Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie, de Minister van Financiën en de Belgische Staat tegen G. Derez en anderen, waa « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de Algemene wet van (coördinatie bij ko(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie, de Minister van Financiën en de Belgische Staat tegen G. Derez en anderen, waa « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de Algemene wet van (coördinatie bij ko(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie, de Minister van Financiën en de Belgische Staat tegen G. Derez en anderen, waa « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de Algemene wet van (coördinatie bij ko(...)
ARBITRAGEHOF ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
januari 1989 op het Arbitragehof januari 1989 op het Arbitragehof
a. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie, de a. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie, de
Minister van Financiën en de Belgische Staat tegen G. Derez en Minister van Financiën en de Belgische Staat tegen G. Derez en
anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
ingekomen op 26 november 1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen ingekomen op 26 november 1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen
de prejudiciële vraag gesteld : de prejudiciële vraag gesteld :
« of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de
Algemene wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 juli 1977 Algemene wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 juli 1977
inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
schenden omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake douane en schenden omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake douane en
accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de
strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen
aan de verdachte-geadministreerde, aangezien de Administratie der aan de verdachte-geadministreerde, aangezien de Administratie der
Douane en Accijnzen fungeert als : Douane en Accijnzen fungeert als :
- onderzoeker die - overeenkomstig de geldende reglementeringen inzake - onderzoeker die - overeenkomstig de geldende reglementeringen inzake
invoer, uitvoer en communautair douanevervoer - een invoer, uitvoer en communautair douanevervoer - een
opsporingsonderzoek voert en leidt en die bij uitsluiting cruciale opsporingsonderzoek voert en leidt en die bij uitsluiting cruciale
bewijsstukken onder zich houdt waarvan de overlegging in de procedure bewijsstukken onder zich houdt waarvan de overlegging in de procedure
van die aard is dat de tenlastelegging staat of valt; van die aard is dat de tenlastelegging staat of valt;
- tevens vervolgende partij is, die autonoom bepaalt wie en voor welke - tevens vervolgende partij is, die autonoom bepaalt wie en voor welke
feiten zal worden vervolgd en aan wie een transactie wordt aangeboden feiten zal worden vervolgd en aan wie een transactie wordt aangeboden
en en
- ten overvloede belanghebbende, begunstigde van de rechten te kwijten - ten overvloede belanghebbende, begunstigde van de rechten te kwijten
door de vervolgde partij ». door de vervolgde partij ».
b. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie, b. Bij arrest van 24 november 1999 in zake het openbaar ministerie,
het Ministerie van Financiën, de vennootschap naar Nederlands recht het Ministerie van Financiën, de vennootschap naar Nederlands recht
Mobil Oil BV en anderen tegen L. Harrison en anderen, waarvan de Mobil Oil BV en anderen tegen L. Harrison en anderen, waarvan de
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 november expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 november
1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen eveneens de voormelde 1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen eveneens de voormelde
prejudiciële vraag gesteld. prejudiciële vraag gesteld.
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1823 en 1824 van de rol Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1823 en 1824 van de rol
van het Hof en werden gevoegd bij de zaken met rolnummers 1763 e.a. van het Hof en werden gevoegd bij de zaken met rolnummers 1763 e.a.
De griffier, De griffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^