| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de beroepsopleiding van de risicogroepen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de beroepsopleiding van de risicogroepen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 4 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 4 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de |
| beroepsopleiding van de risicogroepen (1) | beroepsopleiding van de risicogroepen (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor |
| gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; | gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de |
| beroepsopleiding van de risicogroepen. | beroepsopleiding van de risicogroepen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 4 november 2018. | Gegeven te Brussel, 4 november 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van | Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van |
| de Vlaamse Gemeenschap | de Vlaamse Gemeenschap |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018 |
| Beroepsopleiding van de risicogroepen | Beroepsopleiding van de risicogroepen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2018 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2018 onder het nummer |
| 146663/CO/318.02) | 146663/CO/318.02) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers en de werkgevers van de diensten van gezinszorg en | de werknemers en de werkgevers van de diensten van gezinszorg en |
| aanvullende thuiszorg (gezins- en bejaardenhulp) van de Vlaamse | aanvullende thuiszorg (gezins- en bejaardenhulp) van de Vlaamse |
| Gemeenschap. | Gemeenschap. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| arbeiders- en bediendepersoneel. | arbeiders- en bediendepersoneel. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten, enerzijds in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten, enerzijds in |
| toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen | toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen |
| (I), inzonderheid hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2, en anderzijds het | (I), inzonderheid hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2, en anderzijds het |
| koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel | koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel |
| 189, 4de lid van dezelfde wet, alsook het koninklijk besluit van 26 | 189, 4de lid van dezelfde wet, alsook het koninklijk besluit van 26 |
| september 2013 waarbij bepaalde categorieën van werkgevers vrijgesteld | september 2013 waarbij bepaalde categorieën van werkgevers vrijgesteld |
| worden van de bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het | worden van de bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het |
| stelsel van de tijdelijke werkloosheid en anciënniteitstoeslag voor | stelsel van de tijdelijke werkloosheid en anciënniteitstoeslag voor |
| oudere werklozen ingesteld bij koninklijk besluit van 27 november | oudere werklozen ingesteld bij koninklijk besluit van 27 november |
| 1996. | 1996. |
Art. 3.§ 1. Er wordt voorzien in de aanwending van 0,20 pct. voor |
Art. 3.§ 1. Er wordt voorzien in de aanwending van 0,20 pct. voor |
| 2018 van de loonsom voor de inspanningen betreffende de risicogroepen. | 2018 van de loonsom voor de inspanningen betreffende de risicogroepen. |
| Onder "risicogroepen" wordt voor de toepassing van deze § 1 van | Onder "risicogroepen" wordt voor de toepassing van deze § 1 van |
| artikel 3 verstaan : | artikel 3 verstaan : |
| - Werkzoekenden die laaggeschoold zijn (zij die niet beschikken over | - Werkzoekenden die laaggeschoold zijn (zij die niet beschikken over |
| een diploma of getuigschrift van secundair onderwijs); | een diploma of getuigschrift van secundair onderwijs); |
| - Met werkloosheid bedreigde laaggeschoolde werknemers : | - Met werkloosheid bedreigde laaggeschoolde werknemers : |
| a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de | a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de |
| opzeggingstermijn loopt; | opzeggingstermijn loopt; |
| b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend | b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend |
| is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; | is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; |
| c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een | c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een |
| collectief ontslag werd aangekondigd; | collectief ontslag werd aangekondigd; |
| - Langdurig werkzoekenden (dit wil zeggen langer dan één jaar | - Langdurig werkzoekenden (dit wil zeggen langer dan één jaar |
| werkzoekend); | werkzoekend); |
| - Iedereen bedoeld in de doelgroepen die specifiek in § 2 van artikel | - Iedereen bedoeld in de doelgroepen die specifiek in § 2 van artikel |
| 3 worden opgesomd. | 3 worden opgesomd. |
| § 2. De werkgevers reserveren een jaarlijkse inspanning van ten minste | § 2. De werkgevers reserveren een jaarlijkse inspanning van ten minste |
| 0,05 pct. van de loonmassa voor personen die tot de volgende | 0,05 pct. van de loonmassa voor personen die tot de volgende |
| doelgroepen behoren : | doelgroepen behoren : |
| 1° De werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; | 1° De werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; |
| 2° De werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en | 2° De werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en |
| bedreigd zijn met ontslag : | bedreigd zijn met ontslag : |
| a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de | a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de |
| opzeggingstermijn loopt; | opzeggingstermijn loopt; |
| b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend | b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend |
| is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; | is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; |
| c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een | c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een |
| collectief ontslag werd aangekondigd; | collectief ontslag werd aangekondigd; |
| 3° De niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar | 3° De niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar |
| werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. | werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. |
| Onder "niet-werkenden" wordt verstaan : | Onder "niet-werkenden" wordt verstaan : |
| a) de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit van een | a) de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit van een |
| werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 | werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 |
| december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig | december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig |
| werkzoekenden; | werkzoekenden; |
| b) de uitkeringsgerechtigde werklozen; | b) de uitkeringsgerechtigde werklozen; |
| c) de werkzoekenden die laaggeschoold of erg-laaggeschoold zijn in de | c) de werkzoekenden die laaggeschoold of erg-laaggeschoold zijn in de |
| zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van | zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van |
| de tewerkstelling; | de tewerkstelling; |
| d) de herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking | d) de herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking |
| van minstens één jaar terug op de arbeidsmarkt begeven; | van minstens één jaar terug op de arbeidsmarkt begeven; |
| e) de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in | e) de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in |
| toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op | toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
| maatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op | maatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op |
| maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli | maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli |
| 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; | 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; |
| f) de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart | f) de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart |
| herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart | herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart |
| 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen; | 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen; |
| g) de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de | g) de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de |
| Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze | Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze |
| nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie | nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie |
| minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of | minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of |
| niet bezaten bij overlijden; | niet bezaten bij overlijden; |
| h) de werkzoekenden die nog geen 26 jaar oud zijn; | h) de werkzoekenden die nog geen 26 jaar oud zijn; |
| 4° De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk : | 4° De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk : |
| a) de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te | a) de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te |
| worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap; | worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap; |
| b) de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens | b) de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens |
| 33 pct.; | 33 pct.; |
| c) de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te | c) de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te |
| hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming | hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming |
| ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan | ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan |
| personen met een handicap; | personen met een handicap; |
| d) de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren | d) de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren |
| bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het | bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het |
| Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen; | Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen; |
| e) de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op | e) de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op |
| basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens | basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens |
| 66 pct.; | 66 pct.; |
| f) de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de | f) de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de |
| Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale | Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale |
| Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en | Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en |
| fiscale voordelen; | fiscale voordelen; |
| g) de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor | g) de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor |
| arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot | arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot |
| werkhervatting; | werkhervatting; |
| 5° De jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, | 5° De jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, |
| hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van | hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van |
| een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in | een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in |
| artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 | artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 |
| houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij een voltijdse | houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij een voltijdse |
| onderwijsopleiding, met uitzondering van opleidingen die leiden tot de | onderwijsopleiding, met uitzondering van opleidingen die leiden tot de |
| graad van bachelor of master, hetzij in het kader van een instapstage, | graad van bachelor of master, hetzij in het kader van een instapstage, |
| bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 | bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 |
| november 1991. | november 1991. |
| Voor de toepassing van het vorig lid wordt verstaan onder "sector" : | Voor de toepassing van het vorig lid wordt verstaan onder "sector" : |
| het geheel van werkgevers die onder eenzelfde paritair comité of | het geheel van werkgevers die onder eenzelfde paritair comité of |
| autonoom paritair subcomité ressorteren. | autonoom paritair subcomité ressorteren. |
| § 3. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 | § 3. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 |
| februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van | februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van |
| 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) wordt minstens de | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) wordt minstens de |
| helft van de in § 2 van dit collectieve arbeidsovereenkomst-artikel 3 | helft van de in § 2 van dit collectieve arbeidsovereenkomst-artikel 3 |
| bedoelde inspanning (zijnde 0,025 pct.) besteed aan initiatieven ten | bedoelde inspanning (zijnde 0,025 pct.) besteed aan initiatieven ten |
| voordele van één of meerdere van de volgende groepen : | voordele van één of meerdere van de volgende groepen : |
| a) de in § 2, 5° bedoelde jongeren; | a) de in § 2, 5° bedoelde jongeren; |
| b) de in § 2, 3° en 4° bedoelde personen die nog geen 26 jaar oud | b) de in § 2, 3° en 4° bedoelde personen die nog geen 26 jaar oud |
| zijn. | zijn. |
| De inspanningen bedoeld in § 3 worden uitgevoerd door : | De inspanningen bedoeld in § 3 worden uitgevoerd door : |
| - het stageaanbod in de onderneming; | - het stageaanbod in de onderneming; |
| - de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde | - de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde |
| of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld | of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld |
| in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten; | arbeidsovereenkomsten; |
| - het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; | - het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; |
| - de vorming van opleiders; | - de vorming van opleiders; |
| - de investering in technologisch materiaal; | - de investering in technologisch materiaal; |
| - het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal. | - het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal. |
Art. 4.De diensten voor gezinszorg stellen hun opleidingscentrum voor |
Art. 4.De diensten voor gezinszorg stellen hun opleidingscentrum voor |
| verzorgenden, erkend door het Vlaams Agentschap, open voor de | verzorgenden, erkend door het Vlaams Agentschap, open voor de |
| categorieën genoemd in artikel 3. | categorieën genoemd in artikel 3. |
| De bedoeling is hen op te leiden tot volwaardige beroepskrachten met | De bedoeling is hen op te leiden tot volwaardige beroepskrachten met |
| een erkend bekwaamheidsattest. | een erkend bekwaamheidsattest. |
| Aan dergelijke beroepskrachten is er een grote behoefte in de | Aan dergelijke beroepskrachten is er een grote behoefte in de |
| thuiszorg. | thuiszorg. |
Art. 5.Het paritair subcomité zal toezien op de verwezenlijking van |
Art. 5.Het paritair subcomité zal toezien op de verwezenlijking van |
| de maatregelen omschreven in de artikelen 3 en 4. | de maatregelen omschreven in de artikelen 3 en 4. |
| De diensten verbinden er zich toe uiterlijk tegen het paritair | De diensten verbinden er zich toe uiterlijk tegen het paritair |
| subcomité van juni van het daaropvolgende jaar een overzicht ter | subcomité van juni van het daaropvolgende jaar een overzicht ter |
| evaluatie toe te zenden aan de voorzitter, waarna de evaluatie zal | evaluatie toe te zenden aan de voorzitter, waarna de evaluatie zal |
| gebeuren in de schoot van het paritair subcomité. | gebeuren in de schoot van het paritair subcomité. |
| De voorzitter zal vervolgens deze evaluatie overmaken aan de minister | De voorzitter zal vervolgens deze evaluatie overmaken aan de minister |
| tegen uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de | tegen uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de |
| collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft. | collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2018 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018. | januari 2018 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |