Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 30/09/2015
← Terug naar "Ministerieel besluit houdende toekenning van een uitzonderlijke dotatie aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis voor eenmalige investeringen "
Ministerieel besluit houdende toekenning van een uitzonderlijke dotatie aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis voor eenmalige investeringen Ministerieel besluit houdende toekenning van een uitzonderlijke dotatie aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis voor eenmalige investeringen
PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID
30 SEPTEMBER 2015. - Ministerieel besluit houdende toekenning van een 30 SEPTEMBER 2015. - Ministerieel besluit houdende toekenning van een
uitzonderlijke dotatie aan de Koninklijke Musea voor Kunst en uitzonderlijke dotatie aan de Koninklijke Musea voor Kunst en
Geschiedenis voor eenmalige investeringen Geschiedenis voor eenmalige investeringen
De Staatssecretaris voor wetenschapsbeleid, De Staatssecretaris voor wetenschapsbeleid,
Gelet op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting Gelet op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting
en van de comptabiliteit van de federale Staat, inzonderheid de en van de comptabiliteit van de federale Staat, inzonderheid de
artikelen 33, 52 en 121 tot 124; artikelen 33, 52 en 121 tot 124;
Gelet op de wet van 20 juli 2015 houdende de eerste aanpassing van de Gelet op de wet van 20 juli 2015 houdende de eerste aanpassing van de
algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015; algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de
administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid de artikelen 14 en administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid de artikelen 14 en
22; 22;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling
van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer
van de wetenschappelijke instellingen van de staat die ressorteren van de wetenschappelijke instellingen van de staat die ressorteren
onder de minister tot wiens bevoegdheid het wetenschapsbeleid behoort, onder de minister tot wiens bevoegdheid het wetenschapsbeleid behoort,
als staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid art. 49; als staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid art. 49;
Overwegende dat volgens de memorie van toelichting bij de wet van 20 Overwegende dat volgens de memorie van toelichting bij de wet van 20
juli 2015 de kredieten op basisallocatie 60 37 41 30 17 worden juli 2015 de kredieten op basisallocatie 60 37 41 30 17 worden
toegekend door ministeriële besluiten; toegekend door ministeriële besluiten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3
september 2015; september 2015;
Op voordracht van de Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Op voordracht van de Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.§ 1. Een toelage van 1.361.000 EUR (één miljoen

Artikel 1.§ 1. Een toelage van 1.361.000 EUR (één miljoen

driehonderdeenenzestig duizend euro) wordt toegekend ten voordele van driehonderdeenenzestig duizend euro) wordt toegekend ten voordele van
de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis voor het dekken voor de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis voor het dekken voor
eenmalige investeringsbehoeften. eenmalige investeringsbehoeften.

Art. 2.§ 1. De investeringsbehoeften en hun respectieve toelage staan

Art. 2.§ 1. De investeringsbehoeften en hun respectieve toelage staan

vermeld in de bijlage bij dit besluit. vermeld in de bijlage bij dit besluit.
§ 2. Bij onderraming van één van hogergenoemde investeringen mag het § 2. Bij onderraming van één van hogergenoemde investeringen mag het
krediet worden aangewend van een andere éénmalige project van dezelfde krediet worden aangewend van een andere éénmalige project van dezelfde
instelling of van een andere instelling, mits gunstig advies van de instelling of van een andere instelling, mits gunstig advies van de
inspectie van financiën en het akkoord van de staatssecretaris. inspectie van financiën en het akkoord van de staatssecretaris.
§ 3 Voor alle overheidsopdrachten in het kader van deze uitzonderlijke § 3 Voor alle overheidsopdrachten in het kader van deze uitzonderlijke
dotatie, is het voorafgaand gunstig advies vereist van de inspectie dotatie, is het voorafgaand gunstig advies vereist van de inspectie
van financiën. Dat advies gaat vooraf aan de boekhoudkundige van financiën. Dat advies gaat vooraf aan de boekhoudkundige
vastlegging. vastlegging.

Art. 3.De toelage vermeld in art.1 worden toegekend in twee stappen :

Art. 3.De toelage vermeld in art.1 worden toegekend in twee stappen :

- eerst bij wijze van herverdeling van basisallocatie waarbij - eerst bij wijze van herverdeling van basisallocatie waarbij
vastleggings- en vereffeningskredieten van basisallocatie 60 37 41 30 vastleggings- en vereffeningskredieten van basisallocatie 60 37 41 30
17 getransfereerd worden naar de respectieve basisallocatie 60 34 41 17 getransfereerd worden naar de respectieve basisallocatie 60 34 41
30 19 voor de reguliere dotatie van de Koninklijke musea voor Kunst en 30 19 voor de reguliere dotatie van de Koninklijke musea voor Kunst en
Geschiedenis. De herverdeling vindt plaats gebeurt voor het einde van Geschiedenis. De herverdeling vindt plaats gebeurt voor het einde van
het derde trimester 2015; het derde trimester 2015;
- de uitzonderlijke toelage voor eenmalige investeringen wordt - de uitzonderlijke toelage voor eenmalige investeringen wordt
vervolgens uitbetaald samen met het saldo van de jaarlijkse dotatie vervolgens uitbetaald samen met het saldo van de jaarlijkse dotatie
die de instellingen ontvangen in toepassing van art. 49 van het KB van die de instellingen ontvangen in toepassing van art. 49 van het KB van
1 februari 2000. 1 februari 2000.

Art. 4.De begunstigde instelling creëert specifieke kostencentra in

Art. 4.De begunstigde instelling creëert specifieke kostencentra in

sectie 0 van haar begroting om de inkomsten en uitgaven van de sectie 0 van haar begroting om de inkomsten en uitgaven van de
uitzonderlijke toelage te beheren. uitzonderlijke toelage te beheren.

Art. 5.De instelling is gehouden de uitgaven van de desbetreffende

Art. 5.De instelling is gehouden de uitgaven van de desbetreffende

investeringen te pre financieren met eigen middelen totdat het bedrag investeringen te pre financieren met eigen middelen totdat het bedrag
van de bijkomende schijf van de dotatie is vrijgegeven en waarbij in van de bijkomende schijf van de dotatie is vrijgegeven en waarbij in
voorkomend geval de uitzonderlijke toelage, in afwijking van art. 3, voorkomend geval de uitzonderlijke toelage, in afwijking van art. 3,
pas zal worden uitbetaald nadat de instelling het bedrag van de pas zal worden uitbetaald nadat de instelling het bedrag van de
uitzonderlijke toelage heeft vastgelegd voor de investering(en) uitzonderlijke toelage heeft vastgelegd voor de investering(en)
bedoeld in dit besluit. bedoeld in dit besluit.

Art. 6.In de mate dat de investeringsuitgaven niet helemaal vereffend

Art. 6.In de mate dat de investeringsuitgaven niet helemaal vereffend

zijn op 31 december 2015 mag de instelling de begrotingssaldi in zijn op 31 december 2015 mag de instelling de begrotingssaldi in
vereffeningskrediet naar het volgend begrotingsjaar overdragen in de vereffeningskrediet naar het volgend begrotingsjaar overdragen in de
desbetreffende kostencentra. desbetreffende kostencentra.

Art. 7.Na het einde van de financiële verrichtingen van deze

Art. 7.Na het einde van de financiële verrichtingen van deze

eenmalige investeringen wordt de eerstvolgende reguliere dotatie voor eenmalige investeringen wordt de eerstvolgende reguliere dotatie voor
de instelling verminderd met de eventuele saldi op de kostencentra die de instelling verminderd met de eventuele saldi op de kostencentra die
betrekking hebben op deze eenmalige investeringen. betrekking hebben op deze eenmalige investeringen.

Art. 8.De Voorzitter van de Programmatorische federale

Art. 8.De Voorzitter van de Programmatorische federale

overheidsdienst Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit overheidsdienst Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit
besluit. besluit.
Brussel, 30 september 2015. Brussel, 30 september 2015.
Mevr. E. SLEURS Mevr. E. SLEURS
Bijlage Bijlage
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
^