Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 en van de Staatsbon op 10 jaar - 4 juni 2022-2032 | Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 en van de Staatsbon op 10 jaar - 4 juni 2022-2032 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
30 MEI 2022. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de | 30 MEI 2022. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de |
Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 en van de Staatsbon op 10 jaar | Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 en van de Staatsbon op 10 jaar |
- 4 juni 2022-2032 | - 4 juni 2022-2032 |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de | Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de |
effecten van de overheidsschuld en het monetair | effecten van de overheidsschuld en het monetair |
beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 4 | beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 4 |
april 1995, 15 juli 1998, 28 februari 2002, 15 december 2004, 14 | april 1995, 15 juli 1998, 28 februari 2002, 15 december 2004, 14 |
december 2005, 2 juni 2010, 25 april 2014, 25 oktober 2016, 25 | december 2005, 2 juni 2010, 25 april 2014, 25 oktober 2016, 25 |
december 2016, 30 juli 2018, 4 februari 2020 en 27 juni 2021, en bij | december 2016, 30 juli 2018, 4 februari 2020 en 27 juni 2021, en bij |
de koninklijk besluiten van 3 maart 2011 en 25 april 2014; | de koninklijk besluiten van 3 maart 2011 en 25 april 2014; |
Gelet op de wet van 23 december 2021 houdende de Middelenbegroting | Gelet op de wet van 23 december 2021 houdende de Middelenbegroting |
voor het begrotingsjaar 2022, artikel 8, § 1, 1° ; | voor het begrotingsjaar 2022, artikel 8, § 1, 1° ; |
Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de |
effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001, 5 | van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001, 5 |
maart 2006, 26 april 2007, 31 mei 2009, 18 juni 2014 en 19 november | maart 2006, 26 april 2007, 31 mei 2009, 18 juni 2014 en 19 november |
2015; | 2015; |
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de |
uitgifte van de Staatsbons gewijzigd bij de koninklijke besluiten van | uitgifte van de Staatsbons gewijzigd bij de koninklijke besluiten van |
26 mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei | 26 mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei |
2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013 en 7 april | 2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013 en 7 april |
2017; | 2017; |
Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 2021 dat de Minister | Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 2021 dat de Minister |
van Financiën machtigt tot voortzetting in 2022, van de uitgifte van | van Financiën machtigt tot voortzetting in 2022, van de uitgifte van |
de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de uitgifte van de | de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de uitgifte van de |
leningen genaamd "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes", | leningen genaamd "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes", |
artikel 1, 2° ; | artikel 1, 2° ; |
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de |
uitgifte van Staatsbons gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 | uitgifte van Staatsbons gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 |
mei 2003, 24 mei 2007 en 21 november 2014, | mei 2003, 24 mei 2007 en 21 november 2014, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen |
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen |
respectievelijk genaamd: « Staatsbon op 5 jaar » en « Staatsbon op 10 | respectievelijk genaamd: « Staatsbon op 5 jaar » en « Staatsbon op 10 |
jaar ». | jaar ». |
Art. 2.De Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 rent 0.70 % per jaar |
Art. 2.De Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 rent 0.70 % per jaar |
vanaf 4 juni 2022 tot en met 3 juni 2027. | vanaf 4 juni 2022 tot en met 3 juni 2027. |
De Staatsbon op 10 jaar - 4 juni 2022-2032 rent 1.30 % per jaar vanaf | De Staatsbon op 10 jaar - 4 juni 2022-2032 rent 1.30 % per jaar vanaf |
4 juni 2022 tot en met 3 juni 2032. | 4 juni 2022 tot en met 3 juni 2032. |
Art. 3.De openbare inschrijving op deze Staatsbons zoals bedoeld in |
Art. 3.De openbare inschrijving op deze Staatsbons zoals bedoeld in |
artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000, wordt | artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000, wordt |
opengesteld op 24 mei 2022; zij wordt afgesloten 3 juni 2022. De datum | opengesteld op 24 mei 2022; zij wordt afgesloten 3 juni 2022. De datum |
van betaling is vastgesteld op 7 juni 2022. De betaling is volledig in | van betaling is vastgesteld op 7 juni 2022. De betaling is volledig in |
speciën. | speciën. |
Art. 4.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 |
Art. 4.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2022-2027 |
is vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. | is vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. |
De uitgifteprijs van de Staatsbon op 10 jaar - 4 juni 2022-2032 is | De uitgifteprijs van de Staatsbon op 10 jaar - 4 juni 2022-2032 is |
vastgesteld op 100.00 % van de nominale waarde. | vastgesteld op 100.00 % van de nominale waarde. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 24 mei 2022. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 24 mei 2022. |
Brussel, 30 mei 2022. | Brussel, 30 mei 2022. |
V. VAN PETEGHEM | V. VAN PETEGHEM |