Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011, gesloten |
in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de |
syndicale vorming (1) | syndicale vorming (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid; | nijverheid; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011, gesloten |
in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de |
syndicale vorming. | syndicale vorming. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011. | Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2011 |
Syndicale vorming | Syndicale vorming |
(Overeenkomst geregistreerd op 10 juni 2011 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 10 juni 2011 onder het nummer |
104419/CO/116) | 104419/CO/116) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren | werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren |
onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. | onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. |
Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. | Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
van punt 7 van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni | van punt 7 van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni |
1971. Zij bepaalt de criteria, de toepassingsmodaliteiten en de | 1971. Zij bepaalt de criteria, de toepassingsmodaliteiten en de |
financieringswijze welke toelaten een doelmatige vorming te | financieringswijze welke toelaten een doelmatige vorming te |
verstrekken aan de effectieve of plaatsvervangende vertegenwoordigers | verstrekken aan de effectieve of plaatsvervangende vertegenwoordigers |
van de arbeiders in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en | van de arbeiders in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en |
bescherming op het werk of de syndicale afvaardiging van de | bescherming op het werk of de syndicale afvaardiging van de |
ondernemingen bedoeld in artikel 1. | ondernemingen bedoeld in artikel 1. |
Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de ondernemingen waar | Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de ondernemingen waar |
geen van voormelde organen bestaan en gelden voor de werklieden of | geen van voormelde organen bestaan en gelden voor de werklieden of |
werksters die door de in het Paritair Comité voor de scheikundige | werksters die door de in het Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid vertegenwoordigde werknemersorganisaties als afgevaardigden | nijverheid vertegenwoordigde werknemersorganisaties als afgevaardigden |
van de werknemers worden beschouwd, dit tot maximum twee per jaar en | van de werknemers worden beschouwd, dit tot maximum twee per jaar en |
per onderneming. | per onderneming. |
Art. 3.Ten einde de dialoog tussen de werkgever en de |
Art. 3.Ten einde de dialoog tussen de werkgever en de |
vertegenwoordigers van de werklieden en werksters op het vlak van de | vertegenwoordigers van de werklieden en werksters op het vlak van de |
onderneming te stimuleren, spannen de ondertekenende | onderneming te stimuleren, spannen de ondertekenende |
beroepsorganisaties zich in om de syndicale vorming van de | beroepsorganisaties zich in om de syndicale vorming van de |
afgevaardigden der arbeiders te bevorderen, overeenkomstig artikel 2. | afgevaardigden der arbeiders te bevorderen, overeenkomstig artikel 2. |
Art. 4.De financiële bijdrage van de werkgevers inzake de syndicale |
Art. 4.De financiële bijdrage van de werkgevers inzake de syndicale |
vorming wordt vastgesteld op 0,07 pct. van de onbegrensde brutolonen | vorming wordt vastgesteld op 0,07 pct. van de onbegrensde brutolonen |
en wordt afgehouden op de bijdrage bepaald bij artikel 4 van de | en wordt afgehouden op de bijdrage bepaald bij artikel 4 van de |
statuten van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid", | statuten van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid", |
voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 1972, | voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 1972, |
gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de scheikundige | gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot | nijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot |
vaststelling van zijn statuten. | vaststelling van zijn statuten. |
Wanneer er voor een bepaald boekjaar geen bijdrage geïnd wordt, wordt | Wanneer er voor een bepaald boekjaar geen bijdrage geïnd wordt, wordt |
de financiële bijdrage op de reserves van het fonds geheven. Het | de financiële bijdrage op de reserves van het fonds geheven. Het |
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid bepaalt de verdeling | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid bepaalt de verdeling |
tussen ondertekenende organisaties van het product van bedoelde | tussen ondertekenende organisaties van het product van bedoelde |
bijdrage, alsmede zijn begrenzing tot een bepaald bedrag. | bijdrage, alsmede zijn begrenzing tot een bepaald bedrag. |
Een gedeelte van het product van de bijdrage waarover sprake in | Een gedeelte van het product van de bijdrage waarover sprake in |
artikel 4 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt | artikel 4 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
toegewezen aan de Belgische Federatie van de chemische industrie en de | toegewezen aan de Belgische Federatie van de chemische industrie en de |
life sciences vzw (essenscia) met het oog op het vervolmaken van de | life sciences vzw (essenscia) met het oog op het vervolmaken van de |
sociale vorming van de vertegenwoordigers van de werkgever in de | sociale vorming van de vertegenwoordigers van de werkgever in de |
sociale dialoog. | sociale dialoog. |
De verdeling en de begrenzing voorzien in alinea 2 van dit artikel | De verdeling en de begrenzing voorzien in alinea 2 van dit artikel |
worden, met ingang van het jaar 2011, onder de opschortende voorwaarde | worden, met ingang van het jaar 2011, onder de opschortende voorwaarde |
dat deze verdeling en begrenzing geen verhoging van de | dat deze verdeling en begrenzing geen verhoging van de |
werkgeversbijdrage aan het "Sociaal Fonds van de scheikundige | werkgeversbijdrage aan het "Sociaal Fonds van de scheikundige |
nijverheid" veroorzaakt, vastgelegd als volgt : | nijverheid" veroorzaakt, vastgelegd als volgt : |
- begrenzing : 1.200.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2011; | - begrenzing : 1.200.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2011; |
- verdeling : vanaf 2011 : 1.000.000 EUR jaarlijks aan de | - verdeling : vanaf 2011 : 1.000.000 EUR jaarlijks aan de |
vakbondsorganisaties; 200.000 EUR jaarlijks aan de Belgische Federatie | vakbondsorganisaties; 200.000 EUR jaarlijks aan de Belgische Federatie |
van de chemische nijverheid en van life sciences VZW (essenscia). | van de chemische nijverheid en van life sciences VZW (essenscia). |
Voor het jaar 2012 wordt voorzien in een éénmalige extra toelage van | Voor het jaar 2012 wordt voorzien in een éénmalige extra toelage van |
50.000 EUR aan de vakbondsorganisaties. | 50.000 EUR aan de vakbondsorganisaties. |
Art. 5.a. De arbeiders die betrokken zijn bij de syndicale vorming |
Art. 5.a. De arbeiders die betrokken zijn bij de syndicale vorming |
beoogd in deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen op hun werk | beoogd in deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen op hun werk |
afwezig zijn om de door de in artikel 2 bedoelde | afwezig zijn om de door de in artikel 2 bedoelde |
werknemersorganisaties georganiseerde vormingscycli te volgen. | werknemersorganisaties georganiseerde vormingscycli te volgen. |
b. Elk jaar delen bedoelde werknemersorganisaties aan de Belgische | b. Elk jaar delen bedoelde werknemersorganisaties aan de Belgische |
Federatie van de chemische industrie en de life sciences VZW | Federatie van de chemische industrie en de life sciences VZW |
(essenscia) het benaderend totaal aantal mede van de arbeiders van de | (essenscia) het benaderend totaal aantal mede van de arbeiders van de |
sector voor wie de vormingscycli worden georganiseerd. | sector voor wie de vormingscycli worden georganiseerd. |
c. Bedoelde werknemersorganisaties verwittigen de werkgevers minstens | c. Bedoelde werknemersorganisaties verwittigen de werkgevers minstens |
vier weken tevoren schriftelijk van de afwezigheid van hun leden. | vier weken tevoren schriftelijk van de afwezigheid van hun leden. |
d. De arbeiders die worden uitgenodigd om aan deze vormingsdagen deel | d. De arbeiders die worden uitgenodigd om aan deze vormingsdagen deel |
te nemen, staven, door middel van een bewijsstuk, dat zij er werkelijk | te nemen, staven, door middel van een bewijsstuk, dat zij er werkelijk |
deel aan hebben genomen. | deel aan hebben genomen. |
e. Gelet op de problemen inzake arbeidsorganisatie en om zoveel | e. Gelet op de problemen inzake arbeidsorganisatie en om zoveel |
mogelijk elk productieverlies te vermijden, moeten bedoelde | mogelijk elk productieverlies te vermijden, moeten bedoelde |
werknemersorganisaties trachten te vermijden dat een al te groot | werknemersorganisaties trachten te vermijden dat een al te groot |
aantal van hun leden tegelijkertijd wordt aangewezen om samen | aantal van hun leden tegelijkertijd wordt aangewezen om samen |
vormingscycli te volgen. Anderzijds, vergemakkelijken zij de | vormingscycli te volgen. Anderzijds, vergemakkelijken zij de |
vervanging van de afwezige arbeiders. Sommige omstandigheden, zoals de | vervanging van de afwezige arbeiders. Sommige omstandigheden, zoals de |
afwezigheid van de andere arbeiders op dezelfde post, kunnen de | afwezigheid van de andere arbeiders op dezelfde post, kunnen de |
deelname aan de cycli onmogelijk maken, op straffe van de goede | deelname aan de cycli onmogelijk maken, op straffe van de goede |
werking van de onderneming te desorganiseren. In dit geval verwittigt | werking van de onderneming te desorganiseren. In dit geval verwittigt |
de werkgever de betrokken werknemersorganisatie. De geschillen die | de werkgever de betrokken werknemersorganisatie. De geschillen die |
hieruit kunnen voortvloeien tussen de werkgever en de | hieruit kunnen voortvloeien tussen de werkgever en de |
vakbondsafgevaardigden of de werknemersorganisaties bedoeld in artikel | vakbondsafgevaardigden of de werknemersorganisaties bedoeld in artikel |
2, maken het voorwerp uit van een bemiddeling tussen de Belgische | 2, maken het voorwerp uit van een bemiddeling tussen de Belgische |
Federatie van de chemische industrie en de life sciences VZW | Federatie van de chemische industrie en de life sciences VZW |
(essenscia) en de betrokken werknemersorganisatie. | (essenscia) en de betrokken werknemersorganisatie. |
f. Telkenjare, na het afsluiten van de leergangen en uiterlijk tegen | f. Telkenjare, na het afsluiten van de leergangen en uiterlijk tegen |
31 december, sturen de werknemersorganisaties aan de Belgische | 31 december, sturen de werknemersorganisaties aan de Belgische |
Federatie van de chemische industrie en de life sciences VZW | Federatie van de chemische industrie en de life sciences VZW |
(essenscia) een syntheseverslag, waarin de inhoud van de gegeven | (essenscia) een syntheseverslag, waarin de inhoud van de gegeven |
programma's wordt samengevat, en een staat met vermelding van het | programma's wordt samengevat, en een staat met vermelding van het |
aantal arbeiders per cursusjaar, verdeeld per bedrijf (technische | aantal arbeiders per cursusjaar, verdeeld per bedrijf (technische |
uitbatingseenheid). | uitbatingseenheid). |
Art. 6.a. Elk jaar maken de werknemersorganisaties bedoeld in artikel |
Art. 6.a. Elk jaar maken de werknemersorganisaties bedoeld in artikel |
2 aan de Belgische Federatie van de chemische industrie en van life | 2 aan de Belgische Federatie van de chemische industrie en van life |
sciences VZW (essenscia) de inhoud bekend van de vormingsprogramma's, | sciences VZW (essenscia) de inhoud bekend van de vormingsprogramma's, |
welke ook het niveau is waarop ze worden georganiseerd. | welke ook het niveau is waarop ze worden georganiseerd. |
b. De vorming beoogt de economische en sociale problemen, teneinde de | b. De vorming beoogt de economische en sociale problemen, teneinde de |
vertegenwoordigers van de arbeiders in de gelegenheid te stellen in | vertegenwoordigers van de arbeiders in de gelegenheid te stellen in |
het belang van alle partijen hun taak te vervullen in de schoot van de | het belang van alle partijen hun taak te vervullen in de schoot van de |
onderneming. | onderneming. |
Art. 7.De arbeiders ontvangen geen loon van de werkgever tijdens de |
Art. 7.De arbeiders ontvangen geen loon van de werkgever tijdens de |
periode gedurende welke zij aan vormingscycli deelnemen. De werkgever | periode gedurende welke zij aan vormingscycli deelnemen. De werkgever |
is er echter toe gehouden deze afwezigheidsdagen te erkennen als | is er echter toe gehouden deze afwezigheidsdagen te erkennen als |
gerechtvaardigde afwezigheidsdagen, en ze als dusdanig te beschouwen | gerechtvaardigde afwezigheidsdagen, en ze als dusdanig te beschouwen |
voor de toepassing van de sociale wetgeving en van de in de | voor de toepassing van de sociale wetgeving en van de in de |
scheikundige nijverheid en op het vlak van de onderneming van kracht | scheikundige nijverheid en op het vlak van de onderneming van kracht |
zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten. | zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
onbepaalde tijd. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst | onbepaalde tijd. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst |
gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de scheikundige | gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid op 27 mei 2009 (koninklijk besluit van 4 maart 2010; | nijverheid op 27 mei 2009 (koninklijk besluit van 4 maart 2010; |
Belgisch Staatsblad van 19 mei 2010) en treedt in werking op 1 januari | Belgisch Staatsblad van 19 mei 2010) en treedt in werking op 1 januari |
2011. | 2011. |
Zij kan in gemeenschappelijk akkoord worden herzien tussen de partijen | Zij kan in gemeenschappelijk akkoord worden herzien tussen de partijen |
en door één van die partijen worden opgezegd mits een opzegging van | en door één van die partijen worden opgezegd mits een opzegging van |
drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht | drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht |
aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige | aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum | nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum |
waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De | waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De |
poststempel geldt als bewijs. De organisatie die daartoe het | poststempel geldt als bewijs. De organisatie die daartoe het |
initiatief neemt, vermeldt de redenen van zijn opzegging en dient | initiatief neemt, vermeldt de redenen van zijn opzegging en dient |
gelijktijdig amendementsvoorstellen in. | gelijktijdig amendementsvoorstellen in. |
De ondertekenende partijen verbinden er zich toe deze voorstellen in | De ondertekenende partijen verbinden er zich toe deze voorstellen in |
het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid te bespreken | het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid te bespreken |
binnen een termijn van één maand na hun ontvangst. | binnen een termijn van één maand na hun ontvangst. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober |
2011. | 2011. |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |