Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
2 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 2 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal | arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal |
akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1) | akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal | arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal |
akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005. | akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 2 mei 2006. | Gegeven te Brussel, 2 mei 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk | De Minister van Werk |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor het koetswerk | Paritair Subcomité voor het koetswerk |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 |
Arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal | Arbeidsorganisatie in uitvoering van artikel 13 van het nationaal |
akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 16 | akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 16 |
september 2005 onder het nummer 76432/CO/149.02) | september 2005 onder het nummer 76432/CO/149.02) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die | de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die |
ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk. | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk. |
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt |
onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. | onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten | HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 2.De arbeiders hebben binnen het wettelijk kader de |
Art. 2.De arbeiders hebben binnen het wettelijk kader de |
keuzemogelijkheid om de eerste 65 overuren per kalenderjaar in het | keuzemogelijkheid om de eerste 65 overuren per kalenderjaar in het |
kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de | kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de |
arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een | arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een |
onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3°, van de arbeidswet | onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3°, van de arbeidswet |
van 16 maart 1971) te recupereren of uitbetaald te krijgen. | van 16 maart 1971) te recupereren of uitbetaald te krijgen. |
Art. 3.Noch op het sectorale niveau, noch op het vlak van de |
Art. 3.Noch op het sectorale niveau, noch op het vlak van de |
onderneming wordt een mogelijkheid voorzien om een bijkomende schijf | onderneming wordt een mogelijkheid voorzien om een bijkomende schijf |
van 65 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone | van 65 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone |
vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart | vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart |
1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene | 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene |
noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart | noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart |
1971) in te voeren. | 1971) in te voeren. |
Art. 4.Conform artikel 25 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 |
Art. 4.Conform artikel 25 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 |
(buitengewone vermeerdering van werk) en conform artikel 26, § 1, 3°, | (buitengewone vermeerdering van werk) en conform artikel 26, § 1, 3°, |
van de arbeidswet van 16 maart 1971 (werkzaamheden ingevolge een | van de arbeidswet van 16 maart 1971 (werkzaamheden ingevolge een |
onvoorziene noodzakelijkheid) kunnen overuren in dit kader enkel | onvoorziene noodzakelijkheid) kunnen overuren in dit kader enkel |
worden gepresteerd mits het voorafgaande akkoord van de | worden gepresteerd mits het voorafgaande akkoord van de |
vakbondsafvaardiging. | vakbondsafvaardiging. |
HOOFDSTUK III. - Geldigheid | HOOFDSTUK III. - Geldigheid |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
juli 2005 en treedt buiten werking op 30 juni 2007. | juli 2005 en treedt buiten werking op 30 juni 2007. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |