Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 februari 2024
gepubliceerd op 12 maart 2024

Ministerieel besluit tot de bepaling van de klassen van bijdrageplichtige veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2024

bron
vlaamse overheid
numac
2024002242
pub.
12/03/2024
prom.
26/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Omgeving


26 FEBRUARI 2024. - Ministerieel besluit tot de bepaling van de klassen van bijdrageplichtige veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2024


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, artikel 33; - het decreet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2023 pub. 29/01/2024 numac 2024000498 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024; - het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013035670 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten sluiten betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten, artikel 4.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Commissie Krengenfinanciering heeft advies gegeven op 21 december 2023; - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 26 januari 2024.

DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME EN DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW BESLUITEN:

Artikel 1.§ 1. De overeenkomst over de financiering van de ophaling van kadavers van landbouwhuisdieren in de zin van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013035670 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten sluiten betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten kan voor de houder van een veebedrijf de vorm van een abonnement aannemen.

Alle bedrijven die voor het kalenderjaar 2022 bij de Mestbank een aangifte moeten indienen overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, a), van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, waarop minstens één dier werd aangegeven, worden beschouwd als een bijdrageplichtig veebedrijf.

Voor veebedrijven met loopvogels wordt geen abonnementssysteem opgezet. De prijs wordt dan bepaald door de ophaler en/of verwerker.

Voor paardachtigen zoals bedoeld in uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen, wordt een prijs vastgelegd per dier. Uitsluitend paardachtigen met een sanitaire status behouden in de voedselketen in de centrale gegevensbank overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 04/03/2016 numac 2016024047 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de identificatie en de encodering van de paardachtigen in een centrale gegevensbank sluiten betreffende de identificatie en de encodering van de paardachtigen in een centrale gegevensbank, worden beschouwd als landbouwhuisdieren.

De inzameling van gestorven paardachtigen bij erkende asielen is gratis. Een geregistreerde inzamelaar, handelaar of makelaar ontvangt voor de kosten die hij maakt voor de inzameling van deze dieren een tegemoetkoming die wordt aangerekend op begrotingsartikel KB0-1KDB2BK-WT van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024. Die tegemoetkoming geldt alleen als de afvalstoffen afkomstig zijn uit het Vlaamse Gewest. § 2. Het bedrag voor 2024 bedraagt: 1° voor rundveebedrijven (rekening houdend met alle runderen, exclusief mestkalveren): a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 20 dieren;b) 96 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;c) 175 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 75 dieren;d) 245 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 76 tot 100 dieren;e) 314 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 125 dieren;f) 384 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 126 tot 150 dieren;g) 452 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 175 dieren;h) 523 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 176 tot 200 dieren;i) 590 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 225 dieren;j) 660 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 226 tot 250 dieren;k) 731 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 251 tot 275 dieren;l) 802 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 276 tot 300 dieren;m) 877 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 325 dieren;n) 938 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 326 tot 350 dieren;o) 1012 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 351 tot 375 dieren;p) 1084 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 376 tot 400 dieren;q) 1151 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 425 dieren;r) 1223 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 426 tot 450 dieren;s) 1293 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 451 tot 475 dieren;t) 1357 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 476 tot 500 dieren;u) 1435 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 525 dieren;v) 1501 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 526 tot 550 dieren;w) 1601 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 551 tot 600 dieren;x) 1749 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 650 dieren;y) 1881 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 651 tot 700 dieren;z) 2096 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren; aa) 2421 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren; ab) 3389 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 of meer dieren; 2° voor mestkalverenbedrijven: a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 50 dieren;b) 78 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;c) 195 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;d) 306 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;e) 428 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;f) 540 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 500 dieren;g) 660 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 600 dieren;h) 783 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 700 dieren;i) 893 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren;j) 1016 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren;k) 1130 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 tot 1000 dieren;l) 1310 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 tot 1200 dieren;m) 1628 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1201 tot 1500 dieren;n) 2077 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1501 tot 2000 dieren;o) 2533 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2001 of meer dieren;3° voor pluimveebedrijven (rekening houdend met alle pluimveesoorten, uitgezonderd struisvogels): a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 1500 dieren;b) 51 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1501 tot 3000 dieren;c) 61 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3001 tot 5000 dieren;d) 93 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5001 tot 7500 dieren; e) 126 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 7501 tot 10.000 dieren; f) 187 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 10.001 tot 15.000 dieren; g) 260 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 15.001 tot 20.000 dieren; h) 335 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 20.001 tot 25.000 dieren; i) 415 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 25.001 tot 30.000 dieren; j) 487 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 30.001 tot 35.000 dieren; k) 555 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 35.001 tot 40.000 dieren; l) 635 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 40.001 tot 45.000 dieren; m) 703 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 45.001 tot 50.000 dieren; n) 822 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 50.001 tot 60.000 dieren; o) 962 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 60.001 tot 70.000 dieren; p) 1107 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 70.001 tot 80.000 dieren; q) 1255 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 80.001 tot 90.000 dieren; r) 1443 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 90.001 tot 100.000 dieren; s) 1675 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 100.001 tot 125.000 dieren; t) 2052 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 125.001 tot 150.000 dieren; u) 2407 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 150.001 tot 175.000 dieren; v) 3242 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 175.001 of meer dieren; 4° voor varkensbedrijven (rekening houdend met alle varkens, exclusief biggen van 7 tot 20 kg): a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 50 dieren;b) 74 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;c) 126 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 150 dieren;d) 176 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 200 dieren;e) 249 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;f) 349 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;g) 498 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 600 dieren;h) 690 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 800 dieren;i) 886 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 1000 dieren;j) 1084 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 tot 1200 dieren;k) 1277 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1201 tot 1400 dieren;l) 1474 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1401 tot 1600 dieren;m) 1684 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1601 tot 1800 dieren;n) 1872 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1801 tot 2000 dieren;o) 2157 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2001 tot 2400 dieren;p) 2547 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2401 tot 2800 dieren;q) 2895 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2801 tot 3200 dieren;r) 3407 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3201 tot 3700 dieren;s) 3875 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3701 tot 4200 dieren;t) 4354 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 4201 tot 4700 dieren;u) 4863 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 4701 tot 5200 dieren;v) 5329 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5200 tot 5700 dieren;w) 5884 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5701 tot 6200 dieren;x) 6418 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 6201 tot 6700 dieren;y) 6823 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 6701 tot 7200 dieren;z) 8131 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 7201 of meer dieren;5° voor schapen- en geitenbedrijven: a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 20 dieren;b) 66 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;c) 144 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;d) 248 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 150 dieren;e) 355 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 200 dieren;f) 490 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;g) 656 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;h) 908 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 500 dieren;i) 1091 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 600 dieren;j) 1323 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 700 dieren;k) 1494 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren;l) 1705 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren;m) 1862 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 tot 1000 dieren;n) 2184 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 tot 1200 dieren;o) 2639 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1201 tot 1400 dieren;p) 3934 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1401 of meer dieren;6° voor konijnenbedrijven: a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 100 dieren;b) 51 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;c) 61 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;d) 93 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;e) 126 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 of meer dieren;7° voor paardachtigen: a) 100 euro per dier;deze kostprijs is enkel geldig na bevestiging van de identificatie als landbouwhuisdier door de OVAM. § 3. De bijdrage voor de broeierijen omvat enerzijds een vast bedrag per ophaling van 30 euro en anderzijds een vast bedrag per opgehaald gewicht van 112,57 euro/ton.

De bedragen die vastgelegd worden in dit besluit, zijn exclusief BTW. De gemiddelde bezetting wordt bepaald op basis van de gemiddelde veebezetting, geregistreerd bij de aangifte van het kalenderjaar 2022, overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, a), van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.

Het is mogelijk dat eenzelfde bedrijf de som van de forfaitaire bedragen voor verschillende diersoorten moet betalen, uitgezonderd voor de laagste klasse, waar één abonnement voor verschillende diersoorten in de laagste klasse volstaat.

Art. 2.Bij de overname van een veebedrijf moet de nieuwe eigenaar abonnementskosten betalen op basis van de mestbankaangifte van dat bedrijf die door de vorige eigenaar werd gedaan.

Art. 3.Producenten van dierlijk afval die niet genoemd worden in artikel 5, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013035670 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten sluiten betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten, en waarvoor geen abonnementstarieven werden vastgelegd, moeten zelf met een erkende ophaler of verwerker een financiële overeenkomst sluiten.

Art. 4.Het niet betalen van de abonnementsfactuur binnen de 8 weken na facturatie door de erkende ophaler wordt aanzien als een afstand doen ten opzichte van de aanbieder van het abonnement. De ophaling en verwerking door de erkende ophaler zullen dan automatisch verricht worden tegen een vergoeding per prestatie. Daarbij kan het maximumtarief worden toegepast dat bepaald is in de erkenning van de ophaler.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024 en is geldig tot 31 december 2024.

Brussel, 26 februari 2024.

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme Z. DEMIR De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS

^