| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 5 JULI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 5 JULI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december | tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december |
| 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie (1) | 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector; | non-profitsector; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december | tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december |
| 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie. | 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 5 juli 2022. | Gegeven te Brussel, 5 juli 2022. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector | Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2021 |
| Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 |
| inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie (Overeenkomst | inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie (Overeenkomst |
| geregistreerd op 16 februari 2022 onder het nummer 170245/CO/337) | geregistreerd op 16 februari 2022 onder het nummer 170245/CO/337) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Aanvullend | de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Aanvullend |
| Paritair Comité voor de non-profitsector, meer bepaald : | Paritair Comité voor de non-profitsector, meer bepaald : |
| - de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het artikel 3 | - de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het artikel 3 |
| van het bevoegdheidsgebied van het Aanvullend Paritair Comité voor de | van het bevoegdheidsgebied van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector (koninklijk besluit van 14 februari 2008, Belgisch | non-profitsector (koninklijk besluit van 14 februari 2008, Belgisch |
| Staatsblad van 27 februari 2008, zoals gewijzigd door het koninklijk | Staatsblad van 27 februari 2008, zoals gewijzigd door het koninklijk |
| besluit van 10 april 2014, Belgisch Staatsblad van 25 april 2014), | besluit van 10 april 2014, Belgisch Staatsblad van 25 april 2014), |
| zijnde : de privépersonen die voor hun eigen rekening personeel | zijnde : de privépersonen die voor hun eigen rekening personeel |
| tewerkstellen voor hun persoonlijke dienst of deze van hun gezin, en | tewerkstellen voor hun persoonlijke dienst of deze van hun gezin, en |
| waarbij; | waarbij; |
| - deze werkgevers vervat zijn in het kader van een persoonsvolgend | - deze werkgevers vervat zijn in het kader van een persoonsvolgend |
| budget (PVB) of een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) vanuit de | budget (PVB) of een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) vanuit de |
| Vlaamse overheid. | Vlaamse overheid. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
Art. 2.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 |
Art. 2.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 |
| december 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie | december 2019 inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie |
| (registratienummer 156728/CO/337), gewijzigd bij collectieve | (registratienummer 156728/CO/337), gewijzigd bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 7 juli 2020 tot wijziging van de collectieve | arbeidsovereenkomst van 7 juli 2020 tot wijziging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 inzake de toekenning van een | arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 inzake de toekenning van een |
| jaarlijkse eindejaarspremie (registratienummer 159671/CO/337), | jaarlijkse eindejaarspremie (registratienummer 159671/CO/337), |
| afgesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | afgesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| wordt vervangen door volgende bepaling : | wordt vervangen door volgende bepaling : |
| " Art. 5.§ 1. De berekeningsbasis van de jaarlijkse eindejaarspremie |
" Art. 5.§ 1. De berekeningsbasis van de jaarlijkse eindejaarspremie |
| is voor de jaren 2019 en 2020 steeds overeenkomstig en conform met een | is voor de jaren 2019 en 2020 steeds overeenkomstig en conform met een |
| percentage van het sectoraal minimumloon en zijn indexeringsregels, | percentage van het sectoraal minimumloon en zijn indexeringsregels, |
| zoals van toepassing is in het Paritair Subcomité 319.01 voor de | zoals van toepassing is in het Paritair Subcomité 319.01 voor de |
| opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse | opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse |
| Gemeenschap. Hogergenoemd percentage bedraagt : 31,43 pct. van het | Gemeenschap. Hogergenoemd percentage bedraagt : 31,43 pct. van het |
| hogergenoemd sectoraal minimumloon, uitgedrukt op maandbasis, 2,62 | hogergenoemd sectoraal minimumloon, uitgedrukt op maandbasis, 2,62 |
| pct. van het hogergenoemd sectoraal minimumloon uitgedrukt op | pct. van het hogergenoemd sectoraal minimumloon uitgedrukt op |
| jaarbasis. | jaarbasis. |
| § 2. De berekeningsbasis van de jaarlijkse eindejaarspremie is vanaf | § 2. De berekeningsbasis van de jaarlijkse eindejaarspremie is vanaf |
| het jaar 2021 steeds overeenkomstig en conform met een percentage van | het jaar 2021 steeds overeenkomstig en conform met een percentage van |
| het sectoraal minimumloon en zijn indexeringsregels, zoals van | het sectoraal minimumloon en zijn indexeringsregels, zoals van |
| toepassing is in het Aanvullend Paritair Comité voor de | toepassing is in het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector (337) in uitvoering van de collectieve | non-profitsector (337) in uitvoering van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 6 juli 2021 betreffende de loonvoorwaarden van | arbeidsovereenkomst van 6 juli 2021 betreffende de loonvoorwaarden van |
| de persoonlijk assistenten met een arbeidsovereenkomst in het kader | de persoonlijk assistenten met een arbeidsovereenkomst in het kader |
| van PAB en PVB in uitvoering van VIA 6 (registratienummer | van PAB en PVB in uitvoering van VIA 6 (registratienummer |
| 166098/CO/337). | 166098/CO/337). |
| Hogergenoemd percentage bedraagt : 31,43 pct. van het hogergenoemd | Hogergenoemd percentage bedraagt : 31,43 pct. van het hogergenoemd |
| sectoraal minimumloon, uitgedrukt op maandbasis, 2,62 pct. van het | sectoraal minimumloon, uitgedrukt op maandbasis, 2,62 pct. van het |
| hogergenoemd sectoraal minimumloon uitgedrukt op jaarbasis. | hogergenoemd sectoraal minimumloon uitgedrukt op jaarbasis. |
| § 3. Voor het jaar 2019 bedraagt het percentage vermeld in de | § 3. Voor het jaar 2019 bedraagt het percentage vermeld in de |
| paragraaf 1 van dit artikel : 6,80 pct. van het hogergenoemd sectoraal | paragraaf 1 van dit artikel : 6,80 pct. van het hogergenoemd sectoraal |
| minimumloon, uitgedrukt op maandbasis, 0,57 pct. van het hogergenoemd | minimumloon, uitgedrukt op maandbasis, 0,57 pct. van het hogergenoemd |
| sectoraal minimumloon uitgedrukt op jaarbasis. | sectoraal minimumloon uitgedrukt op jaarbasis. |
| § 4. Het bedrag van de uit te betalen eindejaarspremie zal pro rata | § 4. Het bedrag van de uit te betalen eindejaarspremie zal pro rata |
| worden bepaald tot de gepresteerde en de daarmee gelijkgestelde | worden bepaald tot de gepresteerde en de daarmee gelijkgestelde |
| arbeidsprestaties van de werknemer in het kalenderjaar.". | arbeidsprestaties van de werknemer in het kalenderjaar.". |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 2021 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan | ingang van 1 januari 2021 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan |
| worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn | worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn |
| van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de | van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de |
| voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de | voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector. | non-profitsector. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli |
| 2022. | 2022. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |