27 APRIL 2006. - Ministerieel besluit betreffende de comptabiliteit van de aan de Staat toebehorende material resources

De Minister van Landsverdediging, Gelet op de bij koninklijk besluit van 17 juli 1991 samengeordende wetten op de rijkscomptabiliteit, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1993, 3 april 1995, 19 juli 1996, 10 juni 1998, 5 september 2001, 24 december 2002 en 22 mei 2003 en bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 december 2002, 27 maart 2003 en 5 februari 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 oktober 1974 betreffende de comptabiliteit van de bevoorradingsgoederen opgeslagen in instellingen van de Krijgsmacht;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2005, Besluit :

Artikel 1.De instellingen van Defensie waar rekenplichtigen van de niet toegewezen material resources worden aangesteld, zijn de centrale instellingen voor distributie en herstelling die in de bij dit besluit gevoegde tabel in bijlage A zijn aangeduid.

De Chef Defensie mag in deze tabel wijzigingen aanbrengen overeenkomstig de verandering van de benaming van een vernoemde instelling.

Art. 2.In elke instelling, vermeld in bijlage A, wordt een rekenplichtige van de aldaar opgeslagen niet toegewezen material resources aangesteld.

Art. 3.De borgtocht die moet worden gestort door de rekenplichtigen voor wie dit besluit geldt bedraagt 25 EUR.

Art. 4.In elke instelling, vermeld in bijlage A, wordt de commandant belast met het toezicht over de rekenplichtigen van de niet toegewezen material resources.

Voor de uitvoering van deze opdracht worden deze autoriteiten « toezichtsautoriteiten » genoemd.

Art. 5.Voor de overmaking aan het Rekenhof zien de toezichtsautoriteiten de algemene rekening van het beheer na van de rekenplichtige van de niet toegewezen material resources en keuren zij deze goed zo het past.

Art. 6.Wanneer aan niet toegewezen material resources schade is veroorzaakt, brengen de genoemde autoriteiten vermeld in de tabel in bijlage B van dit besluit, in het kader van hun onderscheiden ambtsbevoegdheden, na onderzoek en op verslag en advies van de betrokken chefs, een laatste gemotiveerd advies uit over de dossiers van onderzoek die aan het Rekenhof moeten worden voorgelegd; deze bevoegdheid tot het uitbrengen van advies wordt uitgeoefend binnen de grenzen van de tegenover hun functies bepaalde sommen die het totale bedrag vormen van de schade die aan de Staat werd berokkend.

Art. 7.Het ministerieel besluit nr. 28266 van 29 oktober 1974 betreffende de comptabiliteit van de material resources opgeslagen in instellingen van Defensie, wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2006.

Brussel, 27 april 2006.

A. FLAHAUT

Bijlage A Lijst van de instellingen van Defensie waar rekenplichtigen van de niet toegewezen material resources worden aangesteld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Bijlage B Tabel adviesbevoegdheden Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld