| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de flexibiliteit | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de flexibiliteit |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 5 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 5 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie | gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie |
| en distributie, betreffende de flexibiliteit (1) | en distributie, betreffende de flexibiliteit (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie; | installatie en distributie; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en | in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en |
| distributie, betreffende de flexibiliteit. | distributie, betreffende de flexibiliteit. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 5 juli 2004. | Gegeven te Brussel, 5 juli 2004. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de elektriciens : | Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie | installatie en distributie |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003 |
| Flexibiliteit (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het | Flexibiliteit (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het |
| nummer 68080/CO/149.01) | nummer 68080/CO/149.01) |
| In uitvoering van artikel 17 van het nationaal akkoord 2003-2004 van | In uitvoering van artikel 17 van het nationaal akkoord 2003-2004 van |
| 13 mei 2003. | 13 mei 2003. |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die | de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie. | installatie en distributie. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt |
| onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. | onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. |
| HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en toepassingssfeer van de overeenkomst | HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en toepassingssfeer van de overeenkomst |
Art. 2.Het huidig akkoord wordt afgesloten in toepassing van artikel |
Art. 2.Het huidig akkoord wordt afgesloten in toepassing van artikel |
| 20bis, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad | 20bis, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad |
| van 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 37 van hoofdstuk V van | van 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 37 van hoofdstuk V van |
| titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
| werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het |
| concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en in | concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en in |
| toepassing van de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 betreffende | toepassing van de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 betreffende |
| de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen | de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen |
| (Belgisch Staatsblad van 12 juni 1987). | (Belgisch Staatsblad van 12 juni 1987). |
| Dit impliceert dat het huidig akkoord de afwijkingen inzake | Dit impliceert dat het huidig akkoord de afwijkingen inzake |
| arbeidstijd regelt voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van | arbeidstijd regelt voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van |
| het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en | het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en |
| distributie, ressorteren. | distributie, ressorteren. |
| HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten |
| Afdeling 1. - Voorwaarden inzake arbeidsregime | Afdeling 1. - Voorwaarden inzake arbeidsregime |
Art. 3.§ 1. De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn |
Art. 3.§ 1. De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn |
| enkel van toepassing in het normale dagstelsel. | enkel van toepassing in het normale dagstelsel. |
| § 2. De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn niet van | § 2. De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn niet van |
| toepassing ingeval van ploegenarbeid. | toepassing ingeval van ploegenarbeid. |
| Afdeling 2. - Grenzen inzake arbeidsduur | Afdeling 2. - Grenzen inzake arbeidsduur |
Art. 4.Ondernemingen kunnen een glijdende werkweek instellen zoals |
Art. 4.Ondernemingen kunnen een glijdende werkweek instellen zoals |
| voorzien in artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 | voorzien in artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 |
| (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), volgens de hierna vermelde | (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), volgens de hierna vermelde |
| modaliteiten, op voorwaarde dat zij, over een periode van één jaar, de | modaliteiten, op voorwaarde dat zij, over een periode van één jaar, de |
| conventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, vastgelegd bij de | conventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, vastgelegd bij de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1987, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1987, gesloten in het |
| Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie | Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie |
| en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 juni | en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 juni |
| 1988, niet overschrijden. | 1988, niet overschrijden. |
Art. 5.§ 1. Over een periode van één jaar welke overeenstemt met het |
Art. 5.§ 1. Over een periode van één jaar welke overeenstemt met het |
| kalenderjaar, bedraagt het te presteren aantal arbeidsuren, 52 maal de | kalenderjaar, bedraagt het te presteren aantal arbeidsuren, 52 maal de |
| wekelijkse arbeidsduur voorzien in het arbeidsreglement van de | wekelijkse arbeidsduur voorzien in het arbeidsreglement van de |
| onderneming. | onderneming. |
| De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de | De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de |
| feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974) en de periodes | feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974) en de periodes |
| van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgelegd | van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgelegd |
| bij de wet van 3 juli 1978, betreffende de arbeidsovereenkomsten | bij de wet van 3 juli 1978, betreffende de arbeidsovereenkomsten |
| (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), gelden als arbeidstijd | (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), gelden als arbeidstijd |
| voor de berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet nageleefd | voor de berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet nageleefd |
| worden. | worden. |
| § 2. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven het | § 2. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven het |
| normaal dagrooster dat voorzien is in het arbeidsreglement, bedraagt | normaal dagrooster dat voorzien is in het arbeidsreglement, bedraagt |
| maximum 2 uur per dag. Het maximum aantal te presteren uren mag | maximum 2 uur per dag. Het maximum aantal te presteren uren mag |
| evenwel nooit meer bedragen dan 9 uren per dag. | evenwel nooit meer bedragen dan 9 uren per dag. |
| § 3. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven de bij | § 3. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven de bij |
| de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1987 vastgelegde | de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1987 vastgelegde |
| wekelijkse arbeidsduur, en zoals bepaald in het arbeidsreglement van | wekelijkse arbeidsduur, en zoals bepaald in het arbeidsreglement van |
| de onderneming, bedraagt maximum 5 uur. Het maximum aantal te | de onderneming, bedraagt maximum 5 uur. Het maximum aantal te |
| presteren uren mag evenwel nooit meer bedragen dan 45 uren per week. | presteren uren mag evenwel nooit meer bedragen dan 45 uren per week. |
| Afdeling 3. - Urenkrediet | Afdeling 3. - Urenkrediet |
Art. 6.§ 1. De volgens artikel 3 gepresteerde uren genereren een |
Art. 6.§ 1. De volgens artikel 3 gepresteerde uren genereren een |
| urenkrediet van maximum 45 uren per kalenderjaar. | urenkrediet van maximum 45 uren per kalenderjaar. |
| § 2. Elk uur dat het urenkrediet van 45 uren overschrijdt, wordt | § 2. Elk uur dat het urenkrediet van 45 uren overschrijdt, wordt |
| vergoed met de overurentoeslag. | vergoed met de overurentoeslag. |
| Afdeling 4. - Compensatie van het urenkrediet | Afdeling 4. - Compensatie van het urenkrediet |
Art. 7.§ 1. Het urenkrediet van 45 uren (artikel 6, § 1) alsook de |
Art. 7.§ 1. Het urenkrediet van 45 uren (artikel 6, § 1) alsook de |
| overschrijding ervan (artikel 6, § 2) worden binnen het jaar en | overschrijding ervan (artikel 6, § 2) worden binnen het jaar en |
| uiterlijk voor 31 maart van het volgend kalenderjaar, gecompenseerd. | uiterlijk voor 31 maart van het volgend kalenderjaar, gecompenseerd. |
| § 2. De compensatie gebeurt in halve of in hele dagen. | § 2. De compensatie gebeurt in halve of in hele dagen. |
| HOOFDSTUK IV. - Uitzondering | HOOFDSTUK IV. - Uitzondering |
Art. 8.Deze overeenkomst is niet van toepassing in ondernemingen waar |
Art. 8.Deze overeenkomst is niet van toepassing in ondernemingen waar |
| er bij collectieve arbeidsovereenkomst reeds afwijkingen inzake de | er bij collectieve arbeidsovereenkomst reeds afwijkingen inzake de |
| arbeidstijd werden vastgelegd. | arbeidstijd werden vastgelegd. |
| HOOFDSTUK V. - Bijkomende bepalingen | HOOFDSTUK V. - Bijkomende bepalingen |
Art. 9.Op bedrijfsvlak moeten afspraken gemaakt worden inzake |
Art. 9.Op bedrijfsvlak moeten afspraken gemaakt worden inzake |
| verwittigingstijd, uurrooster en specifieke regelingen. Op het einde | verwittigingstijd, uurrooster en specifieke regelingen. Op het einde |
| van ieder kalenderjaar wordt een evaluatie gemaakt. | van ieder kalenderjaar wordt een evaluatie gemaakt. |
Art. 10.De invoering van de nieuwe arbeidsregeling moet een positieve |
Art. 10.De invoering van de nieuwe arbeidsregeling moet een positieve |
| weerslag hebben op de werkgelegenheid. Die positieve weerslag kan met | weerslag hebben op de werkgelegenheid. Die positieve weerslag kan met |
| name het gevolg zijn van een toename van het aantal tewerkgestelde | name het gevolg zijn van een toename van het aantal tewerkgestelde |
| werknemers, van een vermindering van het aantal dagen tijdelijke | werknemers, van een vermindering van het aantal dagen tijdelijke |
| werkloosheid of van een vermindering van het aantal in uitzicht | werkloosheid of van een vermindering van het aantal in uitzicht |
| gestelde ontslagen in het raam van de procedure die voor collectief of | gestelde ontslagen in het raam van de procedure die voor collectief of |
| meervoudig ontslag is vastgesteld. | meervoudig ontslag is vastgesteld. |
| HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepaling | HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepaling |
Art. 11.Indien deze collectieve arbeidsovereenkomst niet wordt |
Art. 11.Indien deze collectieve arbeidsovereenkomst niet wordt |
| verlengd, is het arbeidsreglement van voor 1 januari 1999 automatisch | verlengd, is het arbeidsreglement van voor 1 januari 1999 automatisch |
| van toepassing. | van toepassing. |
| HOOFDSTUK VII. - Geldigheid | HOOFDSTUK VII. - Geldigheid |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004. | ingang van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli |
| 2004. | 2004. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |