Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan de sportsector in het kader van het noodfonds sport naar aanleiding van de COVID-19-pandemie | Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan de sportsector in het kader van het noodfonds sport naar aanleiding van de COVID-19-pandemie |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
11 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning | 11 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning |
van steun aan de sportsector in het kader van het noodfonds sport naar | van steun aan de sportsector in het kader van het noodfonds sport naar |
aanleiding van de COVID-19-pandemie | aanleiding van de COVID-19-pandemie |
Rechtsgrond | Rechtsgrond |
Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
- het decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen | - het decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen |
met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en | met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en |
de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar | de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar |
aanleiding van de COVID-19-pandemie, artikel 5 en 7. | aanleiding van de COVID-19-pandemie, artikel 5 en 7. |
Vormvereisten | Vormvereisten |
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord | - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord |
gegeven op 15 juli 2020. | gegeven op 15 juli 2020. |
- De Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en | - De Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en |
Media heeft advies gegeven op 27 juli 2020. | Media heeft advies gegeven op 27 juli 2020. |
- Er is op 6 augustus 2020 bij de Raad van State een aanvraag | - Er is op 6 augustus 2020 bij de Raad van State een aanvraag |
ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel | ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel |
84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd | 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd |
op 12 januari 1973. | op 12 januari 1973. |
Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel | Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel |
84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
januari 1973, toegepast. | januari 1973, toegepast. |
Motivering | Motivering |
Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: | Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: |
- Veel sportactoren worden geconfronteerd met beperkingen en impact | - Veel sportactoren worden geconfronteerd met beperkingen en impact |
wegens de federale maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad heeft | wegens de federale maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad heeft |
opgelegd om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. | opgelegd om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. |
Daardoor is financiële steun noodzakelijk. | Daardoor is financiële steun noodzakelijk. |
- De Vlaamse Regering besliste op 2 juni 2020 over het bedrag van de | - De Vlaamse Regering besliste op 2 juni 2020 over het bedrag van de |
noodfondsen om de COVID-19-pandemie op te vangen. | noodfondsen om de COVID-19-pandemie op te vangen. |
- Het decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen | - Het decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen |
met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en | met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en |
de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar | de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar |
aanleiding van de COVID-19-pandemie bepaalt in artikel 5 de | aanleiding van de COVID-19-pandemie bepaalt in artikel 5 de |
sportactoren die in aanmerking kunnen komen voor subsidies uit het | sportactoren die in aanmerking kunnen komen voor subsidies uit het |
noodfonds. | noodfonds. |
Juridisch kader | Juridisch kader |
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: | Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: |
- de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen | - de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen |
die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de | die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de |
boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de | boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de |
organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot en met | organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot en met |
artikel 14; | artikel 14; |
- de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 72 | - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 72 |
tot en met 76; | tot en met 76; |
- het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019, | - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019, |
artikel 71 tot en met 77. | artikel 71 tot en met 77. |
Initiatiefnemer | Initiatiefnemer |
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, |
Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. | Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT : | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT : |
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
1° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de sport; | 1° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de sport; |
2° Sport Vlaanderen: het agentschap, opgericht bij het decreet van 7 | 2° Sport Vlaanderen: het agentschap, opgericht bij het decreet van 7 |
mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd agentschap met | mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd agentschap met |
rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen". | rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen". |
HOOFDSTUK 2. - Steun uit het noodfonds sport aan organisatoren van | HOOFDSTUK 2. - Steun uit het noodfonds sport aan organisatoren van |
sportevenementen die een subsidie uit het beleidsveld Sport hebben | sportevenementen die een subsidie uit het beleidsveld Sport hebben |
ontvangen op basis van de subsidiereglementen van Sport Vlaanderen | ontvangen op basis van de subsidiereglementen van Sport Vlaanderen |
voor de organisatie van een topsportevenement, G-sportevenement of | voor de organisatie van een topsportevenement, G-sportevenement of |
bovenlokaal sportevenement dat plaatsvindt in 2020 | bovenlokaal sportevenement dat plaatsvindt in 2020 |
Art. 2.De steun uit het noodfonds sport aan organisatoren van |
Art. 2.De steun uit het noodfonds sport aan organisatoren van |
sportevenementen die in 2020 een subsidie van het beleidsveld Sport | sportevenementen die in 2020 een subsidie van het beleidsveld Sport |
hebben ontvangen op basis van de subsidiereglementen van Sport | hebben ontvangen op basis van de subsidiereglementen van Sport |
Vlaanderen voor de organisatie van een topsportevenement, | Vlaanderen voor de organisatie van een topsportevenement, |
G-sportevenement of bovenlokaal sportevenement dat plaatsvindt in | G-sportevenement of bovenlokaal sportevenement dat plaatsvindt in |
2020, heeft tot doel de schade ten gevolge van de COVID-19-pandemie | 2020, heeft tot doel de schade ten gevolge van de COVID-19-pandemie |
gedeeltelijk te compenseren of ondersteuning te bieden bij de | gedeeltelijk te compenseren of ondersteuning te bieden bij de |
heropstart na de COVID-19-pandemie. Het bedrag van de extra steun uit | heropstart na de COVID-19-pandemie. Het bedrag van de extra steun uit |
het noodfonds kan niet hoger zijn dan de toegekende projectsubsidie, | het noodfonds kan niet hoger zijn dan de toegekende projectsubsidie, |
vermeld in het ministerieel besluit tot toekenning van de | vermeld in het ministerieel besluit tot toekenning van de |
projectsubsidie voor de organisatie van het evenement in kwestie. | projectsubsidie voor de organisatie van het evenement in kwestie. |
Art. 3.Organisatoren van sportevenementen die een subsidie van het |
Art. 3.Organisatoren van sportevenementen die een subsidie van het |
beleidsveld Sport hebben ontvangen op basis van de subsidiereglementen | beleidsveld Sport hebben ontvangen op basis van de subsidiereglementen |
van Sport Vlaanderen voor de organisatie van een topsportevenement, | van Sport Vlaanderen voor de organisatie van een topsportevenement, |
G-sportevenement of bovenlokaal sportevenement dat oorspronkelijk | G-sportevenement of bovenlokaal sportevenement dat oorspronkelijk |
gepland was in de periode van 9 maart tot en met 31 december 2020, | gepland was in de periode van 9 maart tot en met 31 december 2020, |
komen in aanmerking voor steun uit het noodfonds sport. Ook indien | komen in aanmerking voor steun uit het noodfonds sport. Ook indien |
deze evenementen verplaatst of geannuleerd worden, komen ze in | deze evenementen verplaatst of geannuleerd worden, komen ze in |
aanmerking voor steun uit het noodfonds sport. | aanmerking voor steun uit het noodfonds sport. |
De volgende kosten komen in aanmerking voor steun: | De volgende kosten komen in aanmerking voor steun: |
1° aantoonbare kosten die gekoppeld zijn aan de organisatie van het | 1° aantoonbare kosten die gekoppeld zijn aan de organisatie van het |
gesubsidieerde sportevenement in kwestie; | gesubsidieerde sportevenement in kwestie; |
2° aantoonbare extra uitgaven die coronagerelateerd zijn en die | 2° aantoonbare extra uitgaven die coronagerelateerd zijn en die |
gekoppeld zijn aan de organisatie van het gesubsidieerde | gekoppeld zijn aan de organisatie van het gesubsidieerde |
sportevenement in kwestie. | sportevenement in kwestie. |
De kosten die in het ministerieel besluit tot toekenning van de | De kosten die in het ministerieel besluit tot toekenning van de |
projectsubsidie voor de organisatie van het evenement in kwestie | projectsubsidie voor de organisatie van het evenement in kwestie |
worden uitgesloten van subsidiëring, worden ook uitgesloten van steun | worden uitgesloten van subsidiëring, worden ook uitgesloten van steun |
uit het noodfonds sport. | uit het noodfonds sport. |
Art. 4.De organisator van een sportevenement, vermeld in artikel 3, |
Art. 4.De organisator van een sportevenement, vermeld in artikel 3, |
eerste lid, dient een aanvraagdossier in bij Sport Vlaanderen op de | eerste lid, dient een aanvraagdossier in bij Sport Vlaanderen op de |
wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. In het dossier toont de | wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. In het dossier toont de |
organisator de kosten aan die voor steun in aanmerking komen, vermeld | organisator de kosten aan die voor steun in aanmerking komen, vermeld |
in artikel 3, tweede lid, en die gekoppeld zijn aan de organisatie van | in artikel 3, tweede lid, en die gekoppeld zijn aan de organisatie van |
het evenement in kwestie. Kosten waarvoor al subsidie of steun is | het evenement in kwestie. Kosten waarvoor al subsidie of steun is |
toegekend door een andere overheidsinstantie, komen niet in | toegekend door een andere overheidsinstantie, komen niet in |
aanmerking. | aanmerking. |
Sport Vlaanderen beoordeelt het dossier op basis van het doel van de | Sport Vlaanderen beoordeelt het dossier op basis van het doel van de |
steunmaatregelen, vermeld in artikel 2, en de kosten die in aanmerking | steunmaatregelen, vermeld in artikel 2, en de kosten die in aanmerking |
komen, vermeld in artikel 3, tweede lid. De minister kent de steun toe | komen, vermeld in artikel 3, tweede lid. De minister kent de steun toe |
nadat Sport Vlaanderen het dossier beoordeeld heeft. | nadat Sport Vlaanderen het dossier beoordeeld heeft. |
Over de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 oktober 2020 ingediend | Over de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 oktober 2020 ingediend |
zijn, wordt uiterlijk op 30 november 2020 een beslissing genomen. Over | zijn, wordt uiterlijk op 30 november 2020 een beslissing genomen. Over |
de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 november 2020 ingediend zijn, | de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 november 2020 ingediend zijn, |
wordt uiterlijk op 31 december 2020 een beslissing genomen. | wordt uiterlijk op 31 december 2020 een beslissing genomen. |
In afwijking van het derde lid, kan voor een sportevenement dat | In afwijking van het derde lid, kan voor een sportevenement dat |
plaatsvindt tussen 1 november 2020 en 31 december 2020, een | plaatsvindt tussen 1 november 2020 en 31 december 2020, een |
aanvraagdossier ingediend worden tot uiterlijk op 15 december 2020. | aanvraagdossier ingediend worden tot uiterlijk op 15 december 2020. |
Over deze aanvraagdossiers wordt uiterlijk op 31 december 2020 een | Over deze aanvraagdossiers wordt uiterlijk op 31 december 2020 een |
beslissing genomen. | beslissing genomen. |
Art. 5.De organisator houdt alle bewijsstukken ter beschikking van |
Art. 5.De organisator houdt alle bewijsstukken ter beschikking van |
Sport Vlaanderen. Sport Vlaanderen houdt toezicht op de aanwending van | Sport Vlaanderen. Sport Vlaanderen houdt toezicht op de aanwending van |
de steun. | de steun. |
De organisator is gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de | De organisator is gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de |
steun als hij de voorwaarden niet naleeft, de steun niet aanwendt | steun als hij de voorwaarden niet naleeft, de steun niet aanwendt |
overeenkomstig het doel of de controle door Sport Vlaanderen op de | overeenkomstig het doel of de controle door Sport Vlaanderen op de |
aanwending ervan verhindert. | aanwending ervan verhindert. |
HOOFDSTUK 3. - Steun uit het noodfonds sport aan de organisaties die | HOOFDSTUK 3. - Steun uit het noodfonds sport aan de organisaties die |
structurele werkingssubsidies ontvangen voor hun basiswerking in het | structurele werkingssubsidies ontvangen voor hun basiswerking in het |
beleidsveld Sport | beleidsveld Sport |
Art. 6.De steun uit het noodfonds sport aan de organisaties die |
Art. 6.De steun uit het noodfonds sport aan de organisaties die |
structurele werkingssubsidies ontvangen voor hun basiswerking in het | structurele werkingssubsidies ontvangen voor hun basiswerking in het |
beleidsveld Sport, heeft tot doel de schade ten gevolge van de | beleidsveld Sport, heeft tot doel de schade ten gevolge van de |
COVID-19-pandemie gedeeltelijk te compenseren of ondersteuning te | COVID-19-pandemie gedeeltelijk te compenseren of ondersteuning te |
bieden bij de heropstart na de COVID-19-pandemie. | bieden bij de heropstart na de COVID-19-pandemie. |
Art. 7.De organisaties die structurele werkingssubsidies ontvangen |
Art. 7.De organisaties die structurele werkingssubsidies ontvangen |
voor hun basiswerking in het beleidsveld Sport, kunnen in 2020 een | voor hun basiswerking in het beleidsveld Sport, kunnen in 2020 een |
steunbedrag uit het noodfonds sport krijgen: | steunbedrag uit het noodfonds sport krijgen: |
1° de volgende organisaties ontvangen elk 25.000 euro | 1° de volgende organisaties ontvangen elk 25.000 euro |
(vijfentwintigduizend euro): | (vijfentwintigduizend euro): |
a) Sportimonium vzw; | a) Sportimonium vzw; |
b) Vlaamse Wielerschool vzw; | b) Vlaamse Wielerschool vzw; |
c) Wielerclub Eddy Merckxvrienden vzw (wielerploeg); | c) Wielerclub Eddy Merckxvrienden vzw (wielerploeg); |
d) Younited Belgium vzw; | d) Younited Belgium vzw; |
2° de volgende organisaties ontvangen elk 50.000 euro (vijftigduizend | 2° de volgende organisaties ontvangen elk 50.000 euro (vijftigduizend |
euro): | euro): |
a) de FitnessOrganisatie vzw; | a) de FitnessOrganisatie vzw; |
b) Gezond Sporten Vlaanderen vzw; | b) Gezond Sporten Vlaanderen vzw; |
c) G-Sport Vlaanderen vzw; | c) G-Sport Vlaanderen vzw; |
d) ICES vzw; | d) ICES vzw; |
e) Risicovechtsportplatform Vlaanderen vzw; | e) Risicovechtsportplatform Vlaanderen vzw; |
f) Sportwerk Vlaanderen vzw; | f) Sportwerk Vlaanderen vzw; |
g) Studentensport Vlaanderen vzw; | g) Studentensport Vlaanderen vzw; |
3° de volgende organisaties ontvangen als koepelorganisatie elk | 3° de volgende organisaties ontvangen als koepelorganisatie elk |
100.000 euro (honderdduizend euro): | 100.000 euro (honderdduizend euro): |
a) Vlaamse Sportfederatie vzw; | a) Vlaamse Sportfederatie vzw; |
b) Instituut voor Sportbeheer vzw. | b) Instituut voor Sportbeheer vzw. |
De organisaties, vermeld in het eerste lid, 2°, besteden het | De organisaties, vermeld in het eerste lid, 2°, besteden het |
toegekende steunbedrag, in overeenstemming met het doel, vermeld in | toegekende steunbedrag, in overeenstemming met het doel, vermeld in |
artikel 6, aan de eigen werking of aan de begeleiding van de | artikel 6, aan de eigen werking of aan de begeleiding van de |
heropstart in de sportsector van hun doelgroep. | heropstart in de sportsector van hun doelgroep. |
De organisaties, vermeld in het eerste lid, 3°, besteden het | De organisaties, vermeld in het eerste lid, 3°, besteden het |
toegekende steunbedrag, in overeenstemming met het doel, vermeld in | toegekende steunbedrag, in overeenstemming met het doel, vermeld in |
artikel 6, aan de eigen werking en aan de begeleiding van de | artikel 6, aan de eigen werking en aan de begeleiding van de |
heropstart in de sportsector van hun leden of doelgroep. | heropstart in de sportsector van hun leden of doelgroep. |
De steun, vermeld in het eerste lid, moet aangewend worden in 2020 of | De steun, vermeld in het eerste lid, moet aangewend worden in 2020 of |
2021. | 2021. |
Art. 8.De organisaties die structurele werkingssubsidies ontvangen |
Art. 8.De organisaties die structurele werkingssubsidies ontvangen |
voor hun basiswerking in het beleidsveld Sport, vermeld in artikel 7, | voor hun basiswerking in het beleidsveld Sport, vermeld in artikel 7, |
eerste lid, dienen een aanvraagdossier in bij Sport Vlaanderen op de | eerste lid, dienen een aanvraagdossier in bij Sport Vlaanderen op de |
wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. In het aanvraagdossier toont de | wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. In het aanvraagdossier toont de |
organisatie inhoudelijk en financieel aan hoe ze de steun zal | organisatie inhoudelijk en financieel aan hoe ze de steun zal |
aanwenden ter compensatie van schade ten gevolge van de | aanwenden ter compensatie van schade ten gevolge van de |
COVID-19-pandemie of voor de heropstart na de COVID-19-pandemie. | COVID-19-pandemie of voor de heropstart na de COVID-19-pandemie. |
Sport Vlaanderen beoordeelt het dossier op basis van het doel van de | Sport Vlaanderen beoordeelt het dossier op basis van het doel van de |
steunmaatregelen, vermeld in artikel 6. De minister kent de steun, | steunmaatregelen, vermeld in artikel 6. De minister kent de steun, |
vermeld in artikel 7, eerste lid, toe nadat Sport Vlaanderen het | vermeld in artikel 7, eerste lid, toe nadat Sport Vlaanderen het |
dossier beoordeeld heeft. | dossier beoordeeld heeft. |
Over de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 oktober 2020 ingediend | Over de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 oktober 2020 ingediend |
zijn, wordt uiterlijk op 30 november 2020 een beslissing genomen. Over | zijn, wordt uiterlijk op 30 november 2020 een beslissing genomen. Over |
de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 november 2020 ingediend zijn, | de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 november 2020 ingediend zijn, |
wordt uiterlijk op 31 december 2020 een beslissing genomen. | wordt uiterlijk op 31 december 2020 een beslissing genomen. |
Art. 9.De organisatie verantwoordt de besteding van de steun, vermeld |
Art. 9.De organisatie verantwoordt de besteding van de steun, vermeld |
in artikel 7, eerste lid, samen met de verantwoording van haar | in artikel 7, eerste lid, samen met de verantwoording van haar |
algemene werkingssubsidies 2020 via het werkingsverslag en het | algemene werkingssubsidies 2020 via het werkingsverslag en het |
financiële verslag op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. Als de | financiële verslag op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. Als de |
steun ook in 2021 wordt aangewend, verantwoordt de organisatie de | steun ook in 2021 wordt aangewend, verantwoordt de organisatie de |
besteding van de steun samen met de verantwoording van haar algemene | besteding van de steun samen met de verantwoording van haar algemene |
werkingssubsidies 2021 via het werkingsverslag en het financiële | werkingssubsidies 2021 via het werkingsverslag en het financiële |
verslag op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. | verslag op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. |
Sport Vlaanderen houdt toezicht op de aanwending van de steun. De | Sport Vlaanderen houdt toezicht op de aanwending van de steun. De |
organisatie is gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de | organisatie is gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de |
steun als ze de voorwaarden niet naleeft, de steun niet aanwendt | steun als ze de voorwaarden niet naleeft, de steun niet aanwendt |
overeenkomstig het doel of de controle door Sport Vlaanderen op de | overeenkomstig het doel of de controle door Sport Vlaanderen op de |
aanwending ervan verhindert. | aanwending ervan verhindert. |
HOOFDSTUK 4. - Steun uit het noodfonds sport aan de gesubsidieerde | HOOFDSTUK 4. - Steun uit het noodfonds sport aan de gesubsidieerde |
sportfederaties en organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding | sportfederaties en organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding |
Art. 10.De steun uit het noodfonds sport aan de gesubsidieerde |
Art. 10.De steun uit het noodfonds sport aan de gesubsidieerde |
sportfederaties en organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding | sportfederaties en organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding |
die voor het werkingsjaar 2020 een algemene werkingssubsidie ontvangen | die voor het werkingsjaar 2020 een algemene werkingssubsidie ontvangen |
op basis van het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en | op basis van het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en |
subsidiëring van de georganiseerde sportsector, heeft tot doel de | subsidiëring van de georganiseerde sportsector, heeft tot doel de |
schade ten gevolge van de COVID-19-pandemie gedeeltelijk te | schade ten gevolge van de COVID-19-pandemie gedeeltelijk te |
compenseren of ondersteuning te bieden bij de heropstart na de | compenseren of ondersteuning te bieden bij de heropstart na de |
COVID-19-pandemie op de wijze, vermeld in het tweede lid. | COVID-19-pandemie op de wijze, vermeld in het tweede lid. |
De steun wordt door de sportfederatie of de organisatie voor de | De steun wordt door de sportfederatie of de organisatie voor de |
sportieve vrijetijdsbesteding als volgt aangewend: | sportieve vrijetijdsbesteding als volgt aangewend: |
1° maximaal 40 % van de steun wordt aangewend om het nettoverlies van | 1° maximaal 40 % van de steun wordt aangewend om het nettoverlies van |
de sportfederatie of de organisatie voor de sportieve | de sportfederatie of de organisatie voor de sportieve |
vrijetijdsbesteding zelf te compenseren; | vrijetijdsbesteding zelf te compenseren; |
2° minimaal 60 % van de steun wordt aangewend voor minstens een van de | 2° minimaal 60 % van de steun wordt aangewend voor minstens een van de |
volgende elementen: | volgende elementen: |
a) financiële steun aan haar sportclubs of aan haar aangesloten | a) financiële steun aan haar sportclubs of aan haar aangesloten |
verenigingen; | verenigingen; |
b) een of meer participatiebevorderende of kwaliteitsbevorderende | b) een of meer participatiebevorderende of kwaliteitsbevorderende |
projecten die specifiek gericht zijn op personen tot achttien jaar of | projecten die specifiek gericht zijn op personen tot achttien jaar of |
op personen met een handicap of beperking, om de heropstart van hun | op personen met een handicap of beperking, om de heropstart van hun |
sportactiviteiten of sportieve vrijetijdsactiviteiten te stimuleren. | sportactiviteiten of sportieve vrijetijdsactiviteiten te stimuleren. |
De steun moet aangewend worden in 2020 of 2021. | De steun moet aangewend worden in 2020 of 2021. |
Art. 11.De gesubsidieerde sportfederaties en organisaties voor de |
Art. 11.De gesubsidieerde sportfederaties en organisaties voor de |
sportieve vrijetijdsbesteding, vermeld in artikel 10, eerste lid, | sportieve vrijetijdsbesteding, vermeld in artikel 10, eerste lid, |
dienen een aanvraagdossier in bij Sport Vlaanderen op de wijze die | dienen een aanvraagdossier in bij Sport Vlaanderen op de wijze die |
Sport Vlaanderen bepaalt. In het dossier toont de organisatie | Sport Vlaanderen bepaalt. In het dossier toont de organisatie |
inhoudelijk en financieel aan op welke wijze ze de steun zal | inhoudelijk en financieel aan op welke wijze ze de steun zal |
aanwenden, vermeld in artikel 10, tweede lid. | aanwenden, vermeld in artikel 10, tweede lid. |
Sport Vlaanderen beoordeelt het dossier op basis van het doel van de | Sport Vlaanderen beoordeelt het dossier op basis van het doel van de |
steunmaatregelen, vermeld in artikel 10, tweede lid. De minister kent | steunmaatregelen, vermeld in artikel 10, tweede lid. De minister kent |
de steun toe nadat Sport Vlaanderen het dossier beoordeeld heeft. De | de steun toe nadat Sport Vlaanderen het dossier beoordeeld heeft. De |
steun bedraagt minimaal 20 % van de algemene werkingssubsidie 2019 die | steun bedraagt minimaal 20 % van de algemene werkingssubsidie 2019 die |
toegekend is aan de sportfederatie of de organisatie voor de sportieve | toegekend is aan de sportfederatie of de organisatie voor de sportieve |
vrijetijdsbesteding op basis van het decreet van 10 juni 2016 houdende | vrijetijdsbesteding op basis van het decreet van 10 juni 2016 houdende |
de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector. De | de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector. De |
bonus voor het werkingsjaar 2019 aan gefuseerde unisportfederaties, | bonus voor het werkingsjaar 2019 aan gefuseerde unisportfederaties, |
vermeld in artikel 81 van hetzelfde decreet, wordt niet meegerekend. | vermeld in artikel 81 van hetzelfde decreet, wordt niet meegerekend. |
De Vlaamse Schaatsunie vzw, die in 2020 voor het eerst is | De Vlaamse Schaatsunie vzw, die in 2020 voor het eerst is |
gesubsidieerd, ontvangt minimaal 20% van 140.000 euro | gesubsidieerd, ontvangt minimaal 20% van 140.000 euro |
(honderdveertigduizend euro). | (honderdveertigduizend euro). |
Over de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 oktober 2020 ingediend | Over de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 oktober 2020 ingediend |
zijn, wordt uiterlijk op 30 november 2020 een beslissing genomen. Over | zijn, wordt uiterlijk op 30 november 2020 een beslissing genomen. Over |
de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 november 2020 ingediend zijn, | de aanvraagdossiers die uiterlijk op 15 november 2020 ingediend zijn, |
wordt uiterlijk op 31 december 2020 een beslissing genomen. | wordt uiterlijk op 31 december 2020 een beslissing genomen. |
Art. 12.De sportfederatie of de organisatie voor de sportieve |
Art. 12.De sportfederatie of de organisatie voor de sportieve |
vrijetijdsbesteding verantwoordt de besteding van de steun, vermeld in | vrijetijdsbesteding verantwoordt de besteding van de steun, vermeld in |
artikel 11, samen met de verantwoording van haar werkingssubsidies | artikel 11, samen met de verantwoording van haar werkingssubsidies |
2020 via het werkingsverslag en het financiële verslag op de wijze die | 2020 via het werkingsverslag en het financiële verslag op de wijze die |
Sport Vlaanderen bepaalt. Als de steun ook in 2021 wordt gebruikt, | Sport Vlaanderen bepaalt. Als de steun ook in 2021 wordt gebruikt, |
verantwoordt de organisatie de besteding van de subsidie samen met de | verantwoordt de organisatie de besteding van de subsidie samen met de |
verantwoording van haar werkingssubsidies 2021 via het werkingsverslag | verantwoording van haar werkingssubsidies 2021 via het werkingsverslag |
en het financiële verslag op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. | en het financiële verslag op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. |
Sport Vlaanderen houdt toezicht op de aanwending van de steun. De | Sport Vlaanderen houdt toezicht op de aanwending van de steun. De |
sportfederatie of organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding is | sportfederatie of organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding is |
gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de steun als ze de | gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de steun als ze de |
voorwaarden niet naleeft, de steun niet aanwendt overeenkomstig het | voorwaarden niet naleeft, de steun niet aanwendt overeenkomstig het |
doel of de controle door Sport Vlaanderen op de aanwending ervan | doel of de controle door Sport Vlaanderen op de aanwending ervan |
verhindert. | verhindert. |
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen |
Art. 13.Het restbedrag van de steun uit het noodfonds sport waarin |
Art. 13.Het restbedrag van de steun uit het noodfonds sport waarin |
voorzien is voor de actoren, vermeld in hoofdstuk 2, 3 en 4, en dat | voorzien is voor de actoren, vermeld in hoofdstuk 2, 3 en 4, en dat |
niet kan worden uitgekeerd, kan worden verdeeld onder de actoren in | niet kan worden uitgekeerd, kan worden verdeeld onder de actoren in |
hoofdstuk 2, 3 en 4. | hoofdstuk 2, 3 en 4. |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
ervan in het Belgisch Staatsblad. | ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sport, is belast met de |
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sport, is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 11 september 2020. | Brussel, 11 september 2020. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse | De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse |
Rand, | Rand, |
B. WEYTS | B. WEYTS |