26 JUNI 1998. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de onderzoeksraad voor het rijkswachtpersoneel

De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 20 maart 1954 tot wijziging van artikel 232 van de wet van 18 juni 1869 op de rechterlijke inrichting, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht, inzonderheid op artikel 24/31, ingevoegd bij de wet van 24 juli 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1979 betreffende het ambt en de ambtsontheffing van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht, inzonderheid op artikel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juni 1994;

Gelet op de voordracht van de Minister van Justitie, Besluit :

Artikel 1.Worden, voor een termijn van twee jaar, aangewezen tot voorzitter van de onderzoeksraad voor het rijkswachtpersoneel : a) voor de Nederlandstalige kamer : de heer Mahieu, Wilfried, raadsheer bij het hof van beroep te Brussel;b) voor de Franstalige kamer : de heer Goldberg, Marc, ere-raadsheer bij het hof van beroep te Brussel;c) voor de Duitstalige kamer : de heer Schils, Joseph, ere-raadsheer bij het hof van beroep te Luik.

Art. 2.Worden, voor een termijn van twee jaar, aangewezen tot plaatsvervangend voorzitter van de onderzoeksraad voor het rijkswachtpersoneel : a) voor de Nederlandstalige kamer : de heer Guffens, Jacques, kamervoorzitter emeritus bij het hof van beroep te Antwerpen;b) voor de Franstalige kamer : de heer Dejehansart, Emile, raadsheer bij het hof van beroep te Bergen;c) voor de Duitstalige kamer : de heer Steffens, Gustave, raadsheer bij het hof van beroep te Luik.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1998.

Brussel, 26 juni 1998.

L. TOBBACK