← Terug naar "Ministerieel besluit houdende de oprichting van een Tussenoverlegcomité 210 voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken "
| Ministerieel besluit houdende de oprichting van een Tussenoverlegcomité 210 voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken | Ministerieel besluit houdende de oprichting van een Tussenoverlegcomité 210 voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
| 11 JANUARI 2005. - Ministerieel besluit houdende de oprichting van een | 11 JANUARI 2005. - Ministerieel besluit houdende de oprichting van een |
| Tussenoverlegcomité 210 voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse | Tussenoverlegcomité 210 voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse |
| Zaken | Zaken |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen | Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
| tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, laatst | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, laatst |
| gewijzigd bij de wet van 5 juni 2004, inzonderheid op artikel 10, | gewijzigd bij de wet van 5 juni 2004, inzonderheid op artikel 10, |
| laatst gewijzigd bij de wet van 19 juli 1983 en op artikel 11, laatst | laatst gewijzigd bij de wet van 19 juli 1983 en op artikel 11, laatst |
| gewijzigd bij de wet van 11 april 1999; | gewijzigd bij de wet van 11 april 1999; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering | Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering |
| van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen | van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
| tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, laatst | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, laatst |
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2003, inzonderheid op | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2003, inzonderheid op |
| de artikelen 34, tweede lid, lid § 1, tweede lid en artikel 47, laatst | de artikelen 34, tweede lid, lid § 1, tweede lid en artikel 47, laatst |
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2001; | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2001; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 5 januari 2005 houdende de | Gelet op het ministerieel besluit van 5 januari 2005 houdende de |
| oprichting van een Tussenoverlegcomité 240 voor de Federale | oprichting van een Tussenoverlegcomité 240 voor de Federale |
| Overheidsdienst Binnenlandse Zaken; | Overheidsdienst Binnenlandse Zaken; |
| Gelet op het gemotiveerd advies van het Hoog Overlegcomité van Sector | Gelet op het gemotiveerd advies van het Hoog Overlegcomité van Sector |
| V van 17 december 2004, | V van 17 december 2004, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In het gebied van het Hoog Overlegcomité dat overeenstemt |
Artikel 1.In het gebied van het Hoog Overlegcomité dat overeenstemt |
| met het Comité van Sector V, wordt een Tussenoverlegcomité 210 | met het Comité van Sector V, wordt een Tussenoverlegcomité 210 |
| opgericht binnen het Tussenoverlegcomité 240 voor de Federale | opgericht binnen het Tussenoverlegcomité 240 voor de Federale |
| Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. | Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. |
| Het gebied van dit Comité stemt overeen met de gebieden van de | Het gebied van dit Comité stemt overeen met de gebieden van de |
| Basisoverlegcomités 210 tot 215 bevoegd voor het gebied van elke | Basisoverlegcomités 210 tot 215 bevoegd voor het gebied van elke |
| Permanente Eenheid en van de Grote Wacht van de Civiele Veiligheid. | Permanente Eenheid en van de Grote Wacht van de Civiele Veiligheid. |
Art. 2.De Directeur-generaal van de Civiele Veiligheid is de |
Art. 2.De Directeur-generaal van de Civiele Veiligheid is de |
| voorzitter van het Tussenoverlegcomité 210. | voorzitter van het Tussenoverlegcomité 210. |
| Zij duidt, in voorkomend geval, een plaatsvervanger aan. | Zij duidt, in voorkomend geval, een plaatsvervanger aan. |
Art. 3.De Voorzitster duidt, per vergadering, de |
Art. 3.De Voorzitster duidt, per vergadering, de |
| overheidsafvaardiging aan. | overheidsafvaardiging aan. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2004. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2004. |
| Brussel, 11 januari 2005. | Brussel, 11 januari 2005. |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |