Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 06/12/2005
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende
de arbeidsvoorwaarden (1) de arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de
betonindustrie; betonindustrie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten
in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de
arbeidsvoorwaarden. arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

besluit. besluit.
Gegeven te 6 december 2005. Gegeven te 6 december 2005.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN P. VANVELTHOVEN
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de betonindustrie Paritair Subcomité voor de betonindustrie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005 Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005
Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2005 onder Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2005 onder
het nummer 75303/CO/106.02) het nummer 75303/CO/106.02)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder
het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren. het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren.
Sectie 1. - Lonen en arbeidsvoorwaarden Sectie 1. - Lonen en arbeidsvoorwaarden
HOOFDSTUK II. - Indeling van de arbeid(st)ers HOOFDSTUK II. - Indeling van de arbeid(st)ers

Art. 2.De arbeid(st)ers worden in zes categorieën ingedeeld :

Art. 2.De arbeid(st)ers worden in zes categorieën ingedeeld :

I. Productiepersoneel I. Productiepersoneel
1. Hulparbeid(st)ers 1. Hulparbeid(st)ers
De arbeid(st)ers die geen bijzondere kennis of voorafgaande opleiding De arbeid(st)ers die geen bijzondere kennis of voorafgaande opleiding
hebben, doch enkel een oplettendheid en een gewoonte van arbeid die hebben, doch enkel een oplettendheid en een gewoonte van arbeid die
zij kunnen verwerven door een aanpassingsperiode van minder dan zij kunnen verwerven door een aanpassingsperiode van minder dan
vijftien dagen. vijftien dagen.
Deze arbeid(st)ers kunnen gemeenschappelijke vervoerapparaten Deze arbeid(st)ers kunnen gemeenschappelijke vervoerapparaten
gebruiken (kruiwagens, trans-paletten met of zonder motor, gebruiken (kruiwagens, trans-paletten met of zonder motor,
drijfschoppen, duivels, wagentjes, loopwagentjes, roltransporteurs, drijfschoppen, duivels, wagentjes, loopwagentjes, roltransporteurs,
enz...). enz...).
Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers tewerkgesteld aan het lossen en Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers tewerkgesteld aan het lossen en
het behandelen van de grondstoffen, aan de voorbereiding van de het behandelen van de grondstoffen, aan de voorbereiding van de
wapeningen (puntlassers), aan het bevochtigen en het behandelen van de wapeningen (puntlassers), aan het bevochtigen en het behandelen van de
afgewerkte producten of van de producten tijdens de fabricatie, aan afgewerkte producten of van de producten tijdens de fabricatie, aan
het opstapelen en het inpakken van de producten, aan het bergen ervan het opstapelen en het inpakken van de producten, aan het bergen ervan
in magazijn, aan het laden van de afgewerkte producten, aan het in magazijn, aan het laden van de afgewerkte producten, aan het
reinigen van de lokalen en de binnenplaatsen, de begeleiders van reinigen van de lokalen en de binnenplaatsen, de begeleiders van
vrachtwagens, enz. vrachtwagens, enz.
De helpers van de geoefende arbeid(st)ers van tweede categorie worden De helpers van de geoefende arbeid(st)ers van tweede categorie worden
eveneens in deze categorie ingedeeld. eveneens in deze categorie ingedeeld.
Het aantal arbeid(st)ers dat een onderneming met het loon van de Het aantal arbeid(st)ers dat een onderneming met het loon van de
categorie "hulparbeid(st)ers" mag bezoldigen, is als volgt beperkt : categorie "hulparbeid(st)ers" mag bezoldigen, is als volgt beperkt :
- indien de onderneming in totaal minder dan 10 arbeid(st)ers - indien de onderneming in totaal minder dan 10 arbeid(st)ers
tewerkstelt : 0; tewerkstelt : 0;
- indien de onderneming in totaal van 10 tot 19 arbeid(st)ers - indien de onderneming in totaal van 10 tot 19 arbeid(st)ers
tewerkstelt : 1; tewerkstelt : 1;
- indien de onderneming in totaal van 20 tot 29 arbeid(st)ers - indien de onderneming in totaal van 20 tot 29 arbeid(st)ers
tewerkstelt : 2; tewerkstelt : 2;
- indien de onderneming in totaal van 30 tot 39 arbeid(st)ers - indien de onderneming in totaal van 30 tot 39 arbeid(st)ers
tewerkstelt : 3; tewerkstelt : 3;
- enz. - enz.
2. Geoefenden van tweede categorie 2. Geoefenden van tweede categorie
De arbeid(st)ers die in de eigenlijke fabricatie zijn betrokken en zij De arbeid(st)ers die in de eigenlijke fabricatie zijn betrokken en zij
die verantwoordelijkheid en/of leiding hebben van productiemachines of die verantwoordelijkheid en/of leiding hebben van productiemachines of
van hijs- en behandelingstoestellen met titularis. van hijs- en behandelingstoestellen met titularis.
Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers die verantwoordelijk zijn voor Dit zijn namelijk : de arbeid(st)ers die verantwoordelijk zijn voor
het bereiden en het samenstellen van de mengsels, voor het bedienen het bereiden en het samenstellen van de mengsels, voor het bedienen
van de tot dit doel gebruikte toestellen (meng-zeef-, droogmolens, van de tot dit doel gebruikte toestellen (meng-zeef-, droogmolens,
kneedtoestellen, betonmolens, betoncentrales, enz...); de kneedtoestellen, betonmolens, betoncentrales, enz...); de
samenstellers van de wapeningen; de verantwoordelijken voor de samenstellers van de wapeningen; de verantwoordelijken voor de
triltafels, trilmachines, persen en andere gelijkaardige triltafels, trilmachines, persen en andere gelijkaardige
productietoestellen, voor het vervaardigen en afwerken van gegoten productietoestellen, voor het vervaardigen en afwerken van gegoten
stukken uit beton of uit hersamengestelde steen, voor het vormgieten stukken uit beton of uit hersamengestelde steen, voor het vormgieten
en het persen van cementtegels en tegels uit marmermozaïek, voor het en het persen van cementtegels en tegels uit marmermozaïek, voor het
vormgieten van speciale stukken in marmeragglomeraten (traptreden, vormgieten van speciale stukken in marmeragglomeraten (traptreden,
vensterbanken, enz...), voor het werk aan de zogenaamde automatische vensterbanken, enz...), voor het werk aan de zogenaamde automatische
persen en aan de slijp- en polijsttoestellen zonder deze te besturen persen en aan de slijp- en polijsttoestellen zonder deze te besturen
voor het stoppen, het sorteren en het nazien van de producten, voor voor het stoppen, het sorteren en het nazien van de producten, voor
zaagmachines, voor het bedienen van spantoestellen; de titularissen zaagmachines, voor het bedienen van spantoestellen; de titularissen
van hijs- en behandelingstoestellen zoals "clarks", "lifttrucks", van hijs- en behandelingstoestellen zoals "clarks", "lifttrucks",
kranen, automatische schoppen, rolbruggen; de vrachtwagenbestuurders, kranen, automatische schoppen, rolbruggen; de vrachtwagenbestuurders,
enz... enz...
3. Geoefenden van eerste categorie 3. Geoefenden van eerste categorie
De arbeid(st)ers van de vorige categorie waarvan de functies De arbeid(st)ers van de vorige categorie waarvan de functies
bijzondere hoedanigheden van aanpassing, initiatief en doorzicht, een bijzondere hoedanigheden van aanpassing, initiatief en doorzicht, een
langere en betere opleiding, een voortdurende gespannen aandacht in de langere en betere opleiding, een voortdurende gespannen aandacht in de
uitvoering van het werk vereisen, wegens de belangrijkheid van het uitvoering van het werk vereisen, wegens de belangrijkheid van het
materieel dat zij moeten besturen en waarvoor zij verantwoordelijk materieel dat zij moeten besturen en waarvoor zij verantwoordelijk
zijn en de waarde van de grondstoffen die zij moeten aanwenden. zijn en de waarde van de grondstoffen die zij moeten aanwenden.
Dit zijn namelijk : de verantwoordelijken die de leiding hebben van de Dit zijn namelijk : de verantwoordelijken die de leiding hebben van de
zogenaamde automatische persen en de geperfectioneerde slijp- en zogenaamde automatische persen en de geperfectioneerde slijp- en
polijstmachines, enz... polijstmachines, enz...
De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden
gelijkgesteld met de hulparbeid(st)ers of de geoefende arbeid(st)ers gelijkgesteld met de hulparbeid(st)ers of de geoefende arbeid(st)ers
van tweede categorie, naargelang het werk dat zij verrichten. van tweede categorie, naargelang het werk dat zij verrichten.
4. Vaklieden van tweede categorie 4. Vaklieden van tweede categorie
De arbeid(st)ers die minstens gedurende één jaar hun vak hebben De arbeid(st)ers die minstens gedurende één jaar hun vak hebben
uitgeoefend, nadat zij de daarmee in verband staande beroepsleergangen uitgeoefend, nadat zij de daarmee in verband staande beroepsleergangen
met vrucht hebben gevolgd; de arbeid(st)ers die minstens gedurende met vrucht hebben gevolgd; de arbeid(st)ers die minstens gedurende
drie jaar hetzelfde vak hebben uitgeoefend en waarvoor drie jaar hetzelfde vak hebben uitgeoefend en waarvoor
beroepsleergangen bestaan; deze arbeid(st)ers moeten het bewijs beroepsleergangen bestaan; deze arbeid(st)ers moeten het bewijs
leveren van een klaarblijkelijke praktische en technische kennis. leveren van een klaarblijkelijke praktische en technische kennis.
Dit zijn namelijk : de monteerders, bankwerkers, draaiers, Dit zijn namelijk : de monteerders, bankwerkers, draaiers,
booglassers, autogeenlassers, gereedschapsmakers, boetseerders, booglassers, autogeenlassers, gereedschapsmakers, boetseerders,
elektriciens, schrijnwerkers, timmerlieden, metselaars, elektriciens, schrijnwerkers, timmerlieden, metselaars,
cementbezetters, mecaniciens, enz... cementbezetters, mecaniciens, enz...
De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden opgenomen in De helpers van de arbeid(st)ers van deze categorie worden opgenomen in
één van de vorige drie categorieën, naargelang het werk dat zij één van de vorige drie categorieën, naargelang het werk dat zij
verrichten. verrichten.
5. Vaklieden van eerste categorie 5. Vaklieden van eerste categorie
De arbeid(st)ers van de voorgaande categorie, die kunnen worden De arbeid(st)ers van de voorgaande categorie, die kunnen worden
beschouwd als bijzonder geschoolden omwille van hun meer dan beschouwd als bijzonder geschoolden omwille van hun meer dan
gemiddelde geschiktheid. gemiddelde geschiktheid.
II. Schoonmaakpersoneel II. Schoonmaakpersoneel
6. Kuisman(-vrouw) 6. Kuisman(-vrouw)
De werkgevers die geen beroep doen op extern schoonmaakpersoneel, De werkgevers die geen beroep doen op extern schoonmaakpersoneel,
kunnen arbeid(st)ers in dienst nemen die belast zijn met de schoonmaak kunnen arbeid(st)ers in dienst nemen die belast zijn met de schoonmaak
van : van :
- kantoren en laboratoria - kantoren en laboratoria
- refters, keukens en dergelijke - refters, keukens en dergelijke
- sanitaire inrichtingen. - sanitaire inrichtingen.
In geen geval zullen prestaties verricht worden die voorbehouden zijn In geen geval zullen prestaties verricht worden die voorbehouden zijn
aan personeel van de vijf hierboven omschreven categorieën. aan personeel van de vijf hierboven omschreven categorieën.
De arbeid(st)ers die in dienst waren voor 1 juni 2005 en die reeds De arbeid(st)ers die in dienst waren voor 1 juni 2005 en die reeds
belast zijn met deze schoonmaakactiviteiten, zullen de bestaande belast zijn met deze schoonmaakactiviteiten, zullen de bestaande
arbeids- en loonvoorwaarden behouden. arbeids- en loonvoorwaarden behouden.

Art. 3.De minderjarige arbeid(st)ers kunnen tot alle categorieën

Art. 3.De minderjarige arbeid(st)ers kunnen tot alle categorieën

behoren. behoren.
HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de lonen HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de lonen
3.1. Sectorale uurlonen 3.1. Sectorale uurlonen

Art. 4.Vanaf 1 januari 2005 worden de minimumuurlonen van de

Art. 4.Vanaf 1 januari 2005 worden de minimumuurlonen van de

arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een
wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld : wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Alle uurlonen, zowel de sectorale minima als de werkelijk betaalde Alle uurlonen, zowel de sectorale minima als de werkelijk betaalde
lonen, worden, ongeacht de indexaanpassingen, op 1 oktober 2005 met lonen, worden, ongeacht de indexaanpassingen, op 1 oktober 2005 met
0,06 EUR verhoogd. 0,06 EUR verhoogd.

Art. 5.Het minimumuurloon van de minderjarige arbeid(st)ers wordt

Art. 5.Het minimumuurloon van de minderjarige arbeid(st)ers wordt

berekend op grond van de volgende percentages van het minimumuurloon berekend op grond van de volgende percentages van het minimumuurloon
van de werkman en werkster van dezelfde categorie : van de werkman en werkster van dezelfde categorie :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
3.2. Stuk-, premie of rendementswerk 3.2. Stuk-, premie of rendementswerk

Art. 6.Het voor stuk-, premie- of rendementswerk te betalen loon

Art. 6.Het voor stuk-, premie- of rendementswerk te betalen loon

wordt zo berekend dat de betrokken arbeid(st)ers minstens 12,5 pct. wordt zo berekend dat de betrokken arbeid(st)ers minstens 12,5 pct.
meer verdienen dan het effectief betaalde loon aan de werknemers en meer verdienen dan het effectief betaalde loon aan de werknemers en
werksters van de categorie waartoe ze behoren. werksters van de categorie waartoe ze behoren.

Art. 7.De minderjarige arbeid(st)ers die stuk-, premie- of

Art. 7.De minderjarige arbeid(st)ers die stuk-, premie- of

rendementswerk verrichten, ontvangen, indien zij evenveel produceren, rendementswerk verrichten, ontvangen, indien zij evenveel produceren,
hetzelfde loon als de arbeid(st)ers van 18 jaar en ouder die hetzelfde hetzelfde loon als de arbeid(st)ers van 18 jaar en ouder die hetzelfde
werk uitvoeren. werk uitvoeren.

Art. 8.Het staat de werkgever vrij de productie te bepalen die met

Art. 8.Het staat de werkgever vrij de productie te bepalen die met

stuk-, premie- of rendementswerk niet mag worden overschreden. stuk-, premie- of rendementswerk niet mag worden overschreden.
HOOFDSTUK IV. - Ploegenarbeid en verschoven uurroosters HOOFDSTUK IV. - Ploegenarbeid en verschoven uurroosters

Art. 9.Wanneer in ploegen wordt gewerkt, hebben, onverminderd artikel

Art. 9.Wanneer in ploegen wordt gewerkt, hebben, onverminderd artikel

36 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 36 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30
maart 1971), de arbeid(st)ers, zonder onderscheid van leeftijd, per maart 1971), de arbeid(st)ers, zonder onderscheid van leeftijd, per
werkuur en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, recht werkuur en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, recht
op betaling van een premie. op betaling van een premie.
Deze premie bedraagt vanaf 1 januari 2005 : Deze premie bedraagt vanaf 1 januari 2005 :
- voor de ochtend- en namiddagploegen : 0,5927 EUR - voor de ochtend- en namiddagploegen : 0,5927 EUR
Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd
met 0,0073 EUR. met 0,0073 EUR.
- voor de nachtploeg : 1,8129 EUR - voor de nachtploeg : 1,8129 EUR
Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd Deze premie wordt, ongeacht indexaanpassingen, op 1 juni 2005 verhoogd
met 0,0171 EUR. met 0,0171 EUR.

Art. 10.Het al of niet bestaan van een verschoven uurrooster hangt af

Art. 10.Het al of niet bestaan van een verschoven uurrooster hangt af

van het normale daguurrooster zoals vastgesteld in het van het normale daguurrooster zoals vastgesteld in het
arbeidsreglement. arbeidsreglement.
Een uurrooster wordt geacht verschoven te zijn wanneer het begin ervan Een uurrooster wordt geacht verschoven te zijn wanneer het begin ervan
minstens één uur valt vóór het begin van het normale daguurrooster of minstens één uur valt vóór het begin van het normale daguurrooster of
wanneer het einde ervan minstens één uur valt na het einde van dit wanneer het einde ervan minstens één uur valt na het einde van dit
uurrooster. uurrooster.
De arbeid(st)ers die werken volgens een verschoven uurrooster hebben, De arbeid(st)ers die werken volgens een verschoven uurrooster hebben,
voor elk van de uren die zij presteren voor of na het normale voor elk van de uren die zij presteren voor of na het normale
daguurrooster recht op de ploegpremie die overeenstemt met het daguurrooster recht op de ploegpremie die overeenstemt met het
ogenblik waarop deze uren gepresteerd worden. ogenblik waarop deze uren gepresteerd worden.
Er is geen samenvoeging van de ploegenpremies voor verschoven Er is geen samenvoeging van de ploegenpremies voor verschoven
uurrooster en de overlonen voor dezelfde uren. uurrooster en de overlonen voor dezelfde uren.
HOOFDSTUK V. - Koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer HOOFDSTUK V. - Koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer
van de consumptieprijzen van de consumptieprijzen

Art. 11.De sectorale uurlonen, de werkelijk uitbetaalde lonen, de

Art. 11.De sectorale uurlonen, de werkelijk uitbetaalde lonen, de

lonen van de arbeid(st)ers die geheel of gedeeltelijk per stuk, met lonen van de arbeid(st)ers die geheel of gedeeltelijk per stuk, met
premies of tegen rendement worden betaald, de ploegenpremies en de premies of tegen rendement worden betaald, de ploegenpremies en de
andere premies die een integrerend deel uitmaken van de lonen, worden andere premies die een integrerend deel uitmaken van de lonen, worden
gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en staan gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en staan
tegenover het referte-indexcijfer 113,29. tegenover het referte-indexcijfer 113,29.

Art. 12.Het referte-indexcijfer 115,56 is de spil van de

Art. 12.Het referte-indexcijfer 115,56 is de spil van de

stabiliteitschijf waarvan 113,29 de laagste grens en 117,87 de hoogste stabiliteitschijf waarvan 113,29 de laagste grens en 117,87 de hoogste
grens is. Elke volgende stabilisatieschijf wordt bekomen door de grens is. Elke volgende stabilisatieschijf wordt bekomen door de
cijfers van de voorgaande schijf te verhogen met 2 pct.. cijfers van de voorgaande schijf te verhogen met 2 pct..
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De lonen en premies worden verhoogd met 2 pct. wanneer het indexcijfer De lonen en premies worden verhoogd met 2 pct. wanneer het indexcijfer
de hoogste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft de hoogste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft
bereikt. bereikt.

Art. 13.De verhogingen ingevolge de schommelingen van het

Art. 13.De verhogingen ingevolge de schommelingen van het

indexcijfer, hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de indexcijfer, hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de
maand, volgend op deze waarop het indexcijfer, dat de verhoging van de maand, volgend op deze waarop het indexcijfer, dat de verhoging van de
lonen en premies veroorzaakt, betrekking heeft. Eventuele verlagingen lonen en premies veroorzaakt, betrekking heeft. Eventuele verlagingen
zullen niet worden toegepast. zullen niet worden toegepast.
Indien er geen tweede indexering zou plaatsvinden tijdens de periode Indien er geen tweede indexering zou plaatsvinden tijdens de periode
gaande van 1 januari 2005 tot 31 december 2006, wordt een voortijdige gaande van 1 januari 2005 tot 31 december 2006, wordt een voortijdige
indexering van 2 pct. toegepast op 1 december 2006. Deze voortijdige indexering van 2 pct. toegepast op 1 december 2006. Deze voortijdige
indexering zal opgeslorpt worden door de niet-toepassing van de indexering zal opgeslorpt worden door de niet-toepassing van de
volgende indexering, die normaal zou toegepast worden volgens de in volgende indexering, die normaal zou toegepast worden volgens de in
voege zijnde regels betreffende de indexering van de lonen. In dit voege zijnde regels betreffende de indexering van de lonen. In dit
geval zal de vooruitgeschoven indexering die in feite zou toegekend geval zal de vooruitgeschoven indexering die in feite zou toegekend
worden in 2007, niet in mindering gebracht worden van de worden in 2007, niet in mindering gebracht worden van de
onderhandelingsmarge voor een overeenkomst van 2007-2008. onderhandelingsmarge voor een overeenkomst van 2007-2008.
HOOFDSTUK VI. - Geschillen HOOFDSTUK VI. - Geschillen

Art. 14.Alle geschillen betreffende de bepalingen van deze sectie

Art. 14.Alle geschillen betreffende de bepalingen van deze sectie

kunnen voor bemiddeling worden voorgelegd aan een beperkt comité van kunnen voor bemiddeling worden voorgelegd aan een beperkt comité van
het Paritair Subcomité voor de betonindustrie. het Paritair Subcomité voor de betonindustrie.
HOOFDSTUK VII. - Geldigheid HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 15.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang

Art. 15.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang

van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.
Sectie 2. - Werk- en inkomenszekerheid Sectie 2. - Werk- en inkomenszekerheid
Rekening houdend met de herhaalde tussenkomsten van de overheid ten Rekening houdend met de herhaalde tussenkomsten van de overheid ten
gunste van het personeel dat het slachtoffer kan worden van gunste van het personeel dat het slachtoffer kan worden van
afdankingsmaatregelen, nemen de partijen volgende regeling aan om de afdankingsmaatregelen, nemen de partijen volgende regeling aan om de
problemen van de werk- en inkomenszekerheid in de sector problemen van de werk- en inkomenszekerheid in de sector
betonindustrie op te vangen. betonindustrie op te vangen.

Art. 16.Wanneer de activiteit afneemt, en alvorens tot afdankingen

Art. 16.Wanneer de activiteit afneemt, en alvorens tot afdankingen

over te gaan, voeren de ondernemingen een stelsel van over te gaan, voeren de ondernemingen een stelsel van
beurtwerkloosheid in, voor zoveel mogelijk personeelsleden en in beurtwerkloosheid in, voor zoveel mogelijk personeelsleden en in
zoverre dit verenigbaar is met de individuele kwalificaties en de zoverre dit verenigbaar is met de individuele kwalificaties en de
noodwendigheid van de werkorganisatie. noodwendigheid van de werkorganisatie.
De werkgevers vermijden werken door derden te laten uitvoeren die De werkgevers vermijden werken door derden te laten uitvoeren die
normaal door eigen personeel kunnen worden uitgevoerd. normaal door eigen personeel kunnen worden uitgevoerd.
Indien de herstructureringsmaatregelen van de maatschappij afdankingen Indien de herstructureringsmaatregelen van de maatschappij afdankingen
onafwendbaar maken, onderzoeken de werkgevers met hun syndicale onafwendbaar maken, onderzoeken de werkgevers met hun syndicale
afvaardiging (regionale vakbondssecretarissen en afgevaardigden) de afvaardiging (regionale vakbondssecretarissen en afgevaardigden) de
toestand grondig, alvorens tot een beslissing over te gaan; meer in toestand grondig, alvorens tot een beslissing over te gaan; meer in
het bijzonder streven zij alle mogelijkheden van herklassering en het bijzonder streven zij alle mogelijkheden van herklassering en
wederaanpassing na. wederaanpassing na.

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd in het

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd in het

kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1972 tot kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1972 tot
vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardigingen in de vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardigingen in de
ondernemingen van cementagglomeraten, algemeen verbindend verklaard ondernemingen van cementagglomeraten, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 16 februari 1973, meer bepaald de artikelen bij koninklijk besluit van 16 februari 1973, meer bepaald de artikelen
10, 3° en 19. 10, 3° en 19.

Art. 18.De bepalingen van deze sectie 2 hebben uitwerking met ingang

Art. 18.De bepalingen van deze sectie 2 hebben uitwerking met ingang

van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.
Sectie 3. - Vergoedingen van de kosten voor verplaatsing, huisvesting Sectie 3. - Vergoedingen van de kosten voor verplaatsing, huisvesting
en maaltijden bij tewerkstelling op een ongewone plaats en maaltijden bij tewerkstelling op een ongewone plaats

Art. 19.Wanneer de werkgever de arbeid(st)er opdraagt zich van de

Art. 19.Wanneer de werkgever de arbeid(st)er opdraagt zich van de

onderneming of werf naar een andere werkplaats te begeven, draagt de onderneming of werf naar een andere werkplaats te begeven, draagt de
werkgever de verplaatsingskosten. Bovendien ontvangt de arbeid(st)er werkgever de verplaatsingskosten. Bovendien ontvangt de arbeid(st)er
een vergoeding van 0,0186 EUR per afgelegde kilometer. Deze vergoeding een vergoeding van 0,0186 EUR per afgelegde kilometer. Deze vergoeding
kan niet gecumuleerd worden met bestaande gunstiger regelingen op kan niet gecumuleerd worden met bestaande gunstiger regelingen op
ondernemingsvlak. In ondernemingen waar evenwel gunstiger maatregelen ondernemingsvlak. In ondernemingen waar evenwel gunstiger maatregelen
bestaan, blijven die behouden. bestaan, blijven die behouden.

Art. 20.Wanneer de arbeid(st)er op een werf werkt die zo ver van de

Art. 20.Wanneer de arbeid(st)er op een werf werkt die zo ver van de

woonplaats is verwijderd dat hij onmogelijk naar huis kan gaan, is de woonplaats is verwijderd dat hij onmogelijk naar huis kan gaan, is de
werkgever verplicht hem naar behoren voeding en huisvesting te werkgever verplicht hem naar behoren voeding en huisvesting te
verstrekken. verstrekken.

Art. 21.De werkgever kan zich van deze verplichting kwijten door een

Art. 21.De werkgever kan zich van deze verplichting kwijten door een

forfaitaire uitkering voor huisvesting en voor voeding te betalen van forfaitaire uitkering voor huisvesting en voor voeding te betalen van
27,18 EUR per werkdag. 27,18 EUR per werkdag.

Art. 22.Dit bedrag wordt aan het indexcijfer aangepast, in dezelfde

Art. 22.Dit bedrag wordt aan het indexcijfer aangepast, in dezelfde

mate en op hetzelfde ogenblik als de aanpassing van de lonen en mate en op hetzelfde ogenblik als de aanpassing van de lonen en
premies aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. premies aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Art. 23.De bepalingen van deze sectie 3 hebben uitwerking met ingang

Art. 23.De bepalingen van deze sectie 3 hebben uitwerking met ingang

van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.
Sectie 4. - Toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen voor Sectie 4. - Toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen voor
bestaanszekerheid bestaanszekerheid

Art. 24.De arbeid(st)ers kunnen aanspraak maken op een daguitkering

Art. 24.De arbeid(st)ers kunnen aanspraak maken op een daguitkering

voor bestaanszekerheid zodra zij tijdelijk werkloos worden gesteld voor bestaanszekerheid zodra zij tijdelijk werkloos worden gesteld
zonder dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd en voorzover zij zonder dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd en voorzover zij
minstens twee weken dienst hebben in de onderneming. minstens twee weken dienst hebben in de onderneming.

Art. 25.De arbeid(st)ers hebben recht op maximum vijfenzestig

Art. 25.De arbeid(st)ers hebben recht op maximum vijfenzestig

uitkeringen gedurende de periode van 1 april 2005 tot 31 maart 2006. uitkeringen gedurende de periode van 1 april 2005 tot 31 maart 2006.
Een tweede krediet van vijfenzestig uitkeringen is voorzien van 1 Een tweede krediet van vijfenzestig uitkeringen is voorzien van 1
april 2006 tot 31 maart 2007. april 2006 tot 31 maart 2007.
Het aantal uitkeringen wordt op honderd per periode gebracht voor Het aantal uitkeringen wordt op honderd per periode gebracht voor
ondernemingen die in deze periodes afwijken van de maximumduur van de ondernemingen die in deze periodes afwijken van de maximumduur van de
werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de wet van 3 juli 1978 werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22
augustus 1978). Deze kredieten zijn niet overdraagbaar na de augustus 1978). Deze kredieten zijn niet overdraagbaar na de
vervaldatum. vervaldatum.

Art. 26.Nochtans, hebben de arbeid(st)ers met minder dan één jaar

Art. 26.Nochtans, hebben de arbeid(st)ers met minder dan één jaar

anciënniteit respectievelijk op 1 april 2005 en op 1 april 2006 anciënniteit respectievelijk op 1 april 2005 en op 1 april 2006
slechts recht op vijf uitkeringen per volledige of begonnen maand op slechts recht op vijf uitkeringen per volledige of begonnen maand op
datum van de in werkloosheidsstelling te rekenen vanaf de datum van datum van de in werkloosheidsstelling te rekenen vanaf de datum van
indiensttreding. indiensttreding.

Art. 27.In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst om reden

Art. 27.In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst om reden

van staking, wordt het recht op de uitkeringen verminderd naar rato van staking, wordt het recht op de uitkeringen verminderd naar rato
van één uitkering per vier stakingsdagen. van één uitkering per vier stakingsdagen.

Art. 28.Het bedrag van de dagelijkse uitkering voor bestaanszekerheid

Art. 28.Het bedrag van de dagelijkse uitkering voor bestaanszekerheid

bedraagt 7,53 EUR. bedraagt 7,53 EUR.

Art. 29.Wanneer de dagen tijdelijke werkloosheid niet voortspruiten

Art. 29.Wanneer de dagen tijdelijke werkloosheid niet voortspruiten

uit een schorsing van de arbeidsovereenkomst om economische redenen uit een schorsing van de arbeidsovereenkomst om economische redenen
(artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de (artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten), betaalt de werkgever bovendien aan de arbeidsovereenkomsten), betaalt de werkgever bovendien aan de
arbeid(st)ers een bijkomende dagvergoeding van 6,10 EUR. arbeid(st)ers een bijkomende dagvergoeding van 6,10 EUR.

Art. 30.Bovendien moet de werkgever aan de arbeid(st)ers, die

Art. 30.Bovendien moet de werkgever aan de arbeid(st)ers, die

bestaanszekerheid genieten de werkelijk door hen gedragen kosten van bestaanszekerheid genieten de werkelijk door hen gedragen kosten van
het abonnement met betrekking tot het openbaar vervoer, naar rato van het abonnement met betrekking tot het openbaar vervoer, naar rato van
de om reden van werkloosheid niet gewerkte dagen, terugbetalen. de om reden van werkloosheid niet gewerkte dagen, terugbetalen.

Art. 31.De werkgever betaalt de uitkeringen op de normale dagen van

Art. 31.De werkgever betaalt de uitkeringen op de normale dagen van

de uitbetaling van het loon. de uitbetaling van het loon.

Art. 32.De arbeid(st)ers die recht hebben op de uitkeringen moeten

Art. 32.De arbeid(st)ers die recht hebben op de uitkeringen moeten

hun werk onmiddellijk hervatten wanneer de werkgever erom verzoekt, of hun werk onmiddellijk hervatten wanneer de werkgever erom verzoekt, of
bij het verstrijken van de wettelijke opzeggingstermijn die zij moeten bij het verstrijken van de wettelijke opzeggingstermijn die zij moeten
naleven tegenover een andere werkgever, indien zij gedurende de naleven tegenover een andere werkgever, indien zij gedurende de
periode van werkloosheid een andere arbeidsovereenkomst hebben periode van werkloosheid een andere arbeidsovereenkomst hebben
gesloten. gesloten.

Art. 33.De arbeid(st)ers verliezen hun recht op bestaanszekerheid in

Art. 33.De arbeid(st)ers verliezen hun recht op bestaanszekerheid in

geval : geval :
1° de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende de periode van 1° de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende de periode van
werkloosheid; werkloosheid;
2° de arbeid(st)er de arbeidsovereenkomst opzegt vóór de 2° de arbeid(st)er de arbeidsovereenkomst opzegt vóór de
betalingsdatum van de uitkeringen of van het saldo van de uitkeringen; betalingsdatum van de uitkeringen of van het saldo van de uitkeringen;
3° de termijn om het werk te hervatten niet wordt nageleefd; 3° de termijn om het werk te hervatten niet wordt nageleefd;
4° van staking of lock-out. 4° van staking of lock-out.

Art. 34.Alle geschillen betreffende de interpretatie van de

Art. 34.Alle geschillen betreffende de interpretatie van de

bepalingen van deze sectie 4, kunnen voor bemiddeling aan een beperkt bepalingen van deze sectie 4, kunnen voor bemiddeling aan een beperkt
comité van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie worden comité van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie worden
voorgelegd. voorgelegd.

Art. 35.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang

Art. 35.De bepalingen van deze sectie hebben uitwerking met ingang

van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 maart 2007. van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 maart 2007.
Sectie 5. - Toekenning van een afdankingsuitkering of een Sectie 5. - Toekenning van een afdankingsuitkering of een
eindeloopbaanpremie eindeloopbaanpremie

Art. 36.De arbeid(st)ers hebben recht op een afdankinguitkering

Art. 36.De arbeid(st)ers hebben recht op een afdankinguitkering

wanneer de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd, wanneer de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd,
behalve wegens dringende reden, voor zover zij minstens drie maanden behalve wegens dringende reden, voor zover zij minstens drie maanden
ononderbroken dienst hebben in de onderneming. Dit geldt niet bij ononderbroken dienst hebben in de onderneming. Dit geldt niet bij
brugpensioen of pensioen. brugpensioen of pensioen.

Art. 37.De bedragen van de afdankingsuitkering die wordt betaald bij

Art. 37.De bedragen van de afdankingsuitkering die wordt betaald bij

de eindafrekening zijn de volgende : de eindafrekening zijn de volgende :
- 3 maanden - minder dan 1 jaar : 6,1973 EUR per gepresteerde maand; - 3 maanden - minder dan 1 jaar : 6,1973 EUR per gepresteerde maand;
- 1 jaar en minder dan 2 jaar : 74,37 EUR; - 1 jaar en minder dan 2 jaar : 74,37 EUR;
- 2 jaar en minder dan 3 jaar : 88,00 EUR; - 2 jaar en minder dan 3 jaar : 88,00 EUR;
- 3 jaar en minder dan 4 jaar : 101,64 EUR; - 3 jaar en minder dan 4 jaar : 101,64 EUR;
- 4 jaar en minder dan 5 jaar : 115,27 EUR; - 4 jaar en minder dan 5 jaar : 115,27 EUR;
- 5 jaar en minder dan 6 jaar : 128,90 EUR; - 5 jaar en minder dan 6 jaar : 128,90 EUR;
- 6 jaar en minder dan 7 jaar : 142,54 EUR; - 6 jaar en minder dan 7 jaar : 142,54 EUR;
- 7 jaar en minder dan 8 jaar : 156,17 EUR; - 7 jaar en minder dan 8 jaar : 156,17 EUR;
- 8 jaar en minder dan 9 jaar : 169,81 EUR; - 8 jaar en minder dan 9 jaar : 169,81 EUR;
- 9 jaar en minder dan 10 jaar : 183,44 EUR; - 9 jaar en minder dan 10 jaar : 183,44 EUR;
- 10 jaar en minder dan 11 jaar : 197,08 EUR; - 10 jaar en minder dan 11 jaar : 197,08 EUR;
- 11 jaar en minder dan 12 jaar : 210,71 EUR; - 11 jaar en minder dan 12 jaar : 210,71 EUR;
- 12 jaar en minder dan 13 jaar : 224,34 EUR; - 12 jaar en minder dan 13 jaar : 224,34 EUR;
- 13 jaar en minder dan 14 jaar : 237,98 EUR; - 13 jaar en minder dan 14 jaar : 237,98 EUR;
- 14 jaar en minder dan 15 jaar : 251,61 EUR; - 14 jaar en minder dan 15 jaar : 251,61 EUR;
- 15 jaar en minder dan 16 jaar : 265,25 EUR; - 15 jaar en minder dan 16 jaar : 265,25 EUR;
- 16 jaar en minder dan 17 jaar : 278,88 EUR; - 16 jaar en minder dan 17 jaar : 278,88 EUR;
- 17 jaar en minder dan 18 jaar : 292,51 EUR; - 17 jaar en minder dan 18 jaar : 292,51 EUR;
- 18 jaar en minder dan 19 jaar : 306,15 EUR; - 18 jaar en minder dan 19 jaar : 306,15 EUR;
- 19 jaar en minder dan 20 jaar : 319,78 EUR; - 19 jaar en minder dan 20 jaar : 319,78 EUR;
- 20 jaar en minder dan 21 jaar : 333,42 EUR; - 20 jaar en minder dan 21 jaar : 333,42 EUR;
- 21 jaar en minder dan 22 jaar : 347,05 EUR; - 21 jaar en minder dan 22 jaar : 347,05 EUR;
- 22 jaar en minder dan 23 jaar : 360,69 EUR; - 22 jaar en minder dan 23 jaar : 360,69 EUR;
- 23 jaar en minder dan 24 jaar : 374,32 EUR; - 23 jaar en minder dan 24 jaar : 374,32 EUR;
- 24 jaar en minder dan 25 jaar : 387,95 EUR; - 24 jaar en minder dan 25 jaar : 387,95 EUR;
- 25 jaar en meer : 401,59 EUR. - 25 jaar en meer : 401,59 EUR.
De anciënniteit wordt berekend op de dag waarop de opzegging begint te De anciënniteit wordt berekend op de dag waarop de opzegging begint te
lopen of zou moeten beginnen te lopen. lopen of zou moeten beginnen te lopen.

Art. 38.De bepalingen van deze sectie 5 hebben uitwerking met ingang

Art. 38.De bepalingen van deze sectie 5 hebben uitwerking met ingang

van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.
Sectie 6. - Toekenning van een eindejaarspremie Sectie 6. - Toekenning van een eindejaarspremie

Art. 39.De arbeid(st)ers hebben, zowel in 2005 als in 2006, recht op

Art. 39.De arbeid(st)ers hebben, zowel in 2005 als in 2006, recht op

een eindejaarspremie voor zover zij op 15 december sinds drie maanden een eindejaarspremie voor zover zij op 15 december sinds drie maanden
in dienst zijn in de onderneming. Deze premie wordt uitbetaald tussen in dienst zijn in de onderneming. Deze premie wordt uitbetaald tussen
16 en 20 december. 16 en 20 december.

Art. 40.De eindejaarspremie is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde

Art. 40.De eindejaarspremie is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde

van de sectorale minimumuurlonen voor de vijf productiecategorieën van de sectorale minimumuurlonen voor de vijf productiecategorieën
geldig op 1 december van het bewuste jaar, vermenigvuldigd met het geldig op 1 december van het bewuste jaar, vermenigvuldigd met het
aantal per maand gewerkte uren. Dit aantal wordt conventioneel aantal per maand gewerkte uren. Dit aantal wordt conventioneel
vastgesteld op 173,33 uren in het regime van de 40-urenweek en op vastgesteld op 173,33 uren in het regime van de 40-urenweek en op
164,66 uren in het regime van 38-urenweek. 164,66 uren in het regime van 38-urenweek.

Art. 41.Dit bedrag wordt verhoogd met een anciënniteitspremie van

Art. 41.Dit bedrag wordt verhoogd met een anciënniteitspremie van

1,8592 EUR per jaar dienst voor de eerste tien jaar dienst en met 1,8592 EUR per jaar dienst voor de eerste tien jaar dienst en met
4,9579 EUR per jaar vanaf het elfde jaar dienst in de onderneming. 4,9579 EUR per jaar vanaf het elfde jaar dienst in de onderneming.

Art. 42.Volgende rechthebbenden ontvangen een premie pro rata :

Art. 42.Volgende rechthebbenden ontvangen een premie pro rata :

- bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeid(st)ers; - bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeid(st)ers;
- arbeid(st)ers die zelf de onderneming op regelmatige wijze verlaten; - arbeid(st)ers die zelf de onderneming op regelmatige wijze verlaten;
- ontslagen arbeid(st)ers, behalve om dringende redenen; - ontslagen arbeid(st)ers, behalve om dringende redenen;
- rechthebbenden van de overleden arbeid(st)ers. - rechthebbenden van de overleden arbeid(st)ers.
Hun anciënniteit wordt als volgt berekend : Hun anciënniteit wordt als volgt berekend :
- wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt vóór 16 juni wordt er - wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt vóór 16 juni wordt er
rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 december van het rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 december van het
vorig jaar hadden; vorig jaar hadden;
- wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt vanaf 16 juni en - wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt vanaf 16 juni en
later, wordt er rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16 later, wordt er rekening gehouden met de anciënniteit die zij op 16
december van dat jaar zouden hebben gehad, indien hun december van dat jaar zouden hebben gehad, indien hun
arbeidsovereenkomst geen einde had genomen. arbeidsovereenkomst geen einde had genomen.

Art. 43.Hun eindejaarspremie wordt aangepast in verhouding tot de

Art. 43.Hun eindejaarspremie wordt aangepast in verhouding tot de

werkelijk gepresteerde dagen in de loop van het refertedienstjaar. werkelijk gepresteerde dagen in de loop van het refertedienstjaar.
Onder "refertedienstjaar" wordt verstaan : de periode begrepen tussen Onder "refertedienstjaar" wordt verstaan : de periode begrepen tussen
1 december van het vorige kalenderjaar en 30 november van het 1 december van het vorige kalenderjaar en 30 november van het
betrokken jaar. betrokken jaar.
De berekening gebeurt als volgt : De berekening gebeurt als volgt :
Het gewone volledige bedrag van de eindejaarspremie wordt Het gewone volledige bedrag van de eindejaarspremie wordt
vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 241 bedraagt en de vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 241 bedraagt en de
teller het aantal effectief gepresteerde dagen. teller het aantal effectief gepresteerde dagen.
Worden gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen : Worden gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen :
- de tien betaalde feestdagen; - de tien betaalde feestdagen;
- de dagen "klein verlet"; - de dagen "klein verlet";
- de dagen syndicale vorming tot een beloop van maximum vijf dagen per - de dagen syndicale vorming tot een beloop van maximum vijf dagen per
jaar; jaar;
- de dagen verlet omwille van een arbeidsongeval; - de dagen verlet omwille van een arbeidsongeval;
- de dagen verlet omwille van een beroepsziekte; - de dagen verlet omwille van een beroepsziekte;
- de dagen verlet omwille van ziekte met een maximum van vijfenzestig - de dagen verlet omwille van ziekte met een maximum van vijfenzestig
dagen; dagen;
- de dagen verlet omwille van tijdelijke werkloosheid met een maximum - de dagen verlet omwille van tijdelijke werkloosheid met een maximum
van vijfenzestig dagen. Deze worden uitgebreid tot honderd dagen voor van vijfenzestig dagen. Deze worden uitgebreid tot honderd dagen voor
ondernemingen die afwijken van de wettelijke maximumduur van de ondernemingen die afwijken van de wettelijke maximumduur van de
werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de werkloosheid voorzien in artikel 51, § 1 van de
arbeidsovereenkomstenwet. arbeidsovereenkomstenwet.

Art. 44.Langdurig zieken behouden hun recht op eindejaarspremie

Art. 44.Langdurig zieken behouden hun recht op eindejaarspremie

gedurende een periode die afhankelijk is van de anciënniteit in de gedurende een periode die afhankelijk is van de anciënniteit in de
onderneming : onderneming :
- 1 jaar dienst : 12 maanden; - 1 jaar dienst : 12 maanden;
- 2 jaar dienst : 13 maanden; - 2 jaar dienst : 13 maanden;
- 3 jaar dienst : 14 maanden; - 3 jaar dienst : 14 maanden;
- 4 jaar dienst : 15 maanden; - 4 jaar dienst : 15 maanden;
- 5 jaar dienst : 18 maanden; - 5 jaar dienst : 18 maanden;
- 6 jaar dienst : 19 maanden; - 6 jaar dienst : 19 maanden;
- 7 jaar dienst : 20 maanden; - 7 jaar dienst : 20 maanden;
- 8 jaar dienst : 21 maanden; - 8 jaar dienst : 21 maanden;
- 9 jaar dienst : 22 maanden; - 9 jaar dienst : 22 maanden;
- 10 jaar dienst : 24 maanden; - 10 jaar dienst : 24 maanden;
- 11 jaar dienst : 25 maanden; - 11 jaar dienst : 25 maanden;
- 12 jaar dienst : 26 maanden; - 12 jaar dienst : 26 maanden;
- 13 jaar dienst : 27 maanden; - 13 jaar dienst : 27 maanden;
- 14 jaar dienst : 28 maanden; - 14 jaar dienst : 28 maanden;
- 15 jaar en meer dienst : 30 maanden. - 15 jaar en meer dienst : 30 maanden.
Worden aanzien als langdurig zieken : arbeid(st)ers die meer dan 6 Worden aanzien als langdurig zieken : arbeid(st)ers die meer dan 6
maanden ononderbroken afwezig zijn wegens ziekte. maanden ononderbroken afwezig zijn wegens ziekte.
Voor hen wordt de periode tussen de 65ste dag en het begin van de Voor hen wordt de periode tussen de 65ste dag en het begin van de
zevende maand gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen voor de zevende maand gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen voor de
berekening van de eindejaarspremie. berekening van de eindejaarspremie.
De in aanmerking te nemen anciënniteit is deze die bereikt is op de De in aanmerking te nemen anciënniteit is deze die bereikt is op de
datum dat betrokkene als zieke van lange duur beschouwd wordt. datum dat betrokkene als zieke van lange duur beschouwd wordt.

Art. 45.De bepalingen van deze sectie 6 hebben uitwerking met ingang

Art. 45.De bepalingen van deze sectie 6 hebben uitwerking met ingang

van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. van 1 januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.
Sectie 7. - Meldingsplicht van contracten van bepaalde duur en Sectie 7. - Meldingsplicht van contracten van bepaalde duur en
contracten van uitzendarbeid contracten van uitzendarbeid

Art. 46.Behoudens wettelijke of conventionele schikkingen die andere

Art. 46.Behoudens wettelijke of conventionele schikkingen die andere

verplichtingen opleggen (bijvoorbeeld voorafgaande toestemming), verplichtingen opleggen (bijvoorbeeld voorafgaande toestemming),
moeten de ondernemingen die arbeid(st)ers aanvaarden met een contract moeten de ondernemingen die arbeid(st)ers aanvaarden met een contract
van bepaalde duur of beroep doen op uitzendkrachten vooraf de van bepaalde duur of beroep doen op uitzendkrachten vooraf de
ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan de syndicale ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan de syndicale
afvaardiging, of bij ontstentenis daarvan de representatieve afvaardiging, of bij ontstentenis daarvan de representatieve
werknemersorganisaties hiervan in kennis stellen. In dringende werknemersorganisaties hiervan in kennis stellen. In dringende
gevallen moet deze kennisgeving binnen de 8 dagen na de afsluiting van gevallen moet deze kennisgeving binnen de 8 dagen na de afsluiting van
de contracten gebeuren. de contracten gebeuren.
Bij niet-naleving van de hiervoor vermelde procedure wordt het Bij niet-naleving van de hiervoor vermelde procedure wordt het
interim-contract een overeenkomst van onbepaalde duur met de interim-contract een overeenkomst van onbepaalde duur met de
"gebruiker". "gebruiker".

Art. 47.In geval van tewerkstelling van arbeid(st)ers onder voormelde

Art. 47.In geval van tewerkstelling van arbeid(st)ers onder voormelde

contracten, dienen de ondernemingen de bestaande collectieve contracten, dienen de ondernemingen de bestaande collectieve
arbeidsovereenkomsten inzake loon- en arbeidsvoorwaarden en eigen aan arbeidsovereenkomsten inzake loon- en arbeidsvoorwaarden en eigen aan
de sector integraal toe te passen en dit onverminderd de wettelijke de sector integraal toe te passen en dit onverminderd de wettelijke
beschikkingen betreffende bedoelde contracten. beschikkingen betreffende bedoelde contracten.

Art. 48.Opeenvolging van contracten voor bepaalde duur in eenzelfde

Art. 48.Opeenvolging van contracten voor bepaalde duur in eenzelfde

onderneming geeft recht aan de arbeid(st)ers op de voorwaarden onderneming geeft recht aan de arbeid(st)ers op de voorwaarden
voortspruitend uit de gecumuleerde anciënniteit in de onderneming. voortspruitend uit de gecumuleerde anciënniteit in de onderneming.

Art. 49.De bepalingen van deze sectie 7 hebben uitwerking met ingang

Art. 49.De bepalingen van deze sectie 7 hebben uitwerking met ingang

van 1 januari 2005 en treden buiten werking met ingang van 31 december van 1 januari 2005 en treden buiten werking met ingang van 31 december
2006. 2006.
Sectie 8. - Bevordering van de tewerkstelling van jongeren Sectie 8. - Bevordering van de tewerkstelling van jongeren

Art. 50.De jongeren van 18 tot en met 21 jaar die volledig werkloos

Art. 50.De jongeren van 18 tot en met 21 jaar die volledig werkloos

zijn en voor de eerste maal in een onderneming worden tewerkgesteld zijn en voor de eerste maal in een onderneming worden tewerkgesteld
kunnen gedurende maximum één jaar vergoed worden aan 90 pct. van het kunnen gedurende maximum één jaar vergoed worden aan 90 pct. van het
met de beroepskwalificatie overeenstemmend uurloon. met de beroepskwalificatie overeenstemmend uurloon.

Art. 51.De bepalingen van sectie 8 hebben uitwerking met ingang van 1

Art. 51.De bepalingen van sectie 8 hebben uitwerking met ingang van 1

januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. januari 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.
Sectie 9. - Carenzdag Sectie 9. - Carenzdag

Art. 52.De werkgever zal in de periode van 1 januari 2005 tot en met

Art. 52.De werkgever zal in de periode van 1 januari 2005 tot en met

31 december 2006, één carenzdag van het gewaarborgd weekloon betalen. 31 december 2006, één carenzdag van het gewaarborgd weekloon betalen.
Het gaat over de eerste afwezigheid dag wegens ziekte, waarvoor de Het gaat over de eerste afwezigheid dag wegens ziekte, waarvoor de
carenzdag van toepassing is. carenzdag van toepassing is.
Sectie 10. - Tijdskrediet Sectie 10. - Tijdskrediet

Art. 53.Het stelsel van het tijdskrediet (collectieve

Art. 53.Het stelsel van het tijdskrediet (collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter van de Nationale Arbeidsraad) is arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter van de Nationale Arbeidsraad) is
van toepassing in de sector. van toepassing in de sector.
De arbeid(st)er die ervan genieten kunnen ook gebruik maken van de De arbeid(st)er die ervan genieten kunnen ook gebruik maken van de
aanmoedigingspremies toegekend door de Gewesten en/of de aanmoedigingspremies toegekend door de Gewesten en/of de
Gemeenschappen. Gemeenschappen.

Art. 54.De werkgever zal de vakbondsafvaardiging raadplegen in geval

Art. 54.De werkgever zal de vakbondsafvaardiging raadplegen in geval

van niet-vervanging van een arbeid(st)er die van het stelsel gebruik van niet-vervanging van een arbeid(st)er die van het stelsel gebruik
maakt. maakt.

Art. 55.De drempel van 5 pct. inzake gelijktijdige afwezigheden wordt

Art. 55.De drempel van 5 pct. inzake gelijktijdige afwezigheden wordt

verhoogd met 4 pct. voor de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder. verhoogd met 4 pct. voor de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder.
Van zodra de drempel van de 5 pct. is bereikt in een onderneming, Van zodra de drempel van de 5 pct. is bereikt in een onderneming,
kunnen enkel de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder gebruik maken van kunnen enkel de arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder gebruik maken van
een van de stelsels. een van de stelsels.

Art. 56.De bepalingen van deze sectie 10 hebben uitwerking met ingang

Art. 56.De bepalingen van deze sectie 10 hebben uitwerking met ingang

van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006. van 1 april 2005 en treden buiten werking op 31 december 2006.

Art. 57.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 57.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006 ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006
met uitzondering van sectie 4 die uitwerking heeft met ingang van 1 met uitzondering van sectie 4 die uitwerking heeft met ingang van 1
april 2005 en buiten werking treedt op 31 maart 2007. april 2005 en buiten werking treedt op 31 maart 2007.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december
2005. 2005.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN P. VANVELTHOVEN
^