Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit
gepubliceerd op 13 december 2024

Ministerieel besluit over bijzondere situaties rond indicatiestellingen voor het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden

bron
vlaamse overheid
numac
2024011247
pub.
13/12/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2024. - Ministerieel besluit over bijzondere situaties rond indicatiestellingen voor het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 82, tweede lid; - het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 159.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 25 juli 2024. - De Raad van State heeft advies 77.062/3 gegeven op 4 oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN EN ARMOEDEBESTRIJDING, CULTUUR EN GELIJKE KANSEN BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder indicatiestelling: de indicatiestelling vermeld in artikel 152 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming.

Art. 2.De indicatiestelling wordt uitgevoerd door middel van een huisbezoek in het thuismilieu van de gebruiker.

Het in het eerste lid vermelde huisbezoek wordt door een persoon afgelegd. Uitzonderlijk kan dit huisbezoek door twee personen worden afgelegd, als dit noodzakelijk is om een aanwezig veiligheidsrisico voldoende te beperken.

Tijdens de indicatiestelling wordt steeds een gesprek gevoerd met de gebruiker.

Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker bij de indicatiestelling aanwezig is, wordt tijdens de indicatiestelling ook een gesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger.

Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 2 en mits naleving van de voorwaarden vermeld in dit artikel, kan de indicatiestelling worden uitgevoerd zonder huisbezoek in het thuismilieu van de gebruiker, als: 1° de gebruiker in een ziekenhuis of centrum voor herstelverblijf verblijft, of;2° de gebruiker in het buitenland verblijft, of;3° het uitvoeren van de indicatiestelling door middel van een huisbezoek in het thuismilieu van de gebruiker een veiligheidsrisico inhoudt en niet voldoende beperkt kan worden overeenkomstig artikel 2, tweede lid. In de gevallen, vermeld in het eerste lid, wordt de indicatiestelling uitgesteld tot een moment binnen de toepasselijke termijn waarbinnen de indicatiestelling moet worden uitgevoerd. In dat geval wordt de indicatiestelling uitgevoerd overeenkomstig artikel 2. § 2. In het geval vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, en als de indicatiestelling niet kan worden uitgesteld conform paragraaf 1, tweede lid, wordt de indicatiestelling uitgevoerd in het ziekenhuis of het centrum voor herstelverblijf waar de gebruiker verblijft.

Als het ziekenhuis, vermeld in het eerste lid, in dat geval een bezoek bij de gebruiker niet toelaat of afraadt, wordt de indicatiestelling uitgevoerd door middel van een bevraging van de vertegenwoordiger of de mantelzorger van de gebruiker in het thuismilieu van de gebruiker. § 3. In het geval vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, en als de indicatiestelling niet kan worden uitgesteld conform paragraaf 1, tweede lid, wordt de indicatiestelling uitgevoerd via een rechtstreeks videogesprek waarbij de gebruiker duidelijk zichtbaar en hoorbaar is.

Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker aanwezig is, wordt ook een rechtstreeks videogesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger.

Als het videogesprek, vermeld in het eerste lid, niet mogelijk is, wordt de indicatiestelling door middel van een telefonisch gesprek met de gebruiker uitgevoerd. Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker aanwezig is, wordt ook een telefonisch gesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger. § 4. In het geval vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, en als de indicatiestelling niet kan worden uitgesteld conform paragraaf 1, tweede lid, wordt de indicatiestelling uitgevoerd in een plaatselijk kantoor van de indicatiesteller, waarbij ook de vertegenwoordiger of mantelzorger van de gebruiker aanwezig kan zijn.

Als het uitvoeren van de indicatiestelling in een plaatselijk kantoor zoals vermeld in het eerste lid een veiligheidsrisico inhoudt, wordt de indicatiestelling uitgevoerd via een rechtstreeks videogesprek waarbij de gebruiker duidelijk zichtbaar en hoorbaar is. Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker aanwezig is, wordt ook een rechtstreeks videogesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger.

Als het videogesprek vermeld in het eerste lid niet mogelijk is, wordt de indicatiestelling uitgevoerd door middel van een telefonisch gesprek met de gebruiker. Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker aanwezig is, wordt ook een telefonisch gesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger. § 5. De geldigheidsduur van de indicatiestelling is beperkt tot zes maanden als die is uitgevoerd volgens hetgeen in dit artikel is bepaald, tenzij: 1° de indicatiestelling werd uitgesteld in overeenstemming met paragraaf 1, tweede lid, of;2° de persoon die de indicatiestelling uitvoert, met zekerheid vaststelt dat de verminderde zelfredzaamheid van de gebruiker van langere duur zal zijn.

Art. 4.In het geval van noodweer, dat een huisbezoek onmogelijk maakt, kan de indicatiestelling worden uitgevoerd door middel van een rechtstreeks videogesprek waarbij de gebruiker duidelijk zichtbaar en hoorbaar is. Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker aanwezig is, wordt ook een rechtstreeks videogesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger.

Als het videogesprek vermeld in het eerste lid niet mogelijk is, kan de indicatiestelling worden uitgevoerd door middel van een telefonisch gesprek met de gebruiker. Als een mantelzorger of vertegenwoordiger van de gebruiker aanwezig is, wordt ook een telefonisch gesprek gevoerd met deze mantelzorger en vertegenwoordiger.

De geldigheidsduur van de indicatiestelling is beperkt tot zes maanden als die is uitgevoerd volgens hetgeen in dit artikel is bepaald, tenzij de persoon die de indicatiestelling uitvoert met zekerheid vaststelt dat de verminderde zelfredzaamheid van de gebruiker van langere duur zal zijn.

Brussel, 3 december 2024.

De Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen, C. GENNEZ


^