Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 15/03/2019
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs en de werkingstoelage voor de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs "
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs en de werkingstoelage voor de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs en de werkingstoelage voor de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
15 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de 15 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs en de werkingstoelage inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs en de werkingstoelage
voor de centra voor basiseducatie en de centra voor voor de centra voor basiseducatie en de centra voor
volwassenenonderwijs volwassenenonderwijs
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli
1993; 1993;
Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het
volwassenenonderwijs, artikel 89, vervangen bij het decreet van 21 volwassenenonderwijs, artikel 89, vervangen bij het decreet van 21
december 2018, artikel 108, vervangen bij het decreet van 16 maart december 2018, artikel 108, vervangen bij het decreet van 16 maart
2018, en artikel 113decies, ingevoegd bij het decreet van 16 maart 2018, en artikel 113decies, ingevoegd bij het decreet van 16 maart
2018 en vervangen bij het decreet van 21 december 2018; 2018 en vervangen bij het decreet van 21 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot
regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor
Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007
betreffende het volwassenenonderwijs; betreffende het volwassenenonderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008
betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met
afzonderlijk beheer van het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor afzonderlijk beheer van het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor
Volwassenenonderwijs; Volwassenenonderwijs;
Gelet op protocol nr. 107 van 5 oktober 2018 houdende de conclusies Gelet op protocol nr. 107 van 5 oktober 2018 houdende de conclusies
van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke
vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap
van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke
overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité, overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité,
vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van
onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op protocol nr. 88 van 5 oktober 2018 houdende de conclusies van Gelet op protocol nr. 88 van 5 oktober 2018 houdende de conclusies van
de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams
Onderhandelingscomité voor de Basiseducatie, vermeld in het decreet Onderhandelingscomité voor de Basiseducatie, vermeld in het decreet
van 23 januari 2009 houdende oprichting van onderhandelingscomités van 23 januari 2009 houdende oprichting van onderhandelingscomités
voor de basiseducatie en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het voor de basiseducatie en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het
Volwassenenonderwijs; Volwassenenonderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 19 juli 2018; begroting, gegeven op 19 juli 2018;
Gelet op advies nr. 65.348/1 van de Raad van State, gegeven op 5 maart Gelet op advies nr. 65.348/1 van de Raad van State, gegeven op 5 maart
2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 juni

Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 juni

2007 betreffende het volwassenenonderwijs bedraagt de werkingstoelage 2007 betreffende het volwassenenonderwijs bedraagt de werkingstoelage
voor een centrum voor basiseducatie 1,9938 euro per lesuurcursist. voor een centrum voor basiseducatie 1,9938 euro per lesuurcursist.

Art. 2.Ter uitvoering van artikel 108, § 2, van hetzelfde decreet

Art. 2.Ter uitvoering van artikel 108, § 2, van hetzelfde decreet

bedraagt het vast bedrag van de werkingstoelage voor een centrum voor bedraagt het vast bedrag van de werkingstoelage voor een centrum voor
volwassenenonderwijs 0,40 euro per ongewogen financieringspunt. volwassenenonderwijs 0,40 euro per ongewogen financieringspunt.

Art. 3.De inschrijvingsgelden van het volwassenenonderwijs worden op

Art. 3.De inschrijvingsgelden van het volwassenenonderwijs worden op

de volgende wijze overgemaakt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, de volgende wijze overgemaakt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs,
Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen: Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen:
1° uiterlijk op 1 maart van het eerste trimester van het 1° uiterlijk op 1 maart van het eerste trimester van het
begrotingsjaar n berekent het agentschap het verschil tussen de begrotingsjaar n berekent het agentschap het verschil tussen de
inschrijvingsgelden die het centrum in de periode september n-2 tot en inschrijvingsgelden die het centrum in de periode september n-2 tot en
met december n-2 heeft geïnd en 50% van de werkingstoelage waar het met december n-2 heeft geïnd en 50% van de werkingstoelage waar het
centrum voor het schooljaar n-1 - n recht op heeft; centrum voor het schooljaar n-1 - n recht op heeft;
2° uiterlijk op 31 maart n maakt het centrum waarvoor een positief 2° uiterlijk op 31 maart n maakt het centrum waarvoor een positief
resultaat is berekend, dat bedrag over aan het agentschap en ontvangt resultaat is berekend, dat bedrag over aan het agentschap en ontvangt
het centrum waarvoor een negatief resultaat is berekend, dat bedrag het centrum waarvoor een negatief resultaat is berekend, dat bedrag
van het agentschap; van het agentschap;
3° uiterlijk op 1 oktober van het laatste trimester van het 3° uiterlijk op 1 oktober van het laatste trimester van het
begrotingsjaar n berekent het agentschap het verschil tussen de begrotingsjaar n berekent het agentschap het verschil tussen de
inschrijvingsgelden die het centrum in de periode januari n -1 tot en inschrijvingsgelden die het centrum in de periode januari n -1 tot en
met augustus n-1 heeft geïnd en 50% van de werkingstoelage waar het met augustus n-1 heeft geïnd en 50% van de werkingstoelage waar het
centrum voor het schooljaar n-1 - n recht op heeft; centrum voor het schooljaar n-1 - n recht op heeft;
4° uiterlijk op 31 oktober maakt het centrum waarvoor een positief 4° uiterlijk op 31 oktober maakt het centrum waarvoor een positief
resultaat is berekend, dat bedrag over aan het agentschap en ontvangt resultaat is berekend, dat bedrag over aan het agentschap en ontvangt
het centrum waarvoor een negatief resultaat is berekend, dat bedrag het centrum waarvoor een negatief resultaat is berekend, dat bedrag
van het agentschap. van het agentschap.

Art. 4.In afwijking van artikel 3 worden de inschrijvingsgelden van

Art. 4.In afwijking van artikel 3 worden de inschrijvingsgelden van

het volwassenenonderwijs in het jaar 2020 op de volgende wijze het volwassenenonderwijs in het jaar 2020 op de volgende wijze
overgemaakt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, overgemaakt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs,
Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen: Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen:
1° uiterlijk op 1 maart van het eerste trimester van het 1° uiterlijk op 1 maart van het eerste trimester van het
begrotingsjaar 2020 betaalt het agentschap aan de centra 50% van de begrotingsjaar 2020 betaalt het agentschap aan de centra 50% van de
werkingstoelage waar het centrum voor het schooljaar 2019 - 2020 recht werkingstoelage waar het centrum voor het schooljaar 2019 - 2020 recht
op heeft; op heeft;
2° uiterlijk op 31 maart 2020 maken de centra 100% van de 2° uiterlijk op 31 maart 2020 maken de centra 100% van de
inschrijvingsgelden die het centrum in de periode september 2018 tot inschrijvingsgelden die het centrum in de periode september 2018 tot
en met december 2018 heeft geïnd over aan het agentschap; en met december 2018 heeft geïnd over aan het agentschap;
3° uiterlijk op 1 oktober van het laatste trimester van het 3° uiterlijk op 1 oktober van het laatste trimester van het
begrotingsjaar 2020 betaalt het agentschap aan de centra 50% van de begrotingsjaar 2020 betaalt het agentschap aan de centra 50% van de
werkingstoelage waar het centrum voor het schooljaar 2019 - 2020 recht werkingstoelage waar het centrum voor het schooljaar 2019 - 2020 recht
op heeft; op heeft;
4° uiterlijk op 31 oktober 2020 maken de centra 100% van de 4° uiterlijk op 31 oktober 2020 maken de centra 100% van de
inschrijvingsgelden die het centrum in de periode januari 2019 tot en inschrijvingsgelden die het centrum in de periode januari 2019 tot en
met augustus 2019 heeft geïnd over aan het agentschap. met augustus 2019 heeft geïnd over aan het agentschap.

Art. 5.In het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot

Art. 5.In het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot

regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor
Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007
betreffende het volwassenenonderwijs, het laatst gewijzigd bij het betreffende het volwassenenonderwijs, het laatst gewijzigd bij het
besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2018, wordt hoofdstuk besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2018, wordt hoofdstuk
IIIsexies, dat bestaat uit artikel 6decies, opgeheven. IIIsexies, dat bestaat uit artikel 6decies, opgeheven.

Art. 6.Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008

Art. 6.Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008

betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met
afzonderlijk beheer van het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor afzonderlijk beheer van het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor
Volwassenenonderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Volwassenenonderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse
Regering van 1 juni 2012 en 3 juli 2015, wordt opgeheven. Regering van 1 juni 2012 en 3 juli 2015, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019, met

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019, met

uitzondering van artikel 6, dat in werking treedt op 31 december 2019. uitzondering van artikel 6, dat in werking treedt op 31 december 2019.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met

de uitvoering van dit besluit. de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 maart 2019. Brussel, 15 maart 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Onderwijs, De Vlaamse minister van Onderwijs,
H. CREVITS H. CREVITS
^