| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar en 40 jaar beroepsverleden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar en 40 jaar beroepsverleden |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 2 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 2 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie | in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie |
| Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, | Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, |
| betreffende het brugpensioen op 56 jaar en 40 jaar beroepsverleden (1) | betreffende het brugpensioen op 56 jaar en 40 jaar beroepsverleden (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven |
| in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie | in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie |
| Waals-Brabant; | Waals-Brabant; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie | in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie |
| Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, | Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, |
| betreffende het brugpensioen op 56 jaar en 40 jaar breoepsverleden. | betreffende het brugpensioen op 56 jaar en 40 jaar breoepsverleden. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Nice, 2 juni 2010. | Gegeven te Nice, 2 juni 2010. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen | Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen |
| en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant | en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009 |
| Brugpension 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden (Overeenkomst | Brugpension 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden (Overeenkomst |
| geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer 95387/CO/102.03) | geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer 95387/CO/102.03) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter |
| uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 gesloten op | uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 gesloten op |
| 20 december 2007 in de Nationale Arbeidsraad. | 20 december 2007 in de Nationale Arbeidsraad. |
| Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor | Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor |
| sommige oudere werknemers in te stellen. | sommige oudere werknemers in te stellen. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
| werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het | werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het |
| Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen | Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen |
| en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant ressorteren. | en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant ressorteren. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : de werklieden en de werksters. | Onder "werknemers" wordt verstaan : de werklieden en de werksters. |
Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
| van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende | van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende |
| vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij |
| worden ontslagen, zijn van toepassing. | worden ontslagen, zijn van toepassing. |
Art. 4.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van |
Art. 4.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, |
| wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de | wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de |
| werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve | werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, | arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, |
| wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een | wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een |
| andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort | andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen |
| ontslagen heeft. | ontslagen heeft. |
| Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die | Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die |
| ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst | ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van | wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van |
| uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat |
| deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever | deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever |
| die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort | die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen |
| ontslagen heeft. | ontslagen heeft. |
| De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de | De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de |
| aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun | aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun |
| tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of van de | tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of van de |
| uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit |
| geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van | geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van |
| dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. | dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. |
| In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee | In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee |
| of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de | of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de |
| omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te | omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te |
| genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd | genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd |
| door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste | door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste |
| paragraaf van dit artikel). | paragraaf van dit artikel). |
| De persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het | De persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het |
| brutoreferentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de | brutoreferentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de |
| aanvullende brugpensioenvergoeding worden in plaats van op 108 pct. op | aanvullende brugpensioenvergoeding worden in plaats van op 108 pct. op |
| basis van 100 pct. van het loon berekend. | basis van 100 pct. van het loon berekend. |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december 2010. | januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december 2010. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni |
| 2010. | 2010. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |