← Terug naar "Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 en van Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035"
| Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 en van Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035 | Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 en van Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035 |
|---|---|
| 12 MAART 2025. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van | 12 MAART 2025. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van |
| Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 en van Staatsbon op 10 jaar - | Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 en van Staatsbon op 10 jaar - |
| 4 maart 2025-2035 | 4 maart 2025-2035 |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de | Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de |
| effecten van de overheidsschuld en het monetair | effecten van de overheidsschuld en het monetair |
| beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 4 | beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 4 |
| april 1995, 15 juli 1998, 28 februari 2002, 15 december 2004, 14 | april 1995, 15 juli 1998, 28 februari 2002, 15 december 2004, 14 |
| december 2005, 2 juni 2010, 25 april 2014, 25 oktober 2016, 25 | december 2005, 2 juni 2010, 25 april 2014, 25 oktober 2016, 25 |
| december 2016, 30 juli 2018, 4 februari 2020 en 27 juni 2021, en bij | december 2016, 30 juli 2018, 4 februari 2020 en 27 juni 2021, en bij |
| de koninklijk besluiten van 13 juli 2001 en 3 maart 2011. | de koninklijk besluiten van 13 juli 2001 en 3 maart 2011. |
| Gelet op de financiewet van 20 december 2024 voor het begrotingsjaar | Gelet op de financiewet van 20 december 2024 voor het begrotingsjaar |
| 2025, artikel 4, § 1, eerste lid, 1° ; | 2025, artikel 4, § 1, eerste lid, 1° ; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de |
| effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
| van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001, 5 | van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001, 5 |
| maart 2006, 26 april 2007, 31 mei 2009, 18 juni 2014 en 19 november | maart 2006, 26 april 2007, 31 mei 2009, 18 juni 2014 en 19 november |
| 2015; | 2015; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de |
| uitgifte van de Staatsbons gewijzigd bij de koninklijke besluiten van | uitgifte van de Staatsbons gewijzigd bij de koninklijke besluiten van |
| 26 mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei | 26 mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei |
| 2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013, 28 april 2015 | 2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013, 28 april 2015 |
| en 7 april 2017; | en 7 april 2017; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2024 dat de Minister | Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2024 dat de Minister |
| van Financiën machtigt tot voortzetting, in 2025, van de uitgifte van | van Financiën machtigt tot voortzetting, in 2025, van de uitgifte van |
| de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd | de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd |
| "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes", artikel 1, 2° ; | "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes", artikel 1, 2° ; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de |
| uitgifte van Staatsbons gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 | uitgifte van Staatsbons gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 |
| mei 2003, 24 mei 2007, 21 november 2014 en 3 juli 2023, | mei 2003, 24 mei 2007, 21 november 2014 en 3 juli 2023, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen |
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen |
| respectievelijk genaamd: « Staatsbon op 1 jaar » en « Staatsbon op 10 | respectievelijk genaamd: « Staatsbon op 1 jaar » en « Staatsbon op 10 |
| jaar ». | jaar ». |
Art. 2.De Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 rent 2.10 % per |
Art. 2.De Staatsbon op 1 jaar - 4 maart 2025-2026 rent 2.10 % per |
| jaar vanaf 4 maart 2025 tot en met 3 maart 2026. | jaar vanaf 4 maart 2025 tot en met 3 maart 2026. |
| De Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035 rent 2.90 % per jaar vanaf | De Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035 rent 2.90 % per jaar vanaf |
| 4 maart 2025 tot en met 3 maart 2035. | 4 maart 2025 tot en met 3 maart 2035. |
Art. 3.De openbare inschrijving op deze Staatsbons zoals bedoeld in |
Art. 3.De openbare inschrijving op deze Staatsbons zoals bedoeld in |
| artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000, wordt | artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000, wordt |
| opengesteld op 21 februari 2025; zij wordt afgesloten 3 maart 2025. De | opengesteld op 21 februari 2025; zij wordt afgesloten 3 maart 2025. De |
| datum van betaling is vastgesteld op 4 maart 2025. De betaling is | datum van betaling is vastgesteld op 4 maart 2025. De betaling is |
| volledig in speciën. De emittent kan de inschrijvingsperiode echter | volledig in speciën. De emittent kan de inschrijvingsperiode echter |
| vervroegd beëindigen vóór 3 maart 2025. | vervroegd beëindigen vóór 3 maart 2025. |
Art. 4.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 1 jaar - 4 maart |
Art. 4.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 1 jaar - 4 maart |
| 2025-2026 is vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. | 2025-2026 is vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. |
| De uitgifteprijs van de Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035 is | De uitgifteprijs van de Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2025-2035 is |
| vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. | vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 21 februari 2025. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 21 februari 2025. |
| Brussel, 12 maart 2025. | Brussel, 12 maart 2025. |
| J. JAMBON | J. JAMBON |