| Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van de Centrale Paritaire Commissie voor de Hogere Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van de Centrale Paritaire Commissie voor de Hogere Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
| 26 AUGUSTUS 2010. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap | 26 AUGUSTUS 2010. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap |
| tot instelling van de Centrale Paritaire Commissie voor de Hogere | tot instelling van de Centrale Paritaire Commissie voor de Hogere |
| Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs | Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs |
| De Regering van de Franse Gemeenschap, | De Regering van de Franse Gemeenschap, |
| Gelet op het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de | Gelet op het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de |
| regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd | regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd |
| in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, | in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, |
| statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten), | statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten), |
| inzonderheid op de artikelen 307, 311, 312 en 313; | inzonderheid op de artikelen 307, 311, 312 en 313; |
| Gelet op het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve | Gelet op het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve |
| personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of | personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of |
| gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten | gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten |
| voor architectuur, inzonderheid op artikel 155, 2e lid, gewijzigd bij | voor architectuur, inzonderheid op artikel 155, 2e lid, gewijzigd bij |
| het decreet van 19 februari 2009; | het decreet van 19 februari 2009; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 |
| maart 2010; | maart 2010; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 mei | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 mei |
| 2010; | 2010; |
| Gelet op de raadpleging van de meest representatieve groeperingen van | Gelet op de raadpleging van de meest representatieve groeperingen van |
| de inrichtende machten van 18 mei 2010; | de inrichtende machten van 18 mei 2010; |
| Gelet op het overleg met de representatieve studentenorganisaties | Gelet op het overleg met de representatieve studentenorganisaties |
| erkend op gemeenschapsniveau gevoerd op 21 mei 2010; | erkend op gemeenschapsniveau gevoerd op 21 mei 2010; |
| Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Comité voor provinciale | Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Comité voor provinciale |
| en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II van 26 mei 2010; | en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II van 26 mei 2010; |
| Gelet op het advies van de Raad van State nr. 48.416/2, gegeven op 30 | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 48.416/2, gegeven op 30 |
| juni 2010, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de | juni 2010, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en van de | Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en van de |
| Minister van Hoger Onderwijs; | Minister van Hoger Onderwijs; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Er wordt een Centrale paritaire commissie voor de Hogere |
Artikel 1.Er wordt een Centrale paritaire commissie voor de Hogere |
| Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs opgericht, | Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs opgericht, |
| hierna "de Paritaire Commissie" genoemd. | hierna "de Paritaire Commissie" genoemd. |
| De bevoegdheid van de Paritaire Commissie is van toepassing op de | De bevoegdheid van de Paritaire Commissie is van toepassing op de |
| inrichtende machten en de gesubsidieerde personeelsleden van de Hogere | inrichtende machten en de gesubsidieerde personeelsleden van de Hogere |
| Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs onderworpen aan | Kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs onderworpen aan |
| : | : |
| 1° het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die | 1° het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die |
| specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de | specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de |
| hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut | hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut |
| van het personeel, rechten en plichten van studenten); | van het personeel, rechten en plichten van studenten); |
| 2° het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve | 2° het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve |
| personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of | personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of |
| gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten | gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten |
| voor Architectuur. | voor Architectuur. |
Art. 2.De paritaire commissie is als volgt samengesteld : |
Art. 2.De paritaire commissie is als volgt samengesteld : |
| 1° zes werkende leden en zes plaatsvervangende leden die de | 1° zes werkende leden en zes plaatsvervangende leden die de |
| inrichtende machten vertegenwoordigen in de Hogere Kunstscholen van | inrichtende machten vertegenwoordigen in de Hogere Kunstscholen van |
| het gesubsidieerd officieel onderwijs; | het gesubsidieerd officieel onderwijs; |
| 2° zes werkende leden en zes plaatsvervangende leden die de | 2° zes werkende leden en zes plaatsvervangende leden die de |
| representatieve organisaties van de personeelsleden vertegenwoordigen | representatieve organisaties van de personeelsleden vertegenwoordigen |
| in de hogere kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs; | in de hogere kunstscholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs; |
| 3° een voorzitter en een ondervoorzitter; | 3° een voorzitter en een ondervoorzitter; |
| 4° twee referendarissen; | 4° twee referendarissen; |
| 5° een secretaris en een adjunct-secretaris. | 5° een secretaris en een adjunct-secretaris. |
Art. 3.De leden worden aangesteld voor een duur van zes jaar. |
Art. 3.De leden worden aangesteld voor een duur van zes jaar. |
| Het mandaat loopt ten einde : | Het mandaat loopt ten einde : |
| 1° in geval van ontslagneming; | 1° in geval van ontslagneming; |
| 2° wanneer de organisatie die het betrokken lid voorgedragen heeft, om | 2° wanneer de organisatie die het betrokken lid voorgedragen heeft, om |
| zijn vervanging vraagt; | zijn vervanging vraagt; |
| 3° bij overlijden. | 3° bij overlijden. |
| Elk lid waarvan het mandaat ten einde loopt, wordt binnen de drie | Elk lid waarvan het mandaat ten einde loopt, wordt binnen de drie |
| maanden vervangen. De plaatsvervanger beëindigt het mandaat van zijn | maanden vervangen. De plaatsvervanger beëindigt het mandaat van zijn |
| voorganger. | voorganger. |
Art. 4.§ 1. De verdeling van de mandaten bestemd voor de |
Art. 4.§ 1. De verdeling van de mandaten bestemd voor de |
| representatieve organisaties van de personeelsleden wordt onderhandeld | representatieve organisaties van de personeelsleden wordt onderhandeld |
| met de verantwoordelijken van de bedoelde organisaties voor elke | met de verantwoordelijken van de bedoelde organisaties voor elke |
| hernieuwing van de paritaire commissie. Een mandaat wordt evenwel | hernieuwing van de paritaire commissie. Een mandaat wordt evenwel |
| gegarandeerd aan elke representatieve organisatie. | gegarandeerd aan elke representatieve organisatie. |
| § 2. In afwijking van § 1 gebeurt de verdeling van de effectieve | § 2. In afwijking van § 1 gebeurt de verdeling van de effectieve |
| mandaten bestemd voor de representatieve organisaties van de | mandaten bestemd voor de representatieve organisaties van de |
| personeelsleden als volgt bij de eerste aanstelling : | personeelsleden als volgt bij de eerste aanstelling : |
| - Centrale générale des Services publics : 3 mandaten; | - Centrale générale des Services publics : 3 mandaten; |
| - Confédération des Syndicats chrétiens : 2 mandaten; | - Confédération des Syndicats chrétiens : 2 mandaten; |
| - Syndicats libre de la Fonction publique : 1 mandaat. | - Syndicats libre de la Fonction publique : 1 mandaat. |
Art. 5.De voorzitter van de Paritaire Commissie krijgt een vergoeding |
Art. 5.De voorzitter van de Paritaire Commissie krijgt een vergoeding |
| van 50 euro toegekend per vergadering waaraan hij deelneemt alsook de | van 50 euro toegekend per vergadering waaraan hij deelneemt alsook de |
| terugbetaling van zijn vervoerkosten die overeenstemmen met een | terugbetaling van zijn vervoerkosten die overeenstemmen met een |
| vervoerbewijs via spoorweg in eerste klasse. | vervoerbewijs via spoorweg in eerste klasse. |
| De leden van de Paritaire Commissie krijgen hun vervoerkosten | De leden van de Paritaire Commissie krijgen hun vervoerkosten |
| terugbetaald, wat overeenstemt met een vervoerbewijs via spoorweg in | terugbetaald, wat overeenstemt met een vervoerbewijs via spoorweg in |
| eerste klasse. | eerste klasse. |
Art. 6.De personeelsleden die op de Paritaire commissie zetelen, zijn |
Art. 6.De personeelsleden die op de Paritaire commissie zetelen, zijn |
| in dienstactiviteit. | in dienstactiviteit. |
Art. 7.De Minister bevoegd voor het personeelsstatuut van het Hoger |
Art. 7.De Minister bevoegd voor het personeelsstatuut van het Hoger |
| Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit. | Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 26 augustus 2010. | Brussel, 26 augustus 2010. |
| De Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, | De Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, |
| J.-M. NOLLET | J.-M. NOLLET |
| De Minister van Hoger Onderwijs, | De Minister van Hoger Onderwijs, |
| J.-C. MARCOURT | J.-C. MARCOURT |