Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/05/2024
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen van de werkgevers "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen van de werkgevers Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen van de werkgevers
3 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 3 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023,
gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning
en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en
vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen
van de werkgevers (1) van de werkgevers (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023,
gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot toekenning
en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en
vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen
van de werkgevers. van de werkgevers.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2024. Gegeven te Brussel, 3 mei 2024.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de steenbakkerij Paritair Comité voor de steenbakkerij
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023 Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2023
Toekenning en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en Toekenning en wijze van uitkering van aanvullende sociale voordelen en
vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen vaststelling van het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen
van de werkgevers (Overeenkomst geregistreerd op 13 november 2023 van de werkgevers (Overeenkomst geregistreerd op 13 november 2023
onder het nummer 183716/CO/114) onder het nummer 183716/CO/114)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren
onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij. onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
De termen "arbeider", "hij", "zijn",... verwijzen naar arbeiders en De termen "arbeider", "hij", "zijn",... verwijzen naar arbeiders en
arbeidsters. arbeidsters.

Art. 2.In uitvoering van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de

Art. 2.In uitvoering van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de

baksteenindustrie" (hierna "sociaal fonds"), worden volgende baksteenindustrie" (hierna "sociaal fonds"), worden volgende
aanvullende sociale voordelen, door bemiddeling van het sociaal fonds, aanvullende sociale voordelen, door bemiddeling van het sociaal fonds,
toegekend. toegekend.
Het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen van de werkgevers Het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen van de werkgevers
voor de uitkering van deze aanvullende sociale voordelen door voor de uitkering van deze aanvullende sociale voordelen door
bemiddeling van het Sociaal Fonds, worden vastgesteld overeenkomstig bemiddeling van het Sociaal Fonds, worden vastgesteld overeenkomstig
de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en dit : de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en dit :
i. voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2024 (hierna dienstjaar i. voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2024 (hierna dienstjaar
2023) en de periode van 1 juli 2024 tot 30 juni 2025 (hierna 2023) en de periode van 1 juli 2024 tot 30 juni 2025 (hierna
dienstjaar 2024) voor wat betreft de sociale premie; dienstjaar 2024) voor wat betreft de sociale premie;
ii. voor het kalenderjaar 2023 en 2024 voor wat betreft de ii. voor het kalenderjaar 2023 en 2024 voor wat betreft de
afscheidspremie (overgangsperiode); afscheidspremie (overgangsperiode);
iii. voor de periode van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023 iii. voor de periode van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023
en de periode van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024 voor het en de periode van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024 voor het
sectoraal conventioneel SWT. sectoraal conventioneel SWT.
HOOFDSTUK II. - Sociale premie HOOFDSTUK II. - Sociale premie
Afdeling 1. - Toekenningsmodaliteiten Afdeling 1. - Toekenningsmodaliteiten

Art. 3.Aan de arbeiders wordt een sociale premie toegekend.

Art. 3.Aan de arbeiders wordt een sociale premie toegekend.

Art. 4.§ 1. De sociale premie bedraagt sinds het dienstjaar ingaand

Art. 4.§ 1. De sociale premie bedraagt sinds het dienstjaar ingaand

op 1 juli 2019 voor alle arbeiders, met uitzondering van de arbeiders op 1 juli 2019 voor alle arbeiders, met uitzondering van de arbeiders
in SWT, 145 EUR. Zij wordt berekend door het aantal maanden en in SWT, 145 EUR. Zij wordt berekend door het aantal maanden en
begonnen maanden inschrijving in het personeelsregister tijdens het in begonnen maanden inschrijving in het personeelsregister tijdens het in
artikel 5, § 1, b) bepaalde dienstjaar, te vermenigvuldigen met 12,083 artikel 5, § 1, b) bepaalde dienstjaar, te vermenigvuldigen met 12,083
EUR. EUR.
De sociale premie wordt bijgevolg als volgt vastgesteld : De sociale premie wordt bijgevolg als volgt vastgesteld :
Aantal maanden/Nombre de mois Aantal maanden/Nombre de mois
Sociale premie dienstjaar 2023 en 2024/ Sociale premie dienstjaar 2023 en 2024/
Prime sociale exercice 2023 et 2024 Prime sociale exercice 2023 et 2024
EUR EUR
1 1
12,08 12,08
2 2
24,17 24,17
3 3
36,25 36,25
4 4
48,33 48,33
5 5
60,42 60,42
6 6
72,50 72,50
7 7
84,58 84,58
8 8
96,66 96,66
9 9
108,75 108,75
10 10
120,83 120,83
11 11
132,91 132,91
12 12
145,00 145,00
§ 2. De sociale premie bedraagt voor de arbeiders in SWT 90 EUR in § 2. De sociale premie bedraagt voor de arbeiders in SWT 90 EUR in
dienstjaar 2023 en 2024. Zij wordt berekend door het aantal maanden dienstjaar 2023 en 2024. Zij wordt berekend door het aantal maanden
recht tijdens het in artikel 5, § 1, b) bepaalde dienstjaar, te recht tijdens het in artikel 5, § 1, b) bepaalde dienstjaar, te
vermenigvuldigen met 7,50 EUR. vermenigvuldigen met 7,50 EUR.
De sociale premie wordt bijgevolg als volgt vastgesteld : De sociale premie wordt bijgevolg als volgt vastgesteld :
Aantal maanden/Nombre de mois Aantal maanden/Nombre de mois
Sociale premie dienstjaar 2023 en 2024/ Sociale premie dienstjaar 2023 en 2024/
Prime sociale exercice 2023 et 2024 Prime sociale exercice 2023 et 2024
EUR EUR
1 1
7,50 7,50
2 2
15,00 15,00
3 3
22,50 22,50
4 4
30,00 30,00
5 5
37,50 37,50
6 6
45,00 45,00
7 7
52,50 52,50
8 8
60,00 60,00
9 9
67,50 67,50
10 10
75,00 75,00
11 11
82,50 82,50
12 12
90,00 90,00
§ 3. De sociale premie voor de arbeiders in een periode gedekt door § 3. De sociale premie voor de arbeiders in een periode gedekt door
een ontslagcompensatievergoeding (hierna OCV) stemt overeen met de een ontslagcompensatievergoeding (hierna OCV) stemt overeen met de
sociale premie zoals bepaald in artikel 4, § 1. Indien echter in de sociale premie zoals bepaald in artikel 4, § 1. Indien echter in de
loop van het tijdens artikel 5, § 1, b) bepaalde dienstjaar de loop van het tijdens artikel 5, § 1, b) bepaalde dienstjaar de
arbeider overgaat van een periode gedekt door een OCV naar SWT, wordt arbeider overgaat van een periode gedekt door een OCV naar SWT, wordt
de premie voor dit volledige dienstjaar berekend overeenkomstig de premie voor dit volledige dienstjaar berekend overeenkomstig
artikel 4, § 2 hierboven. artikel 4, § 2 hierboven.

Art. 5.§ 1. De arbeiders hebben recht op de sociale premie indien zij

Art. 5.§ 1. De arbeiders hebben recht op de sociale premie indien zij

beantwoorden aan de volgende cumulatieve voorwaarden : beantwoorden aan de volgende cumulatieve voorwaarden :
a) lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties; a) lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties;
b) tijdens het dienstjaar, dat ingaat op 1 juli van het vorig jaar en b) tijdens het dienstjaar, dat ingaat op 1 juli van het vorig jaar en
eindigt op 30 juni van het lopend jaar, ingeschreven zijn geweest in eindigt op 30 juni van het lopend jaar, ingeschreven zijn geweest in
het personeelsregister van een in artikel 1 bedoelde onderneming; het personeelsregister van een in artikel 1 bedoelde onderneming;
c) niet ontslagen zijn wegens dringende redenen. c) niet ontslagen zijn wegens dringende redenen.
Voldoen eveneens aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 5, § 1, b), Voldoen eveneens aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 5, § 1, b),
de arbeiders : de arbeiders :
1. in OCV (met het oog op SWT). Zij ontvangen voor de laatste maal de 1. in OCV (met het oog op SWT). Zij ontvangen voor de laatste maal de
sociale premie zoals voorzien in artikel 4, § 1 voor het dienstjaar sociale premie zoals voorzien in artikel 4, § 1 voor het dienstjaar
tijdens hetwelk zij in OCV gaan, voor zover de OCV-periode (al dan tijdens hetwelk zij in OCV gaan, voor zover de OCV-periode (al dan
niet samen met een voorafgaande periode van inschrijving in het niet samen met een voorafgaande periode van inschrijving in het
personeelsregister) een volledig dienstjaar betreft. Zij ontvangen de personeelsregister) een volledig dienstjaar betreft. Zij ontvangen de
sociale premie zoals voorzien in artikel 4, § 2 voor het dienstjaar sociale premie zoals voorzien in artikel 4, § 2 voor het dienstjaar
tijdens hetwelk zij in SWT gaan; tijdens hetwelk zij in SWT gaan;
2. in SWT. Zij ontvangen de sociale premie zoals voorzien in artikel 2. in SWT. Zij ontvangen de sociale premie zoals voorzien in artikel
4, § 2 voor het dienstjaar tijdens hetwelk zij in SWT gaan. Zij 4, § 2 voor het dienstjaar tijdens hetwelk zij in SWT gaan. Zij
ontvangen voor de laatste maal de sociale premie zoals voorzien in ontvangen voor de laatste maal de sociale premie zoals voorzien in
artikel 4, § 2 in het dienstjaar tijdens hetwelk zij op pensioen gaan; artikel 4, § 2 in het dienstjaar tijdens hetwelk zij op pensioen gaan;
3. in SWT die op pensioen zijn gesteld tijdens de periode die ingaat 3. in SWT die op pensioen zijn gesteld tijdens de periode die ingaat
op 1 januari en eindigt op 30 juni, aangezien zij worden beschouwd als op 1 januari en eindigt op 30 juni, aangezien zij worden beschouwd als
zijnde ingeschreven in het personeelsregister tijdens het dienstjaar. zijnde ingeschreven in het personeelsregister tijdens het dienstjaar.
Zij ontvangen de sociale premie zoals voorzien in het artikel 4, § 2. Zij ontvangen de sociale premie zoals voorzien in het artikel 4, § 2.
§ 2. De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst werd geschorst wegens § 2. De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst werd geschorst wegens
arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval of arbeidsongeval en arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval of arbeidsongeval en
die tijdens voornoemd dienstjaar geen werkelijke arbeidsprestaties die tijdens voornoemd dienstjaar geen werkelijke arbeidsprestaties
hebben geleverd, hebben recht op de sociale premie. Ze wordt berekend hebben geleverd, hebben recht op de sociale premie. Ze wordt berekend
in verhouding tot de anciënniteit welke zij hebben bereikt bij de in verhouding tot de anciënniteit welke zij hebben bereikt bij de
werkgever bedoeld in artikel 1 op de laatste dag van hun werkgever bedoeld in artikel 1 op de laatste dag van hun
tewerkstelling vooraleer hun arbeidsovereenkomst werd geschorst om één tewerkstelling vooraleer hun arbeidsovereenkomst werd geschorst om één
van bovenvermelde redenen, als volgt : van bovenvermelde redenen, als volgt :
Anciënniteit/Ancienneté Anciënniteit/Ancienneté
Toekenning premie voor de volgende termijn/ Toekenning premie voor de volgende termijn/
Prime octroyée pour la période suivante Prime octroyée pour la période suivante
Van 10 tot minder dan 15 jaar/ Van 10 tot minder dan 15 jaar/
De 10 à moins de 15 ans De 10 à moins de 15 ans
2 dienstjaren/2 années de service 2 dienstjaren/2 années de service
Van 15 tot minder dan 20 jaar/ Van 15 tot minder dan 20 jaar/
De 15 à moins de 20 ans De 15 à moins de 20 ans
3 dienstjaren/3 années de service 3 dienstjaren/3 années de service
Van 20 tot minder dan 25 jaar/ Van 20 tot minder dan 25 jaar/
De 20 à moins de 25 ans De 20 à moins de 25 ans
4 dienstjaren/4 années de service 4 dienstjaren/4 années de service
25 jaar en meer/ 25 jaar en meer/
25 ans et plus 25 ans et plus
5 dienstjaren/5 années de service 5 dienstjaren/5 années de service
De voorwaarden voorzien in artikel 5, § 1, a) en b) zijn van De voorwaarden voorzien in artikel 5, § 1, a) en b) zijn van
toepassing op de gevallen voorzien in onderhavige § 2 van artikel 5. toepassing op de gevallen voorzien in onderhavige § 2 van artikel 5.
§ 3. Arbeiders die in totaal minder dan 15 kalenderdagen in dienst § 3. Arbeiders die in totaal minder dan 15 kalenderdagen in dienst
zijn gebleven bij een onderneming bedoeld in artikel 1, hebben geen zijn gebleven bij een onderneming bedoeld in artikel 1, hebben geen
recht op een sociale premie. recht op een sociale premie.

Art. 6.De begonnen maand waarvan sprake in artikel 4, wordt als volgt

Art. 6.De begonnen maand waarvan sprake in artikel 4, wordt als volgt

bepaald : de arbeiders die voor de 16de van de maand in dienst zijn bepaald : de arbeiders die voor de 16de van de maand in dienst zijn
getreden en de arbeiders die na de 1/5de van de maand uit dienst zijn getreden en de arbeiders die na de 1/5de van de maand uit dienst zijn
getreden, worden beschouwd als hebbende een maand inschrijving in het getreden, worden beschouwd als hebbende een maand inschrijving in het
personeelsregister. personeelsregister.
Afdeling 2. - Uitkeringsmodaliteiten Afdeling 2. - Uitkeringsmodaliteiten

Art. 7.§ 1. Het sociaal fonds bekomt de namen, adressen,

Art. 7.§ 1. Het sociaal fonds bekomt de namen, adressen,

geboortedatum, rijksregisternummer, in- en uit dienstgegevens tijdens geboortedatum, rijksregisternummer, in- en uit dienstgegevens tijdens
het dienstjaar van de arbeiders tewerkgesteld bij de werkgevers het dienstjaar van de arbeiders tewerkgesteld bij de werkgevers
bedoeld in artikel 1, via de gegevensstromen van de Kruispuntbank bedoeld in artikel 1, via de gegevensstromen van de Kruispuntbank
Sociale Zekerheid. Sociale Zekerheid.
§ 2. Na de verwerking van deze gegevens zendt het sociaal fonds aan § 2. Na de verwerking van deze gegevens zendt het sociaal fonds aan
alle werkgevers tegen uiterlijk 15 november van het kalenderjaar alle werkgevers tegen uiterlijk 15 november van het kalenderjaar
waarin het dienstjaar een einde neemt (dit is uiterlijk op 15 november waarin het dienstjaar een einde neemt (dit is uiterlijk op 15 november
2024 voor het dienstjaar 2023 en uiterlijk op 15 november 2025 voor 2024 voor het dienstjaar 2023 en uiterlijk op 15 november 2025 voor
het dienstjaar 2024) een lijst, met vermelding per arbeider van het het dienstjaar 2024) een lijst, met vermelding per arbeider van het
aantal maanden waarop deze recht heeft op de sociale premie zoals aantal maanden waarop deze recht heeft op de sociale premie zoals
bepaald in de artikelen 4, 5 en 6 van onderhavige collectieve bepaald in de artikelen 4, 5 en 6 van onderhavige collectieve
arbeidsovereenkomst, van het bedrag van de verschuldigde bijdrage aan arbeidsovereenkomst, van het bedrag van de verschuldigde bijdrage aan
het sociaal fonds zoals vastgesteld in artikel 10, het bedrag van de het sociaal fonds zoals vastgesteld in artikel 10, het bedrag van de
sociale premie waarop de arbeider recht heeft, en tenslotte het bedrag sociale premie waarop de arbeider recht heeft, en tenslotte het bedrag
van de verhoging van de bijdrage. van de verhoging van de bijdrage.
Onderaan deze lijst worden de totalen gemaakt van deze bedragen. Onderaan deze lijst worden de totalen gemaakt van deze bedragen.
§ 3. Het sociaal fonds zendt eveneens tegen uiterlijk 15 november van § 3. Het sociaal fonds zendt eveneens tegen uiterlijk 15 november van
het kalenderjaar waarin het dienstjaar een einde neemt (dit is het kalenderjaar waarin het dienstjaar een einde neemt (dit is
uiterlijk op 15 november 2024 voor het dienstjaar 2023 en uiterlijk op uiterlijk op 15 november 2024 voor het dienstjaar 2023 en uiterlijk op
15 november 2025 voor het dienstjaar 2024), de voorgedrukte attesten 15 november 2025 voor het dienstjaar 2024), de voorgedrukte attesten
(in een exemplaar) rechtstreeks naar het domicilie-adres van de (in een exemplaar) rechtstreeks naar het domicilie-adres van de
rechthebbenden. rechthebbenden.
§ 4. De data vermeld in § 2 en § 3 kunnen geëvalueerd worden in de § 4. De data vermeld in § 2 en § 3 kunnen geëvalueerd worden in de
komende jaren indien alle informatie uit de gegevensstromen van de komende jaren indien alle informatie uit de gegevensstromen van de
Kruispuntbank Sociale Zekerheid reeds op een vroeger tijdstip Kruispuntbank Sociale Zekerheid reeds op een vroeger tijdstip
beschikbaar zou zijn. beschikbaar zou zijn.
§ 5. De lijst vermeld in § 2 en de attesten vermeld in bovenvermelde § § 5. De lijst vermeld in § 2 en de attesten vermeld in bovenvermelde §
3 worden bekomen op basis van de gegevens beschikbaar in de stromen 3 worden bekomen op basis van de gegevens beschikbaar in de stromen
van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid op datum van verzending van de van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid op datum van verzending van de
lijst/attesten. lijst/attesten.

Art. 8.De arbeiders bieden hun attest aan één van de representatieve

Art. 8.De arbeiders bieden hun attest aan één van de representatieve

werknemersorganisaties waarbij ze zijn aangesloten. werknemersorganisaties waarbij ze zijn aangesloten.
De attesten van rechthebbenden worden onmiddellijk na ontvangst door De attesten van rechthebbenden worden onmiddellijk na ontvangst door
bedoelde werknemersorganisaties aan het sociaal fonds gezonden, op een bedoelde werknemersorganisaties aan het sociaal fonds gezonden, op een
gegroepeerde manier per werknemersorganisatie, en uiterlijk op 30 gegroepeerde manier per werknemersorganisatie, en uiterlijk op 30
april van het kalenderjaar volgend op het dienstjaar zoals april van het kalenderjaar volgend op het dienstjaar zoals
gedefinieerd in artikel 5, § 1, b) van deze collectieve gedefinieerd in artikel 5, § 1, b) van deze collectieve
arbeidsovereenkomst waarop het attest betrekking heeft. arbeidsovereenkomst waarop het attest betrekking heeft.

Art. 9.De werknemersorganisatie gaat over tot betaling van de sociale

Art. 9.De werknemersorganisatie gaat over tot betaling van de sociale

premie aan de arbeiders. premie aan de arbeiders.
Afdeling 3. - Inning van de bijdragen Afdeling 3. - Inning van de bijdragen

Art. 10.§ 1. De werkgeversbijdrage aan het sociaal fonds wordt, wat

Art. 10.§ 1. De werkgeversbijdrage aan het sociaal fonds wordt, wat

betreft de sociale premie voor het dienstjaar 2023 en 2024, betreft de sociale premie voor het dienstjaar 2023 en 2024,
vastgesteld op maximum 145 EUR per arbeider ingeschreven in het vastgesteld op maximum 145 EUR per arbeider ingeschreven in het
personeelsregister. personeelsregister.
Voor de arbeiders in SWT wordt de bijdrage vanaf het dienstjaar Voor de arbeiders in SWT wordt de bijdrage vanaf het dienstjaar
tijdens hetwelk zij in SWT zijn gegaan, vastgesteld op maximum 90 EUR tijdens hetwelk zij in SWT zijn gegaan, vastgesteld op maximum 90 EUR
voor het dienstjaar 2023 en 2024. voor het dienstjaar 2023 en 2024.
Deze bijdrage wordt verhoogd met 5 EUR per arbeider en per attest. Deze bijdrage wordt verhoogd met 5 EUR per arbeider en per attest.
Ingeval de arbeiders niet gedurende de gehele periode van het Ingeval de arbeiders niet gedurende de gehele periode van het
dienstjaar ingeschreven zijn geweest in het personeelsregister, wordt dienstjaar ingeschreven zijn geweest in het personeelsregister, wordt
de bijdrage voor de sociale premie, voor de betrokken arbeider met de bijdrage voor de sociale premie, voor de betrokken arbeider met
uitzondering van de arbeiders in SWT, berekend door het aantal maanden uitzondering van de arbeiders in SWT, berekend door het aantal maanden
of begonnen maanden inschrijving in het personeelsregister tijdens het of begonnen maanden inschrijving in het personeelsregister tijdens het
dienstjaar te vermenigvuldigen met 12,083 EUR per arbeider, dit voor dienstjaar te vermenigvuldigen met 12,083 EUR per arbeider, dit voor
het dienstjaar 2023 en 2024. het dienstjaar 2023 en 2024.
In toepassing hiervan is de afgeronde bijdrage voor de sociale premie In toepassing hiervan is de afgeronde bijdrage voor de sociale premie
als volgt vastgesteld : als volgt vastgesteld :
Aantal maanden/Nombre de mois Aantal maanden/Nombre de mois
Bijdrage dienstjaar 2023 en 2024/ Bijdrage dienstjaar 2023 en 2024/
Cotisation exercices 2023 et 2024 Cotisation exercices 2023 et 2024
1 1
12,08 + 5 = 17,08 EUR 12,08 + 5 = 17,08 EUR
2 2
24,17 + 5 = 29,17 EUR 24,17 + 5 = 29,17 EUR
3 3
36,25 + 5 = 41,25 EUR 36,25 + 5 = 41,25 EUR
4 4
48,33 + 5 = 53,33 EUR 48,33 + 5 = 53,33 EUR
5 5
60,42 + 5 = 65,42 EUR 60,42 + 5 = 65,42 EUR
6 6
72,50 + 5 = 77,50 EUR 72,50 + 5 = 77,50 EUR
7 7
84,58 + 5 = 89,58 EUR 84,58 + 5 = 89,58 EUR
8 8
96,66 + 5 = 101,66 EUR 96,66 + 5 = 101,66 EUR
9 9
108,75 + 5 = 113,75 EUR 108,75 + 5 = 113,75 EUR
10 10
120,83 + 5 = 125,83 EUR 120,83 + 5 = 125,83 EUR
11 11
132,91 + 5 = 137,91 EUR 132,91 + 5 = 137,91 EUR
12 12
145,00 + 5 = 150,00 EUR 145,00 + 5 = 150,00 EUR
Voor de arbeiders in SWT waaraan de sociale premie wordt toegekend Voor de arbeiders in SWT waaraan de sociale premie wordt toegekend
zoals voorzien in artikel 4, § 2, wordt de sociale premie voor de zoals voorzien in artikel 4, § 2, wordt de sociale premie voor de
betrokken arbeider in SWT berekend door het aantal maanden recht betrokken arbeider in SWT berekend door het aantal maanden recht
tijdens het dienstjaar te vermenigvuldigen met 7,50 EUR, dit voor het tijdens het dienstjaar te vermenigvuldigen met 7,50 EUR, dit voor het
dienstjaar 2023 en 2024. dienstjaar 2023 en 2024.
In toepassing hiervan is de afgeronde bijdrage voor de sociale premie In toepassing hiervan is de afgeronde bijdrage voor de sociale premie
van de arbeider in SWT als volgt vastgesteld : van de arbeider in SWT als volgt vastgesteld :
Aantal maanden/Nombre de mois Aantal maanden/Nombre de mois
Bijdrage dienstjaar 2023 en 2024/ Bijdrage dienstjaar 2023 en 2024/
Cotisation exercices 2023 et 2024 Cotisation exercices 2023 et 2024
1 1
7,50 + 5 = 12,50 EUR 7,50 + 5 = 12,50 EUR
2 2
15,00 + 5 = 20 EUR 15,00 + 5 = 20 EUR
3 3
22,50 + 5 = 27,50 EUR 22,50 + 5 = 27,50 EUR
4 4
30,00 + 5 = 35 EUR 30,00 + 5 = 35 EUR
5 5
37,50 + 5 = 42,50 EUR 37,50 + 5 = 42,50 EUR
6 6
45,00 + 5 = 50 EUR 45,00 + 5 = 50 EUR
7 7
52,50 + 5 = 57,50 EUR 52,50 + 5 = 57,50 EUR
8 8
60,00 + 5 = 65 EUR 60,00 + 5 = 65 EUR
9 9
67,50 + 5 = 72,50 EUR 67,50 + 5 = 72,50 EUR
10 10
75,00 + 5 = 80 EUR 75,00 + 5 = 80 EUR
11 11
82,50 + 5 = 87,50 EUR 82,50 + 5 = 87,50 EUR
12 12
90,00 + 5 = 95 EUR 90,00 + 5 = 95 EUR
§ 2. De bijdrage voor de sociale premie ten gunste van arbeiders § 2. De bijdrage voor de sociale premie ten gunste van arbeiders
bedoeld in artikel 5, § 2 is niet verschuldigd indien de bedoeld in artikel 5, § 2 is niet verschuldigd indien de
arbeidsovereenkomst sinds meer dan twee jaar is geschorst wegens arbeidsovereenkomst sinds meer dan twee jaar is geschorst wegens
arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval of arbeidsongeval en arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval of arbeidsongeval en
indien een bijdrage werd gestort tijdens elk van de eerste twee jaren indien een bijdrage werd gestort tijdens elk van de eerste twee jaren
volgend op het dienstjaar in de loop waarvan genoemde volgend op het dienstjaar in de loop waarvan genoemde
arbeidsongeschiktheid is ontstaan. arbeidsongeschiktheid is ontstaan.

Art. 11.De storting door de werkgevers van de bijdrage voor de

Art. 11.De storting door de werkgevers van de bijdrage voor de

sociale premie heeft plaats op 15 december, zijnde telkens uiterlijk sociale premie heeft plaats op 15 december, zijnde telkens uiterlijk
een maand na de ontvangst van de attesten bedoeld in artikel 7, § 3 een maand na de ontvangst van de attesten bedoeld in artikel 7, § 3
die aan de arbeiders van de genoemde ondernemingen worden toegezonden die aan de arbeiders van de genoemde ondernemingen worden toegezonden
door het sociaal fonds. door het sociaal fonds.
De werkgever stort op de bankrekening van het sociaal fonds het totaal De werkgever stort op de bankrekening van het sociaal fonds het totaal
bedrag van de verschuldigde bijdrage vermeld op de lijst. bedrag van de verschuldigde bijdrage vermeld op de lijst.
HOOFDSTUK III. - Afscheidspremie HOOFDSTUK III. - Afscheidspremie
Afdeling 1. - Regeling van toepassing op arbeiders die op pensioen of Afdeling 1. - Regeling van toepassing op arbeiders die op pensioen of
in SWT gingen op een datum die viel voor of uiterlijk op 31 december in SWT gingen op een datum die viel voor of uiterlijk op 31 december
2021 2021

Art. 12.Aan de arbeiders bedoeld in artikel 1 wordt een eenmalige

Art. 12.Aan de arbeiders bedoeld in artikel 1 wordt een eenmalige

afscheidspremie toegekend ten laste van het sociaal fonds. Deze afscheidspremie toegekend ten laste van het sociaal fonds. Deze
afscheidspremie bestaat niet meer met ingang van 1 januari 2022. Er afscheidspremie bestaat niet meer met ingang van 1 januari 2022. Er
geldt een overgangsregeling volgens de modaliteiten toegelicht in geldt een overgangsregeling volgens de modaliteiten toegelicht in
afdeling 2 van dit hoofdstuk. afdeling 2 van dit hoofdstuk.
Afdeling 1. - a) Bedrag van de afscheidspremie Afdeling 1. - a) Bedrag van de afscheidspremie

Art. 13.De afscheidspremie bedraagt 24,79 EUR per jaar tewerkstelling

Art. 13.De afscheidspremie bedraagt 24,79 EUR per jaar tewerkstelling

in een onderneming tijdens de laatste vijfentwintig jaar voor de in een onderneming tijdens de laatste vijfentwintig jaar voor de
pensionering en op voorwaarde dat de arbeiders op het ogenblik dat zij pensionering en op voorwaarde dat de arbeiders op het ogenblik dat zij
dit recht op afscheidspremie verwerven nog actief zijn in een dit recht op afscheidspremie verwerven nog actief zijn in een
onderneming bedoeld in artikel 1. onderneming bedoeld in artikel 1.
De afscheidspremie bedraagt aldus ten hoogste 619,75 EUR. De afscheidspremie bedraagt aldus ten hoogste 619,75 EUR.
Voor de arbeiders die niet meer actief zijn in een onderneming bedoeld Voor de arbeiders die niet meer actief zijn in een onderneming bedoeld
in artikel 1 wordt de afscheidspremie verworven op basis van 24,79 EUR in artikel 1 wordt de afscheidspremie verworven op basis van 24,79 EUR
per jaar tewerkstelling tijdens de laatste twintig jaar voor de per jaar tewerkstelling tijdens de laatste twintig jaar voor de
pensionering. De afscheidspremie bedraagt aldus ten hoogste 495,80 pensionering. De afscheidspremie bedraagt aldus ten hoogste 495,80
EUR. EUR.
Onder "per jaar tewerkstelling" moet worden begrepen : elk Onder "per jaar tewerkstelling" moet worden begrepen : elk
kalenderjaar waarin de arbeider ten minste één dag gewerkt heeft of kalenderjaar waarin de arbeider ten minste één dag gewerkt heeft of
ten minste één dag heeft waarvoor de werkgever hem loon betaald heeft ten minste één dag heeft waarvoor de werkgever hem loon betaald heeft
dat aanleiding geeft tot berekening van socialezekerheidsbijdragen. dat aanleiding geeft tot berekening van socialezekerheidsbijdragen.
Afdeling 1. - b) Toekenningsvoorwaarden afscheidspremie Afdeling 1. - b) Toekenningsvoorwaarden afscheidspremie

Art. 14.Hebben recht op uitkering van de afscheidspremie, de

Art. 14.Hebben recht op uitkering van de afscheidspremie, de

arbeiders die : arbeiders die :
a) op pensioen, of in SWT gingen op een datum die viel voor of a) op pensioen, of in SWT gingen op een datum die viel voor of
uiterlijk op 31 december 2021; uiterlijk op 31 december 2021;
b) aantonen dat de onderneming ressorteert onder het Paritair Comité b) aantonen dat de onderneming ressorteert onder het Paritair Comité
voor de steenbakkerij. voor de steenbakkerij.

Art. 15.Worden gelijkgesteld met rechthebbenden op de uitkering van

Art. 15.Worden gelijkgesteld met rechthebbenden op de uitkering van

de afscheidspremie : de afscheidspremie :
1. de arbeiders die, in afwijking van artikel 14, a), op het ogenblik 1. de arbeiders die, in afwijking van artikel 14, a), op het ogenblik
van de pensionering (op een datum die viel vóór of uiterlijk op 31 van de pensionering (op een datum die viel vóór of uiterlijk op 31
december 2021) volledig uitkeringsgerechtigd werkloze waren, ingevolge december 2021) volledig uitkeringsgerechtigd werkloze waren, ingevolge
een beslissing getroffen door een werkgever van een onderneming een beslissing getroffen door een werkgever van een onderneming
bedoeld in artikel 1; bedoeld in artikel 1;
2. de arbeiders die, in afwijking van artikel 14, a), op het ogenblik 2. de arbeiders die, in afwijking van artikel 14, a), op het ogenblik
van de pensionering (op een datum die viel voor of uiterlijk op 31 van de pensionering (op een datum die viel voor of uiterlijk op 31
december 2021) arbeidsongeschikt waren, hetzij ingevolge ziekte of december 2021) arbeidsongeschikt waren, hetzij ingevolge ziekte of
ongeval, hetzij ingevolge arbeidsongeval en laatst waren tewerkgesteld ongeval, hetzij ingevolge arbeidsongeval en laatst waren tewerkgesteld
in een onderneming bedoeld in artikel 1; in een onderneming bedoeld in artikel 1;
3. de arbeiders die op het ogenblik van de pensionering (op een datum 3. de arbeiders die op het ogenblik van de pensionering (op een datum
die viel vóór of uiterlijk op 31 december 2021) niet waren die viel vóór of uiterlijk op 31 december 2021) niet waren
tewerkgesteld in een onderneming bedoeld in artikel 1, omdat hun tewerkgesteld in een onderneming bedoeld in artikel 1, omdat hun
arbeidsovereenkomst in zulke onderneming werd verbroken, hetzij door arbeidsovereenkomst in zulke onderneming werd verbroken, hetzij door
de werkgever om andere dan dringende redenen welke de onmiddellijke de werkgever om andere dan dringende redenen welke de onmiddellijke
verbreking van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen, verbreking van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen,
hetzij door de arbeider zelf in een periode van tijdelijke schorsing hetzij door de arbeider zelf in een periode van tijdelijke schorsing
van de arbeidsovereenkomst wegens economische oorzaken of wegens van de arbeidsovereenkomst wegens economische oorzaken of wegens
weersomstandigheden, hetzij omdat de arbeidsovereenkomst ingevolge weersomstandigheden, hetzij omdat de arbeidsovereenkomst ingevolge
overmacht een einde nam. overmacht een einde nam.
Deze afwijking is slechts van toepassing voor zover de aanspraak Deze afwijking is slechts van toepassing voor zover de aanspraak
makende arbeiders bewijzen vijftien jaar te hebben gewerkt in een makende arbeiders bewijzen vijftien jaar te hebben gewerkt in een
onderneming bedoeld in artikel 1 tijdens de laatste twintig jaar voor onderneming bedoeld in artikel 1 tijdens de laatste twintig jaar voor
de pensionering. de pensionering.
Indien de arbeiders een afscheidspremie genieten in de sector waar zij Indien de arbeiders een afscheidspremie genieten in de sector waar zij
laatst werden tewerkgesteld vóór het ogenblik van de pensionering, laatst werden tewerkgesteld vóór het ogenblik van de pensionering,
wordt het bedrag van de toe te kennen afscheidspremie beperkt tot het wordt het bedrag van de toe te kennen afscheidspremie beperkt tot het
maximumbedrag voorzien door deze collectieve arbeidsovereenkomst, maximumbedrag voorzien door deze collectieve arbeidsovereenkomst,
verminderd met het bedrag van de sector waar de betrokkene laatst werd verminderd met het bedrag van de sector waar de betrokkene laatst werd
tewerkgesteld; tewerkgesteld;
4. de samenwonende echtgenote of echtgenoot van de rechthebbende die 4. de samenwonende echtgenote of echtgenoot van de rechthebbende die
overleden is (op een datum die viel vóór of uiterlijk op 31 december overleden is (op een datum die viel vóór of uiterlijk op 31 december
2021) in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1 en na de 2021) in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1 en na de
leeftijd van 55 jaar te hebben bereikt, voor zover de overleden leeftijd van 55 jaar te hebben bereikt, voor zover de overleden
rechthebbende ten minste tien jaar dienst telt in de onderneming. rechthebbende ten minste tien jaar dienst telt in de onderneming.
Afdeling 1. - c) Uitkeringsmodaliteiten Afdeling 1. - c) Uitkeringsmodaliteiten

Art. 16.De aanvraag tot uitkering van de in artikel 13 bedoelde

Art. 16.De aanvraag tot uitkering van de in artikel 13 bedoelde

afscheidspremie aan de arbeiders bedoeld in de artikelen 14 en 15, afscheidspremie aan de arbeiders bedoeld in de artikelen 14 en 15,
wordt ingediend door de werkgever of door één van de representatieve wordt ingediend door de werkgever of door één van de representatieve
werknemersorganisaties, bij het sociaal fonds op een daartoe bestemd werknemersorganisaties, bij het sociaal fonds op een daartoe bestemd
formulier. De aanvraag geschiedt op het ogenblik van de pensionering formulier. De aanvraag geschiedt op het ogenblik van de pensionering
of het SWT. of het SWT.
Voor de toepassing van artikel 15, 4. geschiedt de aanvraag bij het Voor de toepassing van artikel 15, 4. geschiedt de aanvraag bij het
overlijden van de rechthebbende. overlijden van de rechthebbende.
De aanvragen welke niet worden ingediend binnen de periode van één De aanvragen welke niet worden ingediend binnen de periode van één
jaar volgend op de pensionering, het SWT of het overlijden zijn niet jaar volgend op de pensionering, het SWT of het overlijden zijn niet
meer ontvankelijk. meer ontvankelijk.

Art. 17.De uitbetaling van de afscheidspremie geschiedt ten laste van

Art. 17.De uitbetaling van de afscheidspremie geschiedt ten laste van

het sociaal fonds, binnen de drie maanden na het indienen van de het sociaal fonds, binnen de drie maanden na het indienen van de
aanvraag. aanvraag.
Afdeling 2. - Regeling van toepassing op arbeiders die op pensioen of Afdeling 2. - Regeling van toepassing op arbeiders die op pensioen of
in SWT gaan op een datum die valt na 31 december 2021 in SWT gaan op een datum die valt na 31 december 2021

Art. 18.Gedurende de periode van 1 januari 2022 tot en met 31

Art. 18.Gedurende de periode van 1 januari 2022 tot en met 31

december 2031 (zijnde 10 jaar) geldt een overgangsregeling van een december 2031 (zijnde 10 jaar) geldt een overgangsregeling van een
vastgeklikte afscheidspremie. vastgeklikte afscheidspremie.
Afdeling 2. - a) Bedrag van de afscheidspremie Afdeling 2. - a) Bedrag van de afscheidspremie

Art. 19.Op 31 december 2021 werd de afscheidspremie bevroren en werd

Art. 19.Op 31 december 2021 werd de afscheidspremie bevroren en werd

een overzicht gemaakt met alle arbeiders die op dat ogenblik in dienst een overzicht gemaakt met alle arbeiders die op dat ogenblik in dienst
zijn, met het bedrag van afscheidspremie dat zij op dat ogenblik zijn, met het bedrag van afscheidspremie dat zij op dat ogenblik
(zijnde op 31 december 2021) zouden ontvangen hebben (theoretische (zijnde op 31 december 2021) zouden ontvangen hebben (theoretische
tegoed op de afscheidspremie op basis van het aantal jaren tegoed op de afscheidspremie op basis van het aantal jaren
tewerkstelling in de onderneming, vermenigvuldigd met 24,79 EUR). Voor tewerkstelling in de onderneming, vermenigvuldigd met 24,79 EUR). Voor
het bepalen van het bedrag wordt gekeken naar de laatste 25 jaar het bepalen van het bedrag wordt gekeken naar de laatste 25 jaar
tewerkstelling voorafgaand aan 31 december 2021. Na 31 december 2021 tewerkstelling voorafgaand aan 31 december 2021. Na 31 december 2021
worden bijgevolg geen extra tegoeden aan afscheidspremies opgebouwd. worden bijgevolg geen extra tegoeden aan afscheidspremies opgebouwd.
De bevroren afscheidspremie bedraagt ten hoogste 619,75 EUR. De bevroren afscheidspremie bedraagt ten hoogste 619,75 EUR.
Hierbij wordt dus voor het bepalen van het bedrag abstractie gemaakt Hierbij wordt dus voor het bepalen van het bedrag abstractie gemaakt
van het feit dat de afscheidspremie enkel verschuldigd is tijdens de van het feit dat de afscheidspremie enkel verschuldigd is tijdens de
laatste vijfentwintig jaar vóór de pensionering/SWT. laatste vijfentwintig jaar vóór de pensionering/SWT.
Onder "per jaar tewerkstelling" moet worden begrepen : elk Onder "per jaar tewerkstelling" moet worden begrepen : elk
kalenderjaar waarin de arbeider ten minste één dag gewerkt heeft of kalenderjaar waarin de arbeider ten minste één dag gewerkt heeft of
ten minste één dag heeft waarvoor de werkgever hem loon betaald heeft ten minste één dag heeft waarvoor de werkgever hem loon betaald heeft
dat aanleiding geeft tot berekening van socialezekerheidsbijdragen. dat aanleiding geeft tot berekening van socialezekerheidsbijdragen.
Het overzicht van de bevroren afscheidspremie wordt door het sociaal Het overzicht van de bevroren afscheidspremie wordt door het sociaal
fonds bijgehouden. fonds bijgehouden.
Afdeling 2. - b) Toekenningsvoorwaarden van de afscheidspremie Afdeling 2. - b) Toekenningsvoorwaarden van de afscheidspremie

Art. 20.Hebben recht op uitkering van de bevroren afscheidspremie, de

Art. 20.Hebben recht op uitkering van de bevroren afscheidspremie, de

arbeiders die : arbeiders die :
a) op pensioen, of in SWT gaan op een datum die valt tussen 1 januari a) op pensioen, of in SWT gaan op een datum die valt tussen 1 januari
2022 en 31 december 2031 en op dat ogenblik van pensioen of SWT nog 2022 en 31 december 2031 en op dat ogenblik van pensioen of SWT nog
actief waren in een onderneming bedoeld in artikel 1; actief waren in een onderneming bedoeld in artikel 1;
b) aantonen dat de onderneming ressorteert onder het Paritair Comité b) aantonen dat de onderneming ressorteert onder het Paritair Comité
voor de steenbakkerij. voor de steenbakkerij.

Art. 21.De gelijkstellingen zoals opgenomen in artikel 15 zijn hier

Art. 21.De gelijkstellingen zoals opgenomen in artikel 15 zijn hier

eveneens van toepassing, voor zover het pensioen of het overlijden eveneens van toepassing, voor zover het pensioen of het overlijden
valt tussen 1 januari 2022 en 31 december 2031. valt tussen 1 januari 2022 en 31 december 2031.
Afdeling 2. - c) Uitkeringsmodaliteiten Afdeling 2. - c) Uitkeringsmodaliteiten

Art. 22.De aanvraag tot uitkering van de in artikel 19 bedoelde

Art. 22.De aanvraag tot uitkering van de in artikel 19 bedoelde

afscheidspremie aan de arbeiders bedoeld in de artikelen 20 en 21, afscheidspremie aan de arbeiders bedoeld in de artikelen 20 en 21,
wordt ingediend door de werkgever of door één van de representatieve wordt ingediend door de werkgever of door één van de representatieve
werknemersorganisaties, bij het sociaal fonds op een daartoe bestemd werknemersorganisaties, bij het sociaal fonds op een daartoe bestemd
formulier. De aanvraag geschiedt op het ogenblik van de pensionering formulier. De aanvraag geschiedt op het ogenblik van de pensionering
of het SWT. of het SWT.
Voor de toepassing van artikel 21 (situatie vermeld in artikel 15, 4.) Voor de toepassing van artikel 21 (situatie vermeld in artikel 15, 4.)
geschiedt de aanvraag bij het overlijden van de rechthebbende. geschiedt de aanvraag bij het overlijden van de rechthebbende.
De aanvragen welke niet worden ingediend binnen de periode van één De aanvragen welke niet worden ingediend binnen de periode van één
jaar volgend op de pensionering, het SWT of het overlijden zijn niet jaar volgend op de pensionering, het SWT of het overlijden zijn niet
meer ontvankelijk. meer ontvankelijk.

Art. 23.De uitbetaling van de afscheidspremie geschiedt ten laste van

Art. 23.De uitbetaling van de afscheidspremie geschiedt ten laste van

het sociaal fonds, binnen de drie maanden na het indienen van de het sociaal fonds, binnen de drie maanden na het indienen van de
aanvraag. aanvraag.
Afdeling 3. - Inning van de bijdragen Afdeling 3. - Inning van de bijdragen

Art. 24.De financiële lasten van de bij artikel 13 en artikel 19

Art. 24.De financiële lasten van de bij artikel 13 en artikel 19

bedoelde afscheidspremie worden gedragen door het sociaal fonds, dat bedoelde afscheidspremie worden gedragen door het sociaal fonds, dat
hiervoor bijdragen int, waarvan het bedrag en de inningsmodaliteiten hiervoor bijdragen int, waarvan het bedrag en de inningsmodaliteiten
worden vastgesteld bij beslissing van de raad van bestuur van het worden vastgesteld bij beslissing van de raad van bestuur van het
sociaal fonds, per arbeider in dienst van de ondernemingen bedoeld in sociaal fonds, per arbeider in dienst van de ondernemingen bedoeld in
artikel 1 en volgens de modaliteiten welke zijn voorzien voor het artikel 1 en volgens de modaliteiten welke zijn voorzien voor het
vaststellen van het bedrag van de sociale premie. vaststellen van het bedrag van de sociale premie.
HOOFDSTUK IV. - Sectoraal conventioneel SWT HOOFDSTUK IV. - Sectoraal conventioneel SWT

Art. 25.§ 1. Gelet op het dalend aantal arbeiders dat op SWT gaat, de

Art. 25.§ 1. Gelet op het dalend aantal arbeiders dat op SWT gaat, de

lange periode van OCV en het stijgend aantal SWT'ers dat overstapt lange periode van OCV en het stijgend aantal SWT'ers dat overstapt
naar vervroegd pensioen, werd de bijdrage van de werkgevers aan het naar vervroegd pensioen, werd de bijdrage van de werkgevers aan het
sociaal fonds vanaf 1 oktober 2020 aangepast van 3,5 EUR naar 3 EUR. sociaal fonds vanaf 1 oktober 2020 aangepast van 3,5 EUR naar 3 EUR.
§ 2. De bijdrage van de werkgevers aan het sociaal fonds, voor de § 2. De bijdrage van de werkgevers aan het sociaal fonds, voor de
jaren 2023 en 2024 wordt dan ook als volgt vastgesteld : jaren 2023 en 2024 wordt dan ook als volgt vastgesteld :
- 3 EUR vermenigvuldigd met het aantal vergoede dagen verhoogd met het - 3 EUR vermenigvuldigd met het aantal vergoede dagen verhoogd met het
aantal dagen werkloosheid om economische redenen dat in de aantal dagen werkloosheid om economische redenen dat in de
ondernemingen werd getotaliseerd gedurende de periode, respectievelijk ondernemingen werd getotaliseerd gedurende de periode, respectievelijk
: :
- van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023; - van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023;
- van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024, - van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024,
met een maximum van 675 EUR per arbeider en een minimum van 337,5 EUR met een maximum van 675 EUR per arbeider en een minimum van 337,5 EUR
per arbeider. per arbeider.
§ 3. Gelet op de economische situatie en moeilijke uitdagingen voor de § 3. Gelet op de economische situatie en moeilijke uitdagingen voor de
sector, wordt een eenmalige vermindering van de bijdrage voor de sector, wordt een eenmalige vermindering van de bijdrage voor de
werkgevers voorzien van 200 EUR per toegekende koopkrachtpremie van werkgevers voorzien van 200 EUR per toegekende koopkrachtpremie van
350 EUR, die zal verrekend worden wanneer de bijdragen door het 350 EUR, die zal verrekend worden wanneer de bijdragen door het
sociaal fonds worden opgevraagd. Meer specifiek is een toegekende sociaal fonds worden opgevraagd. Meer specifiek is een toegekende
koopkrachtpremie van 350 EUR gelijk aan een vermindering van 200 EUR. koopkrachtpremie van 350 EUR gelijk aan een vermindering van 200 EUR.
Stemt de toegekende koopkrachtpremie overeen met een lager bedrag dan Stemt de toegekende koopkrachtpremie overeen met een lager bedrag dan
350 euro, dan wordt de 200 EUR eveneens geproratiseerd. 350 euro, dan wordt de 200 EUR eveneens geproratiseerd.
§ 4. De in paragraaf 2 vermelde bijdrage dient aan het sociaal fonds § 4. De in paragraaf 2 vermelde bijdrage dient aan het sociaal fonds
te worden gestort vóór 15 december van de in paragraaf 2 vermelde te worden gestort vóór 15 december van de in paragraaf 2 vermelde
jaren. jaren.
HOOFDSTUK V. - Vergoeding bij dodelijk arbeids(weg)ongeval HOOFDSTUK V. - Vergoeding bij dodelijk arbeids(weg)ongeval

Art. 26.Bij een dodelijk arbeids(weg)ongeval van een arbeider wordt

Art. 26.Bij een dodelijk arbeids(weg)ongeval van een arbeider wordt

door het sociaal fonds met ingang van 1 november 2021 een eenmalige door het sociaal fonds met ingang van 1 november 2021 een eenmalige
vergoeding van 500 EUR uitgekeerd aan de nabestaanden van het vergoeding van 500 EUR uitgekeerd aan de nabestaanden van het
slachtoffer. slachtoffer.
De aanvraag voor een financiële tussenkomst moet bij het sociaal fonds De aanvraag voor een financiële tussenkomst moet bij het sociaal fonds
toekomen binnen een periode van 1 jaar na het dodelijk toekomen binnen een periode van 1 jaar na het dodelijk
arbeids(weg)ongeval. arbeids(weg)ongeval.
HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur

Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een

Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een

bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2023 en houdt op van bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2023 en houdt op van
kracht te zijn op 31 december 2024. kracht te zijn op 31 december 2024.
Zij wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Zij wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve
Arbeidsbetrekkingen van de Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Arbeidsbetrekkingen van de Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk
besluit wordt gevraagd. besluit wordt gevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2024. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2024.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
^