Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 20/04/1999
← Terug naar "Ministerieel besluit houdende goedkeuring van de verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde "
Ministerieel besluit houdende goedkeuring van de verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde Ministerieel besluit houdende goedkeuring van de verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
20 APRIL 1999. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van de 20 APRIL 1999. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van de
verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van
het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering tot het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering tot
uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot
invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest »
van de sociaal verzekerde, inzonderheid op artikel 22, § 2, a); van de sociaal verzekerde, inzonderheid op artikel 22, § 2, a);
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994, inzonderheid op artikel 79; 1994, inzonderheid op artikel 79;
Gelet op de verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor Gelet op de verordening van het Beheerscomité van de Dienst voor
uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering, tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van invaliditeitsverzekering, tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van
de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de
sociaal verzekerde, aangenomen in zijn vergadering van 17 maart 1999, sociaal verzekerde, aangenomen in zijn vergadering van 17 maart 1999,
Besluit : Besluit :
Enig artikel. De als bijlage bij dit besluit gevoegde verordening van Enig artikel. De als bijlage bij dit besluit gevoegde verordening van
het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, tot Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, tot
uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot uitvoering van artikel 22, § 2, a) van de wet van 11 april 1995 tot
invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, wordt invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, wordt
goedgekeurd. goedgekeurd.
Brussel, 20 april 1999. Brussel, 20 april 1999.
Mevr. M. DE GALAN Mevr. M. DE GALAN
Verordening tot uitvoering van artikel 22, § 2, a, van de wet van 11 Verordening tot uitvoering van artikel 22, § 2, a, van de wet van 11
april 1995 tot invoering van het « handvest » april 1995 tot invoering van het « handvest »
van de sociaal verzekerde van de sociaal verzekerde
Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering,
Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest »
van de sociaal verzekerde, inzonderheid op artikel 22, § 2, a; van de sociaal verzekerde, inzonderheid op artikel 22, § 2, a;
Na erover te hebben beraadslaagd tijdens zijn zitting van 17 maart Na erover te hebben beraadslaagd tijdens zijn zitting van 17 maart
1999, 1999,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK I. - Vraag tot verzaking aan terugvordering HOOFDSTUK I. - Vraag tot verzaking aan terugvordering
van het onverschuldigde bedrag, voorafgaandelijke voorwaarden van het onverschuldigde bedrag, voorafgaandelijke voorwaarden

Artikel 1.De sociaal verzekerde aan wie een beslissing tot

Artikel 1.De sociaal verzekerde aan wie een beslissing tot

terugvordering van het onverschuldigde bedrag werd betekend, kan een terugvordering van het onverschuldigde bedrag werd betekend, kan een
verzoek tot verzaking indienen bij het Beheerscomité van de Dienst verzoek tot verzaking indienen bij het Beheerscomité van de Dienst
voor uitkeringen; het verzoek, evenals het daartoe samengestelde voor uitkeringen; het verzoek, evenals het daartoe samengestelde
dossier worden door de verzekeringsinstelling van betrokkene aan het dossier worden door de verzekeringsinstelling van betrokkene aan het
Comité overgemaakt. Comité overgemaakt.
Om in aanmerking genomen te kunnen worden, moet de aanvraag tot Om in aanmerking genomen te kunnen worden, moet de aanvraag tot
verzaking ingediend zijn binnen de drie maanden te rekenen vanaf de verzaking ingediend zijn binnen de drie maanden te rekenen vanaf de
dag die volgt op het verstrijken van de beroepstermijn of vanaf de dag dag die volgt op het verstrijken van de beroepstermijn of vanaf de dag
waarop de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden. waarop de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden.

Art. 2.Het dossier moet alle nuttige aanwijzingen bevatten waarmee de

Art. 2.Het dossier moet alle nuttige aanwijzingen bevatten waarmee de

goede of kwade trouw van de sociaal verzekerde kan worden aangetoond. goede of kwade trouw van de sociaal verzekerde kan worden aangetoond.
De sociaal verzekerde kan elk element dat hij in dat opzicht relevant De sociaal verzekerde kan elk element dat hij in dat opzicht relevant
acht en dat door de verzekeringsinstelling aan het Beheerscomité zal acht en dat door de verzekeringsinstelling aan het Beheerscomité zal
worden medegedeeld, doen gelden. worden medegedeeld, doen gelden.

Art. 3.De procedure tot verzaking is evenwel niet van toepassing voor

Art. 3.De procedure tot verzaking is evenwel niet van toepassing voor

de volgende categorieën van onverschuldigde bedragen : de volgende categorieën van onverschuldigde bedragen :
1° onverschuldigde bedragen van minder dan - of gelijk aan tienduizend 1° onverschuldigde bedragen van minder dan - of gelijk aan tienduizend
frank; frank;
2° de onverschuldigde bedragen die overeenstemmen met de uitkeringen, 2° de onverschuldigde bedragen die overeenstemmen met de uitkeringen,
die werden betaald na de werkhervatting of na de hervatting van de die werden betaald na de werkhervatting of na de hervatting van de
gecontroleerde werkloosheid, en dit te rekenen vanaf de datum van de gecontroleerde werkloosheid, en dit te rekenen vanaf de datum van de
hervatting of van het einde van de ongeschiktheid, vermeld op het hervatting of van het einde van de ongeschiktheid, vermeld op het
getuigschrift, conform het model van bijlage VIII bij de Verordening getuigschrift, conform het model van bijlage VIII bij de Verordening
van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, hierna de gecoördineerde uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, hierna de gecoördineerde
wet genoemd; wet genoemd;
3° de onverschuldigde bedragen die betrekking hebben op een niet 3° de onverschuldigde bedragen die betrekking hebben op een niet
toegelaten activiteit, als bedoeld in de artikelen 101 en 102 van de toegelaten activiteit, als bedoeld in de artikelen 101 en 102 van de
gecoördineerde wet waarvoor een specifieke procedure werd ingesteld; gecoördineerde wet waarvoor een specifieke procedure werd ingesteld;
4° de onverschuldigde bedragen voor de terugvordering waarvan het 4° de onverschuldigde bedragen voor de terugvordering waarvan het
ziekenfonds gesubrogeerd is in de rechten van de sociaal verzekerde ziekenfonds gesubrogeerd is in de rechten van de sociaal verzekerde
krachtens de artikelen 103, § 3, en 136, § 2, van de gecoördineerde krachtens de artikelen 103, § 3, en 136, § 2, van de gecoördineerde
wet, met uitzondering van het gedeelte van het onverschuldigde bedrag wet, met uitzondering van het gedeelte van het onverschuldigde bedrag
bedoeld in artikel 10 van hoofdstuk III, en van de uitkeringen die ten bedoeld in artikel 10 van hoofdstuk III, en van de uitkeringen die ten
onrechte werden toegekend aan de gerechtigde, ingevolge samenloop met onrechte werden toegekend aan de gerechtigde, ingevolge samenloop met
één van de voordelen, bedoeld in de artikelen 103, § 1, en 104 van de één van de voordelen, bedoeld in de artikelen 103, § 1, en 104 van de
gecoördineerde wet. gecoördineerde wet.

Art. 4.Het dossier moet eveneens een kopie bevatten van de

Art. 4.Het dossier moet eveneens een kopie bevatten van de

schuldbekentenis, ondertekend door de betrokkene, of bij gebreke schuldbekentenis, ondertekend door de betrokkene, of bij gebreke
hiervan, van de beslissing tot terugvordering van het onverschuldigde hiervan, van de beslissing tot terugvordering van het onverschuldigde
bedrag, betekend aan de betrokkene, waartegen geen beroep zou zijn bedrag, betekend aan de betrokkene, waartegen geen beroep zou zijn
ingesteld binnen de op straffe van verval voorgeschreven termijn, of ingesteld binnen de op straffe van verval voorgeschreven termijn, of
van de uitvoerbare titel die het bestaan van het onverschuldigde van de uitvoerbare titel die het bestaan van het onverschuldigde
bedrag vaststelt. In geval van betwisting betreffende het bedrag vaststelt. In geval van betwisting betreffende het
onverschuldigde bedrag voor de bevoegde rechtscolleges, zal het onverschuldigde bedrag voor de bevoegde rechtscolleges, zal het
dossier pas onderzocht kunnen worden na het verkrijgen van de dossier pas onderzocht kunnen worden na het verkrijgen van de
uitvoerbare titel. uitvoerbare titel.

Art. 5.Zodra het dossier ontvangen wordt, meldt de Dienst voor

Art. 5.Zodra het dossier ontvangen wordt, meldt de Dienst voor

uitkeringen de ontvangst van het verzoek aan de sociaal verzekerde en uitkeringen de ontvangst van het verzoek aan de sociaal verzekerde en
houdt hem op de hoogte van het onderzoek van zijn dossier. houdt hem op de hoogte van het onderzoek van zijn dossier.
HOOFDSTUK II. - Behartigenswaardigheid vastgesteld op basis van het HOOFDSTUK II. - Behartigenswaardigheid vastgesteld op basis van het
gezinsinkomen van de sociaal verzekerde gezinsinkomen van de sociaal verzekerde

Art. 6.De behartigenswaardigheid wordt bepaald op basis van het

Art. 6.De behartigenswaardigheid wordt bepaald op basis van het

gezinsinkomen van de gerechtigde. Onder gezinsinkomen moet het geheel gezinsinkomen van de gerechtigde. Onder gezinsinkomen moet het geheel
van de belastbare bruto-inkomsten worden verstaan, vóór elke aftrek of van de belastbare bruto-inkomsten worden verstaan, vóór elke aftrek of
vermindering, van iedere persoon die deel uitmaakt van het gezin van vermindering, van iedere persoon die deel uitmaakt van het gezin van
de gerechtigde. de gerechtigde.

Art. 7.Wanneer het gezinsinkomen lager is dan de jaarlijkse drempel,

Art. 7.Wanneer het gezinsinkomen lager is dan de jaarlijkse drempel,

die overeenstemt met het bedrag bedoeld in artikel 1 van het die overeenstemt met het bedrag bedoeld in artikel 1 van het
koninklijk besluit van 8 augustus 1997 ter bepaling van de koninklijk besluit van 8 augustus 1997 ter bepaling van de
inkomensvoorwaarden en de voorwaarden in verband met de ingang, het inkomensvoorwaarden en de voorwaarden in verband met de ingang, het
behoud en de intrekking van het recht op de verhoogde behoud en de intrekking van het recht op de verhoogde
verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 1, van de verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 1, van de
gecoördineerde wet, wordt er verzaakt aan terugvordering voor het gecoördineerde wet, wordt er verzaakt aan terugvordering voor het
volledig onverschuldigde bedrag. volledig onverschuldigde bedrag.
Wanneer het gezinsinkomen de bovendrempel overschrijdt, die gelijk is Wanneer het gezinsinkomen de bovendrempel overschrijdt, die gelijk is
aan 150 % van het in het vorige lid bedoelde bedrag, wordt er geen aan 150 % van het in het vorige lid bedoelde bedrag, wordt er geen
enkele verzaking aan terugvordering toegekend. enkele verzaking aan terugvordering toegekend.
Voor het bepalen van de drempels moet er rekening worden gehouden met Voor het bepalen van de drempels moet er rekening worden gehouden met
het bedrag bedoeld in artikel 1, § 1, tweede lid van het voormelde het bedrag bedoeld in artikel 1, § 1, tweede lid van het voormelde
koninklijk besluit van 8 augustus 1997, voor iedere persoon, ander dan koninklijk besluit van 8 augustus 1997, voor iedere persoon, ander dan
de gerechtigde zelf, die deel uitmaken van hetzelfde gezin. de gerechtigde zelf, die deel uitmaken van hetzelfde gezin.

Art. 8.Wanneer het gezinsinkomen tussen de twee bedragen of drempels

Art. 8.Wanneer het gezinsinkomen tussen de twee bedragen of drempels

bedoeld in artikel 6 ligt, kan verzaakt worden aan terugvordering voor bedoeld in artikel 6 ligt, kan verzaakt worden aan terugvordering voor
het gedeelte van het onverschuldigde bedrag dat de helft van het het gedeelte van het onverschuldigde bedrag dat de helft van het
bedrag van het gezinsinkomen, verminderd met de waarde van de bedrag van het gezinsinkomen, verminderd met de waarde van de
onderdrempel, zou overschrijden. onderdrempel, zou overschrijden.
HOOFDSTUK III. - Specifieke gevallen die een bijzonder onderzoek HOOFDSTUK III. - Specifieke gevallen die een bijzonder onderzoek
vergen vergen

Art. 9.In afwijking van de bepalingen van het vorige hoofdstuk wordt

Art. 9.In afwijking van de bepalingen van het vorige hoofdstuk wordt

er verzaakt aan terugvordering voor het volledig onverschuldigd er verzaakt aan terugvordering voor het volledig onverschuldigd
bedrag, ongeacht de hoogte van het gezinsinkomen, wanneer dit bedrag, ongeacht de hoogte van het gezinsinkomen, wanneer dit
onverschuldigd bedrag het gevolg is van een onterechte onderwerping onverschuldigd bedrag het gevolg is van een onterechte onderwerping
aan de sector uitkeringen van een gerechtigde, die te goeder trouw is. aan de sector uitkeringen van een gerechtigde, die te goeder trouw is.
Indien de gerechtigde in het kader van een andere regeling of van een Indien de gerechtigde in het kader van een andere regeling of van een
andere wetgeving voor dezelfde periode rechten op prestaties kan doen andere wetgeving voor dezelfde periode rechten op prestaties kan doen
gelden, wordt de verzaking aan terugvordering slechts toegekend voor gelden, wordt de verzaking aan terugvordering slechts toegekend voor
het gedeelte van het onverschuldigde bedrag dat het bedrag van die het gedeelte van het onverschuldigde bedrag dat het bedrag van die
prestaties overschrijdt, na aftrek van de sociale en fiscale prestaties overschrijdt, na aftrek van de sociale en fiscale
inhoudingen. inhoudingen.
Het grensbedrag bedoeld in artikel 3, 1° is niet van toepassing in Het grensbedrag bedoeld in artikel 3, 1° is niet van toepassing in
dergelijk geval. dergelijk geval.

Art. 10.Wanneer de gerechtigde, in afwachting van de betaling van een

Art. 10.Wanneer de gerechtigde, in afwachting van de betaling van een

ander voordeel, een niet verminderde uitkering heeft ontvangen, zoals ander voordeel, een niet verminderde uitkering heeft ontvangen, zoals
een verbrekingsvergoeding toegekend door het Fonds tot vergoeding van een verbrekingsvergoeding toegekend door het Fonds tot vergoeding van
de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, een de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, een
vergoeding wegens arbeidsongeval of beroepsziekte, en wanneer het vergoeding wegens arbeidsongeval of beroepsziekte, en wanneer het
ziekenfonds dat in de plaats is getreden van de gerechtigde een ziekenfonds dat in de plaats is getreden van de gerechtigde een
betaling ontvangen heeft, die overeenstemt met het volledig betaling ontvangen heeft, die overeenstemt met het volledig
nettobedrag van de achterstallen die aan de gerechtigde verschuldigd nettobedrag van de achterstallen die aan de gerechtigde verschuldigd
zijn, wordt er verzaakt aan terugvordering voor het gedeelte van het zijn, wordt er verzaakt aan terugvordering voor het gedeelte van het
onverschuldigde bedrag dat overeenstemt met het saldo, namelijk het onverschuldigde bedrag dat overeenstemt met het saldo, namelijk het
verschil tussen het bedrag aan uitkeringen betaald door het verschil tussen het bedrag aan uitkeringen betaald door het
ziekenfonds over de betrokken periode en het nettobedrag van de ziekenfonds over de betrokken periode en het nettobedrag van de
achterstallen, betaald aan het ziekenfonds. Deze verzaking aan achterstallen, betaald aan het ziekenfonds. Deze verzaking aan
terugvordering wordt toegekend zonder enige inkomensvoorwaarde. terugvordering wordt toegekend zonder enige inkomensvoorwaarde.
Het grensbedrag bedoeld in artikel 3, 1° is niet van toepassing in Het grensbedrag bedoeld in artikel 3, 1° is niet van toepassing in
dergelijk geval. dergelijk geval.
HOOFDSTUK IV. - Behandeling van het dossier, procedure HOOFDSTUK IV. - Behandeling van het dossier, procedure

Art. 11.Het dossier dat door de verzekeringsinstelling aan het

Art. 11.Het dossier dat door de verzekeringsinstelling aan het

Beheerscomité wordt bezorgd, omvat gewoonlijk twee delen : het eerste Beheerscomité wordt bezorgd, omvat gewoonlijk twee delen : het eerste
betreft de gegevens die van aard zijn de goede trouw van de sociaal betreft de gegevens die van aard zijn de goede trouw van de sociaal
verzekerde te bewijzen en het tweede betreft het gezinsinkomen van de verzekerde te bewijzen en het tweede betreft het gezinsinkomen van de
gerechtigde, dat wordt vastgesteld op basis van de bewijsdocumenten, gerechtigde, dat wordt vastgesteld op basis van de bewijsdocumenten,
welke per omzendbrief worden bepaald. welke per omzendbrief worden bepaald.
Het dossier betreffende de in artikel 9 bedoelde situatie omvat Het dossier betreffende de in artikel 9 bedoelde situatie omvat
enerzijds de gegevens omtrent de goede trouw van de gerechtigde en enerzijds de gegevens omtrent de goede trouw van de gerechtigde en
anderzijds alle nuttige aanwijzingen in verband met de verkeerde anderzijds alle nuttige aanwijzingen in verband met de verkeerde
onderwerping en met de situatie van de sociaal verzekerde die eruit onderwerping en met de situatie van de sociaal verzekerde die eruit
voortvloeit, ten opzichte van andere regelingen of wetgevingen. voortvloeit, ten opzichte van andere regelingen of wetgevingen.
Het dossier dat wordt ingediend voor de situatie bedoeld in artikel Het dossier dat wordt ingediend voor de situatie bedoeld in artikel
10, moet alle nuttige aanwijzingen bevatten betreffende de 10, moet alle nuttige aanwijzingen bevatten betreffende de
terugvor-dering, welke via subrogatie door de verzekeringsinstelling terugvor-dering, welke via subrogatie door de verzekeringsinstelling
bij de derde-schuldenaar kon worden bekomen. Deze dossiers kunnen bij de derde-schuldenaar kon worden bekomen. Deze dossiers kunnen
eveneens meegedeeld worden via een vereenvoudigde procedure volgens de eveneens meegedeeld worden via een vereenvoudigde procedure volgens de
modaliteiten die goedgekeurd zullen worden door het Beheerscomité. modaliteiten die goedgekeurd zullen worden door het Beheerscomité.

Art. 12.Wanneer het Beheerscomité, op basis van het advies

Art. 12.Wanneer het Beheerscomité, op basis van het advies

geformuleerd door de Dienst voor uitkeringen, beslist de aanvraag tot geformuleerd door de Dienst voor uitkeringen, beslist de aanvraag tot
afstand te verwerpen, wordt die beslissing zo snel mogelijk, per afstand te verwerpen, wordt die beslissing zo snel mogelijk, per
aangetekende zending en met de vermeldingen opgesomd in artikel 14 van aangetekende zending en met de vermeldingen opgesomd in artikel 14 van
het handvest van de sociaal verzekerde, door de Dienst aan de sociaal het handvest van de sociaal verzekerde, door de Dienst aan de sociaal
verzekerde betekend; de Dienst stuurt een kopie van deze kennisgeving verzekerde betekend; de Dienst stuurt een kopie van deze kennisgeving
aan de verzekeringsinstelling. aan de verzekeringsinstelling.

Art. 13.Wanneer het Beheerscomité, op basis van het advies

Art. 13.Wanneer het Beheerscomité, op basis van het advies

geformuleerd door de Dienst voor uitkeringen, meent dat een verzaking, geformuleerd door de Dienst voor uitkeringen, meent dat een verzaking,
zij het een gedeeltelijke, op basis van de dossiergegevens in zij het een gedeeltelijke, op basis van de dossiergegevens in
overweging kan worden genomen, bezorgt de Dienst het dossier overweging kan worden genomen, bezorgt de Dienst het dossier
onverwijld aan de Dienst voor administratieve controle van het onverwijld aan de Dienst voor administratieve controle van het
Instituut. Instituut.
Na een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de mededeling van het Na een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de mededeling van het
dossier en bij ontstentenis van enige bemerking, verbetering of dossier en bij ontstentenis van enige bemerking, verbetering of
rechtzetting aangebracht door de Dienst voor administratieve controle rechtzetting aangebracht door de Dienst voor administratieve controle
in verband met de gegevens in het dossier, wordt volgens de in verband met de gegevens in het dossier, wordt volgens de
modaliteiten bepaald in artikel 12 kennisgegeven van een beslissing modaliteiten bepaald in artikel 12 kennisgegeven van een beslissing
tot verzaking aan terugvordering door de Dienst voor uitkeringen. In tot verzaking aan terugvordering door de Dienst voor uitkeringen. In
het tegengestelde geval wordt het dossier opnieuw aan het het tegengestelde geval wordt het dossier opnieuw aan het
Beheerscomité voorgelegd met de bemerkingen en vaststellingen van de Beheerscomité voorgelegd met de bemerkingen en vaststellingen van de
Dienst voor administratieve controle. Dienst voor administratieve controle.
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding

Art. 14.Deze verordening heeft uitwerking vanaf 1 januari 1997 en is

Art. 14.Deze verordening heeft uitwerking vanaf 1 januari 1997 en is

van toepassing op de uitkeringen die vanaf die datum ten onrechte van toepassing op de uitkeringen die vanaf die datum ten onrechte
werden uitbetaald. werden uitbetaald.
De termijn van drie maanden bedoeld in artikel 1, tweede lid, vangt De termijn van drie maanden bedoeld in artikel 1, tweede lid, vangt
evenwel pas aan vanaf de datum van publicatie van deze verordening in evenwel pas aan vanaf de datum van publicatie van deze verordening in
het Belgisch Staatsblad. het Belgisch Staatsblad.
De Voorzitter, De Voorzitter,
W. Beirnaert. W. Beirnaert.
De Leidend ambtenaar, De Leidend ambtenaar,
P. De Milt. P. De Milt.
^