Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 08/07/2020
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de sociale voordelen voor de uitzendkrachten "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de sociale voordelen voor de uitzendkrachten Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de sociale voordelen voor de uitzendkrachten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
8 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 8 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020,
gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende
ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de
sociale voordelen voor de uitzendkrachten (1) sociale voordelen voor de uitzendkrachten (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en
de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren; de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020,
gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende
ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de
sociale voordelen voor de uitzendkrachten. sociale voordelen voor de uitzendkrachten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juli 2020. Gegeven te Brussel, 8 juli 2020.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
N. MUYLLE N. MUYLLE
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die
buurtwerken of -diensten leveren buurtwerken of -diensten leveren
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020 Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2020
Sociale voordelen voor de uitzendkrachten (Overeenkomst geregistreerd Sociale voordelen voor de uitzendkrachten (Overeenkomst geregistreerd
op 17 maart 2020 onder het nummer 157663/CO/322) op 17 maart 2020 onder het nummer 157663/CO/322)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

1° de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli 1° de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli
1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter
beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers
(Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987), verder genoemd "de (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987), verder genoemd "de
werkgever"; werkgever";
2° de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van genoemde wet van 2° de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van genoemde wet van
24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld, verder 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld, verder
genoemd "de uitzendkracht". genoemd "de uitzendkracht".
HOOFDSTUK II. - Bijkomende vergoeding in geval van technische of HOOFDSTUK II. - Bijkomende vergoeding in geval van technische of
economische werkloosheid economische werkloosheid

Art. 2.Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de

Art. 2.Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de

uitzendkrachten-arbeiders die technisch of economisch werkloos worden uitzendkrachten-arbeiders die technisch of economisch werkloos worden
terwijl zij in dienst zijn van een uitzendbedrijf dat erkend is om terwijl zij in dienst zijn van een uitzendbedrijf dat erkend is om
activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het
bouwbedrijf (PC 124). bouwbedrijf (PC 124).

Art. 3.Arbeiders

Art. 3.Arbeiders

§ 1. In geval van technische of economische werkloosheid bij de § 1. In geval van technische of economische werkloosheid bij de
gebruikende onderneming, zoals bedoeld bij de artikelen 49 en 51 van gebruikende onderneming, zoals bedoeld bij de artikelen 49 en 51 van
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch
Staatsblad van 22 augustus 1978), heeft de uitzendkracht, ten laste Staatsblad van 22 augustus 1978), heeft de uitzendkracht, ten laste
van het sociaal fonds, recht op een bijkomende vergoeding bovenop de van het sociaal fonds, recht op een bijkomende vergoeding bovenop de
werkloosheidsuitkeringen. werkloosheidsuitkeringen.
De uitzendkracht heeft in geval van tijdelijke werkloosheid ingevolge De uitzendkracht heeft in geval van tijdelijke werkloosheid ingevolge
slecht weer, zoals bedoeld in artikel 50 van de wet van 3 juli 1978 slecht weer, zoals bedoeld in artikel 50 van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten, ten laste van het sociaal fonds betreffende de arbeidsovereenkomsten, ten laste van het sociaal fonds
recht op een bijkomende vergoeding bovenop de recht op een bijkomende vergoeding bovenop de
werkloosheidsuitkeringen. werkloosheidsuitkeringen.
§ 2. Deze bijkomende vergoeding bedraagt 3,96 EUR per werkdag die, § 2. Deze bijkomende vergoeding bedraagt 3,96 EUR per werkdag die,
omwille van de werkloosheid, niet werd gepresteerd en is verschuldigd omwille van de werkloosheid, niet werd gepresteerd en is verschuldigd
tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid. tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.
Vanaf 1 januari 2021 zal deze bijkomende vergoeding op 1 januari Vanaf 1 januari 2021 zal deze bijkomende vergoeding op 1 januari
geïndexeerd worden door een afgevlakte gezondheidsindex toe te passen geïndexeerd worden door een afgevlakte gezondheidsindex toe te passen
die gebaseerd is op de maand november van het jaar dat voorafgaat aan die gebaseerd is op de maand november van het jaar dat voorafgaat aan
de datum van indexatie en wordt gedeeld door het aanvangsindexcijfer de datum van indexatie en wordt gedeeld door het aanvangsindexcijfer
van de maand november N-2, dit is de maand november 2019 voor de van de maand november N-2, dit is de maand november 2019 voor de
indexering op 1 januari 2021. indexering op 1 januari 2021.
§ 3. Om recht te hebben op de bijkomende vergoeding, bedoeld bij § 3. Om recht te hebben op de bijkomende vergoeding, bedoeld bij
artikel 3, moet de uitzendkracht-arbeider : artikel 3, moet de uitzendkracht-arbeider :
a) op het ogenblik dat de technische of economische werkloosheid zich a) op het ogenblik dat de technische of economische werkloosheid zich
voordoet, gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor voordoet, gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor
uitzendarbeid; uitzendarbeid;
b) genieten van werkloosheidsuitkeringen voor de werkdagen die niet b) genieten van werkloosheidsuitkeringen voor de werkdagen die niet
gepresteerd werden omwille van de economische of technische gepresteerd werden omwille van de economische of technische
werkloosheid. werkloosheid.

Art. 4.Bedienden

Art. 4.Bedienden

§ 1. Een bijkomende vergoeding ten laste van het sociaal fonds bovenop § 1. Een bijkomende vergoeding ten laste van het sociaal fonds bovenop
de werkloosheidsuitkering is eveneens verschuldigd in geval van het de werkloosheidsuitkering is eveneens verschuldigd in geval van het
tijdelijk en collectief stelsel van volledige of gedeeltelijke tijdelijk en collectief stelsel van volledige of gedeeltelijke
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld
bij het artikel 77/4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de bij het artikel 77/4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).
§ 2. Deze bijkomende vergoeding bedraagt 3,96 EUR per werkdag die, § 2. Deze bijkomende vergoeding bedraagt 3,96 EUR per werkdag die,
omwille van de werkloosheid, niet werd gepresteerd en is verschuldigd omwille van de werkloosheid, niet werd gepresteerd en is verschuldigd
tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid. tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.
Vanaf 1 januari 2021 zal deze bijkomende vergoeding op 1 januari Vanaf 1 januari 2021 zal deze bijkomende vergoeding op 1 januari
geïndexeerd worden door een afgevlakte gezondheidsindex toe te passen geïndexeerd worden door een afgevlakte gezondheidsindex toe te passen
die gebaseerd is op de maand november van het jaar dat voorafgaat aan die gebaseerd is op de maand november van het jaar dat voorafgaat aan
de datum van indexatie en wordt gedeeld door het aanvangsindexcijfer de datum van indexatie en wordt gedeeld door het aanvangsindexcijfer
van de maand november N-2, dit is de maand november 2019 voor de van de maand november N-2, dit is de maand november 2019 voor de
indexering op 1 januari 2021. indexering op 1 januari 2021.
§ 3. Om recht te hebben op de bijkomende vergoeding zoals bedoeld in § § 3. Om recht te hebben op de bijkomende vergoeding zoals bedoeld in §
1, moet de uitzendkracht-bediende : 1, moet de uitzendkracht-bediende :
a) op het ogenblik dat de schorsing wegens gebrek aan werk wegens a) op het ogenblik dat de schorsing wegens gebrek aan werk wegens
economische oorzaken zich voordoet, gebonden zijn door een economische oorzaken zich voordoet, gebonden zijn door een
arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid; arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid;
b) genieten van werkloosheidsuitkeringen voor de werkdagen die niet b) genieten van werkloosheidsuitkeringen voor de werkdagen die niet
gepresteerd werden omwille van de schorsing wegens gebrek aan werk gepresteerd werden omwille van de schorsing wegens gebrek aan werk
wegens economische oorzaken. wegens economische oorzaken.

Art. 5.De betalingsmodaliteiten van deze bijkomende vergoeding en de

Art. 5.De betalingsmodaliteiten van deze bijkomende vergoeding en de

procedure om deze te bekomen, worden bepaald door de raad van beheer procedure om deze te bekomen, worden bepaald door de raad van beheer
van het sociaal fonds. van het sociaal fonds.
HOOFDSTUK III. - Hulp aan uitzendkrachten bij het bekomen van een HOOFDSTUK III. - Hulp aan uitzendkrachten bij het bekomen van een
lening lening

Art. 6.Teneinde de uitzendkracht te helpen bij het bekomen van een

Art. 6.Teneinde de uitzendkracht te helpen bij het bekomen van een

lening bij een financiële instelling, zal het sociaal fonds een attest lening bij een financiële instelling, zal het sociaal fonds een attest
afleveren aan de uitzendkracht die een aanvraag doet. afleveren aan de uitzendkracht die een aanvraag doet.

Art. 7.Om dit attest te bekomen, moet de uitzendkracht een totaal

Art. 7.Om dit attest te bekomen, moet de uitzendkracht een totaal

bereiken van 260 arbeidsdagen als uitzendkracht gedurende een bereiken van 260 arbeidsdagen als uitzendkracht gedurende een
referteperiode van 2 jaar, waarbij de periode van 2 jaar overeenkomt referteperiode van 2 jaar, waarbij de periode van 2 jaar overeenkomt
met deze van de 2 laatste eindejaarspremies verschuldigd aan de met deze van de 2 laatste eindejaarspremies verschuldigd aan de
uitzendkrachten vóór de attestaanvraag. uitzendkrachten vóór de attestaanvraag.

Art. 8.De uitzendkracht die geen 260 arbeidsdagen als uitzendkracht

Art. 8.De uitzendkracht die geen 260 arbeidsdagen als uitzendkracht

heeft bereikt gedurende de referteperiode van 2 jaar, zal een attest heeft bereikt gedurende de referteperiode van 2 jaar, zal een attest
kunnen aanvragen voor het aantal dagen die hij/zij gedurende de kunnen aanvragen voor het aantal dagen die hij/zij gedurende de
referteperiode in totaal heeft bereikt. Op die manier zal de referteperiode in totaal heeft bereikt. Op die manier zal de
uitzendkracht het attest aan het sociaal fonds kunnen aanvullen met uitzendkracht het attest aan het sociaal fonds kunnen aanvullen met
eventuele andere attesten van uitzendbureaus voor wie hij/zij gewerkt eventuele andere attesten van uitzendbureaus voor wie hij/zij gewerkt
heeft sinds het einde van de referteperiode. heeft sinds het einde van de referteperiode.
HOOFDSTUK IV. - Bijkomende vergoeding in geval van langdurige ziekte HOOFDSTUK IV. - Bijkomende vergoeding in geval van langdurige ziekte

Art. 9.Bij langdurige arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte

Art. 9.Bij langdurige arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte

of een ongeval van gemeen recht, heeft de uitzendkracht, ten laste van of een ongeval van gemeen recht, heeft de uitzendkracht, ten laste van
het sociaal fonds, recht op een bijkomende vergoeding bovenop de het sociaal fonds, recht op een bijkomende vergoeding bovenop de
uitkering betaald door het ziekenfonds. uitkering betaald door het ziekenfonds.

Art. 10.De bijkomende vergoeding, bedoeld in artikel 9, stemt overeen

Art. 10.De bijkomende vergoeding, bedoeld in artikel 9, stemt overeen

met 40 pct. van de bruto-uitkering betaald door het ziekenfonds. met 40 pct. van de bruto-uitkering betaald door het ziekenfonds.
Zij is verschuldigd vanaf de eerste dag van de tweede maand ziekte, Zij is verschuldigd vanaf de eerste dag van de tweede maand ziekte,
voor een totale ononderbroken periode van maximum drie maanden. voor een totale ononderbroken periode van maximum drie maanden.

Art. 11.Om recht te hebben op deze bijkomende vergoeding dient de

Art. 11.Om recht te hebben op deze bijkomende vergoeding dient de

uitzendkracht het bewijs te leveren : uitzendkracht het bewijs te leveren :
a) dat hij, op het ogenblik van de aanvang van de a) dat hij, op het ogenblik van de aanvang van de
arbeidsongeschiktheid, minstens twee maanden anciënniteit in de arbeidsongeschiktheid, minstens twee maanden anciënniteit in de
uitzendsector telt over een periode van vier maanden; uitzendsector telt over een periode van vier maanden;
b) dat hij, op het ogenblik van de aanvang van de b) dat hij, op het ogenblik van de aanvang van de
arbeidsongeschiktheid, gebonden was door een arbeidsovereenkomst voor arbeidsongeschiktheid, gebonden was door een arbeidsovereenkomst voor
uitzendarbeid en gewaarborgd loon heeft genoten; uitzendarbeid en gewaarborgd loon heeft genoten;
c) van zijn arbeidsongeschiktheid voor de volledige periode waarvoor c) van zijn arbeidsongeschiktheid voor de volledige periode waarvoor
de vergoeding gevraagd wordt, alsook de documenten te bezorgen nodig de vergoeding gevraagd wordt, alsook de documenten te bezorgen nodig
voor de berekening van de bijkomende vergoeding (attest van het voor de berekening van de bijkomende vergoeding (attest van het
ziekenfonds). ziekenfonds).
De anciënniteit van 2 maanden wordt berekend overeenkomstig artikel 13 De anciënniteit van 2 maanden wordt berekend overeenkomstig artikel 13
van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de
uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten
behoeve van gebruikers. behoeve van gebruikers.

Art. 12.Moederschapsverlof wordt niet beschouwd als een langdurige

Art. 12.Moederschapsverlof wordt niet beschouwd als een langdurige

ziekte. ziekte.
HOOFDSTUK V. - Duur HOOFDSTUK V. - Duur

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

januari 2020. januari 2020.
Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 31 december Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 31 december
2021. 2021.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli
2020. 2020.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
N. MUYLLE N. MUYLLE
^