor de | De aanvullende vergoeding wordt berekend op basis van het loon voor de |
deeltijdse arbeidsregeling tenzij de bediende zich kan beroepen op de | deeltijdse arbeidsregeling tenzij de bediende zich kan beroepen op de |
uitzonderingen bepaald bij de hiernavolgende artikelen 12, 13 en 14. | uitzonderingen bepaald bij de hiernavolgende artikelen 12, 13 en 14. |
Art. 12.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
Art. 12.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
toegekend wordt aan de bedienden die een deeltijdse arbeidsregeling | toegekend wordt aan de bedienden die een deeltijdse arbeidsregeling |
hebben aanvaard om aan de werkloosheid te ontsnappen en die | hebben aanvaard om aan de werkloosheid te ontsnappen en die |
ingeschreven gebleven zijn als voltijdse werkzoekende, zal berekend | ingeschreven gebleven zijn als voltijdse werkzoekende, zal berekend |
worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse werknemer | worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse werknemer |
en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse tewerkstelling, voor | en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse tewerkstelling, voor |
zover de werknemer een voltijdse tewerkstelling van 5 jaar in de | zover de werknemer een voltijdse tewerkstelling van 5 jaar in de |
kleding en confectienijverheid bewijst tijdens een periode van 10 jaar | kleding en confectienijverheid bewijst tijdens een periode van 10 jaar |
die de brugpensioenstelling voorafgaat. | die de brugpensioenstelling voorafgaat. |
Art. 13.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
Art. 13.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
toegekend wordt aan de bedienden die vrijwillig een deeltijdse | toegekend wordt aan de bedienden die vrijwillig een deeltijdse |
arbeidsbetrekking in de kleding- en confectienijverheid hebben | arbeidsbetrekking in de kleding- en confectienijverheid hebben |
aanvaard, zal berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door | aanvaard, zal berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door |
een voltijdse werknemer en niet overeenkomstig het loon van de | een voltijdse werknemer en niet overeenkomstig het loon van de |
deeltijdse tewerkstelling voor zover de werknemer in het | deeltijdse tewerkstelling voor zover de werknemer in het |
beroepsverleden 20 jaar voltijdse tewerkstelling in de kleding- en | beroepsverleden 20 jaar voltijdse tewerkstelling in de kleding- en |
confectienijverheid kan bewijzen. | confectienijverheid kan bewijzen. |
Art. 14.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
Art. 14.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
toegekend wordt aan de bedienden die een recht uitoefenen op | toegekend wordt aan de bedienden die een recht uitoefenen op |
tijdskrediet, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | tijdskrediet, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
77bis, ter en quater van de Nationale Arbeidsraad, zal berekend worden | 77bis, ter en quater van de Nationale Arbeidsraad, zal berekend worden |
overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse werknemer en niet | overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse werknemer en niet |
overeenkomstig het loon van de deeltijdse tewerkstelling. | overeenkomstig het loon van de deeltijdse tewerkstelling. |
HOOFDSTUK VI. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende | HOOFDSTUK VI. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende |
vergoeding | vergoeding |
Art. 15.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding wordt |
Art. 15.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding wordt |
gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der | gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der |
consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn | consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn |
inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de | inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de |
wet van 2 augustus 1971. | wet van 2 augustus 1971. |
Het bedrag van deze vergoeding wordt daarenboven elk jaar op 1 januari | Het bedrag van deze vergoeding wordt daarenboven elk jaar op 1 januari |
herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen | herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen |
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale | overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling | Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling |
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de | toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de |
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het | regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het |
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in | jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in |
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. | aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. |
HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere | HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere |
voordelen | voordelen |
Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
andere, wegens ontslag verleende speciale vergoedingen of toeslagen | andere, wegens ontslag verleende speciale vergoedingen of toeslagen |
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. | die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. |
De bediende die onder de in artikel 4 voorziene voorwaarden worden | De bediende die onder de in artikel 4 voorziene voorwaarden worden |
ontslagen, moeten eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten | ontslagen, moeten eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten |
uitputten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de in dit artikel 4 | uitputten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de in dit artikel 4 |
voorziene aanvullende vergoeding. | voorziene aanvullende vergoeding. |
Het in het voorgaande lid geformuleerde cumulatieverbod is niet van | Het in het voorgaande lid geformuleerde cumulatieverbod is niet van |
toepassing op de sluitingsvergoeding, voorzien bij de wet van 28 juni | toepassing op de sluitingsvergoeding, voorzien bij de wet van 28 juni |
1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen | 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen |
worden bij sluiting van ondernemingen. | worden bij sluiting van ondernemingen. |
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure | HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure |
Art. 17.Vooraleer één of meerdere bedienden, bedoeld bij artikel 4, |
Art. 17.Vooraleer één of meerdere bedienden, bedoeld bij artikel 4, |
te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van | te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van |
het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met | het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met |
de vakbondsafvaardiging. | de vakbondsafvaardiging. |
Onverminderd de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst | Onverminderd de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst |
gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie | gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie |
van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en | van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en |
collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, | collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, |
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september |
