Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 09/07/2015
← Terug naar "Ministerieel besluit tot vastlegging van de vergoedingen van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangende voorzitter en de plaatsvervangende leden van de disciplinaire commissie en de disciplinaire raad voor niet-elitesporters "
Ministerieel besluit tot vastlegging van de vergoedingen van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangende voorzitter en de plaatsvervangende leden van de disciplinaire commissie en de disciplinaire raad voor niet-elitesporters Ministerieel besluit tot vastlegging van de vergoedingen van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangende voorzitter en de plaatsvervangende leden van de disciplinaire commissie en de disciplinaire raad voor niet-elitesporters
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
Cultuur, Jeugd, Sport en Media Cultuur, Jeugd, Sport en Media
9 JULI 2015. - Ministerieel besluit tot vastlegging van de 9 JULI 2015. - Ministerieel besluit tot vastlegging van de
vergoedingen van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangende vergoedingen van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangende
voorzitter en de plaatsvervangende leden van de disciplinaire voorzitter en de plaatsvervangende leden van de disciplinaire
commissie en de disciplinaire raad voor niet-elitesporters commissie en de disciplinaire raad voor niet-elitesporters
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport,
Gelet op het Antidopingdecreet van 25 mei 2012, artikel 28, § 1, Gelet op het Antidopingdecreet van 25 mei 2012, artikel 28, § 1,
laatste lid en artikel 29, § 1, laatste lid; laatste lid en artikel 29, § 1, laatste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015
houdende uitvoering van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012, artikel houdende uitvoering van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012, artikel
88; 88;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 30 juni 2015, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 30 juni 2015,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.De voorzitter, de leden, de plaatsvervangende voorzitter en

Artikel 1.De voorzitter, de leden, de plaatsvervangende voorzitter en

de plaatsvervangende leden van de disciplinaire leden van de de plaatsvervangende leden van de disciplinaire leden van de
disciplinaire commissie en de disciplinaire raad kunnen per zitting disciplinaire commissie en de disciplinaire raad kunnen per zitting
aanspraak maken op : aanspraak maken op :
1° een presentiegeld dat, per zitting, wordt bepaald als volgt : 1° een presentiegeld dat, per zitting, wordt bepaald als volgt :
a) voor de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter: 225,29 euro; a) voor de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter: 225,29 euro;
b) voor de leden en de plaatsvervangende leden: 168,98 euro; b) voor de leden en de plaatsvervangende leden: 168,98 euro;
2° de terugbetaling van hun reis- en verblijfkosten volgens dezelfde 2° de terugbetaling van hun reis- en verblijfkosten volgens dezelfde
voorwaarden als die voor de ambtenaren van de administratie. voorwaarden als die voor de ambtenaren van de administratie.

Art. 2.De bedragen, vermeld in het artikel 1, volgen de ontwikkeling

Art. 2.De bedragen, vermeld in het artikel 1, volgen de ontwikkeling

van het gezondheidsindexcijfer, zoals bedoeld in artikel 2 van het van het gezondheidsindexcijfer, zoals bedoeld in artikel 2 van het
koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van
6 januari 1989 tot vrijwaring van ` s lands concurrentievermogen. 6 januari 1989 tot vrijwaring van ` s lands concurrentievermogen.
De bedragen worden jaarlijks aangepast volgens de volgende formule: De bedragen worden jaarlijks aangepast volgens de volgende formule:
Gezondheidsindex x (op 1 januari) gezondheidsindex x-1 (op 1 januari). Gezondheidsindex x (op 1 januari) gezondheidsindex x-1 (op 1 januari).

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 maart 2015.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 maart 2015.

Brussel, 9 juli 2015. Brussel, 9 juli 2015.
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport,
Ph. MUYTERS Ph. MUYTERS
^