← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest
nr. 198.943 van 15 december 2009 in zake de nv « Total Belgium » en de nv « Nationale Maatschappij der
Pijpleidingen » tegen de Belgische Staat, tussenkom « Schendt artikel 9, tweede
lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtig(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 198.943 van 15 december 2009 in zake de nv « Total Belgium » en de nv « Nationale Maatschappij der Pijpleidingen » tegen de Belgische Staat, tussenkom « Schendt artikel 9, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtig(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 198.943 van 15 december 2009 in zake de nv « Total Belgium » en de nv « Nationale Maatschappij der Pijpleidingen » tegen de Belgische Staat, tussenkom « Schendt artikel 9, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtig(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 | januari 1989 |
Bij arrest nr. 198.943 van 15 december 2009 in zake de nv « Total | Bij arrest nr. 198.943 van 15 december 2009 in zake de nv « Total |
Belgium » en de nv « Nationale Maatschappij der Pijpleidingen » tegen | Belgium » en de nv « Nationale Maatschappij der Pijpleidingen » tegen |
de Belgische Staat, tussenkomende partijen : de nv « Waterwegen en | de Belgische Staat, tussenkomende partijen : de nv « Waterwegen en |
Zeekanaal (W&Z) » en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter | Zeekanaal (W&Z) » en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter |
griffie van het Hof is ingekomen op 28 december 2009, heeft de Raad | griffie van het Hof is ingekomen op 28 december 2009, heeft de Raad |
van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 9, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 | « Schendt artikel 9, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 |
betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel | betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel |
van leidingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat | van leidingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat |
deze bepaling zou inhouden dat de exploitanten van een gasleiding | deze bepaling zou inhouden dat de exploitanten van een gasleiding |
kunnen worden onderworpen aan een Koninklijk verplaatsingsbevel in | kunnen worden onderworpen aan een Koninklijk verplaatsingsbevel in |
alle mogelijke hypothesen die van 's lands belang worden verklaard, | alle mogelijke hypothesen die van 's lands belang worden verklaard, |
terwijl de exploitanten van een elektriciteitsnet gelegen in openbaar | terwijl de exploitanten van een elektriciteitsnet gelegen in openbaar |
domein luidens artikel 13, tweede lid, van de wet van 10 maart 1925 op | domein luidens artikel 13, tweede lid, van de wet van 10 maart 1925 op |
de electriciteitsvoorziening slechts aan een verplaatsingsbevel van de | de electriciteitsvoorziening slechts aan een verplaatsingsbevel van de |
regering kunnen worden onderworpen wanneer het belang der | regering kunnen worden onderworpen wanneer het belang der |
landsverdediging dit vereist ? ». | landsverdediging dit vereist ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4838 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 4838 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |