Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 03/05/2019
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende het opvangverlof en het pleegzorgverlof voor de personeelsleden van het onderwijs "
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende het opvangverlof en het pleegzorgverlof voor de personeelsleden van het onderwijs Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende het opvangverlof en het pleegzorgverlof voor de personeelsleden van het onderwijs
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
3 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de 3 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de
regelgeving betreffende het opvangverlof en het pleegzorgverlof voor regelgeving betreffende het opvangverlof en het pleegzorgverlof voor
de personeelsleden van het onderwijs de personeelsleden van het onderwijs
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden
gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid; gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;
Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd
onderwijs van 27 maart 1991, artikel 51, eerste lid; onderwijs van 27 maart 1991, artikel 51, eerste lid;
Gelet op het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en Gelet op het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en
de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21, § 1, de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21, § 1,
ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009; ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009;
Gelet op het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van Gelet op het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van
onderwijs, artikel 142, eerste lid; onderwijs, artikel 142, eerste lid;
Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij
het decreet van 20 december 2013, artikel V.84; het decreet van 20 december 2013, artikel V.84;
Gelet op het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van Gelet op het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van
de personeelsleden in de basiseducatie, artikel 17; de personeelsleden in de basiseducatie, artikel 17;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 1994 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 1994
betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs
en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op adoptie en en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op adoptie en
pleegvoogdij, pleegvoogdij,
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot
regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de
hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool; hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 5 februari 2019; begroting, gegeven op 5 februari 2019;
Gelet op protocol nr. 126 van 15 maart 2019 houdende de conclusies van Gelet op protocol nr. 126 van 15 maart 2019 houdende de conclusies van
de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke
vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap
van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke
overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité, overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité,
vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van
onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op protocol nr. 95 van 15 maart 2019 houdende de conclusies van Gelet op protocol nr. 95 van 15 maart 2019 houdende de conclusies van
de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams
Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in het decreet Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in het decreet
van 23 januari 2009 tot oprichting van onderhandelingscomités voor de van 23 januari 2009 tot oprichting van onderhandelingscomités voor de
basiseducatie en voor het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het basiseducatie en voor het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het
Volwassenenonderwijs; Volwassenenonderwijs;
Gelet op protocol nr. 95 van 15 maart 2019 houdende de conclusies van Gelet op protocol nr. 95 van 15 maart 2019 houdende de conclusies van
de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams
Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het Universitair Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het Universitair
Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, gecodificeerd op Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, gecodificeerd op
11 oktober 2013; 11 oktober 2013;
Gelet op advies 65.835/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april Gelet op advies 65.835/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april
2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van
9 november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden 9 november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden
van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog
op adoptie en pleegvoogdij op adoptie en pleegvoogdij

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9

november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van
het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op
adoptie en pleegvoogdij, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse adoptie en pleegvoogdij, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse
Regering van 17 november 2017, wordt paragraaf 1 vervangen door wat Regering van 17 november 2017, wordt paragraaf 1 vervangen door wat
volgt: volgt:
" § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, hebben op hun " § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, hebben op hun
aanvraag recht op een opvangverlof als zij een minderjarig kind in hun aanvraag recht op een opvangverlof als zij een minderjarig kind in hun
gezin opnemen met het oog op adoptie of pleegvoogdij. Het gezin opnemen met het oog op adoptie of pleegvoogdij. Het
personeelslid, vermeld in artikel 1, dat in het kader van een personeelslid, vermeld in artikel 1, dat in het kader van een
langdurige pleegzorg een kind in zijn gezin onthaalt, met het oog op langdurige pleegzorg een kind in zijn gezin onthaalt, met het oog op
de zorg voor dit kind, heeft ook recht op opvangverlof. de zorg voor dit kind, heeft ook recht op opvangverlof.
Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat
het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij
dezelfde pleegouders zal verblijven. dezelfde pleegouders zal verblijven.
De tijdelijk aangestelde personeelsleden hebben alleen recht op dit De tijdelijk aangestelde personeelsleden hebben alleen recht op dit
opvangverlof als het geheel of gedeeltelijk valt binnen de periode van opvangverlof als het geheel of gedeeltelijk valt binnen de periode van
hun aanstelling. hun aanstelling.
Alleen het personeelslid dat adopteert of pleegvoogdij opneemt of Alleen het personeelslid dat adopteert of pleegvoogdij opneemt of
langdurige pleegzorg uitoefent, kan aanspraak maken op het langdurige pleegzorg uitoefent, kan aanspraak maken op het
opvangverlof." opvangverlof."

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

van de Vlaamse Regering van 21 september 2012, worden de volgende van de Vlaamse Regering van 21 september 2012, worden de volgende
wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
"Het opvangverlof bedraagt een aaneengesloten periode van ten hoogste "Het opvangverlof bedraagt een aaneengesloten periode van ten hoogste
zeven weken voor verloven die ingaan op of na 1 maart 2019. zeven weken voor verloven die ingaan op of na 1 maart 2019.
Vanaf 1 januari 2021 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2021 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste acht weken. periode van ten hoogste acht weken.
Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste negen weken. periode van ten hoogste negen weken.
Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste tien weken. periode van ten hoogste tien weken.
Vanaf 1 januari 2027 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2027 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste elf weken. periode van ten hoogste elf weken.
De eerste zes weken opvangverlof worden toegekend per ouder. De De eerste zes weken opvangverlof worden toegekend per ouder. De
bijkomende weken opvangverlof worden verdeeld tussen beide ouders als bijkomende weken opvangverlof worden verdeeld tussen beide ouders als
beide ouders adopteren of de pleegvoogdij opnemen of langdurige beide ouders adopteren of de pleegvoogdij opnemen of langdurige
pleegzorg uitoefenen. pleegzorg uitoefenen.
De ingangsdatum van het opvangverlof geeft aan welke duur van De ingangsdatum van het opvangverlof geeft aan welke duur van
toepassing is."; toepassing is.";
2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind "De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind
getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van
ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten
minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale
schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag." schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag."

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "op wedde

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "op wedde

of weddetoelage en op verhoging tot een hogere wedde of weddetoelage" of weddetoelage en op verhoging tot een hogere wedde of weddetoelage"
vervangen door de zinsnede "op salaris of salaristoelage en op vervangen door de zinsnede "op salaris of salaristoelage en op
verhoging tot een hoger salaris of een hogere salaristoelage". verhoging tot een hoger salaris of een hogere salaristoelage".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

volgt: volgt:
"

Art. 6.De maximumduur van het opvangverlof wordt met twee weken per

"

Art. 6.De maximumduur van het opvangverlof wordt met twee weken per

ouder verlengd bij gelijktijdige adoptie, pleegvoogdij of langdurige ouder verlengd bij gelijktijdige adoptie, pleegvoogdij of langdurige
pleegzorg van meerdere minderjarige kinderen.". pleegzorg van meerdere minderjarige kinderen.".

Art. 5.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van

Art. 5.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van

de Vlaamse Regering van 17 november 2017, worden een artikel 7/2 en de Vlaamse Regering van 17 november 2017, worden een artikel 7/2 en
7/3 ingevoegd, die luiden als volgt: 7/3 ingevoegd, die luiden als volgt:
"

Art. 7/2.Een personeelslid, vermeld in artikel 1, dat officieel als

"

Art. 7/2.Een personeelslid, vermeld in artikel 1, dat officieel als

pleegouder is aangesteld door een rechtbank, een door de gemeenschap pleegouder is aangesteld door een rechtbank, een door de gemeenschap
erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van de "l'Aide à la erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van de "l'Aide à la
Jeunesse" of het Comité Bijzondere Jeugdbijstand, heeft recht op Jeunesse" of het Comité Bijzondere Jeugdbijstand, heeft recht op
pleegzorgverlof. Het personeelslid levert aan de hand van een formele pleegzorgverlof. Het personeelslid levert aan de hand van een formele
aanstellingsbeslissing het bewijs dat het pleegouder is. aanstellingsbeslissing het bewijs dat het pleegouder is.
Het pleegzorgverlof kan worden toegekend voor een van de volgende Het pleegzorgverlof kan worden toegekend voor een van de volgende
gebeurtenissen: gebeurtenissen:
1° zittingen bijwonen bij de gerechtelijke en administratieve 1° zittingen bijwonen bij de gerechtelijke en administratieve
autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin; autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
2° contacten hebben met de natuurlijke ouders of met andere personen 2° contacten hebben met de natuurlijke ouders of met andere personen
die belangrijk zijn voor het pleegkind of de pleeggast; die belangrijk zijn voor het pleegkind of de pleeggast;
3° contacten hebben met de dienst voor pleegzorg. 3° contacten hebben met de dienst voor pleegzorg.
In afwijking van het tweede lid, kan het pleegzorgverlof ook voor In afwijking van het tweede lid, kan het pleegzorgverlof ook voor
andere situaties toegekend worden als aan al de volgende voorwaarden andere situaties toegekend worden als aan al de volgende voorwaarden
voldaan is: voldaan is:
1° de bevoegde plaatsingsdienst levert een attest af dat verduidelijkt 1° de bevoegde plaatsingsdienst levert een attest af dat verduidelijkt
waarom het pleegzorgverlof noodzakelijk is; waarom het pleegzorgverlof noodzakelijk is;
2° de afwezigheid wordt niet gedekt door het uitzonderlijk verlof 2° de afwezigheid wordt niet gedekt door het uitzonderlijk verlof
wegens overmacht, vermeld in artikel 3. wegens overmacht, vermeld in artikel 3.

Art. 7/3.Het pleegzorgverlof bedraagt ten hoogste zes dagen per

Art. 7/3.Het pleegzorgverlof bedraagt ten hoogste zes dagen per

kalenderjaar. Als twee personeelsleden uit hetzelfde pleeggezin kalenderjaar. Als twee personeelsleden uit hetzelfde pleeggezin
allebei zijn aangesteld als pleegouder, kan maar een van hen van het allebei zijn aangesteld als pleegouder, kan maar een van hen van het
pleegzorgverlof opnemen. pleegzorgverlof opnemen.
Het pleegzorgverlof wordt gelijkgesteld met een periode van Het pleegzorgverlof wordt gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit. Tijdens het pleegzorgverlof heeft het personeelslid dienstactiviteit. Tijdens het pleegzorgverlof heeft het personeelslid
recht op salaris of salaristoelage en op verhoging tot een hoger recht op salaris of salaristoelage en op verhoging tot een hoger
salaris of een hogere salaristoelage." salaris of een hogere salaristoelage."
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van
31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de
personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de
Hogere Zeevaartschool Hogere Zeevaartschool

Art. 6.In het opschrift van hoofdstuk III/2 van het besluit van de

Art. 6.In het opschrift van hoofdstuk III/2 van het besluit van de

Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven
voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap
en van de Hogere Zeevaartschool, ingevoegd bij het besluit van de en van de Hogere Zeevaartschool, ingevoegd bij het besluit van de
Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de woorden "adoptie en Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de woorden "adoptie en
pleegvoogdij" vervangen door de woorden "adoptie, pleegvoogdij en pleegvoogdij" vervangen door de woorden "adoptie, pleegvoogdij en
langdurige pleegzorg". langdurige pleegzorg".

Art. 7.In artikel 8/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 7.In artikel 8/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de
volgende wijzigingen aangebracht: volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
"Een personeelslid, vermeld in artikel 1, heeft recht op een "Een personeelslid, vermeld in artikel 1, heeft recht op een
opvangverlof als het een minderjarig kind in het gezin opneemt met het opvangverlof als het een minderjarig kind in het gezin opneemt met het
oog op adoptie of pleegvoogdij op grond van titel VIII of titel X, oog op adoptie of pleegvoogdij op grond van titel VIII of titel X,
hoofdstuk IIbis van het Burgerlijk Wetboek. Het personeelslid, vermeld hoofdstuk IIbis van het Burgerlijk Wetboek. Het personeelslid, vermeld
in artikel 1, dat in het kader van een langdurige pleegzorg een kind in artikel 1, dat in het kader van een langdurige pleegzorg een kind
in zijn gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, heeft in zijn gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, heeft
ook recht op opvangverlof. ook recht op opvangverlof.
Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat
het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij
dezelfde pleegouders zal verblijven." dezelfde pleegouders zal verblijven."
2° in het tweede lid wordt tussen het woord "opneemt" en het woord 2° in het tweede lid wordt tussen het woord "opneemt" en het woord
"heeft" de zinsnede "of langdurige pleegzorg uitoefent," ingevoegd. "heeft" de zinsnede "of langdurige pleegzorg uitoefent," ingevoegd.

Art. 8.In artikel 8/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 8.In artikel 8/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de
volgende wijzigingen aangebracht: volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
" "Het opvangverlof bedraagt een aaneengesloten periode van ten " "Het opvangverlof bedraagt een aaneengesloten periode van ten
hoogste zeven weken voor verloven die ingaan op of na 1 maart 2019. hoogste zeven weken voor verloven die ingaan op of na 1 maart 2019.
Vanaf 1 januari 2021 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2021 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste acht weken. periode van ten hoogste acht weken.
Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste negen weken. periode van ten hoogste negen weken.
Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste tien weken. periode van ten hoogste tien weken.
Vanaf 1 januari 2027 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten Vanaf 1 januari 2027 bedraagt het opvangverlof een aaneengesloten
periode van ten hoogste elf weken. periode van ten hoogste elf weken.
De eerste zes weken opvangverlof worden toegekend per ouder. De De eerste zes weken opvangverlof worden toegekend per ouder. De
bijkomende weken opvangverlof worden verdeeld tussen beide ouders als bijkomende weken opvangverlof worden verdeeld tussen beide ouders als
beide ouders adopteren of de pleegvoogdij opnemen of langdurige beide ouders adopteren of de pleegvoogdij opnemen of langdurige
pleegzorg uitoefenen. pleegzorg uitoefenen.
De ingangsdatum van het opvangverlof geeft aan welke duur van De ingangsdatum van het opvangverlof geeft aan welke duur van
toepassing is."; toepassing is.";
2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind "De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind
getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van
ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten ten minste 66% of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten
minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale
schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.". schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.".

Art. 9.Artikel 8/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit

Art. 9.Artikel 8/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit

van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, wordt vervangen door wat van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, wordt vervangen door wat
volgt: volgt:
"

Art. 8/5.De maximumduur van het opvangverlof wordt met twee weken

"

Art. 8/5.De maximumduur van het opvangverlof wordt met twee weken

per ouder verlengd bij gelijktijdige adoptie, pleegvoogdij of per ouder verlengd bij gelijktijdige adoptie, pleegvoogdij of
langdurige pleegzorg van meerdere minderjarige kinderen.". langdurige pleegzorg van meerdere minderjarige kinderen.".

Art. 10.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit

Art. 10.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit

van de Vlaamse Regering van 9 november 2018, wordt een artikel 8/6/1 van de Vlaamse Regering van 9 november 2018, wordt een artikel 8/6/1
ingevoegd, dat luidt als volgt: ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 8/6/1. De personeelsleden die het verplichte "Art. 8/6/1. De personeelsleden die het verplichte
voorbereidingsprogramma volgen met het oog op adoptie, hebben recht op voorbereidingsprogramma volgen met het oog op adoptie, hebben recht op
dienstvrijstelling om afwezig te zijn voor de nodige duur om het dienstvrijstelling om afwezig te zijn voor de nodige duur om het
voorbereidingsprogramma te volgen. Na afloop staven zij hun voorbereidingsprogramma te volgen. Na afloop staven zij hun
aanwezigheid met een bewijs van deelname bij het hogeschoolbestuur. aanwezigheid met een bewijs van deelname bij het hogeschoolbestuur.
De dienstvrijstelling wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. De De dienstvrijstelling wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. De
periode van dienstvrijstelling wordt bezoldigd." periode van dienstvrijstelling wordt bezoldigd."
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2019.

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2019.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast

met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 3 mei 2019. Brussel, 3 mei 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Onderwijs, De Vlaamse minister van Onderwijs,
H. CREVITS H. CREVITS
^