← Terug naar "Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie "
Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie | Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
18 JULI 2000. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk | 18 JULI 2000. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk |
besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de | besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de |
personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie | personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, | instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, |
vervangen door de wet van 22 juli 1993; | vervangen door de wet van 22 juli 1993; |
Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling |
van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie; | van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie; |
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van | Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van |
de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie, gegeven op 8 juli 1999; | de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie, gegeven op 8 juli 1999; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
jaarlijkse vakantie; | jaarlijkse vakantie; |
Gelet op het advies van de Regeringscommissaris, vertegenwoordiger van | Gelet op het advies van de Regeringscommissaris, vertegenwoordiger van |
de Minister van Financiën; | de Minister van Financiën; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 24 mei | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 24 mei |
1999; | 1999; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
25 april 1999, | 25 april 1999, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk |
Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk |
besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de | besluit van 25 mei 1999 houdende vaststelling van de |
personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie worden | personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie worden |
onderverdeeld als volgt : | onderverdeeld als volgt : |
Administratief personeel | Administratief personeel |
- 2 van de 6 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de | - 2 van de 6 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de |
weddesschaal 13 B; | weddesschaal 13 B; |
- de betrekking van sociaal-inspecteur-directeur kan bezoldigd worden | - de betrekking van sociaal-inspecteur-directeur kan bezoldigd worden |
in de weddesschaal 13 B; | in de weddesschaal 13 B; |
- 6 van de 16 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de | - 6 van de 16 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de |
weddesschaal 10 C; | weddesschaal 10 C; |
- 2 van de 6 betrekkingen van sociaal inspecteur worden bezoldigd in | - 2 van de 6 betrekkingen van sociaal inspecteur worden bezoldigd in |
de weddenschaal 10 C; | de weddenschaal 10 C; |
- de betrekking van vertaler-revisor kan bezoldigd worden in de | - de betrekking van vertaler-revisor kan bezoldigd worden in de |
weddesschaal 10 C; | weddesschaal 10 C; |
- 1 van de 4 betrekkingen van programmeringsanalist wordt bezoldigd in | - 1 van de 4 betrekkingen van programmeringsanalist wordt bezoldigd in |
de weddesschaal 28 L; | de weddesschaal 28 L; |
- 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent | - 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent |
kan bezoldigd worden in de weddesschaal 28 F; | kan bezoldigd worden in de weddesschaal 28 F; |
- de betrekking van eerstaanwezend directiesecretaris kan bezoldigd | - de betrekking van eerstaanwezend directiesecretaris kan bezoldigd |
worden in de weddesschaal 28 B; | worden in de weddesschaal 28 B; |
- 1 van de 2 betrekkingen van eerste vertaler kan bezoldigd worden in | - 1 van de 2 betrekkingen van eerste vertaler kan bezoldigd worden in |
de weddesschaal 28 I; | de weddesschaal 28 I; |
- 3 van de 11 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur | - 3 van de 11 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur |
worden bezoldigd in de weddesschaal 28 J; | worden bezoldigd in de weddesschaal 28 J; |
- de betrekking van eerstaanwezend paramedicus kan worden bezoldigd in | - de betrekking van eerstaanwezend paramedicus kan worden bezoldigd in |
de weddesschaal 28 F; | de weddesschaal 28 F; |
- 7 van de 26 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de | - 7 van de 26 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de |
weddesschaal 22 B; | weddesschaal 22 B; |
- 24 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de | - 24 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de |
weddesschaal 30 F; | weddesschaal 30 F; |
- 30 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de | - 30 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de |
weddesschaal 30 H; | weddesschaal 30 H; |
- 11 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de | - 11 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de |
weddesschaal 30 I; | weddesschaal 30 I; |
- 8 van de 17 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de | - 8 van de 17 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de |
weddesschaal 42 C; | weddesschaal 42 C; |
- 4 van de 17 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de | - 4 van de 17 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de |
weddesschaal 42 D; | weddesschaal 42 D; |
- 1 van de 17 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de | - 1 van de 17 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de |
weddesschaal 42 E. | weddesschaal 42 E. |
Meester-, vak en dienstpersoneel | Meester-, vak en dienstpersoneel |
- 1 van de 6 betrekkingen van vakman wordt bezoldigd in de | - 1 van de 6 betrekkingen van vakman wordt bezoldigd in de |
weddesschaal 30 G; | weddesschaal 30 G; |
- 2 van de 6 betrekkingen van vakman worden bezoldigd in de | - 2 van de 6 betrekkingen van vakman worden bezoldigd in de |
weddesschaal 30 J; | weddesschaal 30 J; |
- 1 van de 3 betrekkingen van geschoold arbeider wordt bezoldigd in de | - 1 van de 3 betrekkingen van geschoold arbeider wordt bezoldigd in de |
weddesschaal 42 E. | weddesschaal 42 E. |
Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren, die met toepassing |
Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren, die met toepassing |
van de verorderingsbepalingen houdende het statuut van het personeel, | van de verorderingsbepalingen houdende het statuut van het personeel, |
in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddesschaal, | in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddesschaal, |
elke bevordering door verhoging in weddesschaal die afhankelijk is van | elke bevordering door verhoging in weddesschaal die afhankelijk is van |
het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige | het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige |
personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in | personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in |
artikel 1 vastgestelde betrekkingen. | artikel 1 vastgestelde betrekkingen. |
Art. 3.Het ministerieel besluit van 10 juni 1999 tot uitvoering van |
Art. 3.Het ministerieel besluit van 10 juni 1999 tot uitvoering van |
de het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de | de het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de |
personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie wordt | personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1999. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1999. |
Brussel, 18 juli 2000. | Brussel, 18 juli 2000. |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |