FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

28 AUGUSTUS 2019. - Ministerieel besluit houdende de delegatie van bevoegdheid tot het beslissen over een aanvraag tot erkenning zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/06/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019013281 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de erkenning van VZW's als beroepsvereniging of als federatie van beroepsverenigingen sluiten betreffende de erkenning van VZW's als beroepsvereniging of als federatie van beroepsverenigingen

De Minister van Middenstand, Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/06/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019013281 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de erkenning van VZW's als beroepsvereniging of als federatie van beroepsverenigingen sluiten betreffende de erkenning van VZW's als beroepsvereniging of als federatie van beroepsverenigingen, artikel 3, eerste lid, Besluit : Enig artikel. De bevoegdheid tot het beslissen over een aanvraag tot erkenning zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/06/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019013281 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de erkenning van VZW's als beroepsvereniging of als federatie van beroepsverenigingen sluiten betreffende de erkenning van VZW's als beroepsvereniging of als federatie van beroepsverenigingen wordt overgedragen aan de directeur-generaal van de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

In geval van afwezigheid of verhindering van de directeur-generaal bedoeld in het eerste lid, wordt de bevoegdheid die hem krachtens dit besluit is toegekend, gedurende de periode van afwezigheid of verhindering, uitgeoefend door de adviseur-generaal van de afdeling Reglementering van de voornoemde Algemene Directie of, bij diens afwezigheid of verhindering, door de adviseur van de Dienst Intellectuele Beroepen en Wetgeving binnen de voormelde afdeling Reglementering.

Brussel, 28 augustus 2019.

D. DUCARME