Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve prestaties | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve prestaties |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de | gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking, betreffende het SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve | houtbewerking, betreffende het SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve |
prestaties (1) | prestaties (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking; | houtbewerking; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de | gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking, betreffende het SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve | houtbewerking, betreffende het SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve |
prestaties. | prestaties. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. | Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking | Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019 |
SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve prestaties | SWT op 59 jaar met 40 jaar effectieve prestaties |
(Overeenkomst geregistreerd op 18 september 2019 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 18 september 2019 onder het nummer |
153894/CO/126) | 153894/CO/126) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren |
onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de | onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking. | houtbewerking. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het |
raam van de collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale | raam van de collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale |
Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari | Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari |
1975), de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 | 1975), de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 |
(Belgisch Staatsblad van 30 december 2005), de programmawet van 29 | (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005), de programmawet van 29 |
maart 2012 (Belgisch Staatsblad van 6 april 2012) en hun | maart 2012 (Belgisch Staatsblad van 6 april 2012) en hun |
uitvoeringsbesluiten, te weten het koninklijk besluit van 3 mei 2007 | uitvoeringsbesluiten, te weten het koninklijk besluit van 3 mei 2007 |
tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en | tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en |
het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het | het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het |
koninklijk besluit 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van | koninklijk besluit 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag en de collectieve | werkloosheid met bedrijfstoeslag en de collectieve |
arbeidsovereenkomsten nr. 134, nr. 135, nr. 141 en nr. 142 van 23 | arbeidsovereenkomsten nr. 134, nr. 135, nr. 141 en nr. 142 van 23 |
april 2019. | april 2019. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
arbeiders die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover | arbeiders die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover |
zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen | zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen |
aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in de artikelen 4 en | aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in de artikelen 4 en |
5. | 5. |
HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden | HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden |
Art. 4.Leeftijdsvoorwaarde en algemene loopbaanvoorwaarden |
Art. 4.Leeftijdsvoorwaarde en algemene loopbaanvoorwaarden |
Kunnen aanspraak maken op dit stelsel, de werknemers die worden | Kunnen aanspraak maken op dit stelsel, de werknemers die worden |
ontslagen, behalve om dringende reden, en die gedurende de periode van | ontslagen, behalve om dringende reden, en die gedurende de periode van |
1 januari 2020 tot 30 juni 2021 en op het ogenblik van de beëindiging | 1 januari 2020 tot 30 juni 2021 en op het ogenblik van de beëindiging |
van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder zijn, en op het ogenblik | van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder zijn, en op het ogenblik |
van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsloopbaan van | van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsloopbaan van |
40 jaar als loontrekker kunnen bewijzen. De werknemer moet worden | 40 jaar als loontrekker kunnen bewijzen. De werknemer moet worden |
ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve | ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst. De werknemer die voldoet aan de in de vorige | arbeidsovereenkomst. De werknemer die voldoet aan de in de vorige |
leden bepaalde voorwaarden en wiens opzeggingstermijn na 30 juni 2021 | leden bepaalde voorwaarden en wiens opzeggingstermijn na 30 juni 2021 |
verstrijkt, behoudt het recht op de bedrijfstoeslag. | verstrijkt, behoudt het recht op de bedrijfstoeslag. |
Art. 5.Bijkomende loopbaanvoorwaarde |
Art. 5.Bijkomende loopbaanvoorwaarde |
§ 1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het SWT, dient de | § 1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het SWT, dient de |
arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde | arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde |
loopbaanvereiste te vervullen, doch dient hij/zij bovendien een | loopbaanvereiste te vervullen, doch dient hij/zij bovendien een |
loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de werkgever | loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de werkgever |
die hem/haar ontslaat. Indien de arbeider/ster dit bewijs niet kan | die hem/haar ontslaat. Indien de arbeider/ster dit bewijs niet kan |
leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum 20 jaar in | leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum 20 jaar in |
de sector waarvan minstens 8 jaar bij de werkgever die hem/haar | de sector waarvan minstens 8 jaar bij de werkgever die hem/haar |
ontslaat. De loopbaan dient te worden berekend van datum tot datum. | ontslaat. De loopbaan dient te worden berekend van datum tot datum. |
§ 2. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de arbeider die het | § 2. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de arbeider die het |
slachtoffer werd van een faillissement, een sluiting of een | slachtoffer werd van een faillissement, een sluiting of een |
herstructurering van een onderneming uit de sector stoffering en | herstructurering van een onderneming uit de sector stoffering en |
houtbewerking, daarna werd aangeworven door een andere werkgever van | houtbewerking, daarna werd aangeworven door een andere werkgever van |
de sector en op het ogenblik van deze aanwerving 50 jaar of ouder was. | de sector en op het ogenblik van deze aanwerving 50 jaar of ouder was. |
Deze werknemer kan niet altijd voldoen aan de vereiste het bewijs te | Deze werknemer kan niet altijd voldoen aan de vereiste het bewijs te |
leveren van 8 jaar anciënniteit bij de werkgever die ontslaat. Toch | leveren van 8 jaar anciënniteit bij de werkgever die ontslaat. Toch |
zal hij het SWT kunnen genieten indien hij het bewijs levert van een | zal hij het SWT kunnen genieten indien hij het bewijs levert van een |
loopbaan van ten minste twintig jaar in de sector. | loopbaan van ten minste twintig jaar in de sector. |
HOOFDSTUK III. - Bedrijfstoeslag | HOOFDSTUK III. - Bedrijfstoeslag |
Art. 6.De arbeiders omschreven in artikel 3 hebben recht op een |
Art. 6.De arbeiders omschreven in artikel 3 hebben recht op een |
bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij | bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij |
aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsuitkeringen in het kader van | aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsuitkeringen in het kader van |
het SWT. Deze bedrijfstoeslag wordt maandelijks uitbetaald. | het SWT. Deze bedrijfstoeslag wordt maandelijks uitbetaald. |
Art. 7.De bedrijfstoeslag, volgens de berekeningsmethode bepaald door |
Art. 7.De bedrijfstoeslag, volgens de berekeningsmethode bepaald door |
het paritair comité, wordt toegekend tot de pensioengerechtigde | het paritair comité, wordt toegekend tot de pensioengerechtigde |
leeftijd. | leeftijd. |
De bedrijfstoeslag bestaat uit de helft (50 pct.) van het verschil | De bedrijfstoeslag bestaat uit de helft (50 pct.) van het verschil |
tussen de werkloosheidsvergoeding en het nettorefertemaandloon. De | tussen de werkloosheidsvergoeding en het nettorefertemaandloon. De |
sociale en/of fiscale afhoudingen op de bedrijfstoeslag vallen ten | sociale en/of fiscale afhoudingen op de bedrijfstoeslag vallen ten |
laste van de arbeider. | laste van de arbeider. |
De bedrijfstoeslag voor SWT van de arbeider die gebruik maakt van een | De bedrijfstoeslag voor SWT van de arbeider die gebruik maakt van een |
landingsbaan in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. | landingsbaan in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. |
77 en nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis | 77 en nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis |
van het brutorefertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse | van het brutorefertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse |
betrekking. | betrekking. |
Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de | Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de |
werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon. | werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon. |
Art. 8.De bedrijfstoeslag, zoals bepaald in artikel 7, is gekoppeld |
Art. 8.De bedrijfstoeslag, zoals bepaald in artikel 7, is gekoppeld |
aan de evolutie van het indexcijfer, zoals die is voorzien in de | aan de evolutie van het indexcijfer, zoals die is voorzien in de |
artikelen 5 tot en met 10 van hoofdstuk IV van de sectorale | artikelen 5 tot en met 10 van hoofdstuk IV van de sectorale |
collectieve arbeidsovereenkomst inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden. | collectieve arbeidsovereenkomst inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden. |
Art. 9.De bedrijfstoeslag waarvan het bedrag bepaald volgens |
Art. 9.De bedrijfstoeslag waarvan het bedrag bepaald volgens |
artikelen 7 en 8 lager is dan 123,50 EUR per maand, wordt verhoogd tot | artikelen 7 en 8 lager is dan 123,50 EUR per maand, wordt verhoogd tot |
123,50 EUR. | 123,50 EUR. |
Deze verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale | Deze verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale |
bruto maandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende | bruto maandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende |
vergoeding samen, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen | vergoeding samen, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen |
zoals bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006 (na | zoals bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006 (na |
indexering en herwaardering). De verhoging van de aanvullende | indexering en herwaardering). De verhoging van de aanvullende |
vergoeding wordt in voorkomend geval beperkt tot beloop van de | vergoeding wordt in voorkomend geval beperkt tot beloop van de |
toepasselijke inhoudingsgrens. | toepasselijke inhoudingsgrens. |
Art. 10.De werkgever kan de bedrijfstoeslagen die hij betaalde, na |
Art. 10.De werkgever kan de bedrijfstoeslagen die hij betaalde, na |
afloop van elk kalenderjaar terugvorderen bij het "Fonds voor | afloop van elk kalenderjaar terugvorderen bij het "Fonds voor |
bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking" (FBZ). | bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking" (FBZ). |
Hetzelfde geldt voor de eventuele verhoging van de bedrijfstoeslag in | Hetzelfde geldt voor de eventuele verhoging van de bedrijfstoeslag in |
toepassing van artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | toepassing van artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Daarbij zijn de volgende regels van toepassing : | Daarbij zijn de volgende regels van toepassing : |
- De terugvordering moet door de werkgever of zijn gemachtigde worden | - De terugvordering moet door de werkgever of zijn gemachtigde worden |
ingediend met de formulieren die daartoe door het FBZ worden ter | ingediend met de formulieren die daartoe door het FBZ worden ter |
beschikking gesteld; | beschikking gesteld; |
- De terugvordering slaat op de bedrijfstoeslagen die de werkgever | - De terugvordering slaat op de bedrijfstoeslagen die de werkgever |
betaalde in het kalenderjaar X. De terugvorderingen kunnen worden | betaalde in het kalenderjaar X. De terugvorderingen kunnen worden |
ingediend tot het einde van het kalenderjaar X+1; | ingediend tot het einde van het kalenderjaar X+1; |
- De terugbetaling door het FBZ is beperkt tot maximaal 94,20 EUR van | - De terugbetaling door het FBZ is beperkt tot maximaal 94,20 EUR van |
de bruto bedrijfstoeslag per maand. Het terugbetaalde bedrag wordt | de bruto bedrijfstoeslag per maand. Het terugbetaalde bedrag wordt |
gekoppeld aan de indexeringen en herwaarderingen zoals die van | gekoppeld aan de indexeringen en herwaarderingen zoals die van |
toepassing zijn op de betaalde bedrijfstoeslagen. De DECAVA-bijdragen | toepassing zijn op de betaalde bedrijfstoeslagen. De DECAVA-bijdragen |
worden niet terugbetaald. Ten aanzien van de eventuele verhoging van | worden niet terugbetaald. Ten aanzien van de eventuele verhoging van |
de bedrijfstoeslag in toepassing van artikel 9 van deze collectieve | de bedrijfstoeslag in toepassing van artikel 9 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, heeft de terugbetaling betrekking op het verschil | arbeidsovereenkomst, heeft de terugbetaling betrekking op het verschil |
tussen het verhoogde bedrag en het oorspronkelijk berekende, | tussen het verhoogde bedrag en het oorspronkelijk berekende, |
geïndexeerde en geherwaardeerde bedrag van de bedrijfstoeslag; | geïndexeerde en geherwaardeerde bedrag van de bedrijfstoeslag; |
- De terugbetaling is afhankelijk van het voldoen aan de voorwaarden | - De terugbetaling is afhankelijk van het voldoen aan de voorwaarden |
bepaald in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve | bepaald in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 11.De bedrijfstoeslag zal door de werkgever worden doorbetaald |
Art. 11.De bedrijfstoeslag zal door de werkgever worden doorbetaald |
bij een eventuele werkhervatting van de ontslagen werknemer, hetzij | bij een eventuele werkhervatting van de ontslagen werknemer, hetzij |
als loontrekkende, hetzij als zelfstandige. | als loontrekkende, hetzij als zelfstandige. |
De ontslagen werknemer zal zijn ex-werkgever vooraf op de hoogte | De ontslagen werknemer zal zijn ex-werkgever vooraf op de hoogte |
brengen van zijn werkhervatting alsook van de stopzetting ervan. | brengen van zijn werkhervatting alsook van de stopzetting ervan. |
Art. 12.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de |
Art. 12.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de |
arbeider zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken | arbeider zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken |
arbeider in aanmerking komt voor SWT, onder meer wat de leeftijds- en | arbeider in aanmerking komt voor SWT, onder meer wat de leeftijds- en |
loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5. | loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5. |
Art. 13.De werkgever die met het oog op het SWT zijn arbeider |
Art. 13.De werkgever die met het oog op het SWT zijn arbeider |
ontslaat, is - behoudens vrijstelling - verplicht deze te vervangen | ontslaat, is - behoudens vrijstelling - verplicht deze te vervangen |
door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere | door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere |
persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 en | persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 en |
binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald. | binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald. |
In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig | In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig |
maanden. Bij niet-vervanging worden de sancties toegepast voorzien in | maanden. Bij niet-vervanging worden de sancties toegepast voorzien in |
het koninklijk besluit van 3 mei 2007. | het koninklijk besluit van 3 mei 2007. |
HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur |
Art. 14.De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 14.De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2020 en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 2021. | januari 2020 en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 2021. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |