27 APRIL 2001. - Ministerieel besluit waarbij het nachtelijk vissen op karper bij wijze van proef wordt toegelaten in sommige gedeelten van waterlopen en kanalen van het Waalse Gewest

De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, Gelet op de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 maart 1993 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge Visraad), gegeven op 30 januari 2001;

Overwegende dat het belangrijk is het nachtelijk vissen op karper bij wijze van proef verder toe te laten in sommige gedeelten van waterlopen en kanalen van het Waalse Gewest, Besluit :

Artikel 1.In afwijking van artikel 12, eerste lid, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 maart 1993 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, en onverminderd de andere bepalingen van dit besluit, wordt het vissen op karper vanaf de oever zonder onderbreking vanaf maandag, een halfuur na zonsondergang, tot vrijdag, een halfuur vóór zonsopgang, toegelaten op volgende plaatsen : 1° de Maas : - vanaf de Franse grens tot de samenvloeiing met de Samber; - vanaf de sluis van Tihange tot de Brug van Seraing; 2° het Kanaal Albert : op de rechteroever op de hele lengte gelegen in het Waalse Gewest;3° het nieuwe Kanaal "du Centre" en het Kanaal van Nimy-Blaton : vanaf de lift van Strépy-Thieu tot de ingang van de binnenhaven van Hautrage;4° het nieuwe Kanaal van Charleroi-Brussel : vanaf de sifon van "Tintia" in Viesville tot de sluis van Virginal tegenover de basis Asquemport-Interyacht;5° de Meren "des Barrages de l'Eau d'Heure" : - het Meer "du Ry jaune" in zijn geheel; - het Meer "de la Plate Taille" vanaf de oever van het "bois du Four" tot het "Centre ADEPS"; 6° het Meer "de la Vierre" : op de rechteroever vanaf de "cul-de-sac-" tot de wateruitgang van de waterkrachtcentrale;7° de Vijver van "Bologne" in zijn geheel.

Art. 2.De karpers mogen alleen met de werphengel en plantaardig aas gevangen worden.

Art. 3.De gevangen vissen moeten onmiddellijk en voorzichtig weer in het water geworpen worden.

Art. 4.Dit besluit is van toepassing vanaf de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad tot 31 december 2002.

Namen, 27 april 2001.

J. HAPPART