Koninklijk besluit betreffende de zondagsrust en de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw , met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren (1) | Koninklijk besluit betreffende de zondagsrust en de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw , met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren (1) |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit betreffende de zondagsrust en | 4 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit betreffende de zondagsrust en |
de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de | de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de |
ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
metaal-, machine- en elektrische bouw (PC 111), met uitzondering van | metaal-, machine- en elektrische bouw (PC 111), met uitzondering van |
de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren (1) | de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 16, derde lid, en | Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 16, derde lid, en |
artikel 26bis, § 3, eerste lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit | artikel 26bis, § 3, eerste lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit |
nr. 225 van 7 december 1983 en gewijzigd bij de wet van 22 januari | nr. 225 van 7 december 1983 en gewijzigd bij de wet van 22 januari |
1985; | 1985; |
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- | Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- |
en elektrische bouw, gegeven op 24 februari 2014; | en elektrische bouw, gegeven op 24 februari 2014; |
Gelet op advies 56.481/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juli | Gelet op advies 56.481/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juli |
2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten | 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werklieden die |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werklieden die |
tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die ressorteren onder het | tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die ressorteren onder het |
Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met | Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met |
uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten | uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten |
monteren, en op hun werkgever. | monteren, en op hun werkgever. |
Art. 2.De inhaalrust waarop de werklieden die op zondag worden |
Art. 2.De inhaalrust waarop de werklieden die op zondag worden |
tewerkgesteld, recht hebben, wordt toegekend binnen dertien weken die | tewerkgesteld, recht hebben, wordt toegekend binnen dertien weken die |
volgen op de zondag waarop zij tewerkgesteld werden. | volgen op de zondag waarop zij tewerkgesteld werden. |
Art. 3.In geval van toepassing van artikel 25 van de arbeidswet van |
Art. 3.In geval van toepassing van artikel 25 van de arbeidswet van |
16 maart 1971, wordt de grens van vijfenzestig uren, vastgesteld bij | 16 maart 1971, wordt de grens van vijfenzestig uren, vastgesteld bij |
artikel 26bis, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, op | artikel 26bis, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, op |
honderddrieënveertig uren gebracht. | honderddrieënveertig uren gebracht. |
Art. 4.In geval van toepassing van artikel 25 van de arbeidswet van |
Art. 4.In geval van toepassing van artikel 25 van de arbeidswet van |
16 maart 1971, wordt de duur van de periode van drie maanden, | 16 maart 1971, wordt de duur van de periode van drie maanden, |
vastgesteld bij artikel 26bis, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, op | vastgesteld bij artikel 26bis, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, op |
twaalf maanden gebracht. | twaalf maanden gebracht. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op 31 | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op 31 |
december 2014. | december 2014. |
Art. 6.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 6.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 4 september 2014. | Gegeven te Brussel, 4 september 2014. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. | Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. |
Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. | Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. |
Koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983, Belgisch Staatsblad | Koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983, Belgisch Staatsblad |
van 15 december 1983. | van 15 december 1983. |