Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdrage van de openbare instellingen van sociale zekerheid in de inkomsten van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid voor het jaar 2001 | Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdrage van de openbare instellingen van sociale zekerheid in de inkomsten van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid voor het jaar 2001 |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
5 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdrage | 5 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdrage |
van de openbare instellingen van sociale zekerheid in de inkomsten van | van de openbare instellingen van sociale zekerheid in de inkomsten van |
de Kruispuntbank van de sociale zekerheid voor het jaar 2001 | de Kruispuntbank van de sociale zekerheid voor het jaar 2001 |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op artikel 108 van de Grondwet; | Gelet op artikel 108 van de Grondwet; |
Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie | Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie |
van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op | van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op |
artikel 35, 2°; | artikel 35, 2°; |
Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 tot vaststelling |
van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 15 | van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 15 |
januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank | januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank |
van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 1; | van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 1; |
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Kruispuntbank van de | Gelet op het advies van het beheerscomité van de Kruispuntbank van de |
sociale zekerheid, gegeven op 12 september 2000; | sociale zekerheid, gegeven op 12 september 2000; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli |
1989; | 1989; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat het bedrag van de bijdrage van de openbare | Overwegende dat het bedrag van de bijdrage van de openbare |
instellingen van sociale zekerheid in de dekking van de uitgaven van | instellingen van sociale zekerheid in de dekking van de uitgaven van |
2001 van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid onverwijld moet | 2001 van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid onverwijld moet |
vastgelegd worden, zodat laatstgenoemde instelling over de nodige | vastgelegd worden, zodat laatstgenoemde instelling over de nodige |
geldmiddelen voor haar werking kan beschikken en zodat de openbare | geldmiddelen voor haar werking kan beschikken en zodat de openbare |
instellingen van sociale zekerheid hun begrotings- en | instellingen van sociale zekerheid hun begrotings- en |
thesaurievooruitzichten dienovereenkomstig kunnen opmaken; | thesaurievooruitzichten dienovereenkomstig kunnen opmaken; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, van Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, van Onze |
Minister van Begroting, van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze | Minister van Begroting, van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze |
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare | Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare |
besturen, en van Onze Minister van Telecommunicatie en | besturen, en van Onze Minister van Telecommunicatie en |
overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, | overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het bedrag van de bijdrage van de openbare instellingen van |
Artikel 1.Het bedrag van de bijdrage van de openbare instellingen van |
sociale zekerheid, bedoeld in artikel 35, 2°, van de wet van 15 | sociale zekerheid, bedoeld in artikel 35, 2°, van de wet van 15 |
januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank | januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank |
van de sociale zekerheid wordt provisioneel vastgelegd op 478 620 942 | van de sociale zekerheid wordt provisioneel vastgelegd op 478 620 942 |
BEF voor het jaar 2001. | BEF voor het jaar 2001. |
Dit bedrag zal vermeerderd of verminderd worden in functie van het | Dit bedrag zal vermeerderd of verminderd worden in functie van het |
bedrag van de reële uitgaven van de Kruispuntbank en het bedrag van de | bedrag van de reële uitgaven van de Kruispuntbank en het bedrag van de |
overige inkomsten bedoeld in het hoger vermeld artikel 35 m.b.t. de | overige inkomsten bedoeld in het hoger vermeld artikel 35 m.b.t. de |
beschouwde periodes, waarvan het uiteindelijk het verschil zal dienen | beschouwde periodes, waarvan het uiteindelijk het verschil zal dienen |
uit te maken, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 4. | uit te maken, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 4. |
Art. 2.Het in artikel 1 bedoeld bedrag van de globale bijdrage van de |
Art. 2.Het in artikel 1 bedoeld bedrag van de globale bijdrage van de |
in artikel 2, eerste lid, 2°, a, van voormelde wet van 15 januari 1990 | in artikel 2, eerste lid, 2°, a, van voormelde wet van 15 januari 1990 |
bedoelde openbare instellingen van sociale zekerheid wordt volgens de | bedoelde openbare instellingen van sociale zekerheid wordt volgens de |
volgende verdeling uitbetaald door de hiernavermelde instellingen, | volgende verdeling uitbetaald door de hiernavermelde instellingen, |
waarvan de begroting voor administratiekosten dienovereenkomstig moet | waarvan de begroting voor administratiekosten dienovereenkomstig moet |
verhoogd worden : | verhoogd worden : |
1° de Rijksdienst voor sociale zekerheid : 368 538 126 BEF; | 1° de Rijksdienst voor sociale zekerheid : 368 538 126 BEF; |
2° het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen | 2° het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen |
: 47 862 094 BEF; | : 47 862 094 BEF; |
3° de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en | 3° de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en |
plaatselijke overheidsdiensten : 57 434 513 BEF; | plaatselijke overheidsdiensten : 57 434 513 BEF; |
4° de Dienst voor overzeese sociale zekerheid : 4 786 209 BEF. | 4° de Dienst voor overzeese sociale zekerheid : 4 786 209 BEF. |
De krachtens het eerste lid verschuldigde bedragen worden door de | De krachtens het eerste lid verschuldigde bedragen worden door de |
betrokken instellingen aan de Kruispuntbank van de sociale zekerheid | betrokken instellingen aan de Kruispuntbank van de sociale zekerheid |
per provisionele trimestriële vierden gestort. | per provisionele trimestriële vierden gestort. |
Deze stortingen moeten uiterlijk 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 | Deze stortingen moeten uiterlijk 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 |
oktober 2001 verricht worden. | oktober 2001 verricht worden. |
De Kruispuntbank van de sociale zekerheid kan echter, mits een | De Kruispuntbank van de sociale zekerheid kan echter, mits een |
voorafgaande kennisgeving van één maand, aan één of meerdere van de in | voorafgaande kennisgeving van één maand, aan één of meerdere van de in |
het eerste lid bedoelde instellingen vragen om : | het eerste lid bedoelde instellingen vragen om : |
a) een vervroegde storting te verrichten van één of meerdere van deze | a) een vervroegde storting te verrichten van één of meerdere van deze |
provisionele vierden, ten einde bijzondere uitgaven te dekken; | provisionele vierden, ten einde bijzondere uitgaven te dekken; |
b) de storting van een provisionele vierde niet te verrichten of | b) de storting van een provisionele vierde niet te verrichten of |
alleen een gedeeltelijke storting ervan te verrichten, waarvan zij het | alleen een gedeeltelijke storting ervan te verrichten, waarvan zij het |
bedrag bepaalt. | bedrag bepaalt. |
Art. 3.In de mate dat het in artikel 1, eerste lid bedoelde bedrag |
Art. 3.In de mate dat het in artikel 1, eerste lid bedoelde bedrag |
tijdens het begrotingsjaar kleiner wordt dan het bedrag van de | tijdens het begrotingsjaar kleiner wordt dan het bedrag van de |
uitgaven van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, rekening | uitgaven van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, rekening |
gehouden met de andere mogelijke inkomsten, wordt de bijdrage van de | gehouden met de andere mogelijke inkomsten, wordt de bijdrage van de |
Rijksdienst voor sociale zekerheid verlopig dienovereenkomstig | Rijksdienst voor sociale zekerheid verlopig dienovereenkomstig |
verhoogd, bij beslissing van zijn beheerscomité, op voorstel van het | verhoogd, bij beslissing van zijn beheerscomité, op voorstel van het |
beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. | beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. |
Art. 4.De overlegging van de jaarlijkse rekeningen van de |
Art. 4.De overlegging van de jaarlijkse rekeningen van de |
Kruispuntbank van de sociale zekerheid aan haar beheerscomité moet | Kruispuntbank van de sociale zekerheid aan haar beheerscomité moet |
gepaard gaan met een regulariseringsafrekening van de in de artikelen | gepaard gaan met een regulariseringsafrekening van de in de artikelen |
1 tot 3 bedoelde bedragen, die door dit beheerscomité moet goedgekeurd | 1 tot 3 bedoelde bedragen, die door dit beheerscomité moet goedgekeurd |
worden. | worden. |
De aldus vastgestelde verschillen worden geregulariseerd op basis van | De aldus vastgestelde verschillen worden geregulariseerd op basis van |
de onderlinge percentages die de in artikel 2, eerste lid, bedoelde | de onderlinge percentages die de in artikel 2, eerste lid, bedoelde |
bedragen vertegenwoordigen t.o.v. het in artikel 1 eerste lid bedoeld | bedragen vertegenwoordigen t.o.v. het in artikel 1 eerste lid bedoeld |
bedrag. | bedrag. |
Het negatieve saldo ten laste van een in artikel 2, eerste lid | Het negatieve saldo ten laste van een in artikel 2, eerste lid |
bedoelde instelling wordt haar door de Kruispuntbank medegedeeld; de | bedoelde instelling wordt haar door de Kruispuntbank medegedeeld; de |
regularisering wordt ten bate van laatstgenoemde gestort binnen de | regularisering wordt ten bate van laatstgenoemde gestort binnen de |
dertig dagen te rekenen vanaf deze mededeling. | dertig dagen te rekenen vanaf deze mededeling. |
Het positieve saldo ten gusnte van een in artikel 2, eerste lid, | Het positieve saldo ten gusnte van een in artikel 2, eerste lid, |
bedoelde instelling wordt haar door de Kruispuntbank medegedeeld; dit | bedoelde instelling wordt haar door de Kruispuntbank medegedeeld; dit |
saldo wordt dan afgetrokken van de eerstkomende betaling door deze | saldo wordt dan afgetrokken van de eerstkomende betaling door deze |
instelling te verrichten krachtens artikel 2 of wordt haar, op haar | instelling te verrichten krachtens artikel 2 of wordt haar, op haar |
aanvraag, geheel of gedeeltelijk terugbetaald door de Kruispuntbank. | aanvraag, geheel of gedeeltelijk terugbetaald door de Kruispuntbank. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van |
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van |
Begroting, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van | Begroting, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van |
Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Onze | Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Onze |
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, | Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, |
belast met Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | belast met Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 5 oktober 2001. | Gegeven te Brussel, 5 oktober 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare | De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare |
besturen, | besturen, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en | De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en |
Participaties, belast met Middenstand, | Participaties, belast met Middenstand, |
R. DAEMS | R. DAEMS |