← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 138/99 van 22 december 1999 Rolnummer 1676 In zake : de
prejudiciële vraag over artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende
het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gesteld d Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 138/99 van 22 december 1999 Rolnummer 1676 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gesteld d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 138/99 van 22 december 1999 Rolnummer 1676 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gesteld d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 138/99 van 22 december 1999 | Uittreksel uit arrest nr. 138/99 van 22 december 1999 |
| Rolnummer 1676 | Rolnummer 1676 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 17 van het koninklijk | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 17 van het koninklijk |
| besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en | besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en |
| overlevingspensioen voor werknemers, gesteld door de Arbeidsrechtbank | overlevingspensioen voor werknemers, gesteld door de Arbeidsrechtbank |
| te Bergen. | te Bergen. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de |
| rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans en M. | rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans en M. |
| Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap | Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap |
| van voorzitter M. Melchior, | van voorzitter M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
| Bij vonnis van 10 mei 1999 in zake A. Dieu tegen de Rijksdienst voor | Bij vonnis van 10 mei 1999 in zake A. Dieu tegen de Rijksdienst voor |
| Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
| ingekomen op 14 mei 1999, heeft de Arbeidsrechtbank te Bergen de | ingekomen op 14 mei 1999, heeft de Arbeidsrechtbank te Bergen de |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Is het in overeenstemming met de grondwettelijke beginselen van | « Is het in overeenstemming met de grondwettelijke beginselen van |
| gelijkheid en niet-discriminatie van de burgers, zoals bedoeld in de | gelijkheid en niet-discriminatie van de burgers, zoals bedoeld in de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat artikel 17 van het koninklijk | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat artikel 17 van het koninklijk |
| besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en | besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en |
| overlevingspensioen voor werknemers het voordeel van het | overlevingspensioen voor werknemers het voordeel van het |
| overlevingspensioen aan de echtgenote die sinds minder dan één jaar is | overlevingspensioen aan de echtgenote die sinds minder dan één jaar is |
| gehuwd met de overleden werknemer, slechts toekent op voorwaarde dat | gehuwd met de overleden werknemer, slechts toekent op voorwaarde dat |
| een kind uit dat huwelijk is geboren, zonder datzelfde recht toe te | een kind uit dat huwelijk is geboren, zonder datzelfde recht toe te |
| kennen aan de weduwe die onder dezelfde omstandigheden natuurlijke | kennen aan de weduwe die onder dezelfde omstandigheden natuurlijke |
| kinderen heeft gehad met de overleden werknemer, die gewettigd zijn | kinderen heeft gehad met de overleden werknemer, die gewettigd zijn |
| door het huwelijk of gewoon vóór het huwelijk werden erkend of waarvan | door het huwelijk of gewoon vóór het huwelijk werden erkend of waarvan |
| vaststaat dat de overleden werknemer de vader was, maar die het | vaststaat dat de overleden werknemer de vader was, maar die het |
| wettelijk verbod dat vóór de afstammingswet van 31 maart 1987 bestond | wettelijk verbod dat vóór de afstammingswet van 31 maart 1987 bestond |
| verhinderde te erkennen omdat zij de hoedanigheid hadden van in | verhinderde te erkennen omdat zij de hoedanigheid hadden van in |
| overspel verwekte kinderen, terwijl de voorwaarden voor de erkenning | overspel verwekte kinderen, terwijl de voorwaarden voor de erkenning |
| van de bedoelde kinderen door de overleden werknemer wel zijn vervuld | van de bedoelde kinderen door de overleden werknemer wel zijn vervuld |
| in de zin van de voormelde wet van 31 maart 1987 die in werking is | in de zin van de voormelde wet van 31 maart 1987 die in werking is |
| getreden na het overlijden van de werknemer, wiens activiteit als | getreden na het overlijden van de werknemer, wiens activiteit als |
| loontrekkende van die aard was dat het recht op een | loontrekkende van die aard was dat het recht op een |
| overlevingspensioen kon worden geopend ten gunste van zijn weduwe ? » | overlevingspensioen kon worden geopend ten gunste van zijn weduwe ? » |
| (...) | (...) |
| IV. In rechte | IV. In rechte |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de betwiste bepaling | Ten aanzien van de betwiste bepaling |
| B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van |
| artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967, | artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967, |
| zoals vervangen door artikel 107 van de wet van 15 mei 1984, met de | zoals vervangen door artikel 107 van de wet van 15 mei 1984, met de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Dat artikel bepaalt : | Dat artikel bepaalt : |
| « Het overlevingspensioen wordt slechts toegekend indien, op de datum | « Het overlevingspensioen wordt slechts toegekend indien, op de datum |
| van het overlijden, de langstlevende echtgenoot ten minste één jaar | van het overlijden, de langstlevende echtgenoot ten minste één jaar |
| met de overleden werknemer gehuwd was. Het huwelijk dient nochtans | met de overleden werknemer gehuwd was. Het huwelijk dient nochtans |
| niet een jaar te duren indien één van de volgende voorwaarden vervuld | niet een jaar te duren indien één van de volgende voorwaarden vervuld |
| is : | is : |
| - er is een kind geboren uit het huwelijk; | - er is een kind geboren uit het huwelijk; |
| - op het ogenblik van het overlijden is er een kind ten laste waarvoor | - op het ogenblik van het overlijden is er een kind ten laste waarvoor |
| één van de echtgenoten kinderbijslag ontving; | één van de echtgenoten kinderbijslag ontving; |
| - het overlijden is het gevolg van een na de datum van het huwelijk | - het overlijden is het gevolg van een na de datum van het huwelijk |
| voorgekomen ongeval of werd veroorzaakt door een beroepsziekte | voorgekomen ongeval of werd veroorzaakt door een beroepsziekte |
| opgedaan tijdens of naar aanleiding van de uitoefening van het beroep, | opgedaan tijdens of naar aanleiding van de uitoefening van het beroep, |
| van een door de Belgische Regering toevertrouwde opdracht of van in | van een door de Belgische Regering toevertrouwde opdracht of van in |
| het kader van de Belgische technische bijstand verrichte prestaties, | het kader van de Belgische technische bijstand verrichte prestaties, |
| voor zover de aanvang of de verergering van deze ziekte na de datum | voor zover de aanvang of de verergering van deze ziekte na de datum |
| van het huwelijk plaatsvond. | van het huwelijk plaatsvond. |
| [...] » | [...] » |
| Ten aanzien van de prejudiciële vraag | Ten aanzien van de prejudiciële vraag |
| B.2. Met zijn vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof de | B.2. Met zijn vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof de |
| situatie te vergelijken van een weduwe die minder dan één jaar met de | situatie te vergelijken van een weduwe die minder dan één jaar met de |
| overleden werknemer was gehuwd en die moeder is van een uit het | overleden werknemer was gehuwd en die moeder is van een uit het |
| huwelijk geboren kind, en die van een weduwe die minder dan één jaar | huwelijk geboren kind, en die van een weduwe die minder dan één jaar |
| met de overleden werknemer was gehuwd en die moeder is van een kind | met de overleden werknemer was gehuwd en die moeder is van een kind |
| dat vóór dat huwelijk is geboren en dat door de overleden werknemer is | dat vóór dat huwelijk is geboren en dat door de overleden werknemer is |
| erkend of gewettigd, of van een kind waarvan in feite vaststaat dat | erkend of gewettigd, of van een kind waarvan in feite vaststaat dat |
| het de overleden werknemer als vader heeft, maar waarvan de juridische | het de overleden werknemer als vader heeft, maar waarvan de juridische |
| afstamming door een wettelijke belemmering niet kan komen vast te | afstamming door een wettelijke belemmering niet kan komen vast te |
| staan. Op grond van artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van | staan. Op grond van artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van |
| 24 oktober 1967 heeft de eerste recht op het voordeel van een | 24 oktober 1967 heeft de eerste recht op het voordeel van een |
| overlevingspensioen, terwijl de tweede daar geen recht op heeft. | overlevingspensioen, terwijl de tweede daar geen recht op heeft. |
| Het is niet over het vereiste van een jaar huwelijk dat het Hof is | Het is niet over het vereiste van een jaar huwelijk dat het Hof is |
| ondervraagd. | ondervraagd. |
| B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de | B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de |
| niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling | niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling |
| tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat | tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat |
| verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord | verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord |
| is. | is. |
| Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
| rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
| en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het |
| gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen | gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen |
| redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende | redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
| middelen en het beoogde doel. | middelen en het beoogde doel. |
| B.4. Door een voorwaarde op te leggen van een minimumduur van één jaar | B.4. Door een voorwaarde op te leggen van een minimumduur van één jaar |
| huwelijk voor het toekennen van een overlevingspensioen aan de | huwelijk voor het toekennen van een overlevingspensioen aan de |
| langstlevende echtgenoot van een werknemer van wie de | langstlevende echtgenoot van een werknemer van wie de |
| beroepsactiviteit het recht op een dergelijk pensioen opende, heeft de | beroepsactiviteit het recht op een dergelijk pensioen opende, heeft de |
| wetgever bepaalde misbruiken willen ontmoedigen, zoals het huwelijk in | wetgever bepaalde misbruiken willen ontmoedigen, zoals het huwelijk in |
| extremis, waarvan de enige bedoeling is het de langstlevende | extremis, waarvan de enige bedoeling is het de langstlevende |
| echtgenoot mogelijk te maken het overlevingspensioen te genieten. | echtgenoot mogelijk te maken het overlevingspensioen te genieten. |
| B.5. De wetgever heeft uitzonderingen vastgesteld die strikt zijn | B.5. De wetgever heeft uitzonderingen vastgesteld die strikt zijn |
| omschreven en waarbij van het beginsel wordt uitgegaan dat de | omschreven en waarbij van het beginsel wordt uitgegaan dat de |
| langstlevende echtgenoot alleen aanspraak kan maken op een | langstlevende echtgenoot alleen aanspraak kan maken op een |
| overlevingspensioen indien het huwelijk meer dan één jaar vóór het | overlevingspensioen indien het huwelijk meer dan één jaar vóór het |
| overlijden is gesloten. Sommige van die uitzonderingen gaan uit van de | overlijden is gesloten. Sommige van die uitzonderingen gaan uit van de |
| idee dat in bepaalde situaties de omstandigheden aantonen dat, hoewel | idee dat in bepaalde situaties de omstandigheden aantonen dat, hoewel |
| het overlijden minder dan één jaar na het huwelijk heeft plaatsgehad, | het overlijden minder dan één jaar na het huwelijk heeft plaatsgehad, |
| dit huwelijk niet alleen is voltrokken om het overlevingspensioen te | dit huwelijk niet alleen is voltrokken om het overlevingspensioen te |
| verkrijgen. | verkrijgen. |
| B.6. Door de geboorte van een kind uit het huwelijk als uitzondering | B.6. Door de geboorte van een kind uit het huwelijk als uitzondering |
| vast te stellen op de voorwaarde met betrekking tot de minimumduur van | vast te stellen op de voorwaarde met betrekking tot de minimumduur van |
| één jaar huwelijk vóór het overlijden, is de wetgever coherent | één jaar huwelijk vóór het overlijden, is de wetgever coherent |
| gebleven met het doel dat hij nastreefde toen hij die voorwaarde aan | gebleven met het doel dat hij nastreefde toen hij die voorwaarde aan |
| de toekenning van een overlevingspensioen heeft gesteld. Indien die | de toekenning van een overlevingspensioen heeft gesteld. Indien die |
| uitzondering daarentegen zou worden uitgebreid tot de langstlevende | uitzondering daarentegen zou worden uitgebreid tot de langstlevende |
| echtgenoot die ouder is van een kind dat vóór het huwelijk is geboren, | echtgenoot die ouder is van een kind dat vóór het huwelijk is geboren, |
| ongeacht of zijn afstamming in rechte dan wel in feite is vastgesteld, | ongeacht of zijn afstamming in rechte dan wel in feite is vastgesteld, |
| zou de doelstelling die erin bestaat misbruiken te vermijden, zoals | zou de doelstelling die erin bestaat misbruiken te vermijden, zoals |
| beschreven in B.4, niet meer kunnen worden nagestreefd. Het criterium | beschreven in B.4, niet meer kunnen worden nagestreefd. Het criterium |
| van de geboorte van het kind « uit het huwelijk » is bijgevolg niet | van de geboorte van het kind « uit het huwelijk » is bijgevolg niet |
| kennelijk onredelijk. | kennelijk onredelijk. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 | Artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 |
| betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers schendt | betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers schendt |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 december 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 december 1999. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |