gepubliceerd op 02 juli 1997
Ministerieel besluit betreffende de chemische of fysicochemische ontledingen of de biologische, toxicologische of andere proefnemingen die met het oog op de toelating van een bestrijdingsmiddel voor niet-landbouwkundig gebruik moeten worden verricht
29 APRIL 1997. Ministerieel besluit betreffende de chemische of fysicochemische ontledingen of de biologische, toxicologische of andere proefnemingen die met het oog op de toelating van een bestrijdingsmiddel voor niet-landbouwkundig gebruik moeten worden verricht
De Minister van Volksgezondheid, De Staatssecretaris voor Leefmilieu, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 5, 1, 7° en 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 1976, 23 maart 1977, 19 februari 1985, 25 juli 1985, 5 november 1991, 14 januari 1992, 28 februari 1994 en van 23 juni 1995, inzonderheid op zijn artikel 13;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende de aanmaning vanwege de Commissie van de Europese Unie om zonder verwijl, conform de bepalingen van de artike-len 30 tot en met 36 van het Verdrag van Rome, in de Belgische reglementering een bepaling op te nemen volgens dewelke, proeven en ontledingen die in een andere Lid-Staat van de Europese Unie zijn uitgevoerd, onder bepaalde voorwaarden aanvaard zijn met het oog op het bekomen van een toelating van een bestrijdingsmiddel voor niet-landbouwkundig gebruik,
Artikel 1.De chemische en fysico-chemische analyses of de biologische, toxicologische, ecotoxicologische of andere proefnemingen die met het oog op het bekomen van een toelating van een bestrijdingsmiddel voor niet-landbouwkundig gebruik worden ingediend, moeten zijn uitgevoerd door een instelling gevestigd in België, in een andere Lid-Staat van de Europese Unie of elders, die passende en voldoende garanties van onafhankelijkheid en vakkundigheid biedt.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 29 april 1997.
De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Staatssecretaris voor Leefmilieu, J. PEETERS