28 NOVEMBER 2005. - Ministerieel besluit tot erkenning van een gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen genomen in uitvoering van het koninklijk besluit van 29 november 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van aandelen dat geïntegreerd is in een betalings- en afwikkelingssysteem van effectenverrichtingen moet voldoen en de periode gedurende dewelke de erkenning kan worden verleend

De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 10 maart 1999 tot wijziging van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, tot vaststelling van het fiscaal stelsel van verrichtingen van lenen en ontlenen van aandelen en houdende diverse andere bepalingen inzonderheid artikel 51;

Gelet op de wet van 29 november 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen dat geïntegreerd is in een betalings- en afwikkelingssysteem van effectenverrichtingen moet voldoen en de periode gedurende dewelke de erkenning kan worden verleend en inzonderheid artikel 1;

Gelet op de op 15 september 2005 door LCH Clearnet ingediende aanvraag om de erkenning te vernieuwen van het gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van aandelen in de zin van voornoemd koninklijk besluit van het systeem voor het lenen en ontlenen van aandelen;

Overwegende dat het gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen beoogt, in laatste instantie, de vereffening van transferopdrachten van aandelen te vergemakkelijken en geïntegreerd is in een effectenafwikkelingssysteem zoals vermeld in artikel 2, § 1, b, van de Richtlijn 98/26/CE van 19 mei 1998 betreffende het definitief karakter van de betalings- en afwikkelingssystemen van effectenverrichtingen of in een systeem van een andere Staat wiens wetgeving minstens evenwaardige werkingsvoorwaarden voorziet;

Overwegende dat het gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit waar het artikel 736 invoegt in het koninklijk uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Besluit :

Artikel 1.Het gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen opgericht binnen Euronext Brussels S.A./N.V. waarvan Clearnet N.V. de beheerder is sinds 1 januari 2001 wordt erkend als gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen als vermeld in artikel 203, § 2, 6e lid, 2°, van het Wetboek op de inkomstenbelastingen 1992 vervangen door artikel 26 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 en gewijzigd door artikel 51 van de wet van 10 maart 1999 tot wijziging van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, tot vaststelling van het fiscaal stelsel van verrichtingen van lenen en ontlenen van aandelen en houdende diverse andere bepalingen.

Art. 2.Deze erkenning wordt toegekend onder de voorwaarden en mits naleving van het koninklijk besluit van 29 november 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van aandelen dat geïntegreerd is in een betalings- en afwikkelingssysteem van effectenverrichtingen moet voldoen en de periode gedurende dewelke de erkenning kan worden verleend.

Art. 3.De erkenning wordt verleend vanaf de officiële kennisgeving van dit ministerieel besluit aan de beheerder van het gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van aandelen tot 31 december 2010 behalve bij verlies van de erkenning in de omstandigheden vermeld in het koninklijk besluit van 29 november 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een gecentraliseerd systeem voor het lenen en het ontlenen van aandelen dat geïntegreerd is in een betalings- en afwikkelingssysteem van effectenverrichtingen moet voldoen en de periode gedurende dewelke de erkenning kan worden verleend.

Brussel, 28 novembre 2005.

D. REYNDERS