1972, inzonderheid artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel, in | 1972, inzonderheid artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel, in |
gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming van | gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming van |
kracht zijnde afdankingscriteria, bedienden die aan de in artikel 4 | kracht zijnde afdankingscriteria, bedienden die aan de in artikel 4 |
bepaalde leeftijdscriteria voldoen, bij voorrang kunnen worden | bepaalde leeftijdscriteria voldoen, bij voorrang kunnen worden |
ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen | ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen |
genieten. | genieten. |
Bij ontstentenis van een ondernemingsraad of van vakbondsafvaardiging, | Bij ontstentenis van een ondernemingsraad of van vakbondsafvaardiging, |
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de | heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de |
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de | representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de |
bedienden van de onderneming. | bedienden van de onderneming. |
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever | Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever |
daarenboven de betrokken bediende - bij aangetekend schrijven - uit | daarenboven de betrokken bediende - bij aangetekend schrijven - uit |
tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. | tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. |
Dit onderhoud heeft tot doel aan de bediende de gelegenheid te geven | Dit onderhoud heeft tot doel aan de bediende de gelegenheid te geven |
zijn (haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag | zijn (haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag |
kenbaar te maken; overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst | kenbaar te maken; overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 2 juni 1975, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van | van 2 juni 1975, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van |
het kleding- en confectiebedrijf betreffende het statuut van de | het kleding- en confectiebedrijf betreffende het statuut van de |
syndicale afvaardiging, inzonderheid artikel 12, kan de bediende zich | syndicale afvaardiging, inzonderheid artikel 12, kan de bediende zich |
bij dit onderhoud laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. | bij dit onderhoud laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. |
De opzegging kan ten vroegste geschieden, de tweede werkdag na de dag | De opzegging kan ten vroegste geschieden, de tweede werkdag na de dag |
waarop dit onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. | waarop dit onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. |
De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling | De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling |
te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de | te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de |
arbeidsreserve. | arbeidsreserve. |
HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding en de | HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding en de |
bijzondere werkgeversbijdragen | bijzondere werkgeversbijdragen |
Art. 18.De bediende die aanspraak wenst te maken op de aanvullende |
Art. 18.De bediende die aanspraak wenst te maken op de aanvullende |
vergoeding, bedoeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet | vergoeding, bedoeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet |
daartoe schriftelijk een aanvraag indienen bij het "Sociaal | daartoe schriftelijk een aanvraag indienen bij het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf". | Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf". |
De betaling van de aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitgevoerd | De betaling van de aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitgevoerd |
door het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en | door het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf". | confectiebedrijf". |
Het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en | Het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf" staat eveneens in voor de betaling van de bijzondere | confectiebedrijf" staat eveneens in voor de betaling van de bijzondere |
werkgeversbijdragen, bedoeld in artikel 148 van de wet van 27 december | werkgeversbijdragen, bedoeld in artikel 148 van de wet van 27 december |
2006 houdende diverse bepalingen, gewijzigd bij artikel 49 van de | 2006 houdende diverse bepalingen, gewijzigd bij artikel 49 van de |
programmawet van 27 april 2007. | programmawet van 27 april 2007. |
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen |
Art. 19.De administratieve formaliteiten, nodig voor de uitvoering |
Art. 19.De administratieve formaliteiten, nodig voor de uitvoering |
van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de raad van | van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de raad van |
beheer van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het | beheer van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het |
kleding- en confectiebedrijf "vastgesteld. | kleding- en confectiebedrijf "vastgesteld. |
Art. 20.De algemene interpretatiemogelijkheden van deze collectieve |
Art. 20.De algemene interpretatiemogelijkheden van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst kunnen door de raad van beheer van het "Sociaal | arbeidsovereenkomst kunnen door de raad van beheer van het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" | Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" |
worden beslecht in de geest van en refererend naar voormelde | worden beslecht in de geest van en refererend naar voormelde |
collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974. | collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974. |
Art. 21.Indien blijkt dat de op het afgeleverde werkloosheidsdocument |
Art. 21.Indien blijkt dat de op het afgeleverde werkloosheidsdocument |
vermelde gegevens niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van | vermelde gegevens niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van |
de werkloosheidsreglementeringen en/of met de in deze collectieve | de werkloosheidsreglementeringen en/of met de in deze collectieve |
arbeidsovereenkomst vermelde bepalingen zal de directeur van het | arbeidsovereenkomst vermelde bepalingen zal de directeur van het |
"Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en | "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
confectiebedrijf" de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening daarvan | confectiebedrijf" de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening daarvan |
onverwijld in kennis stellen teneinde te komen tot een correcte | onverwijld in kennis stellen teneinde te komen tot een correcte |
berekening van het verschuldigde brugpensioen. | berekening van het verschuldigde brugpensioen. |
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 11 december 2007 betreffende het conventioneel | arbeidsovereenkomst van 11 december 2007 betreffende het conventioneel |
brugpensioen. | brugpensioen. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2009 | Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2009 |
en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2011. | en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2011. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juli |
2010. | 2010. |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |