← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende benoeming van leden van de raad van bestuur van het Brussels Waarborgfonds, in uitvoering van artikel 11 van de ordonnantie van 22 april 1999 "
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende benoeming van leden van de raad van bestuur van het Brussels Waarborgfonds, in uitvoering van artikel 11 van de ordonnantie van 22 april 1999 | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende benoeming van leden van de raad van bestuur van het Brussels Waarborgfonds, in uitvoering van artikel 11 van de ordonnantie van 22 april 1999 |
---|---|
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
21 OKTOBER 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 21 OKTOBER 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
houdende benoeming van leden van de raad van bestuur van het Brussels | houdende benoeming van leden van de raad van bestuur van het Brussels |
Waarborgfonds, in uitvoering van artikel 11 van de ordonnantie van 22 | Waarborgfonds, in uitvoering van artikel 11 van de ordonnantie van 22 |
april 1999 | april 1999 |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Gelet op de ordonnantie van 22 april 1999 tot wijziging van de wet van | Gelet op de ordonnantie van 22 april 1999 tot wijziging van de wet van |
4 augustus 1978 tot economische heroriëntering en houdende oprichting | 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering en houdende oprichting |
van het Brussels Waarborgfonds, artikel 11 ; | van het Brussels Waarborgfonds, artikel 11 ; |
Overwegende dat het mandaat van de aftredende leden, met een duur van | Overwegende dat het mandaat van de aftredende leden, met een duur van |
6 jaar, is afgelopen; | 6 jaar, is afgelopen; |
Overwegende dat het aan de Regering is om personen te benoemen ter | Overwegende dat het aan de Regering is om personen te benoemen ter |
vervanging van de aftredende leden, op basis van de ontvangen | vervanging van de aftredende leden, op basis van de ontvangen |
voorstellen; | voorstellen; |
Overwegende de ordonnantie van 13 februari 2014 ertoe strekkende | Overwegende de ordonnantie van 13 februari 2014 ertoe strekkende |
binnen de leden die door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benoemd | binnen de leden die door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benoemd |
worden in de bestuursorganen van rechtspersonen, een evenwichtige | worden in de bestuursorganen van rechtspersonen, een evenwichtige |
aanwezigheid van vrouwen en mannen te waarborgen; | aanwezigheid van vrouwen en mannen te waarborgen; |
Op voorstel van de Minister belast met Economie ; | Op voorstel van de Minister belast met Economie ; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Worden benoemd tot werkende leden van de Raad : |
Artikel 1.Worden benoemd tot werkende leden van de Raad : |
- als vertegenwoordigers van de Kamer van de Middenstand van de | - als vertegenwoordigers van de Kamer van de Middenstand van de |
Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : | Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : |
1° Mev. Sophie Heuskin; | 1° Mev. Sophie Heuskin; |
2° Dhr. Jos Vanneste; | 2° Dhr. Jos Vanneste; |
3° Dhr. Pierre Van Schendel; | 3° Dhr. Pierre Van Schendel; |
4° Dhr. Philippe Six; | 4° Dhr. Philippe Six; |
5° Mevr. Océane Cougneau; | 5° Mevr. Océane Cougneau; |
6° Mevr. Salima Serouane; | 6° Mevr. Salima Serouane; |
- als vertegenwoordigers van de Belgische Bankvereniging : | - als vertegenwoordigers van de Belgische Bankvereniging : |
1° Dhr. Côme Derouaux; | 1° Dhr. Côme Derouaux; |
2° Dhr. Maarten Pintelon; | 2° Dhr. Maarten Pintelon; |
3° Mevr. Daniella Rizzo; | 3° Mevr. Daniella Rizzo; |
- als vertegenwoordigers van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad : | - als vertegenwoordigers van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad : |
1° Mevr. Karolien Kaisz | 1° Mevr. Karolien Kaisz |
2° Dhr. Vincent Biauce | 2° Dhr. Vincent Biauce |
3° Dhr. Daniel Stanciu | 3° Dhr. Daniel Stanciu |
Art. 2.Worden benoemd tot plaatsvervangende leden van de Raad : |
Art. 2.Worden benoemd tot plaatsvervangende leden van de Raad : |
- als vertegenwoordigers van de Kamer van de Middenstand van de | - als vertegenwoordigers van de Kamer van de Middenstand van de |
Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : | Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : |
1° Dhr. Fabrice Oppitz; | 1° Dhr. Fabrice Oppitz; |
2° Mevr. Lynn Jonckheere; | 2° Mevr. Lynn Jonckheere; |
3° Mevr. Madeleine Deroy; | 3° Mevr. Madeleine Deroy; |
4. Mevr. Liedwij Verbiest; | 4. Mevr. Liedwij Verbiest; |
5° Dhr. Philippe Ruelens; | 5° Dhr. Philippe Ruelens; |
6. Dhr. Marc Van Thournout | 6. Dhr. Marc Van Thournout |
- als vertegenwoordigers van de Belgische Bankvereniging : | - als vertegenwoordigers van de Belgische Bankvereniging : |
1° Dhr. Philippe Hespel; | 1° Dhr. Philippe Hespel; |
2° Mevr. Steffi Vallaeys; | 2° Mevr. Steffi Vallaeys; |
3° Dhr. Michel Verstraeten | 3° Dhr. Michel Verstraeten |
- als vertegenwoordigers van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad : | - als vertegenwoordigers van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad : |
1° Mevr. Mimi Crahaij | 1° Mevr. Mimi Crahaij |
2° Dhr. Kim Fredericq Evangelista | 2° Dhr. Kim Fredericq Evangelista |
3° Dhr. Grégory Rase | 3° Dhr. Grégory Rase |
Art. 3.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering |
Art. 3.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Brussel, 21 oktober 2021. | Brussel, 21 oktober 2021. |
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : |
De Minister-Voorzitter, | De Minister-Voorzitter, |
R. VERVOORT | R. VERVOORT |
De Minister belast met Economie | De Minister belast met Economie |
A. MARON | A. MARON |