Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij ressorteren (1) | Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij ressorteren (1) |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden | 2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden |
waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de | waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de | uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de |
ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij (PC | ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij (PC |
114) ressorteren (1) | 114) ressorteren (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wetten van 26 juni | inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wetten van 26 juni |
1992 en 26 maart 1999 en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 | 1992 en 26 maart 1999 en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 |
december 1983; | december 1983; |
Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; | Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig verlengen | Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig verlengen |
van een regeling van schorsing van de uitvoering van de | van een regeling van schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de | arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de |
ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij | ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij |
ressorteren; | ressorteren; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de | werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de |
steenbakkerij ressorteren. | steenbakkerij ressorteren. |
Art. 2.Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens |
Art. 2.Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens |
economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst | economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst |
voor werklieden volledig worden geschorst op voorwaarde dat de | voor werklieden volledig worden geschorst op voorwaarde dat de |
schorsing door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen | schorsing door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen |
van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, wordt ter kennis | van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, wordt ter kennis |
gebracht. | gebracht. |
Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de | Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de |
kennisgeving dezelfde dag bij aangetekende brief gezonden. | kennisgeving dezelfde dag bij aangetekende brief gezonden. |
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de |
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst mag zes maanden niet overschrijden. | arbeidsovereenkomst mag zes maanden niet overschrijden. |
Art. 4.Mededeling van de bij artikel 2 bedoelde aanplakking of |
Art. 4.Mededeling van de bij artikel 2 bedoelde aanplakking of |
individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de | individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de |
post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de | post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de |
individuele kennisgeving worden gezonden aan het werkloosheidsbureau | individuele kennisgeving worden gezonden aan het werkloosheidsbureau |
van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de | van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de |
onderneming gevestigd is. | onderneming gevestigd is. |
Art. 5.De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 4 |
Art. 5.De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 4 |
bedoelde mededeling vermelden de datum waarop de volledige schorsing | bedoelde mededeling vermelden de datum waarop de volledige schorsing |
van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop | van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop |
deze schorsing een einde zal nemen. | deze schorsing een einde zal nemen. |
De bij artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de | De bij artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de |
economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van | economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van |
de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het | de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het |
adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van | adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van |
de onderneming waar de arbeid wordt geschorst. | de onderneming waar de arbeid wordt geschorst. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2002 en |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2002 en |
treedt buiten werking op 1 oktober 2002. | treedt buiten werking op 1 oktober 2002. |
Artikel 4 van dit besluit treedt buiten werking op de dag waarop | Artikel 4 van dit besluit treedt buiten werking op de dag waarop |
artikel 71 van de programmawet van 30 december 2001 in werking treedt. | artikel 71 van de programmawet van 30 december 2001 in werking treedt. |
Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Nice, 3 april 2002. | Gegeven te Nice, 3 april 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; |
Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992; | Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992; |
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999; | Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999; |
Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad | Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad |
van 21 januari 1984. | van 21 januari 1984. |