Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement bij het Nationaal Geografisch Instituut | Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement bij het Nationaal Geografisch Instituut |
---|---|
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING | MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING |
10 JULI 1997. Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement | 10 JULI 1997. Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement |
bij het Nationaal Geografisch Instituut | bij het Nationaal Geografisch Instituut |
De Minister van Landsverdediging, | De Minister van Landsverdediging, |
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling |
van het statuut van het personeel van sommige instellingen van | van het statuut van het personeel van sommige instellingen van |
openbaar nut, inzonderheid op de artikels 1, 3, 36 en 37; | openbaar nut, inzonderheid op de artikels 1, 3, 36 en 37; |
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 betreffende de |
hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van | hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van |
het Nationaal Geografisch Instituut titularis kunnen zijn; | het Nationaal Geografisch Instituut titularis kunnen zijn; |
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 1995 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 1995 tot vaststelling van |
de personeelsformatie van het Nationaal Geografisch Instituut; | de personeelsformatie van het Nationaal Geografisch Instituut; |
Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging | Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging |
van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de Rijksambtenaren; | van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de Rijksambtenaren; |
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vaststelling van |
het statuut van het personeel van het Nationaal Geografisch Instituut; | het statuut van het personeel van het Nationaal Geografisch Instituut; |
Gelet op het advies van de Directieraad van het Nationaal Geografisch | Gelet op het advies van de Directieraad van het Nationaal Geografisch |
Instituut; | Instituut; |
Gelet op het advies van het Vast Wervingssecretariaat; | Gelet op het advies van het Vast Wervingssecretariaat; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 |
oktober 1996; | oktober 1996; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
9 oktober 1996; | 9 oktober 1996; |
Gelet op het protocol nr. 18 van 28 februari 1997 van het | Gelet op het protocol nr. 18 van 28 februari 1997 van het |
Sector-comité XIV; | Sector-comité XIV; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 |
augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989; | augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989; |
Gelet op het feit dat het dringend noodzakelijk is, voor de werving en | Gelet op het feit dat het dringend noodzakelijk is, voor de werving en |
loopbaan van het administratief personeel, van het technisch personeel | loopbaan van het administratief personeel, van het technisch personeel |
en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van het Nationaal | en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van het Nationaal |
Geografisch Instituut, onverwijld nieuwe regels vast te leggen, die | Geografisch Instituut, onverwijld nieuwe regels vast te leggen, die |
met de huidige reglementering inzake statuut van het Rijkspersoneel in | met de huidige reglementering inzake statuut van het Rijkspersoneel in |
overeenstemming zijn, | overeenstemming zijn, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Onverminderd de verordeningsbepalingen die de loopbaan van |
Artikel 1.Onverminderd de verordeningsbepalingen die de loopbaan van |
het Rijkspersoneel regelen, moet de benoeming in elk van de graden die | het Rijkspersoneel regelen, moet de benoeming in elk van de graden die |
de ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut kunnen bekleden, | de ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut kunnen bekleden, |
geschieden onder de voorwaarden die bepaald zijn in de tabellen van de | geschieden onder de voorwaarden die bepaald zijn in de tabellen van de |
bijlage I van dit besluit. | bijlage I van dit besluit. |
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen | HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen |
Art. 2.§ 1. De graad van geograaf kan worden toegekend ofwel aan de |
Art. 2.§ 1. De graad van geograaf kan worden toegekend ofwel aan de |
laureaat van een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger | laureaat van een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger |
niveau ofwel aan de laureaat van een vergelijkend wervingsexamen. | niveau ofwel aan de laureaat van een vergelijkend wervingsexamen. |
§ 2. Onverminderd de overige reglementaire wervingsvoorwaarden mogen | § 2. Onverminderd de overige reglementaire wervingsvoorwaarden mogen |
de volgende personen aan het vergelijkend wervingsexamen voor de graad | de volgende personen aan het vergelijkend wervingsexamen voor de graad |
van geograaf deelnemen : | van geograaf deelnemen : |
1° de houders van een diploma van burgerlijk ingenieur, van | 1° de houders van een diploma van burgerlijk ingenieur, van |
landbouwkundig ingenieur, ingenieur voor de scheikunde en de | landbouwkundig ingenieur, ingenieur voor de scheikunde en de |
landbouwindustriëen of bio-ingenieur, van doctor of licentiaat in de | landbouwindustriëen of bio-ingenieur, van doctor of licentiaat in de |
wiskundige, natuurkundige, geologische of aardrijkskundige | wiskundige, natuurkundige, geologische of aardrijkskundige |
wetenschappen; | wetenschappen; |
2° de houders van een getuigschrift uitgereikt aan degenen die de | 2° de houders van een getuigschrift uitgereikt aan degenen die de |
studies van de « polytechnische afdeling » of van de « afdeling Alle | studies van de « polytechnische afdeling » of van de « afdeling Alle |
Wapens » van de Koninklijk Militaire School met vrucht beëindigd | Wapens » van de Koninklijk Militaire School met vrucht beëindigd |
hebben; | hebben; |
3° de houders van minstens een diploma van licentiaat of van een | 3° de houders van minstens een diploma van licentiaat of van een |
diploma van aanvullende studies of specialisaties na een basis diploma | diploma van aanvullende studies of specialisaties na een basis diploma |
van minstens de 2e cyclus licentiaatsdiploma in de richting | van minstens de 2e cyclus licentiaatsdiploma in de richting |
ruimtelijke ordening, cartografie, teledetectie of toegepaste | ruimtelijke ordening, cartografie, teledetectie of toegepaste |
aardrijkskunde. | aardrijkskunde. |
Art. 3.De graad van cartograaf (rang 20) is een afgeschafte graad. |
Art. 3.De graad van cartograaf (rang 20) is een afgeschafte graad. |
Art. 4.§ 1. De graad van cartograaf (rang 26) wordt toegekend aan de |
Art. 4.§ 1. De graad van cartograaf (rang 26) wordt toegekend aan de |
cartografen (rang 20 - afgeschafte graad) of aan ambtenaren die | cartografen (rang 20 - afgeschafte graad) of aan ambtenaren die |
titularis zijn van een graad van niveau 2 die sinds ten minste vijf | titularis zijn van een graad van niveau 2 die sinds ten minste vijf |
jaar in een technische dienst tewerkgesteld zijn en die geslaagd zijn | jaar in een technische dienst tewerkgesteld zijn en die geslaagd zijn |
voor het examen voor overgang naar het hoger niveau. | voor het examen voor overgang naar het hoger niveau. |
§ 2. Hij kan eveneens worden toegekend aan de geslaagden van een | § 2. Hij kan eveneens worden toegekend aan de geslaagden van een |
vergelijkend wervingsexamen (niveau 2+). | vergelijkend wervingsexamen (niveau 2+). |
§ 3. Onverminderd de overige reglementaire voorwaarden voor werving, | § 3. Onverminderd de overige reglementaire voorwaarden voor werving, |
mogen aan het vergelijkend wervingsexamen voor de graad van cartograaf | mogen aan het vergelijkend wervingsexamen voor de graad van cartograaf |
deelnemen, de houders van een der hiervolgende studietitels : | deelnemen, de houders van een der hiervolgende studietitels : |
- landmeter-expert onroerende goederen; | - landmeter-expert onroerende goederen; |
- graduaat in de topografie, graduaat bouw, graduaat bouwkundig | - graduaat in de topografie, graduaat bouw, graduaat bouwkundig |
tekenen of architectuurtekenen, graduaat land- en tuinbouw of | tekenen of architectuurtekenen, graduaat land- en tuinbouw of |
landschaps- en tuinarchitectuur, binnenhuisarchitect, graduaat | landschaps- en tuinarchitectuur, binnenhuisarchitect, graduaat |
informatica, graduaat architect-assistent; | informatica, graduaat architect-assistent; |
- geaggreegeerde van het lager secondair onderwijs, optie wiskunde, | - geaggreegeerde van het lager secondair onderwijs, optie wiskunde, |
fysica of aardrijkskunde; | fysica of aardrijkskunde; |
- kandidaturen in de wetenschappen of in de toegepaste wetenschappen | - kandidaturen in de wetenschappen of in de toegepaste wetenschappen |
of in de landbouwkundige of toegepaste biologische wetenschappen; | of in de landbouwkundige of toegepaste biologische wetenschappen; |
- kandidaturen architect; | - kandidaturen architect; |
- technisch ingenieur. | - technisch ingenieur. |
HOOFDSTUK III. - Kennisgeving van de vacatures en van de voorstellen | HOOFDSTUK III. - Kennisgeving van de vacatures en van de voorstellen |
tot bevordering en tot verandering van graad | tot bevordering en tot verandering van graad |
Art. 5.§ 1. In geval van vacature voor een bevorderingsgraad in |
Art. 5.§ 1. In geval van vacature voor een bevorderingsgraad in |
niveau 1, bepaalt de Minister, per taalrol, het aantal te begeven | niveau 1, bepaalt de Minister, per taalrol, het aantal te begeven |
betrekkingen. | betrekkingen. |
§ 2. Het vacant zijn van betrekkingen die toegewezen kunnen worden | § 2. Het vacant zijn van betrekkingen die toegewezen kunnen worden |
door verandering van graad of bevordering wordt via een bericht ter | door verandering van graad of bevordering wordt via een bericht ter |
kennis gebracht van de ambtenaren die bevorderd kunnen worden. | kennis gebracht van de ambtenaren die bevorderd kunnen worden. |
Elke kandidatuur voor een betrekking van niveau 1 moet een | Elke kandidatuur voor een betrekking van niveau 1 moet een |
uiteenzetting bevatten van de aanspraken die de kandidaat meent te | uiteenzetting bevatten van de aanspraken die de kandidaat meent te |
kunnen doen gelden voor de betrekking. | kunnen doen gelden voor de betrekking. |
Een gadateerd visum wordt van de betrokkenen gevraagd. | Een gadateerd visum wordt van de betrokkenen gevraagd. |
Een exemplaar van het bericht wordt bij een ter post aangetekende | Een exemplaar van het bericht wordt bij een ter post aangetekende |
brief, met ontvangstbewijs gestuurd naar de woonplaats van de | brief, met ontvangstbewijs gestuurd naar de woonplaats van de |
ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is | ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is |
verwijderd. | verwijderd. |
In aanmerking komen enkel de aanspraken van de ambtenaren die hun | In aanmerking komen enkel de aanspraken van de ambtenaren die hun |
kandidatuur bij een ter post aangetekende brief bij de | kandidatuur bij een ter post aangetekende brief bij de |
administrateur-generaal hebben ingediend binnen een termijn van tien | administrateur-generaal hebben ingediend binnen een termijn van tien |
werkdagen die ingaat op de eerste werkdag na de dag waarop het bericht | werkdagen die ingaat op de eerste werkdag na de dag waarop het bericht |
omtrent de vacature aan de betrokkene werd overhandigd of door de post | omtrent de vacature aan de betrokkene werd overhandigd of door de post |
aangeboden. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag | aangeboden. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag |
of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de | of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de |
eerstvolgende werkdag. | eerstvolgende werkdag. |
Het staat de ambtenaren vrij voorafgaandelijk voor elke betrekking te | Het staat de ambtenaren vrij voorafgaandelijk voor elke betrekking te |
solliciteren die tijdens hun afwezigheid eventueel vacant zou worden | solliciteren die tijdens hun afwezigheid eventueel vacant zou worden |
verklaard. De geldigheidsduur van een dergelijke kandidatuur is | verklaard. De geldigheidsduur van een dergelijke kandidatuur is |
beperkt tot één maand. | beperkt tot één maand. |
§ 3. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4, die de reglementaire | § 3. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4, die de reglementaire |
voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante | voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante |
betrekkingen in niveaus 2+, 2, 3 en 4. In dat geval worden de | betrekkingen in niveaus 2+, 2, 3 en 4. In dat geval worden de |
voorstellen tot benoeming en bevordering hen ter kennis gebracht onder | voorstellen tot benoeming en bevordering hen ter kennis gebracht onder |
dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de | dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de |
kennisgeving van vacatures van niveau 1. | kennisgeving van vacatures van niveau 1. |
De in het vorige lid bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of | De in het vorige lid bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of |
bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een | bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een |
termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op | termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op |
die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de | die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de |
termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de | termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de |
termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. | termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. |
Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan | Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan |
de bevoegde overheid een ambtenaar die de gestelde voorwaarden vervult | de bevoegde overheid een ambtenaar die de gestelde voorwaarden vervult |
door verandering van graad of door bevordering benoemen. | door verandering van graad of door bevordering benoemen. |
§ 4. Ook de voorstellen tot verandering van graad of bevordering door | § 4. Ook de voorstellen tot verandering van graad of bevordering door |
verhoging in graad worden aan de belanghebbende ambtenaren ter kennis | verhoging in graad worden aan de belanghebbende ambtenaren ter kennis |
gegeven via een bericht. Een gadateerd visum van de betrokkenen is | gegeven via een bericht. Een gadateerd visum van de betrokkenen is |
eveneens vereist. | eveneens vereist. |
Een exemplaar van het bericht wordt bij een ter post aangetekende | Een exemplaar van het bericht wordt bij een ter post aangetekende |
brief, met bericht van ontvangst gestuurd naar de woonplaats van de | brief, met bericht van ontvangst gestuurd naar de woonplaats van de |
ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is | ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is |
verwijderd. | verwijderd. |
§ 5. Indien de ambtenaar zich benadeeld voelt, kan hij een klacht | § 5. Indien de ambtenaar zich benadeeld voelt, kan hij een klacht |
indienen. De termijn waarover de ambtenaar beschikt, loopt hetzij | indienen. De termijn waarover de ambtenaar beschikt, loopt hetzij |
vanaf de dag waarop hij het bericht voor gezien heeft getekend, hetzij | vanaf de dag waarop hij het bericht voor gezien heeft getekend, hetzij |
vanaf de dag waarop de aangetekende brief met het bericht door de post | vanaf de dag waarop de aangetekende brief met het bericht door de post |
werd aangeboden op zijn woonplaats. | werd aangeboden op zijn woonplaats. |
HOOFDSTUK IV. - Onderzoek naar de beroepsgeschiktheid | HOOFDSTUK IV. - Onderzoek naar de beroepsgeschiktheid |
Art. 6.§ 1. Wanneer de benoeming door verandering van graad, waarvan |
Art. 6.§ 1. Wanneer de benoeming door verandering van graad, waarvan |
sprake in bijlage I van dit besluit, afhankelijk is van een onderzoek | sprake in bijlage I van dit besluit, afhankelijk is van een onderzoek |
naar de beroepsgeschiktheid, wordt dat onderzoek door de directieraad | naar de beroepsgeschiktheid, wordt dat onderzoek door de directieraad |
van het Instituut georganiseerd. Die raad bepaalt het programma van | van het Instituut georganiseerd. Die raad bepaalt het programma van |
het onderzoek voor de toekenning van welke graad ook, eventueel in | het onderzoek voor de toekenning van welke graad ook, eventueel in |
overleg met de verantwoordelijke van de dienst waarin er een vacante | overleg met de verantwoordelijke van de dienst waarin er een vacante |
betrekking is. Hij wijst, met uitzondering van de voorzitter, de leden | betrekking is. Hij wijst, met uitzondering van de voorzitter, de leden |
aan van de commissie die belast zijn met het onderzoek naar de | aan van de commissie die belast zijn met het onderzoek naar de |
beroepsgeschiktheid. | beroepsgeschiktheid. |
§ 2. De Commissie is samengesteld uit : | § 2. De Commissie is samengesteld uit : |
- een voorzitter, namelijk de administrateur-generaal van het | - een voorzitter, namelijk de administrateur-generaal van het |
Instituut, of bij verhindering, de adjunct-administrateur-generaal; | Instituut, of bij verhindering, de adjunct-administrateur-generaal; |
- vier leden, namelijk twee personeelsleden die naar gelang van de | - vier leden, namelijk twee personeelsleden die naar gelang van de |
discipline van de te begeven betrekking gekozen zijn en twee | discipline van de te begeven betrekking gekozen zijn en twee |
afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties. | afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties. |
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de datum van de |
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de datum van de |
inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 24 juni 1997 tot | inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 24 juni 1997 tot |
vaststelling van de personeelsformatie van het Nationaal Geografisch | vaststelling van de personeelsformatie van het Nationaal Geografisch |
Instituut, met uitzondering van : | Instituut, met uitzondering van : |
- de bijlage Ia die uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en | - de bijlage Ia die uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en |
die ophoudt uitwerking te hebben op 31 augustus 1995; | die ophoudt uitwerking te hebben op 31 augustus 1995; |
- de bijlage Ib die uitwerking heeft met ingang van 1 september 1995 | - de bijlage Ib die uitwerking heeft met ingang van 1 september 1995 |
en die ophoudt uitwerking te hebben op 31 juli 1997. | en die ophoudt uitwerking te hebben op 31 juli 1997. |
Art. 8.Het ministerieel besluit van 17 augustus 1979 betreffende de |
Art. 8.Het ministerieel besluit van 17 augustus 1979 betreffende de |
bekendmaking van de vacatures van de betrekkingen en de benoeming in | bekendmaking van de vacatures van de betrekkingen en de benoeming in |
sommige graden bij het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij | sommige graden bij het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij |
de ministeriële besluiten van 31 maart 1983, 3 juni 1983 en 20 | de ministeriële besluiten van 31 maart 1983, 3 juni 1983 en 20 |
november 1994, wordt opgeheven. | november 1994, wordt opgeheven. |
Brussel, 10 juli 1997. | Brussel, 10 juli 1997. |
J.-P. PONCELET | J.-P. PONCELET |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |