| Koninklijk besluit houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België | Koninklijk besluit houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
| VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
| 7 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit houdende de procedure tot | 7 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit houdende de procedure tot |
| vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden | vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden |
| onder de rechtsbevoegdheid van België | onder de rechtsbevoegdheid van België |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene | Gelet op de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene |
| milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, | milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, |
| inzonderheid op artikel 26; | inzonderheid op artikel 26; |
| Overwegende dat de richtlijn 85/337/EG van de Raad van 27 juni 1985 | Overwegende dat de richtlijn 85/337/EG van de Raad van 27 juni 1985 |
| betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en | betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en |
| particuliere projecten, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG van de | particuliere projecten, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG van de |
| Raad van 3 maart 1997 een procedure voorziet waarbij voor de | Raad van 3 maart 1997 een procedure voorziet waarbij voor de |
| uitvoering van een project met volledige kennis van zaken een besluit | uitvoering van een project met volledige kennis van zaken een besluit |
| moet kunnen genomen worden wat betreft de daarvan te verwachten | moet kunnen genomen worden wat betreft de daarvan te verwachten |
| aanzienlijke milieu-effecten; | aanzienlijke milieu-effecten; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 |
| juli 2003; | juli 2003; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven |
| op 24 juli 2003; | op 24 juli 2003; |
| Gelet op het advies van de Raad van State nr 35.785/1/V, gegeven op 21 | Gelet op het advies van de Raad van State nr 35.785/1/V, gegeven op 21 |
| augustus 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de | augustus 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en | Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en |
| Overheidsbedrijven, | Overheidsbedrijven, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen | HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° « de wet » : de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het | 1° « de wet » : de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het |
| mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van | mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van |
| België; | België; |
| 2° « de minister » : de minister of staatssecretaris die de | 2° « de minister » : de minister of staatssecretaris die de |
| bescherming van het mariene milieu onder zijn bevoegdheid heeft; | bescherming van het mariene milieu onder zijn bevoegdheid heeft; |
| 3° « het bestuur » : de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van | 3° « het bestuur » : de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van |
| de Noordzee en het Schelde-estuarium, zoals bedoeld in het koninklijk | de Noordzee en het Schelde-estuarium, zoals bedoeld in het koninklijk |
| besluit van 29 september 1997 houdende overdracht van de | besluit van 29 september 1997 houdende overdracht van de |
| Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het | Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het |
| Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor | Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor |
| Natuurwetenschappen; | Natuurwetenschappen; |
| 4° « vergunning » : een beslissing van de minister op grond waarvan de | 4° « vergunning » : een beslissing van de minister op grond waarvan de |
| vergunninghouder de algemene toelating verkrijgt om activiteiten uit | vergunninghouder de algemene toelating verkrijgt om activiteiten uit |
| te oefenen gedurende een bepaalde termijn en onder bepaalde | te oefenen gedurende een bepaalde termijn en onder bepaalde |
| voorwaarden; | voorwaarden; |
| 5° « machtiging » : een beslissing van de minister op grond waarvan de | 5° « machtiging » : een beslissing van de minister op grond waarvan de |
| machtiginghouder een bepaalde activiteit mag uitvoeren binnen een | machtiginghouder een bepaalde activiteit mag uitvoeren binnen een |
| vastgestelde termijn en onder bepaalde voorwaarden; | vastgestelde termijn en onder bepaalde voorwaarden; |
| 6° « vergunninghouder » : de persoon aan wie een vergunning werd | 6° « vergunninghouder » : de persoon aan wie een vergunning werd |
| uitgereikt of overgedragen conform de bepalingen van dit besluit; | uitgereikt of overgedragen conform de bepalingen van dit besluit; |
| 7° « machtiginghouder » : de persoon aan wie een machtiging werd | 7° « machtiginghouder » : de persoon aan wie een machtiging werd |
| uitgereikt of overgedragen conform de bepalingen van dit besluit; | uitgereikt of overgedragen conform de bepalingen van dit besluit; |
| 8° « veranderen », « verandering » : het wijzigen van een vergunde of | 8° « veranderen », « verandering » : het wijzigen van een vergunde of |
| gemachtigde activiteit, waardoor aan het mariene milieu een nadeel kan | gemachtigde activiteit, waardoor aan het mariene milieu een nadeel kan |
| worden berokkend dat groter of andersoortig is ten opzichte van het | worden berokkend dat groter of andersoortig is ten opzichte van het |
| nadeel dat door de geldende vergunning of machtiging wordt beheerst; | nadeel dat door de geldende vergunning of machtiging wordt beheerst; |
| 9° « ingrijpen », « ingreep » : het wijzigen van een vergunde of | 9° « ingrijpen », « ingreep » : het wijzigen van een vergunde of |
| gemachtigde activiteit, waardoor aan het mariene milieu een nadeel kan | gemachtigde activiteit, waardoor aan het mariene milieu een nadeel kan |
| worden berokkend dat, evenwel, niet groter of andersoortig is ten | worden berokkend dat, evenwel, niet groter of andersoortig is ten |
| opzichte van het nadeel dat door de geldende vergunning of machtiging | opzichte van het nadeel dat door de geldende vergunning of machtiging |
| wordt beheerst; | wordt beheerst; |
| 10° « gebruiksvoorwaarden » : voorwaarden opgelegd in de vergunning of | 10° « gebruiksvoorwaarden » : voorwaarden opgelegd in de vergunning of |
| machtiging, die moeten worden nageleefd bij het gebruik van de | machtiging, die moeten worden nageleefd bij het gebruik van de |
| vergunning of machtiging; | vergunning of machtiging; |
| 11° « betekenen » : het verzenden bij aangetekende post, met bericht | 11° « betekenen » : het verzenden bij aangetekende post, met bericht |
| van ontvangst; | van ontvangst; |
| 12° « dag » : kalenderdag; | 12° « dag » : kalenderdag; |
| 13° « scheepvaart » : de activiteiten eigen aan de werking van een | 13° « scheepvaart » : de activiteiten eigen aan de werking van een |
| schip en gebonden aan zijn functie als vervoermiddel; | schip en gebonden aan zijn functie als vervoermiddel; |
| 14° « retributie » : de vergoeding verschuldigd voor de | 14° « retributie » : de vergoeding verschuldigd voor de |
| milieu-effectenbeoordeling bedoeld in artikel 30 van de wet; | milieu-effectenbeoordeling bedoeld in artikel 30 van de wet; |
| 15° « het behandelen van een aanvraag » : het onderzoek, de advisering | 15° « het behandelen van een aanvraag » : het onderzoek, de advisering |
| van en de beslissing over een aanvraag die volledig en ontvankelijk is | van en de beslissing over een aanvraag die volledig en ontvankelijk is |
| of geacht wordt te zijn; | of geacht wordt te zijn; |
| 16° « belanghebbende » : elke persoon die ten gevolge van de | 16° « belanghebbende » : elke persoon die ten gevolge van de |
| uitoefening van de voorgenomen activiteit nadeel kan ondervinden en | uitoefening van de voorgenomen activiteit nadeel kan ondervinden en |
| elke rechtspersoon die zich tot doel heeft gesteld het mariene milieu | elke rechtspersoon die zich tot doel heeft gesteld het mariene milieu |
| dat door de voorgenomen activiteit kan worden getroffen te beschermen; | dat door de voorgenomen activiteit kan worden getroffen te beschermen; |
| 17° « Verdrag van Espoo » : het Verdrag inzake milieu-effectrapportage | 17° « Verdrag van Espoo » : het Verdrag inzake milieu-effectrapportage |
| in grensover-schrijdend verband en zijn Aanhangsels I, II, III, IV, V, | in grensover-schrijdend verband en zijn Aanhangsels I, II, III, IV, V, |
| VI en VII, gedaan te Espoo op 25 februari 1991 en goedgekeurd bij wet | VI en VII, gedaan te Espoo op 25 februari 1991 en goedgekeurd bij wet |
| van 9 juni 1999; | van 9 juni 1999; |
| 18° « activiteit met grensoverschrijdende dimensie » : een | 18° « activiteit met grensoverschrijdende dimensie » : een |
| vergunningsplichtige of machtigingsplichtige activiteit die is | vergunningsplichtige of machtigingsplichtige activiteit die is |
| inbegrepen in het toepassingsgebied van het Verdrag van Espoo of van | inbegrepen in het toepassingsgebied van het Verdrag van Espoo of van |
| de richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de | de richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de |
| milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere | milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere |
| projecten. | projecten. |
Art. 2.Dit besluit regelt de voorwaarden en de procedure voor de |
Art. 2.Dit besluit regelt de voorwaarden en de procedure voor de |
| toekenning, de schorsing en de intrekking van vergunningen en | toekenning, de schorsing en de intrekking van vergunningen en |
| machtigingen van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de | machtigingen van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de |
| rechtsbevoegdheid van België. | rechtsbevoegdheid van België. |
Art. 3.§ 1. In de zeegebieden is het verboden een vergunde of |
Art. 3.§ 1. In de zeegebieden is het verboden een vergunde of |
| gemachtigde activiteit te veranderen zonder vergunning of machtiging. | gemachtigde activiteit te veranderen zonder vergunning of machtiging. |
| § 2. Ingrepen aan een vergunde of gemachtigde activiteit behoeven geen | § 2. Ingrepen aan een vergunde of gemachtigde activiteit behoeven geen |
| voorafgaandelijke vergunning of machti-ging. | voorafgaandelijke vergunning of machti-ging. |
| Elke ingreep in een vergunde of gemachtigde activiteit wordt door de | Elke ingreep in een vergunde of gemachtigde activiteit wordt door de |
| vergunninghouder of machtiginghouder bijgehouden in een jaarregister. | vergunninghouder of machtiginghouder bijgehouden in een jaarregister. |
| Vóór 15 maart van ieder kalenderjaar betekent de vergunninghouder of | Vóór 15 maart van ieder kalenderjaar betekent de vergunninghouder of |
| machtiginghouder aan het bestuur een kopie van het jaarregister van | machtiginghouder aan het bestuur een kopie van het jaarregister van |
| het voorbije kalenderjaar. De vergunninghouder of machtiginghouder | het voorbije kalenderjaar. De vergunninghouder of machtiginghouder |
| moet een jaarregister bewaren gedurende vijf kalenderjaren. De | moet een jaarregister bewaren gedurende vijf kalenderjaren. De |
| personen bedoeld in artikel 43 van de wet kunnen de jaarregisters | personen bedoeld in artikel 43 van de wet kunnen de jaarregisters |
| steeds op eenvoudig verzoek inzien. | steeds op eenvoudig verzoek inzien. |
Art. 4.Wanneer een bestaande activiteit vergunningsplichtig of |
Art. 4.Wanneer een bestaande activiteit vergunningsplichtig of |
| machtigingsplichtig wordt, onder meer ingevolge aanduiding door de | machtigingsplichtig wordt, onder meer ingevolge aanduiding door de |
| Koning in uitvoering van artikel 25, § 2 van de wet, moet een | Koning in uitvoering van artikel 25, § 2 van de wet, moet een |
| vergunning of machtiging worden aangevraagd binnen een termijn van | vergunning of machtiging worden aangevraagd binnen een termijn van |
| driehonderd dagen nadat de activiteit vergunningsplichtig of | driehonderd dagen nadat de activiteit vergunningsplichtig of |
| machti-gingsplichtig werd. | machti-gingsplichtig werd. |
| De activiteit mag zonder vergunning of machtiging worden uitgevoerd | De activiteit mag zonder vergunning of machtiging worden uitgevoerd |
| tot de definitieve uitspraak over de aanvraag is betekend. | tot de definitieve uitspraak over de aanvraag is betekend. |
Art. 5.Bij betekening gaan de termijnen in op de dag na de datum van |
Art. 5.Bij betekening gaan de termijnen in op de dag na de datum van |
| de poststempel. De termijnen verstrijken om middernacht van de laatste | de poststempel. De termijnen verstrijken om middernacht van de laatste |
| dag. | dag. |
Art. 6.Dit besluit regelt volgende vergunningen en machtigingen : |
Art. 6.Dit besluit regelt volgende vergunningen en machtigingen : |
| 1° de vergunning en de machtiging, voor het uitoefenen van | 1° de vergunning en de machtiging, voor het uitoefenen van |
| activiteiten; | activiteiten; |
| 2° de wijzigingsvergunning en de wijzigingsmachtiging, voor het | 2° de wijzigingsvergunning en de wijzigingsmachtiging, voor het |
| veranderen van vergunde en gemachtigde activiteiten, in de gevallen | veranderen van vergunde en gemachtigde activiteiten, in de gevallen |
| waar de verandering niet substantieel is en geen belangrijke weerslag | waar de verandering niet substantieel is en geen belangrijke weerslag |
| heeft op de vergunde of gemachtigde activiteit; | heeft op de vergunde of gemachtigde activiteit; |
| 3° de herzieningsvergunning en de herzieningsmachtiging, voor het | 3° de herzieningsvergunning en de herzieningsmachtiging, voor het |
| veranderen van vergunde en gemachtigde activiteiten, in de gevallen | veranderen van vergunde en gemachtigde activiteiten, in de gevallen |
| waar de verandering substantieel is of een belangrijke weerslag heeft | waar de verandering substantieel is of een belangrijke weerslag heeft |
| op de vergunde of gemachtigde activiteit. | op de vergunde of gemachtigde activiteit. |
Art. 7.§ 1. Een wijzigingsvergunning en een wijzigingsmachtiging |
Art. 7.§ 1. Een wijzigingsvergunning en een wijzigingsmachtiging |
| hebben slechts betrekking op de verandering die het voorwerp van de | hebben slechts betrekking op de verandering die het voorwerp van de |
| aanvraag uitmaakt. | aanvraag uitmaakt. |
| § 2. Uit een wijzigingsvergunning en een wijzigingsmachtiging blijkt | § 2. Uit een wijzigingsvergunning en een wijzigingsmachtiging blijkt |
| duidelijk welke elementen en bepalingen van de oorspronkelijke | duidelijk welke elementen en bepalingen van de oorspronkelijke |
| vergunning of machtiging zij ongewijzigd laten en welke elementen en | vergunning of machtiging zij ongewijzigd laten en welke elementen en |
| bepalingen zij vervangen, wijzigen of aanvullen. | bepalingen zij vervangen, wijzigen of aanvullen. |
| Een wijzigingsvergunning en een wijzigingsmachtiging gelden uiterlijk | Een wijzigingsvergunning en een wijzigingsmachtiging gelden uiterlijk |
| tot de datum waarop de geldingstermijn van de oorspronkelijke | tot de datum waarop de geldingstermijn van de oorspronkelijke |
| vergunning of machtiging verstrijkt. | vergunning of machtiging verstrijkt. |
Art. 8.§ 1. Het voorwerp van een herzieningsvergunning en van een |
Art. 8.§ 1. Het voorwerp van een herzieningsvergunning en van een |
| herzieningsmachtiging is geheel de vergunde of gemachtigde activiteit, | herzieningsmachtiging is geheel de vergunde of gemachtigde activiteit, |
| met inbegrip van de verandering die het voorwerp uitmaakt van de | met inbegrip van de verandering die het voorwerp uitmaakt van de |
| aanvraag. | aanvraag. |
| § 2. Een herzieningsvergunning en een herzieningsmachtiging vervangen | § 2. Een herzieningsvergunning en een herzieningsmachtiging vervangen |
| volledig iedere vroegere vergunning of machtiging inzake de activiteit | volledig iedere vroegere vergunning of machtiging inzake de activiteit |
| waarvan de verandering het voorwerp uitmaakte van de aanvraag. | waarvan de verandering het voorwerp uitmaakte van de aanvraag. |
| De herzieningsvergunning en de herzieningsmachtiging worden verleend | De herzieningsvergunning en de herzieningsmachtiging worden verleend |
| voor een termijn conform artikel 41. | voor een termijn conform artikel 41. |
| HOOFDSTUK II. - De procedures tot vergunning en machtiging | HOOFDSTUK II. - De procedures tot vergunning en machtiging |
| Afdeling I. - Toepassingsgebied | Afdeling I. - Toepassingsgebied |
Art. 9.De vergunningen en machtigingen worden verleend volgens de |
Art. 9.De vergunningen en machtigingen worden verleend volgens de |
| procedure met inspraak of volgens de vereenvoudigde procedure. | procedure met inspraak of volgens de vereenvoudigde procedure. |
Art. 10.De procedure met inspraak is van toepassing voor de |
Art. 10.De procedure met inspraak is van toepassing voor de |
| vergunning of machtiging van de navolgende activiteiten : | vergunning of machtiging van de navolgende activiteiten : |
| 1° de burgerlijke bouwkunde; | 1° de burgerlijke bouwkunde; |
| 2° het graven van sleuven en het ophogen van de zeebodem; | 2° het graven van sleuven en het ophogen van de zeebodem; |
| 3° het gebruik van explosieven en akoestische toestellen met een groot | 3° het gebruik van explosieven en akoestische toestellen met een groot |
| vermogen; | vermogen; |
| 4° het achterlaten en vernietigen van wrakken en gezonken | 4° het achterlaten en vernietigen van wrakken en gezonken |
| scheepsladingen; | scheepsladingen; |
| 5° industriële activiteiten. | 5° industriële activiteiten. |
Art. 11.Voor de activiteiten van publicitaire en commerciële |
Art. 11.Voor de activiteiten van publicitaire en commerciële |
| ondernemingen moet de minister, binnen een maximum termijn van vijf | ondernemingen moet de minister, binnen een maximum termijn van vijf |
| jaar ingaande op de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit | jaar ingaande op de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit |
| en indien nodig geval per geval, deze aanduiden die onderworpen zijn | en indien nodig geval per geval, deze aanduiden die onderworpen zijn |
| aan de procedure met inspraak en deze die, gelet op het geringe nadeel | aan de procedure met inspraak en deze die, gelet op het geringe nadeel |
| dat zij aan het mariene milieu kunnen berokkenen, onderworpen zijn aan | dat zij aan het mariene milieu kunnen berokkenen, onderworpen zijn aan |
| de vereenvoudigde procedure. | de vereenvoudigde procedure. |
| Afdeling II. - De procedure met inspraak | Afdeling II. - De procedure met inspraak |
| Onderafdeling I. - Het indienen van de aanvraag | Onderafdeling I. - Het indienen van de aanvraag |
Art. 12.De aanvraag wordt ingediend door de persoon die de |
Art. 12.De aanvraag wordt ingediend door de persoon die de |
| vergunningsplichtige of machtigingsplichtige activiteit wenst uit te | vergunningsplichtige of machtigingsplichtige activiteit wenst uit te |
| oefenen of de verandering van de vergunde of gemachtigde activiteit | oefenen of de verandering van de vergunde of gemachtigde activiteit |
| wenst door te voeren. | wenst door te voeren. |
| De aanvraag wordt gericht tot de minister en betekend aan het bestuur | De aanvraag wordt gericht tot de minister en betekend aan het bestuur |
| in eenentwintig exemplaren. | in eenentwintig exemplaren. |
| De aanvraag kan langs elektronische weg, in de vorm en volgens de | De aanvraag kan langs elektronische weg, in de vorm en volgens de |
| nadere regels bepaald door het bestuur worden ingediend. Het | nadere regels bepaald door het bestuur worden ingediend. Het |
| milieu-effectenrapport moet op papier en in digitale vorm ingediend | milieu-effectenrapport moet op papier en in digitale vorm ingediend |
| worden. | worden. |
| De aanvrager doet in zijn aanvraag keuze van woonst in België. Zodra | De aanvrager doet in zijn aanvraag keuze van woonst in België. Zodra |
| de aanvraag is betekend aan het bestuur geschieden alle betekeningen | de aanvraag is betekend aan het bestuur geschieden alle betekeningen |
| en mededelingen door het bestuur aan de gekozen woonplaats. | en mededelingen door het bestuur aan de gekozen woonplaats. |
Art. 13.§ 1. Iedere aanvraag omvat minstens : |
Art. 13.§ 1. Iedere aanvraag omvat minstens : |
| 1° naam, voornamen, beroep, woonplaats en nationaliteit van de | 1° naam, voornamen, beroep, woonplaats en nationaliteit van de |
| aanvrager; | aanvrager; |
| 2° een identificatie van de voorgenomen activiteit; | 2° een identificatie van de voorgenomen activiteit; |
| 3° als de aanvrager een vennootschap is, haar statuten en de stukken | 3° als de aanvrager een vennootschap is, haar statuten en de stukken |
| tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag; | tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag; |
| 4° referenties die de financiële en economische draagkracht van de | 4° referenties die de financiële en economische draagkracht van de |
| aanvrager aantonen en meer bepaald één of meer van de volgende | aanvrager aantonen en meer bepaald één of meer van de volgende |
| referenties : | referenties : |
| passende bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of | passende bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of |
| jaarrekeningen van de onderneming, en | jaarrekeningen van de onderneming, en |
| een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in werken van | een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in werken van |
| de onderneming over de laatste drie boekjaren; | de onderneming over de laatste drie boekjaren; |
| indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de | indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de |
| gevraagde referenties over te leggen, kan het bestuur hem toestaan | gevraagde referenties over te leggen, kan het bestuur hem toestaan |
| zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere | zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere |
| documenten die het geschikt acht; | documenten die het geschikt acht; |
| 5° een milieu-effectenrapport zoals bedoeld in artikel 28 van de wet. | 5° een milieu-effectenrapport zoals bedoeld in artikel 28 van de wet. |
| De minister kan de lijst van de gegevens en documenten die bij de | De minister kan de lijst van de gegevens en documenten die bij de |
| aanvraag moeten worden gevoegd, uitbreiden met bijkomende gegevens en | aanvraag moeten worden gevoegd, uitbreiden met bijkomende gegevens en |
| documenten. | documenten. |
| § 2. Wanneer de aanvraag een verandering betreft, kan de aanvrager met | § 2. Wanneer de aanvraag een verandering betreft, kan de aanvrager met |
| het oog op de toepassing van artikel 25 in de aanvraag aanvoeren dat | het oog op de toepassing van artikel 25 in de aanvraag aanvoeren dat |
| de verandering in aanmerking komt voor een wijzigings-vergunning of | de verandering in aanmerking komt voor een wijzigings-vergunning of |
| wijzigingsmachtiging dan wel een herzieningsvergunning of | wijzigingsmachtiging dan wel een herzieningsvergunning of |
| herzieningsmachtiging. | herzieningsmachtiging. |
Art. 14.§ 1. Een aanvraag is onvolledig wanneer gegevens of |
Art. 14.§ 1. Een aanvraag is onvolledig wanneer gegevens of |
| documenten ontbreken die vereist zijn op grond van artikel 13, § 1, | documenten ontbreken die vereist zijn op grond van artikel 13, § 1, |
| eerste lid, 1° tot en met 4°, en lid 2. | eerste lid, 1° tot en met 4°, en lid 2. |
| § 2. Een aanvraag is onontvankelijk wanneer zij niet het vereiste | § 2. Een aanvraag is onontvankelijk wanneer zij niet het vereiste |
| milieu-effectenrapport omvat of wanneer deze kennelijk de gegevens of | milieu-effectenrapport omvat of wanneer deze kennelijk de gegevens of |
| documenten niet of op onvoldoende wijze omvat bedoeld in artikelen 8 | documenten niet of op onvoldoende wijze omvat bedoeld in artikelen 8 |
| tot 11 van het koninklijk besluit van... houdende de regels | tot 11 van het koninklijk besluit van... houdende de regels |
| betreffende de milieueffectenbeoordeling in toepassing van de wet van | betreffende de milieueffectenbeoordeling in toepassing van de wet van |
| 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de | 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de |
| zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.De beslissing tot | zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.De beslissing tot |
| ontvankelijkheid doet geen afbreuk aan de toepassing door het bestuur | ontvankelijkheid doet geen afbreuk aan de toepassing door het bestuur |
| van artikel 15 van voormeld besluit. | van artikel 15 van voormeld besluit. |
| § 3. Een aanvraag wordt ook onontvankelijk verklaard bij herhaalde | § 3. Een aanvraag wordt ook onontvankelijk verklaard bij herhaalde |
| onvolledigheid zoals bedoeld in artikel 15, § 2. | onvolledigheid zoals bedoeld in artikel 15, § 2. |
Art. 15.§ 1. Het bestuur gaat onverwijld over tot het onderzoek van |
Art. 15.§ 1. Het bestuur gaat onverwijld over tot het onderzoek van |
| de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag en zendt de | de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag en zendt de |
| aanvraag samen met zijn desbetreffend advies naar de minister. | aanvraag samen met zijn desbetreffend advies naar de minister. |
| § 2. Wanneer de aanvraag onvolledig is in de zin van artikel 14, § 1, | § 2. Wanneer de aanvraag onvolledig is in de zin van artikel 14, § 1, |
| betekent de minister zijn beslissing terzake, binnen een termijn van | betekent de minister zijn beslissing terzake, binnen een termijn van |
| hoogstens twintig dagen te rekenen vanaf de betekening bedoeld in | hoogstens twintig dagen te rekenen vanaf de betekening bedoeld in |
| artikel 12, aan de aanvrager met aanduiding van de ontbrekende | artikel 12, aan de aanvrager met aanduiding van de ontbrekende |
| gegevens. De aanvrager betekent de ontbrekende gegevens aan het | gegevens. De aanvrager betekent de ontbrekende gegevens aan het |
| bestuur. Hierop onderzoekt het bestuur onverwijld of de aanvraag nu | bestuur. Hierop onderzoekt het bestuur onverwijld of de aanvraag nu |
| volledig is en zendt zijn advies terzake aan de minister. | volledig is en zendt zijn advies terzake aan de minister. |
| Wanneer de aanvraag onvolledig blijft, betekent de minister, binnen | Wanneer de aanvraag onvolledig blijft, betekent de minister, binnen |
| een termijn van hoogstens vijftien dagen te rekenen vanaf de | een termijn van hoogstens vijftien dagen te rekenen vanaf de |
| betekening van de ontbrekende gegevens aan het bestuur, zijn | betekening van de ontbrekende gegevens aan het bestuur, zijn |
| beslissing van onontvankelijkheid wegens herhaalde onvolledigheid, met | beslissing van onontvankelijkheid wegens herhaalde onvolledigheid, met |
| aanduiding van de ontbrekende gegevens, aan de aanvrager. | aanduiding van de ontbrekende gegevens, aan de aanvrager. |
| § 3. Wanneer de aanvraag onontvankelijk is in de zin van artikel 14, § | § 3. Wanneer de aanvraag onontvankelijk is in de zin van artikel 14, § |
| 2, betekent de minister zijn beslissing ter zake, binnen een termijn | 2, betekent de minister zijn beslissing ter zake, binnen een termijn |
| van hoogstens twintig dagen te rekenen vanaf de betekening bedoeld in | van hoogstens twintig dagen te rekenen vanaf de betekening bedoeld in |
| artikel 12, aan de aanvrager. De beslissing vermeldt de reden van | artikel 12, aan de aanvrager. De beslissing vermeldt de reden van |
| onontvankelijkheid. | onontvankelijkheid. |
| § 4. Wanneer de aanvraag volledig en ontvankelijk is, betekent de | § 4. Wanneer de aanvraag volledig en ontvankelijk is, betekent de |
| minister dit aan de aanvrager binnen de overeenkomstig §§ 2 en 3 | minister dit aan de aanvrager binnen de overeenkomstig §§ 2 en 3 |
| toepasselijke termijn in een attest ter bevestiging hiervan. | toepasselijke termijn in een attest ter bevestiging hiervan. |
| § 5.Wanneer de minister geen beslissing aan de aanvrager betekent vóór | § 5.Wanneer de minister geen beslissing aan de aanvrager betekent vóór |
| het verstrijken van de toepasselijke termijn, wordt de aanvraag geacht | het verstrijken van de toepasselijke termijn, wordt de aanvraag geacht |
| volledig en ontvankelijk te zijn op de dag na het verstrijken van deze | volledig en ontvankelijk te zijn op de dag na het verstrijken van deze |
| termijn. | termijn. |
Art. 16.Het attest waaruit blijkt dat de aanvraag volledig en |
Art. 16.Het attest waaruit blijkt dat de aanvraag volledig en |
| ontvankelijk is, vermeldt de retributie die is verschuldigd voor de | ontvankelijk is, vermeldt de retributie die is verschuldigd voor de |
| milieu effectenbeoordeling van de voorgenomen activiteit of | milieu effectenbeoordeling van de voorgenomen activiteit of |
| verandering in toepassing van het besluit tot uitvoering van artikel | verandering in toepassing van het besluit tot uitvoering van artikel |
| 30 van de wet. | 30 van de wet. |
| Indien de aanvraag stilzwijgend als volledig en ontvankelijk wordt | Indien de aanvraag stilzwijgend als volledig en ontvankelijk wordt |
| beschouwd conform artikel 15, § 5, wordt de retributie door het | beschouwd conform artikel 15, § 5, wordt de retributie door het |
| bestuur vastgesteld en betekent aan de aanvrager. | bestuur vastgesteld en betekent aan de aanvrager. |
Art. 17.De termijn voor het behandelen van de aanvraag gaat in bij de |
Art. 17.De termijn voor het behandelen van de aanvraag gaat in bij de |
| betekening door de aanvrager aan het bestuur van het bewijs van | betekening door de aanvrager aan het bestuur van het bewijs van |
| betaling van de retributie. | betaling van de retributie. |
| Onderafdeling II. - Het onderzoek en de advisering van de aanvraag | Onderafdeling II. - Het onderzoek en de advisering van de aanvraag |
Art. 18.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens vijftien dagen te |
Art. 18.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens vijftien dagen te |
| rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor | rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor |
| het behandelen van de aanvraag, wordt de aanvraag door het bestuur | het behandelen van de aanvraag, wordt de aanvraag door het bestuur |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . |
| De bekendmaking omvat de identiteit van de aanvrager en een beknopte | De bekendmaking omvat de identiteit van de aanvrager en een beknopte |
| beschrijving van de voorgenomen activiteit, van de te verwachten | beschrijving van de voorgenomen activiteit, van de te verwachten |
| effecten op het mariene milieu en van de risico's voor accidentele | effecten op het mariene milieu en van de risico's voor accidentele |
| verontreiniging. Zij vermeldt de dagen en uren waarop de aanvraag ter | verontreiniging. Zij vermeldt de dagen en uren waarop de aanvraag ter |
| inzage ligt bij het bestuur. Zij maakt melding van de datum waarop de | inzage ligt bij het bestuur. Zij maakt melding van de datum waarop de |
| in artikel 17 voorziene termijn voor behandeling van de aanvraag | in artikel 17 voorziene termijn voor behandeling van de aanvraag |
| aanvangt. | aanvangt. |
| Binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de aanvang, | Binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de aanvang, |
| krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van de | krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van de |
| aanvraag, kan iedere belanghebbende zijn standpunten, opmerkingen en | aanvraag, kan iedere belanghebbende zijn standpunten, opmerkingen en |
| bezwaren betekenen aan het bestuur. | bezwaren betekenen aan het bestuur. |
| § 2. Van de vijftiende tot de vijfenveertigste dag te rekenen vanaf de | § 2. Van de vijftiende tot de vijfenveertigste dag te rekenen vanaf de |
| aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van | aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van |
| de aanvraag, ligt de aanvraag van maandag tot en met vrijdag, | de aanvraag, ligt de aanvraag van maandag tot en met vrijdag, |
| uitgezonderd feestdagen, elke dag gedurende minstens een halve dag ter | uitgezonderd feestdagen, elke dag gedurende minstens een halve dag ter |
| inzage bij het bestuur. | inzage bij het bestuur. |
| Zonder dat dit een substantiële vormvereiste is waarvan de niet | Zonder dat dit een substantiële vormvereiste is waarvan de niet |
| naleving de wettigheid van de beslissing van de minister in het | naleving de wettigheid van de beslissing van de minister in het |
| gedrang zou kunnen brengen, verzoekt het bestuur alle kustgemeentes de | gedrang zou kunnen brengen, verzoekt het bestuur alle kustgemeentes de |
| aanvraag van maandag tot en met vrijdag, uitgezonderd feestdagen, elke | aanvraag van maandag tot en met vrijdag, uitgezonderd feestdagen, elke |
| dag gedurende minstens een halve dag ter inzage te leggen. | dag gedurende minstens een halve dag ter inzage te leggen. |
| Het bestuur kan het milieu-effectenrapport ter inzage stellen op haar | Het bestuur kan het milieu-effectenrapport ter inzage stellen op haar |
| website zonder dat dit een substantiële vormvereiste is waarvan de | website zonder dat dit een substantiële vormvereiste is waarvan de |
| niet naleving de wettigheid van de beslissing van de minister in het | niet naleving de wettigheid van de beslissing van de minister in het |
| gedrang zou kunnen brengen. | gedrang zou kunnen brengen. |
Art. 19.§ 1. Wanneer de aanvraag een activiteit met |
Art. 19.§ 1. Wanneer de aanvraag een activiteit met |
| grensoverschrijdende dimensie betreft, zendt het bestuur een exemplaar | grensoverschrijdende dimensie betreft, zendt het bestuur een exemplaar |
| van de aanvraag naar de bevoegde overheden van een lid-Staat van de | van de aanvraag naar de bevoegde overheden van een lid-Staat van de |
| Europese Unie of Verdragsluitende Partij bij het Verdrag van Espoo in | Europese Unie of Verdragsluitende Partij bij het Verdrag van Espoo in |
| de gevallen waar door het bestuur is vastgesteld dat de voorgenomen | de gevallen waar door het bestuur is vastgesteld dat de voorgenomen |
| activiteit aanzienlijke effecten kan hebben op de mens of het milieu | activiteit aanzienlijke effecten kan hebben op de mens of het milieu |
| in deze lid-Staat of Verdragsluitende Partij en in de gevallen waar de | in deze lid-Staat of Verdragsluitende Partij en in de gevallen waar de |
| bevoegde overheden van deze lid-Staat of Verdragsluitende Partij | bevoegde overheden van deze lid-Staat of Verdragsluitende Partij |
| hierom verzoeken omdat de voorgenomen activiteit er vermoedelijk | hierom verzoeken omdat de voorgenomen activiteit er vermoedelijk |
| aanzienlijke effecten zal hebben. | aanzienlijke effecten zal hebben. |
| Bij de aldus verzonden aanvraag worden inlichtingen gevoegd inzake het | Bij de aldus verzonden aanvraag worden inlichtingen gevoegd inzake het |
| verdere verloop van de procedure, inzonderheid de termijnen en de | verdere verloop van de procedure, inzonderheid de termijnen en de |
| mogelijke beslissingen waartoe een aanvraag kan leiden. | mogelijke beslissingen waartoe een aanvraag kan leiden. |
| § 2. De doorzending gebeurt, al naargelang van het geval, onmiddellijk | § 2. De doorzending gebeurt, al naargelang van het geval, onmiddellijk |
| na de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het | na de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het |
| behandelen van de aanvraag of onmiddellijk na ontvangst van het | behandelen van de aanvraag of onmiddellijk na ontvangst van het |
| verzoek tot doorzending van de aanvraag. Een verzoek tot doorzending | verzoek tot doorzending van de aanvraag. Een verzoek tot doorzending |
| van de aanvraag kan gebeuren tot de zestigste dag te rekenen vanaf de | van de aanvraag kan gebeuren tot de zestigste dag te rekenen vanaf de |
| aanvang krachtens artikel 17 van de termijn voor het behandelen van de | aanvang krachtens artikel 17 van de termijn voor het behandelen van de |
| aanvraag. | aanvraag. |
| Binnen een termijn van hoogstens negentig dagen te rekenen vanaf de | Binnen een termijn van hoogstens negentig dagen te rekenen vanaf de |
| aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van | aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van |
| de aanvraag, kunnen de bevoegde overheden en burgers-belanghebbenden | de aanvraag, kunnen de bevoegde overheden en burgers-belanghebbenden |
| van de voornoemde lidstaten en Verdragsluitende Partijen hun | van de voornoemde lidstaten en Verdragsluitende Partijen hun |
| standpunten, opmerkingen en bezwaren inzake de aanvraag betekenen aan | standpunten, opmerkingen en bezwaren inzake de aanvraag betekenen aan |
| het bestuur. | het bestuur. |
| Binnen een termijn van hoogstens negentig dagen te rekenen vanaf de | Binnen een termijn van hoogstens negentig dagen te rekenen vanaf de |
| aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van | aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van |
| de aanvraag, wordt overleg gepleegd met de bevoegde overheden van deze | de aanvraag, wordt overleg gepleegd met de bevoegde overheden van deze |
| lid-Staten en Verdragsluitende Partijen over de potentiële | lid-Staten en Verdragsluitende Partijen over de potentiële |
| grensoverschrijdende effecten van de activiteit en over de te | grensoverschrijdende effecten van de activiteit en over de te |
| overwegen maatregelen om die effecten te beperken of teniet te doen. | overwegen maatregelen om die effecten te beperken of teniet te doen. |
Art. 20.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens honderd twintig dagen |
Art. 20.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens honderd twintig dagen |
| te rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor | te rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor |
| het behandelen van de aanvraag, zendt het bestuur de aanvraag samen | het behandelen van de aanvraag, zendt het bestuur de aanvraag samen |
| met zijn desbetreffend advies naar de minister. | met zijn desbetreffend advies naar de minister. |
| § 2. In de gevallen waar het onderzoek en de advisering van de | § 2. In de gevallen waar het onderzoek en de advisering van de |
| aanvraag zulks vergen, kan de adviestermijn eenmalig worden verlengd. | aanvraag zulks vergen, kan de adviestermijn eenmalig worden verlengd. |
| De verlengde termijn bedraagt hoogstens honderdtachtig dagen te | De verlengde termijn bedraagt hoogstens honderdtachtig dagen te |
| rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor | rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor |
| het behandelen van de aanvraag. De minister neemt de | het behandelen van de aanvraag. De minister neemt de |
| verlengingsbeslissing op aanvraag van het bestuur. De | verlengingsbeslissing op aanvraag van het bestuur. De |
| verlengingsbeslissing wordt aan de aanvrager betekend binnen de | verlengingsbeslissing wordt aan de aanvrager betekend binnen de |
| oorspronkelijke adviestermijn. | oorspronkelijke adviestermijn. |
Art. 21.Bij het formuleren van zijn advies houdt het bestuur onder |
Art. 21.Bij het formuleren van zijn advies houdt het bestuur onder |
| meer rekening met : | meer rekening met : |
| 1° de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, in het | 1° de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, in het |
| bijzonder het beginsel van het preventief handelen, het | bijzonder het beginsel van het preventief handelen, het |
| voorzorgsbeginsel en het beginsel van duurzaam beheer; | voorzorgsbeginsel en het beginsel van duurzaam beheer; |
| 2° de resultaten van de milieu-effectenbeoordeling bedoeld in artikel | 2° de resultaten van de milieu-effectenbeoordeling bedoeld in artikel |
| 28 van de wet; | 28 van de wet; |
| 3° de standpunten, bezwaren en opmerkingen ingediend conform artikel | 3° de standpunten, bezwaren en opmerkingen ingediend conform artikel |
| 18; | 18; |
| 4° in voorkomend geval, de standpunten, bezwaren en opmerkingen | 4° in voorkomend geval, de standpunten, bezwaren en opmerkingen |
| ingediend en het overleg gepleegd in toepassing van artikel 19. | ingediend en het overleg gepleegd in toepassing van artikel 19. |
| Het bestuur kan de aanvrager steeds om aanvullende gegevens vragen. | Het bestuur kan de aanvrager steeds om aanvullende gegevens vragen. |
Art. 22.Voorzover het bestuur meent dat bepaalde gebruiksvoorwaarden |
Art. 22.Voorzover het bestuur meent dat bepaalde gebruiksvoorwaarden |
| moeten worden opgelegd, vermeldt het deze voorwaarden in een aparte | moeten worden opgelegd, vermeldt het deze voorwaarden in een aparte |
| bijlage bij zijn advies. | bijlage bij zijn advies. |
| Wanneer de aanvraag een verandering betreft, vermeldt het bestuur in | Wanneer de aanvraag een verandering betreft, vermeldt het bestuur in |
| zijn advies of het een wijzigingsvergunning of wijzigingsmachtiging | zijn advies of het een wijzigingsvergunning of wijzigingsmachtiging |
| dan wel een herzieningsvergunning of herzieningsmachtiging aangewezen | dan wel een herzieningsvergunning of herzieningsmachtiging aangewezen |
| acht. | acht. |
| Onderafdeling III. - De beslissing | Onderafdeling III. - De beslissing |
Art. 23.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens honderd vijftig dagen |
Art. 23.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens honderd vijftig dagen |
| na de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het | na de aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het |
| behandelen van de aanvraag, betekent de minister aan de aanvrager zijn | behandelen van de aanvraag, betekent de minister aan de aanvrager zijn |
| ontwerp van besluit omtrent het verlenen of het weigeren van de | ontwerp van besluit omtrent het verlenen of het weigeren van de |
| vergunning of de machtiging. | vergunning of de machtiging. |
| Binnen een termijn van hoogstens honderd vijfenzestig dagen na de | Binnen een termijn van hoogstens honderd vijfenzestig dagen na de |
| aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van | aanvang, krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van |
| de aanvraag, kan de aanvrager zijn gemotiveerde opmerkingen aan de | de aanvraag, kan de aanvrager zijn gemotiveerde opmerkingen aan de |
| minister betekenen. | minister betekenen. |
| Binnen een termijn van hoogstens honderd tachtig dagen na de aanvang, | Binnen een termijn van hoogstens honderd tachtig dagen na de aanvang, |
| krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van de | krachtens artikel 17, van de termijn voor het behandelen van de |
| aanvraag en na kennis te hebben genomen van de eventuele opmerkingen | aanvraag en na kennis te hebben genomen van de eventuele opmerkingen |
| van de aanvrager, betekent de minister zijn beslissing aan de | van de aanvrager, betekent de minister zijn beslissing aan de |
| aanvrager. | aanvrager. |
| § 2. In de gevallen waar de adviestermijn is verlengd conform artikel | § 2. In de gevallen waar de adviestermijn is verlengd conform artikel |
| 20, § 2, bedragen de drie voormelde termijnen respectievelijk | 20, § 2, bedragen de drie voormelde termijnen respectievelijk |
| hoogstens tweehonderd en tien, hoogstens tweehonderd vijfentwintig en | hoogstens tweehonderd en tien, hoogstens tweehonderd vijfentwintig en |
| hoogstens tweehonderd veertig dagen na de aanvang, krachtens artikel | hoogstens tweehonderd veertig dagen na de aanvang, krachtens artikel |
| 17, van de termijn voor het behandelen van de aanvraag. | 17, van de termijn voor het behandelen van de aanvraag. |
| § 3. In de gevallen bedoeld in artikel 19 betekent de minister de | § 3. In de gevallen bedoeld in artikel 19 betekent de minister de |
| beslissing eveneens aan de bevoegde overheden van de voormelde | beslissing eveneens aan de bevoegde overheden van de voormelde |
| lid-Staten en/of Verdragsluitende Partijen. De betekening gebeurt | lid-Staten en/of Verdragsluitende Partijen. De betekening gebeurt |
| gelijktijdig met de betekening van de beslissing aan de aanvrager. | gelijktijdig met de betekening van de beslissing aan de aanvrager. |
Art. 24.Bij het beoordelen van elke aanvraag houdt de minister onder |
Art. 24.Bij het beoordelen van elke aanvraag houdt de minister onder |
| meer rekening met : | meer rekening met : |
| 1° de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, in het | 1° de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, in het |
| bijzonder het beginsel van het preventief handelen, het | bijzonder het beginsel van het preventief handelen, het |
| voorzorgsbeginsel en het beginsel van duurzaam beheer; | voorzorgsbeginsel en het beginsel van duurzaam beheer; |
| 2° de resultaten van de milieu-effectenbeoordeling bedoeld in artikel | 2° de resultaten van de milieu-effectenbeoordeling bedoeld in artikel |
| 28 van de wet. | 28 van de wet. |
| Hij kan de aanvrager steeds om aanvullende gegevens vragen. | Hij kan de aanvrager steeds om aanvullende gegevens vragen. |
Art. 25.Wanneer de aanvraag een verandering betreft en de minister |
Art. 25.Wanneer de aanvraag een verandering betreft en de minister |
| oordeelt dat de verandering niet substantieel is en geen belangrijke | oordeelt dat de verandering niet substantieel is en geen belangrijke |
| weerslag heeft op de vergunde of gemachtigde activiteit, verleent hij, | weerslag heeft op de vergunde of gemachtigde activiteit, verleent hij, |
| in het geval waarin hij een vergunning of machtiging wil toekennen, | in het geval waarin hij een vergunning of machtiging wil toekennen, |
| een wijzigingsvergunning of wijzigingsmachtiging. | een wijzigingsvergunning of wijzigingsmachtiging. |
| Wanneer de minister oordeelt dat de verandering substantieel is of een | Wanneer de minister oordeelt dat de verandering substantieel is of een |
| belangrijke weerslag heeft op de vergunde of gemachtigde activiteit, | belangrijke weerslag heeft op de vergunde of gemachtigde activiteit, |
| verleent hij, in de gevallen waarin hij een vergunning of machtiging | verleent hij, in de gevallen waarin hij een vergunning of machtiging |
| wil toekennen, een herzieningsvergunning of herzieningsmachtiging. | wil toekennen, een herzieningsvergunning of herzieningsmachtiging. |
| De keuze van de minister tussen de ene of de andere mogelijkheid is | De keuze van de minister tussen de ene of de andere mogelijkheid is |
| met redenen omkleed. | met redenen omkleed. |
Art. 26.De minister kan aan het gebruik van de vergunning of |
Art. 26.De minister kan aan het gebruik van de vergunning of |
| machtiging alle gebruiksvoorwaarden verbinden die hij nuttig acht ter | machtiging alle gebruiksvoorwaarden verbinden die hij nuttig acht ter |
| bescherming van het mariene milieu. | bescherming van het mariene milieu. |
Art. 27.Bij het beoordelen van de aanvraag kan de minister onder meer |
Art. 27.Bij het beoordelen van de aanvraag kan de minister onder meer |
| de volgende gegevens in acht nemen en terzake gebruiksvoorwaarden | de volgende gegevens in acht nemen en terzake gebruiksvoorwaarden |
| stellen : | stellen : |
| 1° de vereiste deskundigheid van de vergunninghouder of | 1° de vereiste deskundigheid van de vergunninghouder of |
| machtiginghouder en zijn personeel; | machtiginghouder en zijn personeel; |
| 2° de solvabiliteit van de vergunninghouder of machtiginghouder; | 2° de solvabiliteit van de vergunninghouder of machtiginghouder; |
| 3° de naleving, in het verleden, van de milieuwetgeving door de | 3° de naleving, in het verleden, van de milieuwetgeving door de |
| vergunninghouder of machtiginghouder, inzonderheid de wetgeving ter | vergunninghouder of machtiginghouder, inzonderheid de wetgeving ter |
| bescherming van het mariene milieu. | bescherming van het mariene milieu. |
Art. 28.De minister kan het gebruik van de vergunning of machtiging |
Art. 28.De minister kan het gebruik van de vergunning of machtiging |
| verbinden aan het uitvoeren van compensaties in milieuvoordelen voor | verbinden aan het uitvoeren van compensaties in milieuvoordelen voor |
| de nadelige effecten van de activiteit. | de nadelige effecten van de activiteit. |
Art. 29.De minister kan als gebruiksvoorwaarde opleggen dat de |
Art. 29.De minister kan als gebruiksvoorwaarde opleggen dat de |
| vergunninghouder of machtiginghouder bij het uitoefenen van de | vergunninghouder of machtiginghouder bij het uitoefenen van de |
| activiteit dient te waarborgen dat een noodplan voor bijzondere | activiteit dient te waarborgen dat een noodplan voor bijzondere |
| risico's voor accidentele verontreiniging op elk ogenblik tijdens de | risico's voor accidentele verontreiniging op elk ogenblik tijdens de |
| uitoefening van de activiteiten beschikbaar is. Een noodplan voor een | uitoefening van de activiteiten beschikbaar is. Een noodplan voor een |
| bijzonder risico omvat ten minste : | bijzonder risico omvat ten minste : |
| 1° de procedure die moet worden gevolgd voor het melden van een | 1° de procedure die moet worden gevolgd voor het melden van een |
| accidentele verontreiniging of dreigende accidentele verontreiniging | accidentele verontreiniging of dreigende accidentele verontreiniging |
| aan de overheid hiertoe aangeduid in de vergunning of machtiging; | aan de overheid hiertoe aangeduid in de vergunning of machtiging; |
| 2° een gedetailleerde omschrijving van de maatregelen die onmiddellijk | 2° een gedetailleerde omschrijving van de maatregelen die onmiddellijk |
| dienen te worden genomen door de personen die in opdracht van de | dienen te worden genomen door de personen die in opdracht van de |
| vergunninghouder of machtiginghouder ter plekke aanwezig zijn, om de | vergunninghouder of machtiginghouder ter plekke aanwezig zijn, om de |
| verontreiniging als gevolg van het voorval te voorkomen, te beperken | verontreiniging als gevolg van het voorval te voorkomen, te beperken |
| of te bestrijden; | of te bestrijden; |
| 3° de procedures en de contactpersonen ter plekke voor de coördinatie | 3° de procedures en de contactpersonen ter plekke voor de coördinatie |
| tussen maatregelen ter plekke en maatregelen van de overheid ter | tussen maatregelen ter plekke en maatregelen van de overheid ter |
| bestrijding van de verontreiniging. | bestrijding van de verontreiniging. |
| Het noodplan wordt meegedeeld aan het bestuur. | Het noodplan wordt meegedeeld aan het bestuur. |
Art. 30.De minister kan voorwaarden opleggen die bij het einde van de |
Art. 30.De minister kan voorwaarden opleggen die bij het einde van de |
| activiteit nagekomen moeten worden. | activiteit nagekomen moeten worden. |
Art. 31.De minister kan opleggen dat de vergunninghouder of |
Art. 31.De minister kan opleggen dat de vergunninghouder of |
| machtiginghouder een verzekering moet aangaan inzake bepaalde risico's | machtiginghouder een verzekering moet aangaan inzake bepaalde risico's |
| voor accidentele verontreiniging en kopie van deze verzekering moet | voor accidentele verontreiniging en kopie van deze verzekering moet |
| betekenen aan het bestuur voorafgaandelijk aan de ingebruikneming van | betekenen aan het bestuur voorafgaandelijk aan de ingebruikneming van |
| de vergunning of machtiging. | de vergunning of machtiging. |
| De minister kan eveneens opleggen dat de vergunninghouder of | De minister kan eveneens opleggen dat de vergunninghouder of |
| machtiginghouder voor bepaalde aspecten van de voorgenomen activiteit | machtiginghouder voor bepaalde aspecten van de voorgenomen activiteit |
| een financiële zekerheid moet stellen en het bewijs hiervan moet | een financiële zekerheid moet stellen en het bewijs hiervan moet |
| betekenen aan het bestuur voorafgaandelijk aan de ingebruikneming van | betekenen aan het bestuur voorafgaandelijk aan de ingebruikneming van |
| de vergunning of machtiging. De financiële zekerheid kan de vorm | de vergunning of machtiging. De financiële zekerheid kan de vorm |
| aannemen van een bankgarantie op eerste verzoek, van een borgsom of | aannemen van een bankgarantie op eerste verzoek, van een borgsom of |
| van een hypotheek. Wanneer de vergunning of machtiging | van een hypotheek. Wanneer de vergunning of machtiging |
| gebruiksvoorwaarden bevat conform artikel 30 moet de minister de | gebruiksvoorwaarden bevat conform artikel 30 moet de minister de |
| vergunninghouder of machtiginghouder verplichten tot het stellen van | vergunninghouder of machtiginghouder verplichten tot het stellen van |
| een financiële zekerheid tot voldoening van deze voorwaarden. | een financiële zekerheid tot voldoening van deze voorwaarden. |
Art. 32.De beslissing van de minister is met redenen omkleed. Zij |
Art. 32.De beslissing van de minister is met redenen omkleed. Zij |
| duidt met name de redenen aan waarom afwijkende adviezen en | duidt met name de redenen aan waarom afwijkende adviezen en |
| opmerkingen worden verworpen. Zij verwijst naar de algemene | opmerkingen worden verworpen. Zij verwijst naar de algemene |
| doelstellingen en beginselen van de wet en naar de resultaten van de | doelstellingen en beginselen van de wet en naar de resultaten van de |
| milieu-effectenbeoordeling inzake de aanvraag. | milieu-effectenbeoordeling inzake de aanvraag. |
Art. 33.De minister weigert een vergunning of machtiging te verlenen |
Art. 33.De minister weigert een vergunning of machtiging te verlenen |
| wanneer de betrokken activiteit een onaanvaardbaar nadeel zou | wanneer de betrokken activiteit een onaanvaardbaar nadeel zou |
| berokkenen aan het mariene milieu en dit ondanks het opleggen en het | berokkenen aan het mariene milieu en dit ondanks het opleggen en het |
| naleven van gebruiksvoorwaarden. | naleven van gebruiksvoorwaarden. |
Art. 34.De beslissing wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het |
Art. 34.De beslissing wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het |
| Belgisch Staatsblad . | Belgisch Staatsblad . |
| Belanghebbenden kunnen het besluit inzien bij het bestuur. Inzage | Belanghebbenden kunnen het besluit inzien bij het bestuur. Inzage |
| gebeurt op schriftelijk verzoek gericht tot het bestuur. | gebeurt op schriftelijk verzoek gericht tot het bestuur. |
| Afdeling III. - De vereenvoudigde procedure | Afdeling III. - De vereenvoudigde procedure |
Art. 35.De artikelen 12 tot en met 16, 21 en 22, 24 tot en met 33 |
Art. 35.De artikelen 12 tot en met 16, 21 en 22, 24 tot en met 33 |
| zijn van overeenkomstige toepassing, behalve wat betreft de in artikel | zijn van overeenkomstige toepassing, behalve wat betreft de in artikel |
| 15 vermelde termijnen van hoogstens twintig dagen. | 15 vermelde termijnen van hoogstens twintig dagen. |
Art. 36.De termijnen van hoogstens twintig dagen vermeld in artikel |
Art. 36.De termijnen van hoogstens twintig dagen vermeld in artikel |
| 15 worden gebracht op termijnen van hoogstens vijftien dagen te | 15 worden gebracht op termijnen van hoogstens vijftien dagen te |
| rekenen vanaf de betekening bedoeld in artikel 12. | rekenen vanaf de betekening bedoeld in artikel 12. |
Art. 37.De termijn voor het behandelen van de aanvraag gaat in bij de |
Art. 37.De termijn voor het behandelen van de aanvraag gaat in bij de |
| betekening door de aanvrager aan het bestuur van het bewijs van | betekening door de aanvrager aan het bestuur van het bewijs van |
| betaling van de retributie bedoeld in artikel 30 van de wet. | betaling van de retributie bedoeld in artikel 30 van de wet. |
Art. 38.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens dertig dagen te rekenen |
Art. 38.§ 1. Binnen een termijn van hoogstens dertig dagen te rekenen |
| vanaf de aanvang, krachtens artikel 37, van de termijn voor het | vanaf de aanvang, krachtens artikel 37, van de termijn voor het |
| behandelen van de aanvraag, zendt het bestuur de aanvraag samen met | behandelen van de aanvraag, zendt het bestuur de aanvraag samen met |
| zijn desbetreffend advies naar de minister. | zijn desbetreffend advies naar de minister. |
| Binnen een termijn van hoogstens vijfenveertig dagen te rekenen vanaf | Binnen een termijn van hoogstens vijfenveertig dagen te rekenen vanaf |
| de aanvang, krachtens artikel 37, van de termijn voor het behandelen | de aanvang, krachtens artikel 37, van de termijn voor het behandelen |
| van de aanvraag, betekent de minister aan de aanvrager zijn besluit | van de aanvraag, betekent de minister aan de aanvrager zijn besluit |
| omtrent het verlenen of het weigeren van de vergunning of de | omtrent het verlenen of het weigeren van de vergunning of de |
| machtiging. | machtiging. |
| § 2. In de gevallen waar het onderzoek en de advisering van de | § 2. In de gevallen waar het onderzoek en de advisering van de |
| aanvraag zulks vergen, kan de adviestermijn eenmalig worden verlengd. | aanvraag zulks vergen, kan de adviestermijn eenmalig worden verlengd. |
| De verlengde termijn bedraagt hoogstens tachtig dagen te rekenen vanaf | De verlengde termijn bedraagt hoogstens tachtig dagen te rekenen vanaf |
| de aanvang, krachtens artikel 37, van de termijn voor het behandelen | de aanvang, krachtens artikel 37, van de termijn voor het behandelen |
| van de aanvraag. De minister neemt de verlen-gingsbeslissing op | van de aanvraag. De minister neemt de verlen-gingsbeslissing op |
| aanvraag van het bestuur. De verlengingsbeslissing wordt aan de | aanvraag van het bestuur. De verlengingsbeslissing wordt aan de |
| aanvrager betekend binnen de oorsponkelijke adviestermijn. | aanvrager betekend binnen de oorsponkelijke adviestermijn. |
| In de gevallen waar de adviestermijn is verlengd, betekent de minister | In de gevallen waar de adviestermijn is verlengd, betekent de minister |
| aan de aanvrager zijn besluit omtrent het verlenen of het weigeren van | aan de aanvrager zijn besluit omtrent het verlenen of het weigeren van |
| de vergunning of de machtiging binnen een termijn van hoogstens | de vergunning of de machtiging binnen een termijn van hoogstens |
| vijfennegentig dagen te rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel | vijfennegentig dagen te rekenen vanaf de aanvang, krachtens artikel |
| 37, van de termijn voor het behandelen van de aanvraag. | 37, van de termijn voor het behandelen van de aanvraag. |
| HOOFDSTUK III. - Inhoudelijke aspecten van vergunning en machtiging en | HOOFDSTUK III. - Inhoudelijke aspecten van vergunning en machtiging en |
| algemene verplichtingen van vergunninghouder en machtiginghouder | algemene verplichtingen van vergunninghouder en machtiginghouder |
Art. 39.Elke vergunning of machtiging vermeldt minstens : |
Art. 39.Elke vergunning of machtiging vermeldt minstens : |
| 1° de identiteit van de vergunninghouder of machtiginghouder; | 1° de identiteit van de vergunninghouder of machtiginghouder; |
| 2° de identificatie van de vergunde of gemachtigde activiteit; | 2° de identificatie van de vergunde of gemachtigde activiteit; |
| 3° de termijn waarvoor de activiteit werd vergund of gemachtigd; | 3° de termijn waarvoor de activiteit werd vergund of gemachtigd; |
| 4° de termijn voor ingebruikneming van de vergunning of machtiging; | 4° de termijn voor ingebruikneming van de vergunning of machtiging; |
| 5° in een aparte bijlage bij het besluit, de opgelegde | 5° in een aparte bijlage bij het besluit, de opgelegde |
| gebruiksvoorwaarden. | gebruiksvoorwaarden. |
Art. 40.§ 1. Een vergunning en een machtiging die zijn verleend met |
Art. 40.§ 1. Een vergunning en een machtiging die zijn verleend met |
| toepassing van de procedure met inspraak kunnen slechts geldig worden | toepassing van de procedure met inspraak kunnen slechts geldig worden |
| overgedragen mits formele en uitdrukkelijke instemming van de | overgedragen mits formele en uitdrukkelijke instemming van de |
| minister, betekend door het bestuur aan de vergunninghouder of | minister, betekend door het bestuur aan de vergunninghouder of |
| machtiginghouder die de vergunning of machtiging wil overdragen. | machtiginghouder die de vergunning of machtiging wil overdragen. |
| Tenzij in de vergunning of machtiging anders is bepaald, kunnen een | Tenzij in de vergunning of machtiging anders is bepaald, kunnen een |
| vergunning en een machtiging die zijn verleend met toepassing van de | vergunning en een machtiging die zijn verleend met toepassing van de |
| vereenvoudigde procedure worden overgedragen in onderlinge | vereenvoudigde procedure worden overgedragen in onderlinge |
| overeen-stemming tussen de vergunninghouder of machtiginghouder en een | overeen-stemming tussen de vergunninghouder of machtiginghouder en een |
| gegadigde persoon. De vergunninghouder of machtiginghouder die de | gegadigde persoon. De vergunninghouder of machtiginghouder die de |
| vergunning of machtiging overdraagt en de nieuwe vergunninghouder of | vergunning of machtiging overdraagt en de nieuwe vergunninghouder of |
| machtiginghouder moeten de overdracht in een gezamenlijke mededeling | machtiginghouder moeten de overdracht in een gezamenlijke mededeling |
| betekenen aan het bestuur. | betekenen aan het bestuur. |
| § 2. De identiteit van de nieuwe vergunninghouder of machtiginghouder | § 2. De identiteit van de nieuwe vergunninghouder of machtiginghouder |
| wordt ingeschreven in de vergunning of machtiging met vermelding van | wordt ingeschreven in de vergunning of machtiging met vermelding van |
| de datum waarop, naargelang van het geval, voornoemde instemming is | de datum waarop, naargelang van het geval, voornoemde instemming is |
| betekend of betekening is gebeurd. De inschrijving gebeurt binnen een | betekend of betekening is gebeurd. De inschrijving gebeurt binnen een |
| termijn van vijftien dagen na de betrokken betekening. | termijn van vijftien dagen na de betrokken betekening. |
Art. 41.§ 1. Een vergunning wordt verleend voor een termijn van |
Art. 41.§ 1. Een vergunning wordt verleend voor een termijn van |
| hoogstens twintig jaar. | hoogstens twintig jaar. |
| Een machtiging wordt verleend voor de termijn vereist voor de | Een machtiging wordt verleend voor de termijn vereist voor de |
| voltooiing van de gemachtigde activiteit. Deze geldingstermijn | voltooiing van de gemachtigde activiteit. Deze geldingstermijn |
| bedraagt hoogstens vijf jaar, uitzonderlijk en eenmalig verlengbaar | bedraagt hoogstens vijf jaar, uitzonderlijk en eenmalig verlengbaar |
| met een bijkomende termijn van hoogstens vijf jaar. De minister neemt | met een bijkomende termijn van hoogstens vijf jaar. De minister neemt |
| de verlengingsbeslissing binnen de oorspronkelijke geldingstermijn van | de verlengingsbeslissing binnen de oorspronkelijke geldingstermijn van |
| de machtiging en op aanvraag van de machtiginghouder. De | de machtiging en op aanvraag van de machtiginghouder. De |
| machtiginghouder motiveert de aanvraag en betekent ze aan het bestuur. | machtiginghouder motiveert de aanvraag en betekent ze aan het bestuur. |
| § 2. De geldingstermijn van de vergunning of machtiging gaat in bij de | § 2. De geldingstermijn van de vergunning of machtiging gaat in bij de |
| betekening aan de aanvrager van de beslissing waarbij de vergunning of | betekening aan de aanvrager van de beslissing waarbij de vergunning of |
| machtiging wordt verleend. | machtiging wordt verleend. |
| Wanneer evenwel voor de vergunde of gemachtigde activiteit één of meer | Wanneer evenwel voor de vergunde of gemachtigde activiteit één of meer |
| bijkomende vergunningen of machtigingen zijn vereist op grond van de | bijkomende vergunningen of machtigingen zijn vereist op grond van de |
| wet of andere wetgeving, blijft een betekende vergunning of machtiging | wet of andere wetgeving, blijft een betekende vergunning of machtiging |
| geschorst totdat iedere bijkomend vereiste vergunning en machtiging is | geschorst totdat iedere bijkomend vereiste vergunning en machtiging is |
| verleend en kennisgeving ervan overeenkomstig de toepasselijke | verleend en kennisgeving ervan overeenkomstig de toepasselijke |
| wetgeving is gebeurd. Indien een van de bijkomend vereiste | wetgeving is gebeurd. Indien een van de bijkomend vereiste |
| vergunningen of machtigingen definitief is geweigerd, vervalt de | vergunningen of machtigingen definitief is geweigerd, vervalt de |
| betekende vergunning of machtiging op de dag van de kennisgeving van | betekende vergunning of machtiging op de dag van de kennisgeving van |
| deze weigering. | deze weigering. |
Art. 42.De termijn voor ingebruikneming van een vergunning of |
Art. 42.De termijn voor ingebruikneming van een vergunning of |
| machtiging bedraagt tussen de zeven dagen en de vier jaar. Hij gaat in | machtiging bedraagt tussen de zeven dagen en de vier jaar. Hij gaat in |
| op dezelfde dag als de geldingstermijn van de vergunning of | op dezelfde dag als de geldingstermijn van de vergunning of |
| machtiging, behoudens anders bepaald in de vergunning of machtiging. | machtiging, behoudens anders bepaald in de vergunning of machtiging. |
| In de gevallen voorzien in artikel 30 kan de ingebruikneming niet | In de gevallen voorzien in artikel 30 kan de ingebruikneming niet |
| geldig gebeuren tenzij de opgelegde verzekering is genomen of | geldig gebeuren tenzij de opgelegde verzekering is genomen of |
| financiële zeker-heid is gesteld. | financiële zeker-heid is gesteld. |
Art. 43.Overeenkomstig de artikelen 29, 30 en 31 van de wet is iedere |
Art. 43.Overeenkomstig de artikelen 29, 30 en 31 van de wet is iedere |
| vergunninghouder en machtiginghouder gehouden tot betaling van de | vergunninghouder en machtiginghouder gehouden tot betaling van de |
| retributie verschuldigd voor toezichtsprogramma's, permanente | retributie verschuldigd voor toezichtsprogramma's, permanente |
| milieu-effectenonderzoeken en milieueffectenbeoordeling inzake de | milieu-effectenonderzoeken en milieueffectenbeoordeling inzake de |
| vergunde of gemachtigde activiteit. Het besluit tot vergunning of | vergunde of gemachtigde activiteit. Het besluit tot vergunning of |
| machtiging vermeldt deze verplichting uitdrukkelijk als een | machtiging vermeldt deze verplichting uitdrukkelijk als een |
| gebruiksvoorwaarde van de vergunning of machtiging. | gebruiksvoorwaarde van de vergunning of machtiging. |
Art. 44.Behoudens toepassing van artikel 41, § 2 vervalt een |
Art. 44.Behoudens toepassing van artikel 41, § 2 vervalt een |
| vergunning of machtiging in de volgende gevallen : | vergunning of machtiging in de volgende gevallen : |
| - bij het niet naleven van de inschrijvingsplicht bepaald in artikel | - bij het niet naleven van de inschrijvingsplicht bepaald in artikel |
| 40, § 2; | 40, § 2; |
| - op de dag na het verstrijken van de termijn voor ingebruikneming, | - op de dag na het verstrijken van de termijn voor ingebruikneming, |
| wanneer er geen geldige ingebruikneming is gebeurd gedurende deze | wanneer er geen geldige ingebruikneming is gebeurd gedurende deze |
| termijn; | termijn; |
| - na ingebruikneming, op de dag na de dag waarop de activiteit | - na ingebruikneming, op de dag na de dag waarop de activiteit |
| gedurende twee opeenvolgende jaren niet werd uitgeoefend of verricht. | gedurende twee opeenvolgende jaren niet werd uitgeoefend of verricht. |
| HOOFDSTUK IV. - Wijziging van gebruiksvoorwaarden, schorsing en | HOOFDSTUK IV. - Wijziging van gebruiksvoorwaarden, schorsing en |
| intrekking van de vergunning en de machtiging | intrekking van de vergunning en de machtiging |
| Afdeling I. - De bevoegdheid tot wijziging van gebruiksvoorwaarden en | Afdeling I. - De bevoegdheid tot wijziging van gebruiksvoorwaarden en |
| tot schorsing of intrekking van de vergunning en de machtiging | tot schorsing of intrekking van de vergunning en de machtiging |
Art. 45.Ter bescherming van het mariene milieu kan de minister steeds |
Art. 45.Ter bescherming van het mariene milieu kan de minister steeds |
| de gebruiksvoorwaarden van een vergunning of machtiging wijzigen. Bij | de gebruiksvoorwaarden van een vergunning of machtiging wijzigen. Bij |
| het nemen van zijn beslissing houdt de minister in het bijzonder | het nemen van zijn beslissing houdt de minister in het bijzonder |
| rekening met : | rekening met : |
| 1° de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, inzonderheid | 1° de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, inzonderheid |
| het beginsel van het preventief handelen, het voorzorgsbeginsel en het | het beginsel van het preventief handelen, het voorzorgsbeginsel en het |
| beginsel van duurzaam beheer; | beginsel van duurzaam beheer; |
| 2° de resultaten van de toezichtsprogramma's, permanente | 2° de resultaten van de toezichtsprogramma's, permanente |
| milieu-effectenonderzoeken en milieu-effectenbeoordelingen na | milieu-effectenonderzoeken en milieu-effectenbeoordelingen na |
| vergunning of machtiging bedoeld in artikelen 28 en 29 van de wet. | vergunning of machtiging bedoeld in artikelen 28 en 29 van de wet. |
Art. 46.Ter bescherming van het mariene milieu kan de minister onder |
Art. 46.Ter bescherming van het mariene milieu kan de minister onder |
| meer in de navolgende gevallen de vergunning of machtiging schorsen of | meer in de navolgende gevallen de vergunning of machtiging schorsen of |
| intrekken : | intrekken : |
| 1° wanneer uit de toezichtsprogramma's en permanente | 1° wanneer uit de toezichtsprogramma's en permanente |
| milieu-effectenonderzoeken blijkt dat zich nieuwe nadelige gevolgen | milieu-effectenonderzoeken blijkt dat zich nieuwe nadelige gevolgen |
| voor het mariene milieu hebben voorgedaan; | voor het mariene milieu hebben voorgedaan; |
| 2° wanneer de gebruiksvoorwaarden niet worden nageleefd. | 2° wanneer de gebruiksvoorwaarden niet worden nageleefd. |
| Iedere schorsing is tijdelijk en geldt voor bepaalde termijn. Een | Iedere schorsing is tijdelijk en geldt voor bepaalde termijn. Een |
| intrekking is definitief. | intrekking is definitief. |
| Bij het nemen van de beslissing houdt de minister rekening met de | Bij het nemen van de beslissing houdt de minister rekening met de |
| algemene doelstellingen en beginselen van de wet, inzonderheid het | algemene doelstellingen en beginselen van de wet, inzonderheid het |
| beginsel van het preventief handelen, het voorzorgsbeginsel en het | beginsel van het preventief handelen, het voorzorgsbeginsel en het |
| beginsel van duurzaam beheer. | beginsel van duurzaam beheer. |
| Afdeling II. - Procedure | Afdeling II. - Procedure |
Art. 47.De minister neemt zijn beslissing ambtshalve of op verzoek |
Art. 47.De minister neemt zijn beslissing ambtshalve of op verzoek |
| van het bestuur. | van het bestuur. |
| De minister betekent het ontwerp-besluit aan de vergunninghouder of de | De minister betekent het ontwerp-besluit aan de vergunninghouder of de |
| machtiginghouder. Binnen een termijn van hoogstens dertig dagen na de | machtiginghouder. Binnen een termijn van hoogstens dertig dagen na de |
| betekening kan deze zijn opmerkingen en bezwaren aan het bestuur | betekening kan deze zijn opmerkingen en bezwaren aan het bestuur |
| betekenen. Binnen dezelfde termijn kan hij tevens een verzoek | betekenen. Binnen dezelfde termijn kan hij tevens een verzoek |
| betekenen om te worden gehoord door het bestuur. Het bestuur zendt | betekenen om te worden gehoord door het bestuur. Het bestuur zendt |
| zijn beoordeling van de opmerkingen en bezwaren en, in voorkomend | zijn beoordeling van de opmerkingen en bezwaren en, in voorkomend |
| geval, het verslag van de hoorzitting naar de minister. Binnen een | geval, het verslag van de hoorzitting naar de minister. Binnen een |
| termijn van hoogstens negentig dagen na de betekening van het | termijn van hoogstens negentig dagen na de betekening van het |
| ontwerpbesluit aan de vergunninghouder of machtiginghouder betekent de | ontwerpbesluit aan de vergunninghouder of machtiginghouder betekent de |
| minister hem zijn beslissing. | minister hem zijn beslissing. |
Art. 48.In voorkomend geval worden zonder verwijl opvorderingen |
Art. 48.In voorkomend geval worden zonder verwijl opvorderingen |
| verricht en noodmaatregelen getroffen overeenkomstig de artikelen 31 | verricht en noodmaatregelen getroffen overeenkomstig de artikelen 31 |
| en 32 van de wet. | en 32 van de wet. |
| Afdeling III. - Inhoud van het besluit | Afdeling III. - Inhoud van het besluit |
Art. 49.Ieder besluit tot wijziging van gebruiksvoorwaarden vermeldt |
Art. 49.Ieder besluit tot wijziging van gebruiksvoorwaarden vermeldt |
| de dag waarop het uitwerking heeft. | de dag waarop het uitwerking heeft. |
Art. 50.Ieder besluit tot schorsing van een vergunning of machtiging |
Art. 50.Ieder besluit tot schorsing van een vergunning of machtiging |
| bevat minstens : | bevat minstens : |
| 1° een bepaling van de dag waarop de schorsing uitwerking heeft; | 1° een bepaling van de dag waarop de schorsing uitwerking heeft; |
| 2° een omschrijving van het tijdstip waarop de schorsing eindigt; | 2° een omschrijving van het tijdstip waarop de schorsing eindigt; |
| 3° al naar gelang van het geval, een omstandige beschrijving van de | 3° al naar gelang van het geval, een omstandige beschrijving van de |
| nieuwe nadelige gevolgen van de activiteit voor het mariene milieu of | nieuwe nadelige gevolgen van de activiteit voor het mariene milieu of |
| een aanduiding van de geschonden gebruiksvoorwaarden; | een aanduiding van de geschonden gebruiksvoorwaarden; |
| 4° een omschrijving van de maatregelen die ter bescherming van het | 4° een omschrijving van de maatregelen die ter bescherming van het |
| mariene milieu dienen te worden genomen in de schorsingsperiode, met | mariene milieu dienen te worden genomen in de schorsingsperiode, met |
| vermelding van de persoon of personen die instaan voor uitvoering | vermelding van de persoon of personen die instaan voor uitvoering |
| ervan. | ervan. |
Art. 51.Ieder besluit tot intrekking van een vergunning of machtiging |
Art. 51.Ieder besluit tot intrekking van een vergunning of machtiging |
| bevat minstens : | bevat minstens : |
| 1° een bepaling van de dag waarop de intrekking uitwerking heeft; | 1° een bepaling van de dag waarop de intrekking uitwerking heeft; |
| 2° een vermelding dat de intrekking definitief is; | 2° een vermelding dat de intrekking definitief is; |
| 3° al naargelang van het geval, een omstandige beschrijving van de | 3° al naargelang van het geval, een omstandige beschrijving van de |
| nieuwe nadelige gevolgen van de activiteit voor het mariene milieu of | nieuwe nadelige gevolgen van de activiteit voor het mariene milieu of |
| een aanduiding van de geschonden gebruiksvoorwaarden. | een aanduiding van de geschonden gebruiksvoorwaarden. |
| HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 52.Het koninklijk besluit van 20 december 2000 houdende de |
Art. 52.Het koninklijk besluit van 20 december 2000 houdende de |
| procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de | procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de |
| zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België wordt opgeheven. | zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België wordt opgeheven. |
Art. 53.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 53.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
| Gegeven te Brussel, 7 september 2003. | Gegeven te Brussel, 7 september 2003. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, | De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |