| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende | gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende |
| de arbeidsvoorwaarden (1) | de arbeidsvoorwaarden (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
| betonindustrie; | betonindustrie; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de | in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de |
| arbeidsvoorwaarden. | arbeidsvoorwaarden. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te 6 december 2005. | Gegeven te 6 december 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de betonindustrie | Paritair Subcomité voor de betonindustrie |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005 |
| Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2005 onder | Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2005 onder |
| het nummer 75303/CO/106.02) | het nummer 75303/CO/106.02) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder | de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder |
| het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren. | het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren. |
| Sectie 1. - Lonen en arbeidsvoorwaarden | Sectie 1. - Lonen en arbeidsvoorwaarden |
| HOOFDSTUK II. - Indeling van de arbeid(st)ers | HOOFDSTUK II. - Indeling van de arbeid(st)ers |
Art. 2.De arbeid(st)ers worden in zes categorieën ingedeeld : |
Art. 2.De arbeid(st)ers worden in zes categorieën ingedeeld : |
| I. Productiepersoneel | I. Productiepersoneel |
| 1. Hulparbeid(st)ers | 1. Hulparbeid(st)ers |
| De arbeid(st)ers die geen bijzondere kennis of voorafgaande opleiding | De arbeid(st)ers die geen bijzondere kennis of voorafgaande opleiding |
| hebben, doch enkel een oplettendheid en een gewoonte van arbeid die | hebben, doch enkel een oplettendheid en een gewoonte van arbeid die |
| zij kunnen verwerven door een aanpassingsperiode van minder dan | zij kunnen verwerven door een aanpassingsperiode van minder dan |
| vijftien dagen. | vijftien dagen. |
| Deze arbeid(st)ers kunnen gemeenschappelijke vervoerapparaten | Deze arbeid(st)ers kunnen gemeenschappelijke vervoerapparaten |
| gebruiken (kruiwagens, trans-paletten met of zonder motor, | gebruiken (kruiwagens, trans-paletten met of zonder motor, |
| drijfschoppen, duivels, wagentjes, loopwagentjes, roltransporteurs, | drijfschoppen, duivels, wagentjes, loopwagentjes, roltransporteurs, |
| enz...). | enz...). |
| Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers tewerkgesteld aan het lossen en | Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers tewerkgesteld aan het lossen en |
| het behandelen van de grondstoffen, aan de voorbereiding van de | het behandelen van de grondstoffen, aan de voorbereiding van de |
| wapeningen (puntlassers), aan het bevochtigen en het behandelen van de | wapeningen (puntlassers), aan het bevochtigen en het behandelen van de |
| afgewerkte producten of van de producten tijdens de fabricatie, aan | afgewerkte producten of van de producten tijdens de fabricatie, aan |
| het opstapelen en het inpakken van de producten, aan het bergen ervan | het opstapelen en het inpakken van de producten, aan het bergen ervan |
| in magazijn, aan het laden van de afgewerkte producten, aan het | in magazijn, aan het laden van de afgewerkte producten, aan het |
| reinigen van de lokalen en de binnenplaatsen, de begeleiders van | reinigen van de lokalen en de binnenplaatsen, de begeleiders van |
| vrachtwagens, enz. | vrachtwagens, enz. |
| De helpers van de geoefende arbeid(st)ers van tweede categorie worden | De helpers van de geoefende arbeid(st)ers van tweede categorie worden |
| eveneens in deze categorie ingedeeld. | eveneens in deze categorie ingedeeld. |
| Het aantal arbeid(st)ers dat een onderneming met het loon van de | Het aantal arbeid(st)ers dat een onderneming met het loon van de |
| categorie "hulparbeid(st)ers" mag bezoldigen, is als volgt beperkt : | categorie "hulparbeid(st)ers" mag bezoldigen, is als volgt beperkt : |
| - indien de onderneming in totaal minder dan 10 arbeid(st)ers | - indien de onderneming in totaal minder dan 10 arbeid(st)ers |
| tewerkstelt : 0; | tewerkstelt : 0; |
| - indien de onderneming in totaal van 10 tot 19 arbeid(st)ers | - indien de onderneming in totaal van 10 tot 19 arbeid(st)ers |
| tewerkstelt : 1; | tewerkstelt : 1; |
| - indien de onderneming in totaal van 20 tot 29 arbeid(st)ers | - indien de onderneming in totaal van 20 tot 29 arbeid(st)ers |
| tewerkstelt : 2; | tewerkstelt : 2; |
| - indien de onderneming in totaal van 30 tot 39 arbeid(st)ers | - indien de onderneming in totaal van 30 tot 39 arbeid(st)ers |
| tewerkstelt : 3; | tewerkstelt : 3; |
| - enz. | - enz. |
| 2. Geoefenden van tweede categorie | 2. Geoefenden van tweede categorie |
| De arbeid(st)ers die in de eigenlijke fabricatie zijn betrokken en zij | De arbeid(st)ers die in de eigenlijke fabricatie zijn betrokken en zij |
| die verantwoordelijkheid en/of leiding hebben van productiemachines of | die verantwoordelijkheid en/of leiding hebben van productiemachines of |
| van hijs- en behandelingstoestellen met titularis. | van hijs- en behandelingstoestellen met titularis. |
| Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers die verantwoordelijk zijn voor | Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers die verantwoordelijk zijn voor |
| het bereiden en het samenstellen van de mengsels, voor het bedienen | het bereiden en het samenstellen van de mengsels, voor het bedienen |
| van de tot dit doel gebruikte toestellen (meng-zeef-, droogmolens, | van de tot dit doel gebruikte toestellen (meng-zeef-, droogmolens, |
| kneedtoestellen, betonmolens, betoncentrales, enz...); de | kneedtoestellen, betonmolens, betoncentrales, enz...); de |
| samenstellers van de wapeningen; de verantwoordelijken voor de | samenstellers van de wapeningen; de verantwoordelijken voor de |
| triltafels, trilmachines, persen en andere gelijkaardige | triltafels, trilmachines, persen en andere gelijkaardige |
| productietoestellen, voor het vervaardigen en afwerken van gegoten | productietoestellen, voor het vervaardigen en afwerken van gegoten |
| stukken uit beton of uit hersamengestelde steen, voor het vormgieten | stukken uit beton of uit hersamengestelde steen, voor het vormgieten |
| en het persen van cementtegels en tegels uit marmermozaïek, voor het | en het persen van cementtegels en tegels uit marmermozaïek, voor het |
| vormgieten van speciale stukken in marmeragglomeraten (traptreden, | vormgieten van speciale stukken in marmeragglomeraten (traptreden, |
| vensterbanken, enz...), voor het werk aan de zogenaamde automatische | vensterbanken, enz...), voor het werk aan de zogenaamde automatische |
| persen en aan de slijp- en polijsttoestellen zonder deze te besturen | persen en aan de slijp- en polijsttoestellen zonder deze te besturen |
| voor het stoppen, het sorteren en het nazien van de producten, voor | voor het stoppen, het sorteren en het nazien van de producten, voor |
| zaagmachines, voor het bedienen van spantoestellen; de titularissen | zaagmachines, voor het bedienen van spantoestellen; de titularissen |
| van hijs- en behandelingstoestellen zoals "clarks", "lifttrucks", | van hijs- en behandelingstoestellen zoals "clarks", "lifttrucks", |
| kranen, automatische schoppen, rolbruggen; de vrachtwagenbestuurders, | kranen, automatische schoppen, rolbruggen; de vrachtwagenbestuurders, |
| enz... | enz... |
| 3. Geoefenden van eerste categorie | 3. Geoefenden van eerste categorie |
| De arbeid(st)ers van de vorige categorie waarvan de functies | De arbeid(st)ers van de vorige categorie waarvan de functies |
| bijzondere hoedanigheden van aanpassing, initiatief en doorzicht, een | bijzondere hoedanigheden van aanpassing, initiatief en doorzicht, een |
| langere en betere opleiding, een voortdurende gespannen aandacht in de | langere en betere opleiding, een voortdurende gespannen aandacht in de |
| uitvoering van het werk vereisen, wegens de belangrijkheid van het | uitvoering van het werk vereisen, wegens de belangrijkheid van het |
| materieel dat zij moeten besturen en waarvoor zij verantwoordelijk | materieel dat zij moeten besturen en waarvoor zij verantwoordelijk |
| zijn en de waarde van de grondstoffen die zij moeten aanwenden. | zijn en de waarde van de grondstoffen die zij moeten aanwenden. |
| Dit zijn namelijk : de verantwoordelijken die de leiding hebben van de | Dit zijn namelijk : de verantwoordelijken die de leiding hebben van de |
| zogenaamde automatische persen en de geperfectioneerde slijp- en | zogenaamde automatische persen en de geperfectioneerde slijp- en |
| polijstmachines, enz... | polijstmachines, enz... |
| De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden | De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden |
| gelijkgesteld met de hulparbeid(st)ers of de geoefende arbeid(st)ers | gelijkgesteld met de hulparbeid(st)ers of de geoefende arbeid(st)ers |
| van tweede categorie, naargelang het werk dat zij verrichten. | van tweede categorie, naargelang het werk dat zij verrichten. |
| 4. Vaklieden van tweede categorie | 4. Vaklieden van tweede categorie |
| De arbeid(st)ers die minstens gedurende één jaar hun vak hebben | De arbeid(st)ers die minstens gedurende één jaar hun vak hebben |
| uitgeoefend, nadat zij de daarmee in verband staande beroepsleergangen | uitgeoefend, nadat zij de daarmee in verband staande beroepsleergangen |
| met vrucht hebben gevolgd; de arbeid(st)ers die minstens gedurende | met vrucht hebben gevolgd; de arbeid(st)ers die minstens gedurende |
| drie jaar hetzelfde vak hebben uitgeoefend en waarvoor | drie jaar hetzelfde vak hebben uitgeoefend en waarvoor |
| beroepsleergangen bestaan; deze arbeid(st)ers moeten het bewijs | beroepsleergangen bestaan; deze arbeid(st)ers moeten het bewijs |
| leveren van een klaarblijkelijke praktische en technische kennis. | leveren van een klaarblijkelijke praktische en technische kennis. |
| Dit zijn namelijk : de monteerders, bankwerkers, draaiers, | Dit zijn namelijk : de monteerders, bankwerkers, draaiers, |
| booglassers, autogeenlassers, gereedschapsmakers, boetseerders, | booglassers, autogeenlassers, gereedschapsmakers, boetseerders, |
| elektriciens, schrijnwerkers, timmerlieden, metselaars, | elektriciens, schrijnwerkers, timmerlieden, metselaars, |
| cementbezetters, mecaniciens, enz... | cementbezetters, mecaniciens, enz... |
| De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden opgenomen in | De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden opgenomen in |
| één van de vorige drie categorieën, naargelang het werk dat zij | één van de vorige drie categorieën, naargelang het werk dat zij |
| verrichten. | verrichten. |
| 5. Vaklieden van eerste categorie | 5. Vaklieden van eerste categorie |
| De arbeid(st)ers van de voorgaande categorie, die kunnen worden | De arbeid(st)ers van de voorgaande categorie, die kunnen worden |
| beschouwd als bijzonder geschoolden omwille van hun meer dan | beschouwd als bijzonder geschoolden omwille van hun meer dan |
| gemiddelde geschiktheid. | gemiddelde geschiktheid. |
| II. Schoonmaakpersoneel | II. Schoonmaakpersoneel |
| 6. Kuisman(-vrouw) | 6. Kuisman(-vrouw) |
| De werkgevers die geen beroep doen op extern schoonmaakpersoneel, | De werkgevers die geen beroep doen op extern schoonmaakpersoneel, |
| kunnen arbeid(st)ers in dienst nemen die belast zijn met de schoonmaak | kunnen arbeid(st)ers in dienst nemen die belast zijn met de schoonmaak |
| van : | van : |
| - kantoren en laboratoria | - kantoren en laboratoria |
| - refters, keukens en dergelijke | - refters, keukens en dergelijke |
| - sanitaire inrichtingen. | - sanitaire inrichtingen. |
| In geen geval zullen prestaties verricht worden die voorbehouden zijn | In geen geval zullen prestaties verricht worden die voorbehouden zijn |
| aan personeel van de vijf hierboven omschreven categorieën. | aan personeel van de vijf hierboven omschreven categorieën. |
| De arbeid(st)ers die in dienst waren voor 1 juni 2005 en die reeds | De arbeid(st)ers die in dienst waren voor 1 juni 2005 en die reeds |
| belast zijn met deze schoonmaakactiviteiten, zullen de bestaande | belast zijn met deze schoonmaakactiviteiten, zullen de bestaande |
| arbeids- en loonvoorwaarden behouden. | arbeids- en loonvoorwaarden behouden. |
Art. 3.De minderjarige arbeid(st)ers kunnen tot alle categorieën |
Art. 3.De minderjarige arbeid(st)ers kunnen tot alle categorieën |
| behoren. | behoren. |
| HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de lonen | HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de lonen |
| 3.1. Sectorale uurlonen | 3.1. Sectorale uurlonen |
Art. 4.Vanaf 1 januari 2005 worden de minimumuurlonen van de |
Art. 4.Vanaf 1 januari 2005 worden de minimumuurlonen van de |
| arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een | arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een |
| wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld : | wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Alle uurlonen, zowel de sectorale minima als de werkelijk betaalde | Alle uurlonen, zowel de sectorale minima als de werkelijk betaalde |
| lonen, worden, ongeacht de indexaanpassingen, op 1 oktober 2005 met | lonen, worden, ongeacht de indexaanpassingen, op 1 oktober 2005 met |
| 0,06 EUR verhoogd. | 0,06 EUR verhoogd. |
Art. 5.Het minimumuurloon van de minderjarige arbeid(st)ers wordt |
Art. 5.Het minimumuurloon van de minderjarige arbeid(st)ers wordt |
| berekend op grond van de volgende percentages van het minimumuurloon | berekend op grond van de volgende percentages van het minimumuurloon |
| van de werkman en werkster van dezelfde categorie : | van de werkman en werkster van dezelfde categorie : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| 3.2. Stuk-, premie of rendementswerk | 3.2. Stuk-, premie of rendementswerk |
Art. 6.Het voor stuk-, premie- of rendementswerk te betalen loon |
Art. 6.Het voor stuk-, premie- of rendementswerk te betalen loon |
| wordt zo berekend dat de betrokken arbeid(st)ers minstens 12,5 pct. | wordt zo berekend dat de betrokken arbeid(st)ers minstens 12,5 pct. |
| meer verdienen dan het effectief betaalde loon aan de werknemers en | meer verdienen dan het effectief betaalde loon aan de werknemers en |
| werksters van de categorie waartoe ze behoren. | werksters van de categorie waartoe ze behoren. |
Art. 7.De minderjarige arbeid(st)ers die stuk-, premie- of |
Art. 7.De minderjarige arbeid(st)ers die stuk-, premie- of |
| rendementswerk verrichten, ontvangen, indien zij evenveel produceren, | rendementswerk verrichten, ontvangen, indien zij evenveel produceren, |
| hetzelfde loon als de arbeid(st)ers van 18 jaar en ouder die hetzelfde | hetzelfde loon als de arbeid(st)ers van 18 jaar en ouder die hetzelfde |
| werk uitvoeren. | werk uitvoeren. |
Art. 8.Het staat de werkgever vrij de productie te bepalen die met |
Art. 8.Het staat de werkgever vrij de productie te bepalen die met |
| stuk-, premie- of rendementswerk niet mag worden overschreden. | stuk-, premie- of rendementswerk niet mag worden overschreden. |
| HOOFDSTUK IV. - Ploegenarbeid en verschoven uurroosters | HOOFDSTUK IV. - Ploegenarbeid en verschoven uurroosters |
Art. 9.Wanneer in ploegen wordt gewerkt, hebben, onverminderd artikel |
Art. 9.Wanneer in ploegen wordt gewerkt, hebben, onverminderd artikel |
| 36 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 | 36 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 |
| maart 1971), de arbeid(st)ers, zonder onderscheid van leeftijd, per | maart 1971), de arbeid(st)ers, zonder onderscheid van leeftijd, per |
| werkuur en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, recht | werkuur en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, recht |
| op betaling van een premie. | op betaling van een premie. |
| Deze premie bedraagt vanaf 1 januari 2005 : | Deze premie bedraagt vanaf 1 januari 2005 : |
| - voor de ochtend- en namiddagploegen : 0,5927 EUR | - voor de ochtend- en namiddagploegen : 0,5927 EUR |
| Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd | Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd |
| met 0,0073 EUR. | met 0,0073 EUR. |
| - voor de nachtploeg : 1,8129 EUR | - voor de nachtploeg : 1,8129 EUR |
| Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd | Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd |
| met 0,0171 EUR. | met 0,0171 EUR. |
Art. 10.Het al of niet bestaan van een verschoven uurrooster hangt af |
Art. 10.Het al of niet bestaan van een verschoven uurrooster hangt af |
| van het normale daguurrooster zoals vastgesteld in het | van het normale daguurrooster zoals vastgesteld in het |
| arbeidsreglement. | arbeidsreglement. |
| Een uurrooster wordt geacht verschoven te zijn wanneer het begin ervan | Een uurrooster wordt geacht verschoven te zijn wanneer het begin ervan |
| minstens één uur valt vóór het begin van het normale daguurrooster of | minstens één uur valt vóór het begin van het normale daguurrooster of |
| wanneer het einde ervan minstens één uur valt na het einde van dit | wanneer het einde ervan minstens één uur valt na het einde van dit |
| uurrooster. | uurrooster. |
| De arbeid(st)ers die werken volgens een verschoven uurrooster hebben, | De arbeid(st)ers die werken volgens een verschoven uurrooster hebben, |
| voor elk van de uren die zij presteren voor of na het normale | voor elk van de uren die zij presteren voor of na het normale |
| daguurrooster recht op de ploegpremie die overeenstemt met het | daguurrooster recht op de ploegpremie die overeenstemt met het |
| ogenblik waarop deze uren gepresteerd worden. | ogenblik waarop deze uren gepresteerd worden. |
| Er is geen samenvoeging van de ploegenpremies voor verschoven | Er is geen samenvoeging van de ploegenpremies voor verschoven |
| uurrooster en de overlonen voor dezelfde uren. | uurrooster en de overlonen voor dezelfde uren. |
| HOOFDSTUK V. - Koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer | HOOFDSTUK V. - Koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer |
| van de consumptieprijzen | van de consumptieprijzen |
Art. 11.De sectorale uurlonen, de werkelijk uitbetaalde lonen, de |
Art. 11.De sectorale uurlonen, de werkelijk uitbetaalde lonen, de |
| lonen van de arbeid(st)ers die geheel of gedeeltelijk per stuk, met | lonen van de arbeid(st)ers die geheel of gedeeltelijk per stuk, met |
| premies of tegen rendement worden betaald, de ploegenpremies en de | premies of tegen rendement worden betaald, de ploegenpremies en de |
| andere premies die een integrerend deel uitmaken van de lonen, worden | andere premies die een integrerend deel uitmaken van de lonen, worden |
| gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en staan | gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en staan |
| tegenover het referte-indexcijfer 113,29. | tegenover het referte-indexcijfer 113,29. |
Art. 12.Het referte-indexcijfer 115,56 is de spil van de |
Art. 12.Het referte-indexcijfer 115,56 is de spil van de |
| stabiliteitschijf waarvan 113,29 de laagste grens en 117,87 de hoogste | stabiliteitschijf waarvan 113,29 de laagste grens en 117,87 de hoogste |
| grens is. Elke volgende stabilisatieschijf wordt bekomen door de | grens is. Elke volgende stabilisatieschijf wordt bekomen door de |
| cijfers van de voorgaande schijf te verhogen met 2 pct.. | cijfers van de voorgaande schijf te verhogen met 2 pct.. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| De lonen en premies worden verhoogd met 2 pct. wanneer het indexcijfer | De lonen en premies worden verhoogd met 2 pct. wanneer het indexcijfer |
| de hoogste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft | de hoogste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft |
| bereikt. | bereikt. |
Art. 13.De verhogingen ingevolge de schommelingen van het |
Art. 13.De verhogingen ingevolge de schommelingen van het |
| indexcijfer, hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de | indexcijfer, hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de |
| maand, volgend op deze waarop het indexcijfer, dat de verhoging van de | maand, volgend op deze waarop het indexcijfer, dat de verhoging van de |
| lonen en premies veroorzaakt, betrekking heeft. Eventuele verlagingen | lonen en premies veroorzaakt, betrekking heeft. Eventuele verlagingen |
| zullen niet worden toegepast. | zullen niet worden toegepast. |
| Indien er geen tweede indexering zou plaatsvinden tijdens de periode | Indien er geen tweede indexering zou plaatsvinden tijdens de periode |
| gaande van 1 januari 2005 tot 31 december 2006, wordt een voortijdige | gaande van 1 januari 2005 tot 31 december 2006, wordt een voortijdige |
| indexering van 2 pct. toegepast op 1 december 2006. Deze voortijdige | indexering van 2 pct. toegepast op 1 december 2006. Deze voortijdige |
| indexering zal opgeslorpt worden door de niet-toepassing van de | indexering zal opgeslorpt worden door de niet-toepassing van de |
| volgende indexering, die normaal zou toegepast worden volgens de in | volgende indexering, die normaal zou toegepast worden volgens de in |
| voege zijnde regels betreffende de indexering van de lonen. In dit | voege zijnde regels betreffende de indexering van de lonen. In dit |
| geval zal de vooruitgeschoven indexering die in feite zou toegekend | geval zal de vooruitgeschoven indexering die in feite zou toegekend |
| worden in 2007, niet in mindering gebracht worden van de | worden in 2007, niet in mindering gebracht worden van de |
| onderhandelingsmarge voor een overeenkomst van 2007-2008. | onderhandelingsmarge voor een overeenkomst van 2007-2008. |
| HOOFDSTUK VI. - Geschillen | HOOFDSTUK VI. - Geschillen |
Art. 14.Alle geschillen betreffende de bepalingen van deze sectie |
Art. 14.Alle geschillen betreffende de bepalingen van deze sectie |
| kunnen voor bemiddeling worden voorgelegd aan een beperkt comité van | kunnen voor bemiddeling worden voorgelegd aan een beperkt comité van |
| het Paritair Subcomité voor de betonindustrie. | het Paritair Subcomité voor de betonindustrie. |
| HOOFDSTUK VII. - Geldigheid | HOOFDSTUK VII. - Geldigheid |
Art. 15.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang |
Art. 15.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang |
| van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
| Sectie 2. - Werk- en inkomenszekerheid | Sectie 2. - Werk- en inkomenszekerheid |
| Rekening houdend met de herhaalde tussenkomsten van de overheid ten | Rekening houdend met de herhaalde tussenkomsten van de overheid ten |
| gunste van het personeel dat het slachtoffer kan worden van | gunste van het personeel dat het slachtoffer kan worden van |
| afdankingsmaatregelen, nemen de partijen volgende regeling aan om de | afdankingsmaatregelen, nemen de partijen volgende regeling aan om de |
| problemen van de werk- en inkomenszekerheid in de sector | problemen van de werk- en inkomenszekerheid in de sector |
| betonindustrie op te vangen. | betonindustrie op te vangen. |
Art. 16.Wanneer de activiteit afneemt, en alvorens tot afdankingen |
Art. 16.Wanneer de activiteit afneemt, en alvorens tot afdankingen |
| over te gaan, voeren de ondernemingen een stelsel van | over te gaan, voeren de ondernemingen een stelsel van |
| beurtwerkloosheid in, voor zoveel mogelijk personeelsleden en in | beurtwerkloosheid in, voor zoveel mogelijk personeelsleden en in |
| zoverre dit verenigbaar is met de individuele kwalificaties en de | zoverre dit verenigbaar is met de individuele kwalificaties en de |
| noodwendigheid van de werkorganisatie. | noodwendigheid van de werkorganisatie. |
| De werkgevers vermijden werken door derden te laten uitvoeren die | De werkgevers vermijden werken door derden te laten uitvoeren die |
| normaal door eigen personeel kunnen worden uitgevoerd. | normaal door eigen personeel kunnen worden uitgevoerd. |
| Indien de herstructureringsmaatregelen van de maatschappij afdankingen | Indien de herstructureringsmaatregelen van de maatschappij afdankingen |
| onafwendbaar maken, onderzoeken de werkgevers met hun syndicale | onafwendbaar maken, onderzoeken de werkgevers met hun syndicale |
| afvaardiging (regionale vakbondssecretarissen en afgevaardigden) de | afvaardiging (regionale vakbondssecretarissen en afgevaardigden) de |
| toestand grondig, alvorens tot een beslissing over te gaan; meer in | toestand grondig, alvorens tot een beslissing over te gaan; meer in |
| het bijzonder streven zij alle mogelijkheden van herklassering en | het bijzonder streven zij alle mogelijkheden van herklassering en |
| wederaanpassing na. | wederaanpassing na. |
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd in het |
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd in het |
| kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1972 tot | kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1972 tot |
| vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardigingen in de | vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardigingen in de |
| ondernemingen van cementagglomeraten, algemeen verbindend verklaard | ondernemingen van cementagglomeraten, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 februari 1973, meer bepaald de artikelen | bij koninklijk besluit van 16 februari 1973, meer bepaald de artikelen |
| 10, 3° en 19. | 10, 3° en 19. |
Art. 18.De bepalingen van deze sectie 2 hebben uitwerking met ingang |
Art. 18.De bepalingen van deze sectie 2 hebben uitwerking met ingang |
| van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
| Sectie 3. - Vergoedingen van de kosten voor verplaatsing, huisvesting | Sectie 3. - Vergoedingen van de kosten voor verplaatsing, huisvesting |
| en maaltijden bij tewerkstelling op een ongewone plaats | en maaltijden bij tewerkstelling op een ongewone plaats |
Art. 19.Wanneer de werkgever de arbeid(st)er opdraagt zich van de |
Art. 19.Wanneer de werkgever de arbeid(st)er opdraagt zich van de |
| onderneming of werf naar een andere werkplaats te begeven, draagt de | onderneming of werf naar een andere werkplaats te begeven, draagt de |
| werkgever de verplaatsingskosten. Bovendien ontvangt de arbeid(st)er | werkgever de verplaatsingskosten. Bovendien ontvangt de arbeid(st)er |
| een vergoeding van 0,0186 EUR per afgelegde kilometer. Deze vergoeding | een vergoeding van 0,0186 EUR per afgelegde kilometer. Deze vergoeding |
| kan niet gecumuleerd worden met bestaande gunstiger regelingen op | kan niet gecumuleerd worden met bestaande gunstiger regelingen op |
| ondernemingsvlak. In ondernemingen waar evenwel gunstiger maatregelen | ondernemingsvlak. In ondernemingen waar evenwel gunstiger maatregelen |
| bestaan, blijven die behouden. | bestaan, blijven die behouden. |
Art. 20.Wanneer de arbeid(st)er op een werf werkt die zo ver van de |
Art. 20.Wanneer de arbeid(st)er op een werf werkt die zo ver van de |
| woonplaats is verwijderd dat hij onmogelijk naar huis kan gaan, is de | woonplaats is verwijderd dat hij onmogelijk naar huis kan gaan, is de |
| werkgever verplicht hem naar behoren voeding en huisvesting te | werkgever verplicht hem naar behoren voeding en huisvesting te |
| verstrekken. | verstrekken. |
Art. 21.De werkgever kan zich van deze verplichting kwijten door een |
Art. 21.De werkgever kan zich van deze verplichting kwijten door een |
| forfaitaire uitkering voor huisvesting en voor voeding te betalen van | forfaitaire uitkering voor huisvesting en voor voeding te betalen van |
| 27,18 EUR per werkdag. | 27,18 EUR per werkdag. |
Art. 22.Dit bedrag wordt aan het indexcijfer aangepast, in dezelfde |
Art. 22.Dit bedrag wordt aan het indexcijfer aangepast, in dezelfde |
| mate en op hetzelfde ogenblik als de aanpassing van de lonen en | mate en op hetzelfde ogenblik als de aanpassing van de lonen en |
| premies aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. | premies aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. |
Art. 23.De bepalingen van deze sectie 3 hebben uitwerking met ingang |
Art. 23.De bepalingen van deze sectie 3 hebben uitwerking met ingang |
| van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
| Sectie 4. - Toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen voor | Sectie 4. - Toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen voor |
| bestaanszekerheid | bestaanszekerheid |
Art. 24.De arbeid(st)ers kunnen aanspraak maken op een daguitkering |
Art. 24.De arbeid(st)ers kunnen aanspraak maken op een daguitkering |
| voor bestaanszekerheid zodra zij tijdelijk werkloos worden gesteld | voor bestaanszekerheid zodra zij tijdelijk werkloos worden gesteld |
| zonder dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd en voorzover zij | zonder dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd en voorzover zij |
| minstens twee weken dienst hebben in de onderneming. | minstens twee weken dienst hebben in de onderneming. |
Art. 25.De arbeid(st)ers hebben recht op maximum vijfenzestig |
Art. 25.De arbeid(st)ers hebben recht op maximum vijfenzestig |
| uitkeringen gedurende de periode van 1 april 2005 tot 31 maart 2006. | uitkeringen gedurende de periode van 1 april 2005 tot 31 maart 2006. |
| Een tweede krediet van vijfenzestig uitkeringen is voorzien van 1 | Een tweede krediet van vijfenzestig uitkeringen is voorzien van 1 |
| april 2006 tot 31 maart 2007. | april 2006 tot 31 maart 2007. |
| Het aantal uitkeringen wordt op honderd per periode gebracht voor | Het aantal uitkeringen wordt op honderd per periode gebracht voor |
| ondernemingen die in deze periodes afwijken van de maximumduur van de | ondernemingen die in deze periodes afwijken van de maximumduur van de |
| werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de wet van 3 juli 1978 | werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de wet van 3 juli 1978 |
| betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 | betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 |
| augustus 1978). Deze kredieten zijn niet overdraagbaar na de | augustus 1978). Deze kredieten zijn niet overdraagbaar na de |
| vervaldatum. | vervaldatum. |
Art. 26.Nochtans, hebben de arbeid(st)ers met minder dan één jaar |
Art. 26.Nochtans, hebben de arbeid(st)ers met minder dan één jaar |
| anciënniteit respectievelijk op 1 april 2005 en op 1 april 2006 | anciënniteit respectievelijk op 1 april 2005 en op 1 april 2006 |
| slechts recht op vijf uitkeringen per volledige of begonnen maand op | slechts recht op vijf uitkeringen per volledige of begonnen maand op |
| datum van de in werkloosheidsstelling te rekenen vanaf de datum van | datum van de in werkloosheidsstelling te rekenen vanaf de datum van |
| indiensttreding. | indiensttreding. |
Art. 27.In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst om reden |
Art. 27.In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst om reden |
| van staking, wordt het recht op de uitkeringen verminderd naar rato | van staking, wordt het recht op de uitkeringen verminderd naar rato |
| van één uitkering per vier stakingsdagen. | van één uitkering per vier stakingsdagen. |
Art. 28.Het bedrag van de dagelijkse uitkering voor bestaanszekerheid |
Art. 28.Het bedrag van de dagelijkse uitkering voor bestaanszekerheid |
| bedraagt 7,53 EUR. | bedraagt 7,53 EUR. |
Art. 29.Wanneer de dagen tijdelijke werkloosheid niet voortspruiten |
Art. 29.Wanneer de dagen tijdelijke werkloosheid niet voortspruiten |
| uit een schorsing van de arbeidsovereenkomst om economische redenen | uit een schorsing van de arbeidsovereenkomst om economische redenen |
| (artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | (artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten), betaalt de werkgever bovendien aan de | arbeidsovereenkomsten), betaalt de werkgever bovendien aan de |
| arbeid(st)ers een bijkomende dagvergoeding van 6,10 EUR. | arbeid(st)ers een bijkomende dagvergoeding van 6,10 EUR. |
Art. 30.Bovendien moet de werkgever aan de arbeid(st)ers, die |
Art. 30.Bovendien moet de werkgever aan de arbeid(st)ers, die |
| bestaanszekerheid genieten de werkelijk door hen gedragen kosten van | bestaanszekerheid genieten de werkelijk door hen gedragen kosten van |
| het abonnement met betrekking tot het openbaar vervoer, naar rato van | het abonnement met betrekking tot het openbaar vervoer, naar rato van |
| de om reden van werkloosheid niet gewerkte dagen, terugbetalen. | de om reden van werkloosheid niet gewerkte dagen, terugbetalen. |
Art. 31.De werkgever betaalt de uitkeringen op de normale dagen van |
Art. 31.De werkgever betaalt de uitkeringen op de normale dagen van |
| de uitbetaling van het loon. | de uitbetaling van het loon. |
Art. 32.De arbeid(st)ers die recht hebben op de uitkeringen moeten |
Art. 32.De arbeid(st)ers die recht hebben op de uitkeringen moeten |
| hun werk onmiddellijk hervatten wanneer de werkgever erom verzoekt, of | hun werk onmiddellijk hervatten wanneer de werkgever erom verzoekt, of |
| bij het verstrijken van de wettelijke opzeggingstermijn die zij moeten | bij het verstrijken van de wettelijke opzeggingstermijn die zij moeten |
| naleven tegenover een andere werkgever, indien zij gedurende de | naleven tegenover een andere werkgever, indien zij gedurende de |
| periode van werkloosheid een andere arbeidsovereenkomst hebben | periode van werkloosheid een andere arbeidsovereenkomst hebben |
| gesloten. | gesloten. |
Art. 33.De arbeid(st)ers verliezen hun recht op bestaanszekerheid in |
Art. 33.De arbeid(st)ers verliezen hun recht op bestaanszekerheid in |
| geval : | geval : |
| 1° de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende de periode van | 1° de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende de periode van |
| werkloosheid; | werkloosheid; |
| 2° de arbeid(st)er de arbeidsovereenkomst opzegt vóór de | 2° de arbeid(st)er de arbeidsovereenkomst opzegt vóór de |
| betalingsdatum van de uitkeringen of van het saldo van de uitkeringen; | betalingsdatum van de uitkeringen of van het saldo van de uitkeringen; |
| 3° de termijn om het werk te hervatten niet wordt nageleefd; | 3° de termijn om het werk te hervatten niet wordt nageleefd; |
| 4° van staking of lock-out. | 4° van staking of lock-out. |
Art. 34.Alle geschillen betreffende de interpretatie van de |
Art. 34.Alle geschillen betreffende de interpretatie van de |
| bepalingen van deze sectie 4, kunnen voor bemiddeling aan een beperkt | bepalingen van deze sectie 4, kunnen voor bemiddeling aan een beperkt |
| comité van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie worden | comité van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie worden |
| voorgelegd. | voorgelegd. |
Art. 35.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang |
Art. 35.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang |
| van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 maart 2007. | van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 maart 2007. |
| Sectie 5. - Toekenning van een afdankingsuitkering of een | Sectie 5. - Toekenning van een afdankingsuitkering of een |
| eindeloopbaanpremie | eindeloopbaanpremie |
Art. 36.De arbeid(st)ers hebben recht op een afdankinguitkering |
Art. 36.De arbeid(st)ers hebben recht op een afdankinguitkering |
| wanneer de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd, | wanneer de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd, |
| behalve wegens dringende reden, voor zover zij minstens drie maanden | behalve wegens dringende reden, voor zover zij minstens drie maanden |
| ononderbroken dienst hebben in de onderneming. Dit geldt niet bij | ononderbroken dienst hebben in de onderneming. Dit geldt niet bij |
| brugpensioen of pensioen. | brugpensioen of pensioen. |
Art. 37.De bedragen van de afdankingsuitkering die wordt betaald bij |
Art. 37.De bedragen van de afdankingsuitkering die wordt betaald bij |
| de eindafrekening zijn de volgende : | de eindafrekening zijn de volgende : |
| - 3 maanden - minder dan 1 jaar : 6,1973 EUR per gepresteerde maand; | - 3 maanden - minder dan 1 jaar : 6,1973 EUR per gepresteerde maand; |
| - 1 jaar en minder dan 2 jaar : 74,37 EUR; | - 1 jaar en minder dan 2 jaar : 74,37 EUR; |
| - 2 jaar en minder dan 3 jaar : 88,00 EUR; | - 2 jaar en minder dan 3 jaar : 88,00 EUR; |
| - 3 jaar en minder dan 4 jaar : 101,64 EUR; | - 3 jaar en minder dan 4 jaar : 101,64 EUR; |
| - 4 jaar en minder dan 5 jaar : 115,27 EUR; | - 4 jaar en minder dan 5 jaar : 115,27 EUR; |
| - 5 jaar en minder dan 6 jaar : 128,90 EUR; | - 5 jaar en minder dan 6 jaar : 128,90 EUR; |
| - 6 jaar en minder dan 7 jaar : 142,54 EUR; | - 6 jaar en minder dan 7 jaar : 142,54 EUR; |
| - 7 jaar en minder dan 8 jaar : 156,17 EUR; | - 7 jaar en minder dan 8 jaar : 156,17 EUR; |
| - 8 jaar en minder dan 9 jaar : 169,81 EUR; | - 8 jaar en minder dan 9 jaar : 169,81 EUR; |
| - 9 jaar en minder dan 10 jaar : 183,44 EUR; | - 9 jaar en minder dan 10 jaar : 183,44 EUR; |
| - 10 jaar en minder dan 11 jaar : 197,08 EUR; | - 10 jaar en minder dan 11 jaar : 197,08 EUR; |
| - 11 jaar en minder dan 12 jaar : 210,71 EUR; | - 11 jaar en minder dan 12 jaar : 210,71 EUR; |
| - 12 jaar en minder dan 13 jaar : 224,34 EUR; | - 12 jaar en minder dan 13 jaar : 224,34 EUR; |
| - 13 jaar en minder dan 14 jaar : 237,98 EUR; | - 13 jaar en minder dan 14 jaar : 237,98 EUR; |
| - 14 jaar en minder dan 15 jaar : 251,61 EUR; | - 14 jaar en minder dan 15 jaar : 251,61 EUR; |
| - 15 jaar en minder dan 16 jaar : 265,25 EUR; | - 15 jaar en minder dan 16 jaar : 265,25 EUR; |
| - 16 jaar en minder dan 17 jaar : 278,88 EUR; | - 16 jaar en minder dan 17 jaar : 278,88 EUR; |
| - 17 jaar en minder dan 18 jaar : 292,51 EUR; | - 17 jaar en minder dan 18 jaar : 292,51 EUR; |
| - 18 jaar en minder dan 19 jaar : 306,15 EUR; | - 18 jaar en minder dan 19 jaar : 306,15 EUR; |
| - 19 jaar en minder dan 20 jaar : 319,78 EUR; | - 19 jaar en minder dan 20 jaar : 319,78 EUR; |
| - 20 jaar en minder dan 21 jaar : 333,42 EUR; | - 20 jaar en minder dan 21 jaar : 333,42 EUR; |
| - 21 jaar en minder dan 22 jaar : 347,05 EUR; | - 21 jaar en minder dan 22 jaar : 347,05 EUR; |
| - 22 jaar en minder dan 23 jaar : 360,69 EUR; | - 22 jaar en minder dan 23 jaar : 360,69 EUR; |
| - 23 jaar en minder dan 24 jaar : 374,32 EUR; | - 23 jaar en minder dan 24 jaar : 374,32 EUR; |
| - 24 jaar en minder dan 25 jaar : 387,95 EUR; | - 24 jaar en minder dan 25 jaar : 387,95 EUR; |
| - 25 jaar en meer : 401,59 EUR. | - 25 jaar en meer : 401,59 EUR. |
| De anciënniteit wordt berekend op de dag waarop de opzegging begint te | De anciënniteit wordt berekend op de dag waarop de opzegging begint te |
| lopen of zou moeten beginnen te lopen. | lopen of zou moeten beginnen te lopen. |
Art. 38.De bepalingen van deze sectie 5 hebben uitwerking met ingang |
Art. 38.De bepalingen van deze sectie 5 hebben uitwerking met ingang |
| van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
| Sectie 6. - Toekenning van een eindejaarspremie | Sectie 6. - Toekenning van een eindejaarspremie |
Art. 39.De arbeid(st)ers hebben, zowel in 2005 als in 2006, recht op |
Art. 39.De arbeid(st)ers hebben, zowel in 2005 als in 2006, recht op |
| een eindejaarspremie voor zover zij op 15 december sinds drie maanden | een eindejaarspremie voor zover zij op 15 december sinds drie maanden |
| in dienst zijn in de onderneming. Deze premie wordt uitbetaald tussen | in dienst zijn in de onderneming. Deze premie wordt uitbetaald tussen |
| 16 en 20 december. | 16 en 20 december. |
Art. 40.De eindejaarspremie is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde |
Art. 40.De eindejaarspremie is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde |
| van de sectorale minimumuurlonen voor de vijf productiecategorieën | van de sectorale minimumuurlonen voor de vijf productiecategorieën |
| geldig op 1 december van het bewuste jaar, vermenigvuldigd met het | geldig op 1 december van het bewuste jaar, vermenigvuldigd met het |
| aantal per maand gewerkte uren. Dit aantal wordt conventioneel | aantal per maand gewerkte uren. Dit aantal wordt conventioneel |
| vastgesteld op 173,33 uren in het regime van de 40-urenweek en op | vastgesteld op 173,33 uren in het regime van de 40-urenweek en op |
| 164,66 uren in het regime van 38-urenweek. | 164,66 uren in het regime van 38-urenweek. |
Art. 41.Dit bedrag wordt verhoogd met een anciënniteitspremie van |
Art. 41.Dit bedrag wordt verhoogd met een anciënniteitspremie van |
| 1,8592 EUR per jaar dienst voor de eerste tien jaar dienst en met | 1,8592 EUR per jaar dienst voor de eerste tien jaar dienst en met |
| 4,9579 EUR per jaar vanaf het elfde jaar dienst in de onderneming. | 4,9579 EUR per jaar vanaf het elfde jaar dienst in de onderneming. |
Art. 42.Volgende rechthebbenden ontvangen een premie pro rata : |
Art. 42.Volgende rechthebbenden ontvangen een premie pro rata : |
| - bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeid(st)ers; | - bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeid(st)ers; |
| - arbeid(st)ers die zelf de onderneming op regelmatige wijze verlaten; | - arbeid(st)ers die zelf de onderneming op regelmatige wijze verlaten; |
| - ontslagen arbeid(st)ers, behalve om dringende redenen; | - ontslagen arbeid(st)ers, behalve om dringende redenen; |
| - rechthebbenden van de overleden arbeid(st)ers. | - rechthebbenden van de overleden arbeid(st)ers. |
| Hun anciënniteit wordt als volgt berekend : | Hun anciënniteit wordt als volgt berekend : |
| - wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt vóór 16 juni wordt er | - wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt vóór 16 juni wordt er |
| rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 december van het | rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 december van het |
| vorig jaar hadden; | vorig jaar hadden; |
| - wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt vanaf 16 juni en | - wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt vanaf 16 juni en |
| later, wordt er rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 | later, wordt er rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 |
| december van dat jaar zouden hebben gehad, indien hun | december van dat jaar zouden hebben gehad, indien hun |
| arbeidsovereenkomst geen einde had genomen. | arbeidsovereenkomst geen einde had genomen. |
Art. 43.Hun eindejaarspremie wordt aangepast in verhouding tot de |
Art. 43.Hun eindejaarspremie wordt aangepast in verhouding tot de |
| werkelijk gepresteerde dagen in de loop van het refertedienstjaar. | werkelijk gepresteerde dagen in de loop van het refertedienstjaar. |
| Onder "refertedienstjaar" wordt verstaan : de periode begrepen tussen | Onder "refertedienstjaar" wordt verstaan : de periode begrepen tussen |
| 1 december van het vorige kalenderjaar en 30 november van het | 1 december van het vorige kalenderjaar en 30 november van het |
| betrokken jaar. | betrokken jaar. |
| De berekening gebeurt als volgt : | De berekening gebeurt als volgt : |
| Het gewone volledige bedrag van de eindejaarspremie wordt | Het gewone volledige bedrag van de eindejaarspremie wordt |
| vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 241 bedraagt en de | vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 241 bedraagt en de |
| teller het aantal effectief gepresteerde dagen. | teller het aantal effectief gepresteerde dagen. |
| Worden gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen : | Worden gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen : |
| - de tien betaalde feestdagen; | - de tien betaalde feestdagen; |
| - de dagen "klein verlet"; | - de dagen "klein verlet"; |
| - de dagen syndicale vorming tot een beloop van maximum vijf dagen per | - de dagen syndicale vorming tot een beloop van maximum vijf dagen per |
| jaar; | jaar; |
| - de dagen verlet omwille van een arbeidsongeval; | - de dagen verlet omwille van een arbeidsongeval; |
| - de dagen verlet omwille van een beroepsziekte; | - de dagen verlet omwille van een beroepsziekte; |
| - de dagen verlet omwille van ziekte met een maximum van vijfenzestig | - de dagen verlet omwille van ziekte met een maximum van vijfenzestig |
| dagen; | dagen; |
| - de dagen verlet omwille van tijdelijke werkloosheid met een maximum | - de dagen verlet omwille van tijdelijke werkloosheid met een maximum |
| van vijfenzestig dagen. Deze worden uitgebreid tot honderd dagen voor | van vijfenzestig dagen. Deze worden uitgebreid tot honderd dagen voor |
| ondernemingen die afwijken van de wettelijke maximumduur van de | ondernemingen die afwijken van de wettelijke maximumduur van de |
| werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de | werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de |
| arbeidsovereenkomstenwet. | arbeidsovereenkomstenwet. |
Art. 44.Langdurig zieken behouden hun recht op eindejaarspremie |
Art. 44.Langdurig zieken behouden hun recht op eindejaarspremie |
| gedurende een periode die afhankelijk is van de anciënniteit in de | gedurende een periode die afhankelijk is van de anciënniteit in de |
| onderneming : | onderneming : |
| - 1 jaar dienst : 12 maanden; | - 1 jaar dienst : 12 maanden; |
| - 2 jaar dienst : 13 maanden; | - 2 jaar dienst : 13 maanden; |
| - 3 jaar dienst : 14 maanden; | - 3 jaar dienst : 14 maanden; |
| - 4 jaar dienst : 15 maanden; | - 4 jaar dienst : 15 maanden; |
| - 5 jaar dienst : 18 maanden; | - 5 jaar dienst : 18 maanden; |
| - 6 jaar dienst : 19 maanden; | - 6 jaar dienst : 19 maanden; |
| - 7 jaar dienst : 20 maanden; | - 7 jaar dienst : 20 maanden; |
| - 8 jaar dienst : 21 maanden; | - 8 jaar dienst : 21 maanden; |
| - 9 jaar dienst : 22 maanden; | - 9 jaar dienst : 22 maanden; |
| - 10 jaar dienst : 24 maanden; | - 10 jaar dienst : 24 maanden; |
| - 11 jaar dienst : 25 maanden; | - 11 jaar dienst : 25 maanden; |
| - 12 jaar dienst : 26 maanden; | - 12 jaar dienst : 26 maanden; |
| - 13 jaar dienst : 27 maanden; | - 13 jaar dienst : 27 maanden; |
| - 14 jaar dienst : 28 maanden; | - 14 jaar dienst : 28 maanden; |
| - 15 jaar en meer dienst : 30 maanden. | - 15 jaar en meer dienst : 30 maanden. |
| Worden aanzien als langdurig zieken : arbeid(st)ers die meer dan 6 | Worden aanzien als langdurig zieken : arbeid(st)ers die meer dan 6 |
| maanden ononderbroken afwezig zijn wegens ziekte. | maanden ononderbroken afwezig zijn wegens ziekte. |
| Voor hen wordt de periode tussen de 65ste dag en het begin van de | Voor hen wordt de periode tussen de 65ste dag en het begin van de |
| zevende maand gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen voor de | zevende maand gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen voor de |
| berekening van de eindejaarspremie. | berekening van de eindejaarspremie. |
| De in aanmerking te nemen anciënniteit is deze die bereikt is op de | De in aanmerking te nemen anciënniteit is deze die bereikt is op de |
| datum dat betrokkene als zieke van lange duur beschouwd wordt. | datum dat betrokkene als zieke van lange duur beschouwd wordt. |
Art. 45.De bepalingen van deze sectie 6 hebben uitwerking met ingang |
Art. 45.De bepalingen van deze sectie 6 hebben uitwerking met ingang |
| van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
| Sectie 7. - Meldingsplicht van contracten van bepaalde duur en | Sectie 7. - Meldingsplicht van contracten van bepaalde duur en |
| contracten van uitzendarbeid | contracten van uitzendarbeid |
Art. 46.Behoudens wettelijke of conventionele schikkingen die andere |
Art. 46.Behoudens wettelijke of conventionele schikkingen die andere |
| verplichtingen opleggen (bijvoorbeeld voorafgaande toestemming), | verplichtingen opleggen (bijvoorbeeld voorafgaande toestemming), |
| moeten de ondernemingen die arbeid(st)ers aanvaarden met een contract | moeten de ondernemingen die arbeid(st)ers aanvaarden met een contract |
| van bepaalde duur of beroep doen op uitzendkrachten vooraf de | van bepaalde duur of beroep doen op uitzendkrachten vooraf de |
| ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan de syndicale | ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan de syndicale |
| afvaardiging, of bij ontstentenis daarvan de representatieve | afvaardiging, of bij ontstentenis daarvan de representatieve |
| werknemersorganisaties hiervan in kennis stellen. In dringende | werknemersorganisaties hiervan in kennis stellen. In dringende |
| gevallen moet deze kennisgeving binnen de 8 dagen na de afsluiting van | gevallen moet deze kennisgeving binnen de 8 dagen na de afsluiting van |
| de contracten gebeuren. | de contracten gebeuren. |
| Bij niet-naleving van de hiervoor vermelde procedure wordt het | Bij niet-naleving van de hiervoor vermelde procedure wordt het |
| interim-contract een overeenkomst van onbepaalde duur met de | interim-contract een overeenkomst van onbepaalde duur met de |
| "gebruiker". | "gebruiker". |
Art. 47.In geval van tewerkstelling van arbeid(st)ers onder voormelde |
Art. 47.In geval van tewerkstelling van arbeid(st)ers onder voormelde |
| contracten, dienen de ondernemingen de bestaande collectieve | contracten, dienen de ondernemingen de bestaande collectieve |
| arbeidsovereenkomsten inzake loon- en arbeidsvoorwaarden en eigen aan | arbeidsovereenkomsten inzake loon- en arbeidsvoorwaarden en eigen aan |
| de sector integraal toe te passen en dit onverminderd de wettelijke | de sector integraal toe te passen en dit onverminderd de wettelijke |
| beschikkingen betreffende bedoelde contracten. | beschikkingen betreffende bedoelde contracten. |
Art. 48.Opeenvolging van contracten voor bepaalde duur in eenzelfde |
Art. 48.Opeenvolging van contracten voor bepaalde duur in eenzelfde |
| onderneming geeft recht aan de arbeid(st)ers op de voorwaarden | onderneming geeft recht aan de arbeid(st)ers op de voorwaarden |
| voortspruitend uit de gecumuleerde anciënniteit in de onderneming. | voortspruitend uit de gecumuleerde anciënniteit in de onderneming. |
Art. 49.De bepalingen van deze sectie 7 hebben uitwerking met ingang |
Art. 49.De bepalingen van deze sectie 7 hebben uitwerking met ingang |
| van 1 januari 2005 en treden buiten werking met ingang van 31 december | van 1 januari 2005 en treden buiten werking met ingang van 31 december |
| 2006. | 2006. |
| Sectie 8. - Bevordering van de tewerkstelling van jongeren | Sectie 8. - Bevordering van de tewerkstelling van jongeren |
Art. 50.De jongeren van 18 tot en met 21 jaar die volledig werkloos |
Art. 50.De jongeren van 18 tot en met 21 jaar die volledig werkloos |
| zijn en voor de eerste maal in een onderneming worden tewerkgesteld | zijn en voor de eerste maal in een onderneming worden tewerkgesteld |
| kunnen gedurende maximum één jaar vergoed worden aan 90 pct. van het | kunnen gedurende maximum één jaar vergoed worden aan 90 pct. van het |
| met de beroepskwalificatie overeenstemmend uurloon. | met de beroepskwalificatie overeenstemmend uurloon. |
Art. 51.De bepalingen van sectie 8 hebben uitwerking met ingang van 1 |
Art. 51.De bepalingen van sectie 8 hebben uitwerking met ingang van 1 |
| januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
| Sectie 9. - Carenzdag | Sectie 9. - Carenzdag |
Art. 52.De werkgever zal in de periode van 1 januari 2005 tot en met |
Art. 52.De werkgever zal in de periode van 1 januari 2005 tot en met |
| 31 december 2006, één carenzdag van het gewaarborgd weekloon betalen. | 31 december 2006, één carenzdag van het gewaarborgd weekloon betalen. |
| Het gaat over de eerste afwezigheid dag wegens ziekte, waarvoor de | Het gaat over de eerste afwezigheid dag wegens ziekte, waarvoor de |
| carenzdag van toepassing is. | carenzdag van toepassing is. |
| Sectie 10. - Tijdskrediet | Sectie 10. - Tijdskrediet |
Art. 53.Het stelsel van het tijdskrediet (collectieve |
Art. 53.Het stelsel van het tijdskrediet (collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter van de Nationale Arbeidsraad) is | arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter van de Nationale Arbeidsraad) is |
| van toepassing in de sector. | van toepassing in de sector. |
| De arbeid(st)er die ervan genieten kunnen ook gebruik maken van de | De arbeid(st)er die ervan genieten kunnen ook gebruik maken van de |
| aanmoedigingspremies toegekend door de Gewesten en/of de | aanmoedigingspremies toegekend door de Gewesten en/of de |
| Gemeenschappen. | Gemeenschappen. |
Art. 54.De werkgever zal de vakbondsafvaardiging raadplegen in geval |
Art. 54.De werkgever zal de vakbondsafvaardiging raadplegen in geval |
| van niet-vervanging van een arbeid(st)er die van het stelsel gebruik | van niet-vervanging van een arbeid(st)er die van het stelsel gebruik |
| maakt. | maakt. |
Art. 55.De drempel van 5 pct. inzake gelijktijdige afwezigheden wordt |
Art. 55.De drempel van 5 pct. inzake gelijktijdige afwezigheden wordt |
| verhoogd met 4 pct. voor de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder. | verhoogd met 4 pct. voor de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder. |
| Van zodra de drempel van de 5 pct. is bereikt in een onderneming, | Van zodra de drempel van de 5 pct. is bereikt in een onderneming, |
| kunnen enkel de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder gebruik maken van | kunnen enkel de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder gebruik maken van |
| een van de stelsels. | een van de stelsels. |
Art. 56.De bepalingen van deze sectie 10 hebben uitwerking met ingang |
Art. 56.De bepalingen van deze sectie 10 hebben uitwerking met ingang |
| van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. | van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. |
Art. 57.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 57.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006 | ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006 |
| met uitzondering van sectie 4 die uitwerking heeft met ingang van 1 | met uitzondering van sectie 4 die uitwerking heeft met ingang van 1 |
| april 2005 en buiten werking treedt op 31 maart 2007. | april 2005 en buiten werking treedt op 31 maart 2007. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december |
| 2005. | 2005. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |