Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen in de Duitstalige Gemeenschap | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen in de Duitstalige Gemeenschap |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 4 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, |
gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de | gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de |
sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar voor de | sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar voor de |
werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen in de Duitstalige | werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen in de Duitstalige |
Gemeenschap (1) | Gemeenschap (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte |
werkplaatsen en de sociale werkplaatsen; | werkplaatsen en de sociale werkplaatsen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, |
gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de | gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de |
sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar voor de | sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar voor de |
werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen in de Duitstalige | werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen in de Duitstalige |
Gemeenschap. | Gemeenschap. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 4 mei 2004. | Gegeven te Brussel, 4 mei 2004. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Beilage | Beilage |
Paritätische Kommission für Unternehmen für angepasste Arbeit und | Paritätische Kommission für Unternehmen für angepasste Arbeit und |
Soziale Werkstätten | Soziale Werkstätten |
Kollektives Tarifabkommen vom 10. Dezember 2002 | Kollektives Tarifabkommen vom 10. Dezember 2002 |
Frühpension mit 58 Jahren für die in den Beschützenden Werkstätten der | Frühpension mit 58 Jahren für die in den Beschützenden Werkstätten der |
Deutschsprachigen Gemeinschaft Beschäftigten Arbeitnehmer. | Deutschsprachigen Gemeinschaft Beschäftigten Arbeitnehmer. |
Artikel 1 - Vorliegendes Kollektives Tarifabkommen ist anwendbar auf | Artikel 1 - Vorliegendes Kollektives Tarifabkommen ist anwendbar auf |
Arbeitgeber und Arbeitnehmer der Beschützenden Werkstätten in der | Arbeitgeber und Arbeitnehmer der Beschützenden Werkstätten in der |
Deutschsprachigen Gemeinschaft, die der paritätischen Kommission | Deutschsprachigen Gemeinschaft, die der paritätischen Kommission |
unterliegen. | unterliegen. |
Unter, "Arbeitnehmer" versteht man die Arbeiter/innen und | Unter, "Arbeitnehmer" versteht man die Arbeiter/innen und |
Angestellten. | Angestellten. |
Art. 2 - Ungeachtet der Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 7. | Art. 2 - Ungeachtet der Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 7. |
Dezember 1992 bezüglich der Bewilligung von Arbeitslosenunterstützung | Dezember 1992 bezüglich der Bewilligung von Arbeitslosenunterstützung |
im Fall von vertraglicher Frühpension, wird das Prinzip der Anwendung | im Fall von vertraglicher Frühpension, wird das Prinzip der Anwendung |
eines Rechts auf vertragliche Frühpension des Typs Kollektives | eines Rechts auf vertragliche Frühpension des Typs Kollektives |
Tarifabkommen Nr. 17 im vorliegenden Sektor fur aktives Personal (mit | Tarifabkommen Nr. 17 im vorliegenden Sektor fur aktives Personal (mit |
Ausnahme der Langzeitkranken) anwendbar, das für diese Formel optiert | Ausnahme der Langzeitkranken) anwendbar, das für diese Formel optiert |
und das Alter von 58 Jahren zwischen dem 1. Januar 2003 und dem 31. | und das Alter von 58 Jahren zwischen dem 1. Januar 2003 und dem 31. |
Dezember 2004 erreicht, und das auf eine berufliche Laufbahn von | Dezember 2004 erreicht, und das auf eine berufliche Laufbahn von |
mindestens 5 Jahren in diesem Sektor zurückblicken kann. | mindestens 5 Jahren in diesem Sektor zurückblicken kann. |
Art. 3 - Die ergänzende Entschädigung, die Arbeitnehmern in | Art. 3 - Die ergänzende Entschädigung, die Arbeitnehmern in |
Frühpension mit 58 Jahren gewährt wird, ist, individuell, mindestens | Frühpension mit 58 Jahren gewährt wird, ist, individuell, mindestens |
gleich der Entschädigung, die im Kollektiven Tarifabkommen Nr. 17 | gleich der Entschädigung, die im Kollektiven Tarifabkommen Nr. 17 |
innerhalb des Nationalen Arbeitstrates bestimmt wurde. Sie versteht | innerhalb des Nationalen Arbeitstrates bestimmt wurde. Sie versteht |
sich brutto, ohne jeglichen Sozial- und/oder Steuerabzug. | sich brutto, ohne jeglichen Sozial- und/oder Steuerabzug. |
Art. 4 - Der Betrag der ergänzenden Entschädigung ist an die | Art. 4 - Der Betrag der ergänzenden Entschädigung ist an die |
Indexentwicklung der Verbraucherpreise gemäss den | Indexentwicklung der Verbraucherpreise gemäss den |
Anwendungsmodalitäten in Sachen Arbeitslosenunterstützung gebunden, | Anwendungsmodalitäten in Sachen Arbeitslosenunterstützung gebunden, |
entsprechend den Bestimmungen des Gesetzes vom 2. August 1971. | entsprechend den Bestimmungen des Gesetzes vom 2. August 1971. |
Ferner wird der Betrag dieser Entschädigungen jedes Jahr am 1. Januar | Ferner wird der Betrag dieser Entschädigungen jedes Jahr am 1. Januar |
aufgrund des Koeffizienten neu berechnet, der vom Nationalen | aufgrund des Koeffizienten neu berechnet, der vom Nationalen |
Arbeitsrat in Funktion der Gehaltsentwicklung festgelegt wird. | Arbeitsrat in Funktion der Gehaltsentwicklung festgelegt wird. |
Art. 5 - Zwecks Lastenaufteilung der zu gewährenden Frühpensionen, | Art. 5 - Zwecks Lastenaufteilung der zu gewährenden Frühpensionen, |
haben die sozialen Verhandlungspartner beschlossen, dem "Fonds de | haben die sozialen Verhandlungspartner beschlossen, dem "Fonds de |
sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en Région | sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en Région |
Wallonne et Communauté Germanophone" (Existenzsicherheitsfonds für die | Wallonne et Communauté Germanophone" (Existenzsicherheitsfonds für die |
Beschützenden Werkstätten der Wallonischen Region und der | Beschützenden Werkstätten der Wallonischen Region und der |
Deutschsprachigen Gemeinschaft) die Verantwortung zu übertragen, eine | Deutschsprachigen Gemeinschaft) die Verantwortung zu übertragen, eine |
bernahme der Auszahlung der ergänzenden Entschädigung zur Frühpension | bernahme der Auszahlung der ergänzenden Entschädigung zur Frühpension |
und der eventuellen Sozialbeitrage bis zu ihrem Ablauf (d.h. bis zu | und der eventuellen Sozialbeitrage bis zu ihrem Ablauf (d.h. bis zu |
dem Alter, in dem der Frühpensionierte die Altersrente in Anspruch | dem Alter, in dem der Frühpensionierte die Altersrente in Anspruch |
nehmen kann) zuerkennen oder abzulehnen. | nehmen kann) zuerkennen oder abzulehnen. |
Die sozialen Verhandlungspartner haben die feste Absicht, dieses Ziel | Die sozialen Verhandlungspartner haben die feste Absicht, dieses Ziel |
im Rahmen des Budgets zu verwirklichen, das ihnen zu diesem Zwecke von | im Rahmen des Budgets zu verwirklichen, das ihnen zu diesem Zwecke von |
der "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit | der "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit |
Behinderung" zur Verfügung gestellt wird. Sie erklären dass die | Behinderung" zur Verfügung gestellt wird. Sie erklären dass die |
Verwaltungsratsmitglieder des Existenzsicherheitsfonds nach diesem | Verwaltungsratsmitglieder des Existenzsicherheitsfonds nach diesem |
Gesichtspunkt handeln sollten. | Gesichtspunkt handeln sollten. |
Art. 6 - Der Frühpensionierte wird entsprechend den gesetzlichen | Art. 6 - Der Frühpensionierte wird entsprechend den gesetzlichen |
Bestimmungen ersetzt. | Bestimmungen ersetzt. |
Art. 7 - Das tarifliche Frühpensionssystem ist fakultativ. | Art. 7 - Das tarifliche Frühpensionssystem ist fakultativ. |
Der Arbeitgeber verpflichtet sich, dem Arbeitnehmer zu gegebener Zeit | Der Arbeitgeber verpflichtet sich, dem Arbeitnehmer zu gegebener Zeit |
die Frühpension anzubieten, und überlasst diesem die | die Frühpension anzubieten, und überlasst diesem die |
Entscheidungsfreiheit. | Entscheidungsfreiheit. |
Art. 8 - Den Übergang in die Frühpension zu den in Artikel 6 | Art. 8 - Den Übergang in die Frühpension zu den in Artikel 6 |
angegebenen Bestimmungen veranlasst den Arbeitnehmer zur Leistung | angegebenen Bestimmungen veranlasst den Arbeitnehmer zur Leistung |
seiner Kündigungsfrist. | seiner Kündigungsfrist. |
Art. 9 - Das vorliegende Kollektive Tarifabkommen tritt am 1. Januar | Art. 9 - Das vorliegende Kollektive Tarifabkommen tritt am 1. Januar |
2003 in Kraft und endet am 31. Dezember 2004. | 2003 in Kraft und endet am 31. Dezember 2004. |
Gesehen, um dem königlichen Erlass beigefügt zu werden vom 4. mai 2004 | Gesehen, um dem königlichen Erlass beigefügt zu werden vom 4. mai 2004 |
Der Minister für Beschäftigung, | Der Minister für Beschäftigung, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale | Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale |
werkplaatsen | werkplaatsen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 |
Brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in beschutte | Brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in beschutte |
werkplaatsen in de Duitstalige Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd | werkplaatsen in de Duitstalige Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd |
op 31 maart 2003 onder het nummer 65845/CO/327) | op 31 maart 2003 onder het nummer 65845/CO/327) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en de werknemers van de Duitstalige Gemeenschap en die | de werkgevers en de werknemers van de Duitstalige Gemeenschap en die |
vallen onder de bevoegdheid van het paritair comité. | vallen onder de bevoegdheid van het paritair comité. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
arbeiders en bedienden. | arbeiders en bedienden. |
Art. 2.Ongeacht de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 |
Art. 2.Ongeacht de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 |
december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen | december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen |
in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 | in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 |
december 1992), wordt het principe van de toepassing van een stelsel | december 1992), wordt het principe van de toepassing van een stelsel |
van conventioneel brugpensioen van het type collectieve | van conventioneel brugpensioen van het type collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 toegestaan in deze sector voor de actieve | arbeidsovereenkomst nr. 17 toegestaan in deze sector voor de actieve |
personeelsleden (met uitzondering van de langdurig zieken), die voor | personeelsleden (met uitzondering van de langdurig zieken), die voor |
deze formule kiezen en die de leeftijd van 58 jaar bereiken tussen 1 | deze formule kiezen en die de leeftijd van 58 jaar bereiken tussen 1 |
januari 2003 en 31 december 2004 en die een beroepsloopbaan van | januari 2003 en 31 december 2004 en die een beroepsloopbaan van |
minimaal 5 jaar in de sector aantonen. | minimaal 5 jaar in de sector aantonen. |
Art. 3.De aanvullende vergoeding toegekend aan de bruggepensioneerde |
Art. 3.De aanvullende vergoeding toegekend aan de bruggepensioneerde |
werknemer op 58 jaar is, individueel, ten minste gelijk aan de | werknemer op 58 jaar is, individueel, ten minste gelijk aan de |
vergoeding bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 | vergoeding bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Ze wordt bruto uitgedrukt, voor | gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Ze wordt bruto uitgedrukt, voor |
elke sociale en/of fiscale wettelijke aftrek. | elke sociale en/of fiscale wettelijke aftrek. |
Art. 4.Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan |
Art. 4.Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan |
de evolutie van de index van de consumptieprijzen volgens de | de evolutie van de index van de consumptieprijzen volgens de |
toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, in | toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, in |
overeenstemming met de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 | overeenstemming met de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 |
(Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971). | (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971). |
Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen elk jaar op 1 januari | Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen elk jaar op 1 januari |
herzien op basis van de coëfficiënt vastgelegd door de Nationale | herzien op basis van de coëfficiënt vastgelegd door de Nationale |
Arbeidsraad volgens de evolutie van de lonen. | Arbeidsraad volgens de evolutie van de lonen. |
Art. 5.Om de lasten van de brugpensioenen die kunnen worden toegekend |
Art. 5.Om de lasten van de brugpensioenen die kunnen worden toegekend |
te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist om het "Fonds | te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist om het "Fonds |
de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en | de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en |
Région wallonne et Communauté germanophone" de verantwoordelijkheid te | Région wallonne et Communauté germanophone" de verantwoordelijkheid te |
geven voor het toekennen of weigeren om de betaling op zich te nemen | geven voor het toekennen of weigeren om de betaling op zich te nemen |
van de aanvullende vergoeding voor brugpensioen en de eventuele | van de aanvullende vergoeding voor brugpensioen en de eventuele |
sociale bijdragen tot het einde ervan (leeftijd waarop de | sociale bijdragen tot het einde ervan (leeftijd waarop de |
bruggepensioneerde aanspraak kan maken op een pensioen). | bruggepensioneerde aanspraak kan maken op een pensioen). |
Het is de bedoeling van de sociale gesprekspartners om deze | Het is de bedoeling van de sociale gesprekspartners om deze |
doelstelling te verwezenlijken in het kader van het daartoe door de | doelstelling te verwezenlijken in het kader van het daartoe door de |
"Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit | "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit |
Behinderung" ter beschikking gestelde budget. Zij verklaren dat de | Behinderung" ter beschikking gestelde budget. Zij verklaren dat de |
leden van de raad van beheer van het fonds in deze optiek zullen | leden van de raad van beheer van het fonds in deze optiek zullen |
handelen. | handelen. |
Art. 6.De bruggepensioneerde zal vervangen worden volgens de |
Art. 6.De bruggepensioneerde zal vervangen worden volgens de |
wettelijke bepalingen. | wettelijke bepalingen. |
Art. 7.Het stelsel van conventioneel brugpensioen is facultatief. |
Art. 7.Het stelsel van conventioneel brugpensioen is facultatief. |
De werkgever verbindt zich ertoe om het brugpensioen te gepasten tijde | De werkgever verbindt zich ertoe om het brugpensioen te gepasten tijde |
voor te stellen aan de werknemer die de vrijheid van keuze heeft. | voor te stellen aan de werknemer die de vrijheid van keuze heeft. |
Art. 8.Het met brugpensioen gaan onder de in artikel 6 vermelde |
Art. 8.Het met brugpensioen gaan onder de in artikel 6 vermelde |
voorwaarden geeft voor de werknemer aanleiding tot de uitvoering van | voorwaarden geeft voor de werknemer aanleiding tot de uitvoering van |
zijn opzegging. | zijn opzegging. |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004. | januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |